109

6. De fluisteraars van het heelal moesten mij hebben. Zij stuurden een tweede man op mij af. Hij had zijn havens hier, zijn scheepswerven, zijn woningbouw. Ik rende door de straten. Het huis van de gele vlinder stond hier niet meer. 7. Ik raakte in paniek. Hij was de vlinder van het trauma. Ik bloedde. Ik viel op de grond, en de vlinder nam mij op. 8. De fluisteraars waren woedend. Nu zouden ze kabaal gaan maken. Ze stuurden een derde man op mij af, maar die was zo dronken dat die niet veel kon beginnen. Toen besloten de fluisteraars zelf te komen. 9. Ik kan er niet veel van navertellen. Het was het duisterste gat van mijn leven. In een zeegraf ging ik, en ik werd zelf een fluisteraar. Voor het eerst in mijn leven vertel ik het verhaal. 10. Fluisteraars geven giftige melk. Ze verwarren de ander, omdat ze bang zijn dat iemand hun hart binnendringt. Ze zijn onnavolgbaar. Het zijn orakels. Met raadsels bewaken ze hun bruggen. 11. Ze verscheuren alles, en bouwen het dan weer op. 109

110 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication