346

Erger als nooit tevoren, Ik heb een indiaans dodenboek in mijn hoofd, Het boek van grote barbaren, Oh, kan ik dit boek toch eens vertellen, Maar de letters draaien om mijn ogen, Zij houden pijlen op me gericht met hun bogen, En dan is alles ineens stil 5. Ik heb een indiaans gebaren-boek in mijn hoofd, Maar is er iemand die mij eens een keer geloofd, Ik loop er al mee voor zo lange tijden 6. Ik wil deze jongens niet tot leven laten komen. Ze zijn wild en zonder compromissen. Wanneer ze rijden stroomt het bloed van het beeldscherm. Kunnen we rennen en ons verbergen als ze wakker worden ? Is er een schuilplaats, of is de enige schuilplaats niet in hun werkelijkheid te geloven ? 346

347 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication