398

43. Sprinkhaanachtige parasieten waren het. Er was gelach. 'Grijp die jongen !' werd er gekrijst. Hij voelde zich geslagen, zwak en ziek. Hij probeerde op te komen om te ontsnappen, maar hij werd teruggedrukt. 44. De jongens gingen in ketenen. De Duizen verdween achter wat wolken. De kannibalen spoten een vuur. Het was een virus. De jongen werd gillend wakker. Het was een nachtmerrie. Hij was diep in de Duizen, en ging door een doods-slaap. Het was een wedergeboorte. Vrouwen waren hier de baas. Met strakke gezichten keken ze hem aan. Sommigen hadden maskers, maar die werden afgetrokken. Het waren kannibalen-maskers. 45. Er werd op trommels geslagen. En hij wist niet meer of hij dood was of levend, wakende of slapende. Hij werd geslagen totdat hij neerviel. Aan iemand's voeten lag hij. Hij probeerde omhoog te kijken, maar zakte toen weer neer. 46. Schuld was een middel waardoor ze hem temden. 47. De Duizen was geboren in bloed. Wilde vrouwen leefden in hutten achter voorhangsels druipende van het bloed van wilde dieren. Zij hadden geen hoop. 398

399 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication