468

haar om mij in leven te houden. Maar ze was meedogenloos. Ze begon in mij te snijden, en ik begon hevig te bloeden. 'Laat hem leven,' werd er geroepen. Een andere naakte vrouw kwam aangerend. 'We hebben slaven nodig,' sprak ze, en begon mijn wonden te verbinden. De andere vrouw die mij gesneden had begon te grommen. 'Die slaven vreten al ons voedsel op.' 151. 'Welnee, zij zullen uitgehongerd worden zoals alle andere slaven hier. Deze zal heus niet anders behandeld worden,' werd er gezegd. 152. 'Uitgehongerde slaven op varkens,' lachte de vrouw met het mes. 'Wij heersen over ze, het zijn zwakkelingen. Kijk, ze kunnen niets doen.' 153. 'Alle mannen zijn zwakkelingen. Daarom zijn ze aan ons onderworpen. Deze laten we leven.' 154. Ik wist dat dit geen genade was, maar dat ik waarschijnlijk was voorbestemd voor grotere wreedheid. 155. Ik keek de vrouwen smekend aan, maar ik kreeg meedogenloze blikken terug. 468

469 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication