253

64. HET PARALLELLOGRAM 1. Wij komen door de voorhangsels van kralen die voor de baarmoeder hangen, tot de nieuwe geboorte. Deze kralen zijn cryptogrammen en parallellogrammen. 2. Naar het oerwoud. Daar zouden ze een tocht gaan maken. Het was een lange tocht naar het oerwoud. Er was een lange weg door het bos heen, en het was een prachtig gezicht, al die kleuren van de bomen. Het was rustig in het bos. 3. Achter het bos was een woestijn. Ergens in de woestijn moest dan het oerwoud beginnen. 4. De bladeren waren erg wild, en hingen naar beneden. 5. Er zaten grote vogels in de bomen die naar hen keken, en er waren ook hele grote hagedissen en salamanders in allerlei kleuren. Maar verder was het erg rustig, alleen waren er wat onbekende geluiden zo nu en dan. Voorzichtig schoof hij langs de bladeren heen. De bomen stonden hier erg dicht op elkaar. 6. Na een tijdje lopen zagen ze in de verte het topje van de rode piramide boven de bomen uitsteken. 7. Ineens zagen ze een grote vogel in één van de bomen zitten, die erg wild aan het draaien was met z'n nek. Toen vloog de vogel weg. 8. Na een tijdje zagen ze de ingang van de rode piramide in de verte. Maar vanuit de bomen werden er pijlen geschoten. 9. Ineens sprong er een woesteling voor hen met een boog. 'Wie zijn jullie, en wat komen jullie doen,' zei hij woest. 10. 'Wij komen de rode piramide bezoeken,' sprak hij. Maar toen werd de woesteling erg kwaad, en hief de boog op in de lucht. 'Niemand van ons durft te komen in de rode piramide, dus waarom zouden jullie het doen ?' 11. Maar hij duwde de woesteling opzij, en riep : 'Kom op, rennen, we hebben nu geen tijd voor gesprekken met angsthazen.' 253

254 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication