41

36.Tot vijanden zijn zij mij, al die uw woord verachten. 37.Trots is de man die U niet ziet. 38.Nachtspelers van de rode traan, openen hun monden als de kinderen, en turen voor uren uit de ramen. Zij hebben jou dan ook gezien. 39.Zij zijn van de rode traan, en kennen alleen veel verdriet, waar golven ontwaken. 40.De rode traan valt, het vuur verspreidt zich. Er is niets meer aan te doen. Het is te laat, niks meer te blussen. 41.Mijn hoofd wordt zwaar, ik voel de pijlen. Zij willen mij splijten, mijn hart doorboren. 42.De betovering zou worden verbroken wanneer de verhalen zouden worden verteld. 43.Zij liet mij de stenen zien, waarvan je in huilen uitbarste zodra je ze aanraakte. 44.En bloemen riepen : ‘Raak ons niet aan, want dan kun je niet meer spreken.’ 45.En de bloemen groeiden heel snel met hen mee, en volgden hen overal. 46.Zij waren onder de indruk van het gif. 41

42 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication