geen traan om laten vallen. Het vlees is altijd ondankbaar, maar dankbaar naar zijn hogeren. Het vlees is een informant. 4. Je zou er niet goed van worden. Als je met dit beest samen in een oerwoudsrivier ligt, dan moet je maken dat je wegkomt. De hele maatschappij is zo ingericht. Je ziet het overal om je heen. Maar het is geen echt beest. Het is iets mechanisch, een stadse karikatuur van een beest. Daarom is het zo belangrijk door de algehele minderen heen te gaan, totdat de shawwal aanbreekt, de logistiek, van het wie, waar, wanneer en hoe. Ben je op de juiste plaats, in de juiste verhouding, tegen de juiste prijs ? Zo niet, dan val je in de handen van het vlees. 5. De mens moet loskomen van het vlees apparaat. Toen het vlees apparaat aan mij getoond werd was er een luid gegil. Het was vlak voordat ik in slaap viel, zodat ik nog net even wat op kon schrijven. 6. Ook Ezau moest ontkomen aan het vlees apparaat, aan de gehoorzame Jakob die altijd maar ja en amen zei naar wat zijn hogeren hem opdroegen. Ezau was rebels tegen het sociale systeem. Ezau was een eenling, altijd in de natuur, altijd op zoek naar diepte. Jakob zag er altijd netjes uit. Geen haartje door de war. Alles lag keurig in een scheiding, en als ze in die dagen stropdassen zouden hebben verkocht, dan zou Jakob er zeker één genomen hebben. Het was een keurige, nette, gehoorzame, goede jonge man waarvoor gedacht werd. Hijzelf hoefde niet na te denken. Hij was keurig aangekleed volgens de laatste mode. Er lag altijd een brede glimlach op zijn gezicht, en dat terwijl zijn broer de wenende in de wildernis was, zoals Yeshua en Jeremia. 7. Het kon Jakob niet deren. Jakob was een bedrieger. Daar leefde Jakob voor. Natuurlijk zien we in het latere leven van Jakob dat deze stadse houding werd rechtgezet op Pniel, waarin hij in gevecht was met God, en hij moest werken, hard 908 werken, voor elke cent en ieder bezit, en werd zelf ook bedrogen. 8. Uiteindelijk begon hij Ezau meer en meer te begrijpen, en uiteindelijk ontving hij de betraande kus van Ezau, en was een veranderd mens, een mens die ook Ezau in zich droeg en het koesterde als zijn laatste bezit. 9. Aan het einde van het verhaal had Jakob het vlees systeem overwonnen. Wij kunnen het vlees systeem alleen overwinnen door onze tranen, door de rebelse tranen van Ezau, door terug te keren tot de wildernis, waar deze rivier van tranen stroomt. Soms is het geen tijd om nederig te zijn, maar moeten we woest zijn en rebels, anders hebben we deel aan de zonde van het vlees systeem. De mens moet breken met de stadse heks, Kakia, en breken met het vlees beest waarop zij rijdt. Dit is geen echt beest, maar een nagemaakt beest. Het is een machine, waar heel veel aan mankeert. Er is dus hoop voor de mensheid. 10. Het vlees zal altijd de meerderheid volgen, maar valt de eenling aan. Het vlees weet het altijd beter, en laat zich nooit ompraten. De heks, Kakia, rijdt op haar beest. Een hele stoet volgelingen achter haar aan. Maar Jakob en Ezau volgen haar niet. Zij hebben elkaar omarmd en elkaar gekust. Zij weenden in elkaars armen en verzoenden zich met elkaar. 11. Ook voor ons ligt deze boodschap : 'Gaat uit van Kakia, ga uit haar weg, opdat gij geen deel hebt aan haar zonden en aan de plagen die over haar zullen komen.' 12. Dit houdt dus tegelijkertijd in dat we niet met het vlees moeten spelen. Met huid en haar zal het vlees ons opvreten als we te dichtbij komen. Kakia laat graag haar vlees zien. In de nacht is het een groot beest waarop zij graag rijdt. Dan gaat zij naar de zee, met een heleboel doodse volgelingen. Allen
909 Online Touch Home