576

37. 'Van wat voor boeken houd je ?' vroeg ik haar. 'Van het bos,' zei ze. 38. 'Ik vertrouw je niet,' zei ik. 39. 'Ja, dat weten we al,' zei ze. 'Maar je loopt wel altijd achter me aan.' 40. 'Goed,' zei ik, en liep door. 41. Ik wist dat ik nog steeds op mijn hoede moest zijn. Deze vrouw was immers gek. 42. Het was in het bos, en daar zijn misschien andere regels. 43. Ze is niet pluis. Ze is gewoon speels, maar dat kan een keer verkeerd aflopen. 44. Ik besloot een grote zwerftocht door het bos te maken. Ik ging door de vele bessenstruiken. 45. Ik kon me nooit helemaal aan haar geven. Een warmte omgaf mij, alsof iets me riep. Ik ging dieper het bos in, totdat ik bij een bosmeertje kwam. Er waren hier jongens aan het spelen. Ze hadden verfstrepen op hun lichamen. Toen ze mij zagen grepen ze hun bogen. 'Wie ben je, en wat moet je ?' riep één van hen. 46. 'Ik wil in het bos leven,' riep ik terug. 'Zweer je dat je nooit terug zal gaan ?' riep een ander. 'Ik zweer het,' zei ik. Ze kwamen dichterbij. 'Hij moet geverfd worden,' zei één van hen. Voordat ik het wist was ik neergeslagen. Ik werd wakker in een kooi. 47. Ze glimlachte. 'Wie ben jij ?' vroeg ik. 'Ben jij dat ?' stamelde ik. 'Hoe kun jij hier zijn ?' Ik was nog steeds een beetje duizelig, en had 576

577 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication