494

geen waarde aan de liefde. Alleen de haat zou leiden door de dood heen. Hier was er geen scheiding tussen dood en leven. Alles was hetzelfde. Hierin zou een hele nieuwe orde ontstaan. 11. Als hij honger had at hij, vaak rauw. Alles at hij wat hij kon vinden. Hij had geen gevoelens voor de wezens die hij doodde. Alles moest toch veranderen, en gevoel zou pijn doen. Hij haatte alles wat hem mogelijk gevoel zou kunnen geven. En om dat te bewijzen moordde hij niet alleen voor veel vlees, maar ook gewoon voor zijn plezier. Hij was dom, hij had geen hersenen. Die zouden hem namelijk alleen maar bedriegen. Hij haatte alles met hersenen. Hij liet zich leiden door instincten, door zijn lusten, omdat hij geen slaaf meer wilde zijn. 12. De wezens om hem heen kwelden hem, als de cipiers van zijn gevangenis. Hij leefde voor de moord. Hij was vrij in de jungle, en leefde voor de jacht. Niet alleen voor het vlees, maar ook voor zijn plezier. Het gaf hem lust, en zo had hij het gevoel dat hij leefde. Hij leefde door de dood van anderen, en de dood leefde van hem. In het begin voelde dit voor hem tragisch aan, maar later legde hij zich erbij neer, en verhardde zich erin. Hij had geen andere keus. 13. Maar ook liet hij leven, ook liet hij staan, en ademen. Ook gaf hij leven. Hij was een man van extremen, een man van een vreemde paradox. 14. Hij leefde in de jungle. Wie hadden hem gemaakt zoals hij was ? De geleerden. Eerst hadden ze iemand naar zijn familie gezonden om zijn familie uit te moorden, en toen dat gebeurt was maakten ze een robot van hem. Hij was nog erg jong. 15. Nu was hij vrij, en zou zich nooit meer laten bedriegen door geleerden, nee, door niemand. Hij had dorst naar de diepere jungle en haar vlaktes om daar een schuilplaats te vinden, een plaats van 494

495 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication