416

Iets had hem meegenomen 103. Grote honden hadden hem ontvoerd, Aan de voeten van hun bazin legden zij hem neer, Zij gaf hem illusies, Van sluier tot sluier zou hij gaan, Totdat hij haar zou zien 104. De honden blaften, Maar zijn gedachtes waren ver weg, Hij was bewusteloos, als in een coma van dromen, Hij wist niet meer wat echt was, Hij wist niet meer wat hij kon vertrouwen, Hij durfde niet aan te raken, Alsof alles onder stroom stond 105. 'Je kan niet van me ontsnappen,' sprak ze. 'Nu laat ik je leven in illusies, stommeling, 416

417 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication