413

In haar net vangt zij hen allen, En met haar mes snijdt zij hun koppen af, Zij zullen luisteren zonder lawaai te maken, Gekastijde, gehoorzame slaven zullen zij zijn. 92. De vrouwen trok hem nog dieper in het grotten-stelsel. Ze deed zwarte veren aan zijn armen en benen. 93. Hij moest de beesten leren te berijden. Hij moest leren jagen met hen, en de nomadische jachttochten werden langer en langer. Hij kon niet ontsnappen, want hij werd goed door de vrouwen in de gaten gehouden. Met tenten trokken ze rond, in grote groepen. Hij was niet alleen. 94. Op dit punt kwamen de skeletten met hun schepen, om hem te halen. Ze kwamen hem weghalen uit de wildernis. Ze zouden hem verkopen aan de droomsteden. 95. Zij keek hem aan, en hij kwam weer tot zijn positieven. Hij had alles weer opnieuw herbeleefd. Hij keek haar aan, vragend. Zij was trots op hem. Hij had het al zo ver geschopt. Hij had zijn eigen huisje, en kon zichzelf goed redden. Hij glimlachte. 'Gaat het alweer iets beter ?' vroeg ze. 413

414 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication