262

Maar zij die Haar niet volgen komen om door Haar gebrul 10. Wanneer zij brult knappen hun oren, Dan breken de ramen, Een grote uittocht uit de stad 11. Zij tuchtigt haar kinderen reeds vroeg, Zij kastijdt haar zoon zolang er nog hoop is, En bekommert zich niet om zijn gejammer 12. Zij leidt hem tot het rode zicht, Het rode pad uit de stad, Tot bossen zal zij hem trekken, Tot de wildernis zal zijn eer uitstrekken 13. Zij bekleed hem met sieraden, En kroont zijn hoofd met kennis, Vurig zal zij hem aansporen tot goede werken 262

263 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication