onvertaalde erfenis achter, vanuit het verstandelijke stenen tijdperk. 51. De erfenis moeten we op waarde leren schatten. Niet zomaar verwerpen, niet zomaar aanbidden. 52. Wel moesten wij door deze bedeling heen, want er was geen andere weg gegeven. Het pad was juist opgesloten hierin, dus we moesten wel. 53. Ons voorgeslacht was in gevecht met deze gevaarlijke, onvertaalde erfenis, omdat dit nu eenmaal regeerde. 54. Zij wisten nog niet hoe de paradijselijke stof toe te passen. 55. Ons werd dit in de stad aangesmeerd, terwijl de wildernis werd verworpen. 56. De roep is nu om terug te gaan tot het paradijs. 57. Breng alles tot de paradijselijke stof, echt alles. Zorg ervoor dat je niets overslaat, anders zal het zich tegen je keren, en je tegen houden. 58. Alles moet dus vervangen worden door de paradijselijke stof. gelijk aan de zee, de rivier. 2. De moeder wil dat wij zwak worden, maar zij haat de valse zwakte, zij die ergens in de zwakte blijven steken en niet tot de diepere zwaktes komen om daarin oorlog te voeren, woede te hebben, om zo wraak te nemen. 3. De moeder haat omkoperij en spijbelzucht, want dat is valse zwakte. 4. Het is de zwakte van het haten van de tucht, en het niet opgroeien in de kennis. Het is de vloek van het materialisme. 36. Sion’s recht 1. Het 'water des levens', is het mayim van de geestelijke honger in het Hebreeuws. Mayim staat 95 5. In het hoge gras staat zij, Haar pijl gericht op haar vijand, Het gras vergeeld, En dan slaat zij toe, 6. Tot klaagzangen in de nacht, Oh zij die aan haar geklaag ontkomen, Zij zullen staan in haar gerechtshof, Zij staart in het duistere gat, En springt dan toe, Haar pijl en boog gericht op hen die schuilen, Nee, geen rust zullen zij hebben, Want de allerhoogste hebben zij getard, Zij trekt hen naar haar hol, Als een roofdier haar prooi 7. Zij draagt haar prooi naar de laatste bestemming, In haar gerechtshof gaan zij ten onder, In het hoge vergeelde gras staat zij,
96 Online Touch Home