108

30. Ik sta op en schreeuw over alles wat me is ontnomen door het witte hek. Ik wil het terug, maar golven overweldigen mij, en nemen mij mee, dieper tot het witte hek, als tot een ladder. Een pen wordt in mijn hand gedrukt, en ik moet veel schrijven. Ik moet een boek schrijven over Suriname. Ik moet tot haar geheimen doordringen. 31. Ik heb het trauma in mijn hand, maar dan wordt het rustig. Ik hoor het witte hek ruizen op de achtergrond, spelende haar muziek. Het doet pijn, maar de steek gaat eruit. Ik moet een wit boek schrijven. Ik wil wegrennen, maar golven overweldigen mij. 25. HET GIF 1. Ik werd als een gevaar gezien. Men wilde mij uit de weg ruimen. Ik zocht altijd het gevaar op, en het redde me er altijd uit. Het was mijn geheime sleutel. 2. De hekken hebben hoge punten hier. Ik kan er nauwelijks doorheen komen. Alles is wazig hier. Met haar zal ik voorzichtig omgaan. 3. Ik rees mijn zwaard en viel, zo diep. 4. De tweede steen gooide ik door de ruiten van de bakkerij, en de derde steen slikte ik in, en stierf. Niemand kon mij nu nog vinden, alleen de gele vlinder. 5. De gele vlinder was een sleutel in mij. Zij waren de vlammen in mijn hart. 108

109 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication