901

ik sjoemel, mijn gevoel voor stadse mode, mijn vlotte humor, ik heb altijd mijn woordje klaar,' enzovoorts. 2. Maar de man in de wildernis heeft kinderlijke schoonheid, en kent zichzelf niet eens. Hij kent zijn delen niet, en die weten ook niets van elkaar af. Hij begrijpt de stad niet, en de stadse man. De stadse man is erg zelfverzekerd, erg pretentieus, en denkt dat hij met deze eigengemaakte soep de loterij heeft gewonnen. Maar de man in de wildernis twijfelt. Het is natuurlijk een groot contrast. 3. De man in de stad : 'Kijk naar mijn bling bling, naar mijn gouden tanden, naar mijn broek half afgezakt. Kijk hoe ik dom naar je kijk, hoe ik je op je billen sla. Dat wil je toch ? Kijk hoeveel geld ik heb gestolen, hoe ik mensen heb lopen bedriegen en oplichten. Kijk hoe dom ik ben, want zo is alles binnen ons bereik. Dom is 'sexy' in de stad. Je krijgt zo snel dingen gedaan in de kakiaitische industrie. Je hoeft er niet veel voor na te denken. Alles wordt voor je gedaan. Gewoon dom wezen, en daar ga je. 4. Dom is sexy. Wat sexy is weet geen kip, en dat willen ze ook niet weten. Ze goochelen graag met woorden die ze niet begrijpen. Alles maken ze snel en overmoedig sexueel. Alles wordt zo uitgebuit. Het is één grote machine, want ja, Kakia wil voorplanten. Daarom heeft ze het altijd en immer over sex, en gebruikt ze triggerwoorden zoals 'sexy' en 'hot'. Ja, dat is hot. Koffie is al klaar hoor, in een wip. Ga maar zitten, schuif ik het zo naar binnen. 5. En daar loopt ze met haar knalrode centimeters lange nagels en hoge hakken van bijna een halve meter. Naaldhakken. Want ja, ze mocht de aarde eens raken. Nee, dat is vies, en Liesje mag niet vies worden. Daarom lopen ze op hun tenen, vol van angst voor de natuur. Nee, er moeten grote betonblokken tussen. Als ze haar schoenen uittrekt, dan weet je hoe laat het is, en moet je hard rennen, want het is een moordwapen in haar hand. Vrouwen 901 en hun naaldhakjes. Hevig overstuur zijn ze als je er iets van durft te zeggen, want naaldhakken zijn 'sexy' in hun ogen. Zelfde verhaal. Het is hun inkomen. 6. Een wildernis man moet kotsen van al die vreemde chemische troep, stinkende lak, die vrouwen vandaag de dag op hun nagels smeren. Het stinkt een uur in de wind, stadse stank. Je krijgt er een nare smaak van in je mond. Maar de stadse man vind het heerlijk. 'Ja, ze heeft lef hè,' wordt er dan gezegd. Altijd trekken ze hun snuiten los als zulke vrouwen langslopen. En maar kijken en fluiten. Nou, daar komt wat langs zeg. Lekker met z'n allen in de groeps-illusie. De wildernis man vindt het walgelijk, maar die telt niet mee. Liesje mag niet vies worden. 7. De stadse man : Dom is sexy. Kijk hoe dom ik ben, hoe dom ik loop, hoe dom ik naar je staar. Als je ook dom bent kunnen we samen hokken. Kakia zal ons rijkelijk belonen. 8. De wildernis man : Hoe bestaat het. Kakia wil ik niet, maar Areta is onbereikbaar voor me, lijkt het wel. Die geeft haarzelf niet zo makkelijk als Kakia. 9. De stadse man is vals zelfverzekerd, maar de wildernis man is in grote twijfel, in de verworpenheid van Ismael. Hij voelt zichzelf tussen wal en schip. Alles heeft een hoge prijs. 10. De stadse man : Alles makkelijk. Makkelijk is sexy. 11. Wildernis man : Kun je ophouden met dat woord 'sexy'. Je weet niet eens wat het is. Het is bijna verbale aanranding als je dat woord om de haverklap gebruikt. 12. Stadse man : Dan roep ik Kakia. 13. Wildernis man : Dan roep ik Areta.

902 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication