237

60. ZKUM 1. Ja, het vuur achtervolgt u, en de angst, en zeker ook het depressieve, maar gij zijt tot het zaad daarvan gekomen. Gij dan hebt de angst gekend als een leugenaar. Ik voel mij rustig en kan weer ademen. Hier maak ik mijn woning, en zal ik verder reizen. De warmte spreekt tot mij, een ziedende warmte, van vreemd stekende planten, maar wanneer zij steken voel je het zachte. Na hun winter kwam de nacht. 2. Oh, wat ben ik bedrogen. Ik ging van leugen tot leugen. In welk leger zal ik nu dienen ? Van leugen tot leugen reizen wij. Steek mij diep, en maak mij dronken, want tussen zulke leugenaars redt ik het niet. Zij zitten achter mij aan. Die leugenwaterval, bij de bronnen der leugens. En ik viel in slaap. Ze steken hier zo zacht, zo zacht, ik wordt er dronken van, en ik kwam tot de diepere zeeen, en tot de oceanen, totdat ik een groot nachtgezicht zag, en ik kwam tot een eiland in de zee. Stekende vissen zwommen hier omheen, maar zij staken slechts in zachtheid, om de visioenen te laten groeien. 3. Waar messen en speren gestoken zijn, totdat het verleden opengaat. Waar de markten staan. Gij kunt twee dingen doen, maar strek u uit tot het derde. Ik heb u veel te zeggen, maar ook raadselen heb ik gegeven. Ik heb u laten drinken, en in het dodenrijk laten dalen. Ja, gevoed heb ik u door de borsten der duisternis.. Ik ben meer waarde dan het nachtgezicht, ik ben de duisternis. Kom tot mijn tabernakel en tenten. Ik zal u nieuwe namen geven. Ik heb u rust gegeven, een eeuwige rust. Ik heb u gehaald tot het dodenrijk, waarin gij nieuw leven hebt verkregen. Ik breng boodschappen van verleden tijden naar boven. 4. Ik spreek tot de bergen en de heuvelen, en zaad dale op hen neer tot nieuw gewas. Een nieuwe schepping zal komen, geheel nieuw, en ook de goden worden herschapen. De duidelijke zin van het woord zal hersteld worden, en de taal. Ik zal integreren. Mijn woorden zijn 237

238 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication