473

geluid te maken, liep hij toen de hut uit, het oerwoud in. Hij was vrij, maar al die herinneringen maakten hem dat hij zich niet vrij voelde. Misschien zou hij voor altijd wel van iets een gevangene of slaaf zijn. 174. Hij was bang, hij had leiding nodig, maar wilde tegelijkertijd niets bij hem hebben. Hij was helemaal naakt. Zijn lichaam was het enige wat hij had. Ook was hij bang voor het oerwoud. Hij viel op de grond, en rolde door de modder en het zand. Misschien moest hij zelf de rivier in. Voorzichtig rolde hij er naartoe, terwijl hij zich eigenlijk niet durfde te bewegen. Langzaam zakte hij in het warme water, kijkende naar de gele rivier-bloemen. Ze waren zo groot en lang. Hun zaad was door het water verspreid. 175. Hij besloot naar de andere kant van de rivier te zwemmen, om een nieuw leven te beginnen. Er moest ergens iets nieuws beginnen. Maar zijn herinneringen achtervolgden hem. Hij kon niet loskomen. Uitgeput kwam hij aan op de kant, en rolde door de modder en het zand. Hij stak een bloem in zijn haar. 'En toch zal ik een nieuw leven beginnen,' sprak hij. Hij maakte een schort van bloemen, en probeerde van het leven te genieten. Zijn slanke handen streelden zijn lichaam, om het nieuwe energie te geven. Hij moest het met zichzelf doen, er was geen andere manier. Hij kon zijn lichaam niet verlaten, maar hij was ook bang voor zijn lichaam. Was zijn lichaam niet de grootste gevangenis ? Het lichaam was zo wreed, en bezorgde hem zoveel pijn. Hij wist wat hij nodig had, diep van binnen, maar kon het niet uitdrukken, geen vorm aan geven. De zure bloemen waren om zijn middel gebonden. Ze roken zuur, en proefden zuur, maar het kalmeerde hem een beetje. 473

474 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication