565

Zij zwemt naar hem toe 6. Zij trekt hem naar de kant, Naar haar tenten neemt zij hem 7. Op een mat slaapt hij, Zij slaapt op een hoger bed 8. De wereld is blind en tot een rots geworden, In de wildernis wonen zij 8. HET BOEK 1. Ik was in haar duistere hut. Het was alsof ik de warmte van haar lichaam kon voelen. 2. Het was alsof ze me riep. 565

566 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication