20. Zoete moeders bij het avondeten, aaien de bolletjes van hun bedrogen kinderen. Dat de kinderen worden vetgemest voor de slager wordt er niet bijgezegd. Het zijn de slaapliederen die vooraf gaan aan de vernietiging. 21. Daarom moet de mindering komen, de langere mindering, als laatste redmiddel voor de mens. Nee, geef je niet over. Nee, vertrouw hier niet. 22. Ook aan Areta kun je je niet zomaar overgeven. Je moet met haar worstelen, want er is ook de valse geoefendheid van de stad. Mensen die hun uiterlijkheden oefenen, hun maskers, maar het geestelijke oefenen ze niet. Ze zijn dood en witten slechts hun graven. Natuurlijk is het mooi voor hen. Zolang het dood is is het mooi. Hoeven ze ook niet na te denken. 23. Jakob werd door Areta geslagen op zijn heupspier op Pniel. Zijn spier moest slinken. Het was om zijn leven te redden. Hij moest het minderen in. 24. Waar zijn de oorlogsvrouwen ? Waar zijn zij die hun baarmoeder nog nat en donker houden opdat hun kind niet voortijdig zal sterven ? Waar zijn zulke ware moeders nog te vinden ? Zij houden het minderen hoog om hun kind te beschermen. 25. Zij zijn sober en eenvoudig, natuurvrouwen, dichtbij en in de natuur. En zij leren hun kinderen de natuur. Harde liefde. Discipline moet er vandaag de dag wel zijn, want er zijn teveel gevaren, teveel roofdieren. Waar zijn zulke vrouwen ? Of zijn er alleen nog maar stadse doeken ? 26. Het heeft geen zin te zoeken naar zulke vrouwen. Ze kunnen er zijn of niet. Waar het om gaat is zelf zo'n vrouw te zijn, te zoeken naar die vrouw in jezelf, in de filosofie. Op anderen kun je nu niet gaan wachten. Dan kom je bedrogen uit. 921 23. Het Sheda beest 1. De cirkel van het minderen moet weer rondkomen, opdat de mens het overmoedig grijpen afleert, ook het overmoedig grijpen naar de wapens. De mens moet volkomen minderen. 2. Er moet een reformatie komen. 3. Het sheda beest is aan de oppervlakte gekomen. Woest grijpt het om zich heen om mee te sleuren wie het kan meesleuren, mee de ondergang in. 4. Dit beest haat het minderen, bespot het minderen, onderbreekt het minderen voortdurend. Dit beest wil alsmaar meer. Met brede grijnzen gaan ze de ondergang tegemoet. Ze zijn al dood. 5. De mens kent de leerregels van zaaien, rijpen en oogsten niet. De mens grijpt maar raak. Ze zijn zo bang er niet bij te horen, het grote stadsfeest te missen. Alsof de natuur hen niets te bieden heeft. Het zijn natuurlasteraars. 6. Maar het eeuwige minderen reikt tot de natuur van orion. 7. In het minderen wordt de mens beschuldigd, bedrogen en verworpen, zoals Ishmael en Ezau, om zo deel te hebben aan een hogere opname. 8. Religie is een symbolische kunst, net zoals een grotschildering of een gedicht. Je moet het met een korreltje zout nemen, en het beleven in zijn diepte, niet in zijn letterlijkheid. Zij die het letterlijk nemen
922 Online Touch Home