296

80. HET HUWELIJK 1. In het centrum van de wereldstad waren veel winkels. Ergens onder een winkel was een extra verdieping met spelletjes, waar ik spelletjes kocht. Oorlogs-spelletjes en spelletjes van avontuur. Zij kwam daar ook. Ik nam haar eens mee naar het gebied achter de winkels. 2. We vonden een doorweg naar de bossen. Er waren hier veel lange bruggen. 3. We trouwden en we scheidden, en ik kwam erachter dat ik was getrouwd met de Heerin van scheiding. 4. Eens zocht ik haar op. 'Wat wil je van me,' vroeg ze. 5. 'Ik mis je,' zei ik. 6. Ze heeft me toen meegenomen naar de jachtvelden. Ik mocht op haar paard zitten, en ze liet mij allerlei zadels zien. Ze was heel lief voor me. Maar ineens was ik geinjecteerd, en het leek alsof mijn hoofdhuid begon af te vallen. Ik viel bewusteloos en werd later wakker in een kooi. 7. Ik werd wakker en greep om me heen. 296

297 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication