961

najagen en geen hoogmoed nastreven, en hij moet op zijn hoede zijn voor alle dromen en visioenen die hem van de aarde willen weghalen. Als de lijdensgezinde zich hierin zou oefenen en deze eenvoud niet zou afwijzen dan zou hij daarmee vele beesten van het ego hebben onthoofd, en al zijn opgedragen werken hebben voltooid. 12. Mensen verdoen veelal hun tijd of worden gedwongen hun tijd te verdoen, waardoor ze niet meer toekomen aan de zware wiskunde van de geestelijke oorlogsvoering, en zelfs de geestelijke oorlogsvoering hebben losgekapt van de wiskunde. 13. Je moet weten wat de uitzonderingen op iedere regel zijn, de dualiteiten, opdat je motoriek hebt en immunologie. 14. De eenling die niet komt tot het hogere collectief sterft dan ook weer, maar de mens die het eenling principe niet beoefend, of niet volledig beoefend, komt hierdoor tot het lagere collectief van de mensenmassa en raakt verstrikt in de dogma, de drogreden. 15. De monon, de eenling, zoekt in de geoefendheid, areta, een hoger collectief, allereerst als principes. 16. Er is een communicatie vergiftiging waardoor alles vastgelopen is. De lijdensgezindheid is er dan voor om deze dingen weer recht te zetten. 17. De dienstbaarheid is het onvermogen. Zo is de mens of dienstbaar aan de hemelse rede, of dienstbaar aan de hartstochten. De natuur handelt met dezelfde noodzaak als waarmee het bestaat, en dat is God. De definitie van het goede is nut. De geoefendheid is het punt waarop de goede daden tot gewoonte en natuur worden. Dit resulteert dus in het automatisme, wat tegelijkertijd ook het onvermogen is om te stoppen, oftewel de dienstbaarheid. 961 18. Blind geloof heeft het pad van kakia genomen, de weg van de minste weerstand. Er is een heleboel valse blijdschap en droefheid. 19. De mens gaat vanuit de hemelse rede leven, ergens op het pad van de eenling en op het pad van de geoefendheid, om zo te ontkomen aan het valse geloof, de doxa, oftewel het massa geloof opgezweept door het hedonisme. 20. Plato streed tegen de ongeoefende massa's die niet door de logos, de rede, werden geleid, maar door ongeteste emotie. Plato wilde als voorwaarde stellen voor de verkiezing dat de verkiezers filosoof zouden zijn, alhoewel hij ook de valse filosofieen bestreed van het sofisme en het hedonisme. 21. De hemelse rede stelt voorwaarden, en deze moeten er wel zijn, anders komen er roekeloze boodschappers. Plato moest wel, want hij had de redeloze massa’s zijn leermeester, Socrates, om zeep zien helpen. Plato omschreef deze moord als een banketbakker en zijn kinderen die een dokter veroordeelden. Socrates was een voortijdse lijdensgezinde die gedwongen werd de gifbeker te drinken. 22. Plato noemde de massa’s een allesverwoestende tiran, als de anti-logos. 23. De menselijke rede is een massa rede, de doxa, en die wordt aangedreven door onredelijke pathos, emotie, en onredelijke begeerte, eros. De menselijke rede is maar een druppel in de zee van de hogere rede, de logos. Daarom moet een mens zichzelf allereerst verliezen en loskomen van de massa. Ook de aardse massa is dus maar een druppel in de zee van de logos. Telkens als menselijke rede de kop opsteekt dan is dit maar tijdelijk, want de zee van de logos zal hem uiteindelijk overweldigen. De menselijke rede komt nooit ver. Wat is 80 jaar, 300 jaar, of duizenden jaren vergeleken met de eeuwige zee van de logos ? Slechts een druppel. De

962 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication