914

kan de vrouw ook nog eens uitbundig haar oogstfeest vieren. 22. En omdat het de vrouw toch niet kan schelen gaat de man zich rustig te buiten in het opblazen van hemzelf, opdat hij met zijn grote misvormde spierbundels over de dwaze vrouw in de stad kan zegevieren. Alle ijdelheid en discipline, alle ascese, draait immers om de vrouw. De dwaze man denkt voor zichzelf dat kwantiteit gelijk staat aan kwaliteit, dus die blijft zichzelf opblazen als hij niet slim genoeg is voor de stropdas. Dan heeft hij in ieder geval wat, denkt hij. Geen geld, dan maar grote spierbundels, maar zelfs veel kakiaitische vrouwen trappen daar niet in, want het laat vaak de luiheid zien van de man. Veel kakiaitische vrouwen willen gewoon geld zien. 23. Er zijn verschillende periodes van vasten voor de vrouw in de shedaitische kalender. Ook is er een periode van ontwapening, want de vrouw moet wapenloos zijn en blijven. Wapens is iets voor de man. De kakiaitische vrouw schenkt geen aandacht aan de geestelijke oorlogsvoering. Daarvan moet ze geheel ontwapend worden. Ook is er een opname periode van de stadse logistiek als een soort oogstfeest voor de vrouw. 24. Het oogstfeest wordt te pas en te onpas gevierd, het hele jaar door, en kinderen worden er ook bandeloos mee verwend. 25. De vrouw zondert haarzelf af en bereid haarzelf voor op het oogstfeest. 26. Kakia is op jacht, en heeft de mens al gevangen. Ook de oogstfeesten middenin het vrouwen-vasten worden het hele jaar door gevierd. Het is een bepaalde vorm van Kakia, als haar innerlijke verwende kind. 27. Alles draait daar om geld. Daar moet je dan de hele dag mee bezig zijn. Puur zielsdodend. Maar 914 velen kiezen hiervoor. 28. In de stad draait alles om geld. Zo ook in de sheda religie van Kakia. Geld, geld en nog eens geld. De vrouw vast hiervoor, opdat zij een grote geldoogst zal hebben, in de vorm van de stadse man. Zo worden huwelijken gesloten, op die basis, en zo brengen zij geldkoorts voort vanuit een zwart gat in het universum. Ontwaakt, gij die slaapt. 29. De vrouw viert de nachteld, oftewel het vrouwenvasten, als een ijdele discipline, voortijdig onderbroken door het oogstfeest. 30. De man in de stad heeft al helemaal niks met het vasten te maken. Dat is een werkpaard. Die moet verdienen, vermeerderen, niet verminderen. De kakiaitische vrouw zal er voor zorgen dat ze een goed werkpaard koopt. Kan ze geen stropdasman vinden, rijk, met groot voertuig, dan moet ze met minder genoegen nemen. Maar als alles mislukt dan kan ze altijd nog verwen-omaatje worden, en dat wordt ze toch wel, want ze houden er immers allemaal van om heerlijk vervroegd met pensioen te gaan. Al snel voelen ze zichzelf te oud om nog te leren. Daarom gooien ze op jonge leeftijd al het oma knotje erin, en de oma oorbellen in. 31. En maar suikerzoet doen, want dat is immers vrouwelijk in de stad. Dan gaat ze zolang het nog kan op zoek naar haar gehoorzame, brave stropdasman, zo zeker van al zijn meegekregen waarden, en zijn geld. Wie zoet is krijgt lekkers. Zo kunnen ze heerlijk als jonge opa en oma vroeg met pensioen en gaan rentenieren. Maar lieve mensen : dat kan helemaal niet. Er zijn natuurregels voor. Deze stad zal vergaan. 32. Zo zeker zijn ze er allemaal van dat ze normaal zijn. Maar gehoorzamen is het woord shama in het Hebreeuws, maar dit komt van het Egyptische smai, de oerchaos, de twijfel, verbonden aan de oervruchtbaarheid, de sma, en verbonden aan Seth,

915 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication