431

29. Waar zijn de wilde jongens nu ? Ze opent een boek, waarin wat plaatjes zijn van hen, Jouw pijn was hun pijn, Het was een boek in je hoofd, maar het kon alleen wegvagen als je het boek zou openen 102. DE LAWINE 1. Hij had wilde dromen. Deze dromen deden zich voor als zijn herinneringen. Hij wist nooit wat er van waar was. Het leek zo echt. Het maakte hem gek, krankzinnig. 2. Hij dacht dat het ermee te maken had dat hij ooit hertenbloed had gedronken. Zijn oom had hem eens rood sap gegeven, en toen hij het op had gedronken zei zijn oom dat het hertenbloed was. 431

432 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication