566

Het was alsof ik haar hoorde fluisteren. Ik kwam dichterbij, en het was alsof de warmte van haar lichaam zich opbouwde. Ze was als de oorlogsheerin. 3. Zij hield mij hier vast sinds mijn geboorte. 4. Ik voelde me zwak, hulpeloos. Duistere herinneringen van een ver verleden overvielen mij. Ik had het idee dat zij de Heerin was, de moeder van de wildernis, van de jachtvelden. 5. Mijn leven was een hel door haar. Het was alsof ik naar een oud schilderij staarde. Ik kon nergens heen. 6. Een boek lag op tafel, een boek met riemen. 7. Ze leek zo ver weg, maar ook dichtbij. 8. Het was een nachtmerrie. 9. Ik bevond mij in een diepere afdeling van de baarmoeder. 10. Geen man kon staan in haar nabijheid, tenzij zij hem kracht gaf. Maar ik had geen kracht. 566

567 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication