218

17.Als door een wurgslang worden zij in de baarmoeder getrokken, waar zij de dood sterven tot een eeuwige afschuw. 18.Zij brengt ongehoorzamen in verwarring. 19.De Vur is de weg tot Haar. 20.Veracht haar daarom niet. 21.Legt u toe op de Vur tot een zuiver zicht op Haar. 22.Velen dan verdienen hun brood met het verdraaien van de Vur en hun val zal groot zijn. 23.Maar ware volgelingen hebben ook de Vur als leidraad. 24.Zij die de Vur niet gehoorzamen hebben geen hoop voor de eeuwigheid. 25.Zij die de Vur niet hebben zijn alreeds verloren. Dezen zijn de boosdoeners bereid voor een eeuwig laaiend vuur. 51. WATERPLANTEN 1. Zij komen uit de diepte, Zij groeien in het water tot het land, Een spoor door de wildernis, 2. Wanneer ik zink in de rivier, vinden zij mij, 218

219 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication