tot de doodspelonken van het eeuwig leven, zoveel meer dan vleselijk leven ooit bieden kan. Wat voedt gij mij oh aarde, Oh schreeuw vanaf het kruis, in ellende gezonken, maar vindende dit heerlijke huis, een schat in diepe gronde, ja, doodspelonken van een eeuwig woord, waarvan het vleselijke leven nooit heeft gehoord. hoofdstuk 40 wolf in herderskleren Het zijn hemellasteraars, godlasteraars, natuurlasteraars en kennislasteraars. Het geestelijke hebben ze om zeep geholpen. De valse profeet van het materialisme is gekomen, dronken van het bloed van de rechtvaardigen. Repelsteeltje maakt hooi tot goud, het goud der dwazen. Wie oren heeft die hore, en wie ogen heeft die ziet, maar dit volk is verblind door genotszucht, Ja, dom schaap, een afrikaans spreekwoord zegt : ‘Een schaap brengt z’n hele leven door met het vrezen van de wolf, alleen maar om zo gegeten te worden door de herder.’
103 Online Touch Home