415

101. Hij leefde ver weg van de wildernis, Maar er was nog steeds een monster in zijn hart, Iets dat hij niet kon doven, Hij had wilde dromen in de nacht 102. Hij leefde ver van de wildernis, Zijn dromen achtervolgden hem, Hij was niet vrij, maar een gevangene, Van iets groters dan hem, wat hij niet kon begrijpen, Iets cryptisch had bezit van hem genomen, De droomsteden waren slechts een illusie in de wildernis, Van vergif had hij gedronken, Iets had hem gestoken, En nu dacht hij dat hij hier was, Misschien was hij nog niet klaar voor de wildernis, Misschien kon hij haar wetten nog niet verdragen, Misschien was hij slechts een baby in de baarmoeder van de Duizen, Wild razende boven de zee, 415

416 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication