438

zelf had eens tot hem gesproken, zeggende dat het het masker van Azulan was. Maar dit was iets nieuws. Hij greep het masker, maar liet het weer los, want het brandde aan zijn vingers. In huilen aanbad hij het masker. Zijn hele verleden rolde door hem heen. De wespen leken zijn hersenen aan te vreten. Hij krijste. 24. Hij keek naar het masker als naar een vrouwenhoofd. Haar lippen leken te bewegen, maar hij kon het niet verstaan. 'Tak wadak,' zei het masker. Hij zweeg. Hij droomde, diep, en zag een vrouw voor hem staan met een lendendoek om haar middel waar ringen aan hingen en tanden van prehistorische dieren. 'Achtou wang,' sprak de vrouw, 'wanga, wangi, wangu, wodo ach lau parin. Zerka, zertra, zerku, alau. Alau, alau,' en toen greep ze hem en schudde hem door elkaar. Hij viel neer op de grond, terwijl ze lachte. In een vuur verdween ze toen. Hij kon haar niet uit zijn hoofd zetten, maar het was alsof het masker weer tot hem gesproken had. Was het masker vervloekt ? Hij voelde zich duizelig en warm. Het voelde broeierig aan in zijn hoofd. Hij moest hemzelf kalmeren. 'Kojen pau hama,' sprak het masker. Hij werd steeds banger. Wat als het masker vervloekt was ? Wat als het masker een bedreiging voor hem was ? Hij begon te gillen en te dansen, om de geesten van het masker af te weren. Toen besprong hij het masker als een bezetene, en greep het met zijn hand, terwijl hij krijste en joelde. Zijn hand begon te branden, maar hij rende ermee naar buiten en wierp het zo ver als hij kon in de rivier. 25. Ook vertrouwde hij zijn mes, speer en werpnet niet meer, en in gillende woede wierp hij ze in de rivier. Een zwakheid maakte zich meester van hem. Hij had iets nodig om zichzelf mee te kunnen verdedigen, maar hij was voor alles bang. Hij wilde geen slaaf meer zijn, geen vechtslaaf verslaafd aan wapens. Alles wat hij nu had was 438

439 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication