87

11. Ze liet mij de duisternis onder het huis zien, de grotten en de tunnels. Ze nam mij mee naar deze plaatsen, en ik dacht dat het altijd nacht was. Ze liet mij haar dromen zien, en haar leugens. Ze had zoveel gezichten. 12. Zij trok mij op de kant. De stad zou branden. Ik mocht niet meer terug. 13. Maar soms kwamen de herinneringen terug, als grote oorlogen. 14. Ik nam alles aan wat ze zei. Zij was mijn religie. Zij was de derde pijl. Maar het was nog steeds in mijn hoofd. Alles draaide. Ik was er niet van overtuigd dat dit echt was. Maar wat was dan wel echt ? Het weefde de dimensies door elkaar, en bouwde een nieuwe wereld. In mijn hoofd brokkelde het allemaal af, alsof het nooit door kon komen. Ik zweefde tussen twee realiteiten. Niets kon ooit echt worden. Er werden gewoon werelden overheen gebouwd. 87

88 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication