53

11. DE ONTVOERING 1. Hij heeft ook een vriendin. Zij komt uit een ander land, maar dat maakt hem niet zoveel uit. Hij is juist erg geinteresseerd in andere culturen. Maar op een dag raakt ze vermist. Er wordt gedacht aan een ontvoering. Ze zijn ten einde raad, en er worden bidstonden gehouden. Na een tijdje is ze weer terug, maar ze kan niet praten. Wat zou er met haar gebeurd zijn ? Zelfs weken erna kan ze nog niet praten. 2. Hij neemt haar vaak mee naar zijn kamer om voor haar te bidden. Hij hoort van iemand dat ze misschien wel een boze geest heeft, maar daar wil hij niks van weten. 3. Maar als het zo maanden voortduurt wil hij toch dat hij en de anderen een bevrijdingsgebed voor haar zullen bidden. Stel dat ze echt niet kan spreken door een boze geest. 4. De anderen voelen er niet veel voor, omdat zij niet denken dat zij een boze geest in zich kan hebben. Maar toch willen ze hem niet teleurstellen, en samen bidden ze een bevrijdingsgebed. 5. In het bevrijdingsgebed krijgt zij haar stem terug, maar het is niet haar stem. 'Boze geesten hebben dit lichaam ingenomen,' zegt ze met een zware stem. 'Bwahahaha, en gij hebt de sleutel niet om hen los te laten.' 6. Maar dan zegt één van de anderen : 'Die sleutel hebben we wel, kom er uit.' Maar dan beginnen de boze geesten te roepen en te gillen. 'Nee, daar worden we bang voor. Hahahahahahahahaahahaahaha, man, schiet toch op, we kunnen niks voor je doen.' 53

54 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication