502

44. Het is altijd een verrassing voor iedereen wanneer die wereld zich opent. Zoveel verwarring, maar ook zoveel helderheid, daar waar de wildernis en de chaos de enige orde is. 45. Ik ken niemand die ooit uit die wereld ontsnapt is want er is geen ontsnapping mogelijk. Je kunt alleen maar wegzinken in allerlei verderf. De ontsnapping staat hier namelijk gelijk aan het dieper opgesloten worden. 46. Geef de moed maar op als je in deze wereld verstrikt bent geraakt, want hoe meer je er tegen verzet des te dieper je er in vastraakt. 47. Laten we dan ook de moed opgeven voor hen die in deze wereld verstrikt zijn geraakt, en al onze reddingsacties opgeven, want onherroepelijk zullen we meegesleurd worden. 48. Het is de wereld van hen die door het halssnoer zijn gebonden. 49. Geketend gaan ze de ondergang tegemoet, als in een vreemd vuur. 50. Een traan in een steen getuigt van de tragiek van het halssnoer. Want wie is het halssnoer ? Er is in de wereld van het halssnoer geen onderscheid tussen het ding en de persoon. 51. Feit is dat het halssnoer alle krachten moet harmonizeren, maar ten koste van wat ? Zou je niet moe worden van zo’n wereld. En waar staan wij ergens ? Waar gaan we naartoe ? Het hangt er vanaf in hoeverre onze ogen geopend zijn waar we leven. Onze zintuigen bepalen dat. Maar bovenal ons intellect, en dat intellect moet open staan, en niet zelfvoldaan zijn. 52. Wat nou opgewekt worden door een kus ? Dat is een oud sprookje. Hier val je in slaap door de kus, om ten prooie te vallen aan 502

503 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication