369

weg. 'Dit is ons gebied, belachelijk figuur. Val ons niet lastig met je stomme kaartjes.' 14. 'Wij komen voor de Rode Zee,' sprak het jongetje. 15. 'Rode Zee ?' lachte de barbaar. 'Er zijn hier geen zeeen. Nou maak dat je wegkomt, en snel een beetje. We hebben geen uren de tijd.' 16. Toen begon de barbaar nog kwaaier te worden. Met zijn boog sloeg hij het jongetje, en ook de andere barbaren begonnen te slaan. 17. Eén van de barbaren schoot giftige pijltjes met zijn blaaspijp. Alle vier werden ze geraakt, en vielen in een diepe slaap. De barbaren bonden hen vast, en namen hen mee naar een dichtbijzijnd dorp. Hier werden ze in een boerderij in een kooi gezet. Na een tijdje werden ze wakker in de kooi. Een wat oudere barbaar kwam om hen te ondervragen. Het bleek de hoofdman van het dorp te zijn. 18. 'En jullie zijn op zoek naar de Rode Zee hier ?' bulderde de hoofdman van het lachen. 'Luister nou eens even. Laat me nou even niet lachen. Er zijn hier geen zeeen. Men heeft jullie maar wat wijsgemaakt. De Rode Zee ? Laat me toch niet lachen. Jullie hebben zeker domme spelletjes gedaan met die meisjes. Die deugen niet. Die 369

370 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication