126

10. Spreekt op, Wat hebt gij gezien, oh kroongetuige ? Het verhaal hangt van u af, U hebt gouden sleutels in uw hand, U schrijft het geschiedenisboek 11. Oh, kroongetuige, Waart gij niet ook eens gegrepen door een stuk speelgoed ? Was u daarna ook dezelfde niet meer ? Oh kroongetuige, Hoe kunnen wij u dan op uw woorden vertrouwen ? 12. Zijn wij niet allen als blinden geleid door blinden ? Stil kom ik tot de wet van Vur, Zij die de kennis is, Ik zag de kennis hoog zitten op een troon van vuur, In een zaal van marmer en ijs, Ik zag haar hoog zitten op de traan, 126

127 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication