464

overal in zijn rug en buik te steken. Het bloed gonsde uit het dier, en al snel zat ik helemaal onder het bloed. 131. Er lag hier niet echt ijs. Het was ver onder de grond, in de dieptes van Bosse. Het was hier veel warmer. De buffels hadden een donkere huid, maar omdat ze in het Bosse gebied waren werden ze ijsbuffels genoemd. Hun huid leek heel teder, dun en flexibel. Verderop schenen wat meer langharige ijsbuffels te zijn, die dichtbij water leefden. We besloten een jachttent hier op te zetten. Ik wist dat we hier goed konden overleven. Hoe dieper we onder de grond kwamen, hoe warmer het werd, en het vlees van de ijsbuffel was goed voedzaam. 132. Op een dag bleek alles mis te gaan. We hadden beiden een bepaalde ijsbuffel geraakt, en plotseling leek er sneeuw van alle kanten aan te komen, als machtige golven, als een lawine, en toen werd bij mij alles wit voor mijn ogen. Ik wist niet waar ik was. Onder de grond of boven de grond. Het geluid scheurde bijna mijn botten. Ik gleed uit, en zag ze ineens heel dichtbij. Ik begon als een bezetene met mijn speer te steken, en dat scheen goed te helpen. Ik rende dapper op de beesten af, om ze neer te halen. Ik sloeg mezelf hard op mijn borst, en begon met de speer hun organen los te trekken. Ik hief de grote organen op, die mij bedekten met bloed, en krijste en gromde zo hard als ik kon. Ik was woedend. Ik riep naar Hannah. 'Het medicijn is gekomen,' sprak ze. 133. 'Wat is het ?' vroeg ik. 'Een diepere moraal,' sprak ze. 464

465 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication