370

fantaseren er maar op los. Grote bedriegers zijn het. Al tijden zijn wij in grote oorlog met hen.' 19. De hoofdman ging op een stoel zitten en staarde naar hen. 'Denken jullie echt dat ik die onzin ga kopen ? Wij hangen het heilige boek aan, en daar blijft het bij.' 20. 'Ik ben de schrijver van het heilige boek,' sprak het jongetje. 21. 'Leugenaar !' bulderde de hoofdman. Toen begon hij te lachen. 'Het heilige boek is geschreven door een barbaar die allang is overleden. Probeer me nu niet nog meer onzin te verkopen.' 22. 'Laat me dat heilige boek dan eens zien,' sprak het jongetje. 23. De hoofdman liep naar een boekenkast en griste een heel dik boek eruit. Toen liep hij naar de kooi toe, en stak het boek door de tralies. Het jongetje pakte het boek, en begon te lezen. 'Dat heb ik geschreven,' zei het jongetje. 'Dat heb ik geschreven aan de rivier. Het boek is nog niet af.' 370

371 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication