202

35. Zij zoeken naar de oude sagen en fabels van het mijn. 36. Hier in het mijnwoud, waar het holle heerst, Hier in het mijnwoud, waar de bomen hol zijn, waar de vorst raast, maar een magisch vuur brand van binnen, en een magische lekkernij vult de magen, Hier in het mijnwoud 37. Kleine koeienknaap, varende op de oude zeeen, jij bent nog steeds opgesloten in het oude schilderij van het oude trappenhuis, siroop bloedende van de straat van zeven, op een oud kastje van het kleinood van Venetie. 38. Hij heeft altijd honger, maar het voedsel bereikt nooit zijn mond. Zijn woorden komen ook nooit aan. Hij spreekt wel, maar niemand heeft het ooit kunnen horen. Hij heeft nog nooit iemand aangeraakt, en niemand heeft hem ooit kunnen aanraken. Hij is nog nooit pijngedaan, en kan een ander ook nooit pijnigen. 39. Jij bent altijd op weg. Nu ga je dan weer naar de oude filmzaak, maar je komt nooit aan. 40. Ik kan niks voor je doen. Ik smelt altijd weg. 41. Zelfs als jij in de spiegel kijkt, zie je niks, alleen andere dingen. 202

203 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication