533

118. DE NACHTMERRIE 1. Verdwaald in het spiegelijs, Alle muren zijn doorgangen hier, En alle doorgangen zijn muren, 2. Als verwarring de meester van ons hart is, Wie draagt dan de sleutel ? 3. De spiegel van ijs maakte hen dronken, opdat zij slaven waren van geweld, bloedgulzig. De spiegel van vuur was alreeds gebroken. Alles wat de spiegel van vuur had vergaart vloeide nu uit de gebroken spiegel weg. Ze hielden hun dansen, in de hoop dat het ritueel hen de spiegel terug zou geven, maar tevergeefs. 4. De spiegel van ijs had alle ruimtes gescheiden door bewegend, ondoordringbaar ijs, waardoor de illusie van tijd was ontstaan. Door een cirkel van ijskaarten ontstond de illusie van ruimte. Het hutselde alle ruimtes en tijd door elkaar, zodat de tijds-volgordes, de chronologie, en de ruimtelijke volgordes zouden veranderen. 533

534 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication