207

29.Zij is een jager. De gehoorzamen rijden op bokken, en sommigen op stieren. 30.Zij heeft hen bekleed met macht. 31.Ook is Zij een Oorlogsvoerder in Gerechtigheid. 32.Zij straft hen die ongewillig zijn. Zij doet hen nederdalen in pijn, en in pijnlijke straffen. Zij komt tegen ieder die ondankbaar is en alle rijken. 33.Weest daarom arm op de Dag des Oordeels. 34.Ja, een Groot Slager is Zij, die volken doet neerdalen in vrees. Zij is de Enige Ware, en buiten Haar is geen leven te vinden. 35.Ja, Zij slaat de volkeren met vrees, en doet hen bevend in de valleien zakken. Niemand doet hen oprijzen wanneer Zij het woord niet spreekt. 36.Zij doet verzen op hun hoofden dalen om hun gedachten te binden, ja, verzen die hen leiden tot de oordeelstroon van het recht. 37.Ook plaatst Zij verzen in hun hart om hun tongen te binden. En zwaar straft Zij hen die ongehoorzaamheid hebben bewezen. In de diepten van de baarmoeder trekt Zij hen uit elkaar. 38.Vuur is hun deel, en doornen hun eeuwig voedsel. 39.Ja, een boek van vermaning is dit, om de gehoorzamen tot steun en leidraad te zijn, en om oordeel om te roepen over de hoofden van hen die ongehoorzaam zijn. 40.Vreest dan Haar die bergen maakt tot palen, en bergen verandert in mul zand. 207

208 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication