20

4. DE IJSZEE 1.Die nacht heeft hij een droom. Hij droomt dat hij langs een eenzaam moeras loopt en plotseling door een hand in de diepte wordt getrokken. 2.Het is een zwarte handschoen met een gouden ring die hem in de dieptes van het moeras trekt. 3.Dan beginnen er ineens angstaanjagend schelle deurbellen te rinkelen, dat het lijkt alsof zijn oren knappen. Dan komen er ineens kinderen binnen. Ze hebben strakke angstaanjagende blikken en lopen bijna in slowmotion op hem af, die zich niet meer kan bewegen. Ze hebben lange scherpe ijzeren pinnen in hun handen. Dan hoort hij een ijselijke schreeuw. De schreeuw wordt steeds scheller, en steeds meer stemmen beginnen te schreeuwen, totdat hij voelt dat alles in hem begint te branden. Is dit de baarmoeder ? Hij hoort babies gillen en het is alsof een stel uitgehongerde dieren hem van binnenuit beginnen aan te vreten. Dan wordt hij wakker met een schreeuw. 4.Het was alsof hij door deze droom al zijn zelfvertrouwen had verloren. Hij probeerde zijn werk weer op te pakken, maar alles ging zeer moeizaam. 5.De nacht erna had hij weer een droom. Hij zag een zee van vuur. Vanuit de zee kwamen angstaanjagende figuren opzetten van vuur. 6.Hij werd wakker, helemaal beduusd en verward, alsof hij niet meer helder kon denken. "Wat is er toch allemaal aan de hand ?" dacht hij. Hij was er slecht aan toe. Hij had moeilijkheden met spreken en ademen, en was erg duizelig. 20

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication