412

Nu is ze trots en arrogant, En luistert niet naar het geklaag, Nu is zij overwinnaar 90. In haar duistere hol verslindt zij haar prooi, Dit beest heeft haar lang genoeg op de zenuwen gewerkt, Haar mes snijdt en kapt, Haar tanden bijten, rijten het vlees in stukken, Terwijl zij al denkt aan haar volgende prooi, Een roofdier is zij, Zij gaat van prooi tot prooi, Geen tijd te verliezen, Zoveel te doen. 91. Zij zwemt in de rivier van bloed, Zij snelt, Tot een eiland van rood vee, Plotseling overweldigt zij hen, 412

413 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication