0

2e druk – herziene editie 2021

DE WACHTERS VAN DORDT tekstkritische verklaring van de dordtse leerregels hermitatia-rodenberg college 2021

DE WACHTERS VAN DORDT werktitel : de regressie – de geestelijke archeologie

inhoudsopgave : Boekenlijst Voorwoord DEEL I – DE VOORBEREIDING TOT HET BESPREKEN VAN DE DORDTSE LEERREGELS hoofdstuk 1 de derde scheppingsdag hoofdstuk 2 gij doorgrond en kent mij hoofdstuk 3 brug van tranen hoofdstuk 4 het spectrum van tranen in de bilha hoofdstuk 5 het geheimenis van rusland hoofdstuk 6 het geheimenis van rusland – 2 hoofdstuk 7 het geheimenis van rusland – 3 hoofdstuk 8 het geheimenis van rusland – 4 hoofdstuk 9 het geheimenis van rusland – 5 hoofdstuk 10 het geheimenis van rusland – 6 hoofdstuk 11 het geheimenis van rusland – 7 hoofdstuk 12 de duitse theologie omtrend psalm 1 en 2 hoofdstuk 13 de gelijkenis van de boom in het paradijs en de boom van psalm 1 hoofdstuk 14 filologische opmerkingen hoofdstuk 15 moeder orion roept : van autoriteit tot autonomie – van exodus tot genesis hoofdstuk 16 het oude testament : een boek van echo’s hoofdstuk 17 sefanja in de duitse theologie hoofdstuk 18 territoriale oorlogsvoering in de duitse theologie hoofdstuk 19 supergoofy 1816-nazi’s hoofdstuk 20 – 1816 – het grote supergoofy mysterie

hoofdstuk 21 van oer tot orion hoofdstuk 22 het repelsteeltje syndroom hoofdstuk 23 de regressie hoofdstuk 24 van geslacht tot geslacht hoofdstuk 25 na het hiernamaals hoofdstuk 26 moeder israel en de zestiger jaren : a view to a kill hoofdstuk 27 a view to a kiss – de israelitisch-egyptische context van het scheppingsverhaal en het evangelie hoofdstuk 28 zaaien en oogsten hoofdstuk 29 ken je medespelers hoofdstuk 30 Bespreking van roem tot roes hoofdstuk 31 de toetswetenschappen – principes van de paradijs aarde hoofdstuk 32 bouwstenen van de paradijs wetenschappen hoofdstuk 33 rust en vrede in deze tijd hoofdstuk 34 een antistof in deze tijd – de leer van maleachi hoofdstuk 35 de langere weg gaan hoofdstuk 36 het merkteken van de glitterati hoofdstuk 37 fashion or passion hoofdstuk 38 het lam zal tot een leeuw worden hoofdstuk 39 doodspelonken van het kruis hoofdstuk 40 wolf in herderskleren hoofdstuk 41 bespreking psalm 43 hoofdstuk 42 verdere bespreking psalm 43 hoofdstuk 43 bespreking psalm 1 en psalm 22 hoofdstuk 44 bespreking psalm 89 hoofdstuk 45 van koningskerk tot kruiskerk hoofdstuk 46 de prins en de bedelaar hoofdstuk 47 psalm 119 : sterven door de wet aan de wet tot de (hemelse) wet hoofdstuk 48 psalm 121-123 – psalmen van de hemelvaart – het grote 'totdat' hoofdstuk 49 een droom : de psalmen en het kruis van de tachtiger jaren – een kogel door het hoofd hoofdstuk 50 de specht en narcistische ouders

DEEL II – DE BESPREKING VAN DE DORDTSE LEERREGELS hoofdstuk 51 terug naar dordt hoofdstuk 52 de jaren 1600 : de nederlandse reformatie te dordrecht hoofdstuk 53 de wachters van dordt - een kogel door de kerk hoofdstuk 54 tekstkritische bespreking van de dordtse leerregels hoofdstuk 5 hoofdstuk 55 de duistere kooien van de ziel hoofdstuk 56 dordrecht – het geestelijke auschwitz hoofdstuk 57 DL 3+4 hoofdstuk 58 wat is empathie ? – hoe moet je met kerk en kerkgeschiedenis omgaan ? hoofdstuk 59 de val of afdaling uit het paradijs hoofdstuk 60 de prinses van de dordtse leerregels hoofdstuk 61 het slot van de dordtse leerregels hoofdstuk 62 de sleutel van de dordtse leerregels, bespreking van hoofdstuk 2 hoofdstuk 63 het geknakte riet hoofdstuk 64 loterij in dordrecht hoofdstuk 65 de vrucht van empathie hoofdstuk 66 freud in dordrecht hoofdstuk 67 betekenissen van dordrechtse taal hoofdstuk 68 darwin, voltaire en freud in dordrecht DEEL III – DE TERUGKEER NAAR ISRAEL – DE WORTELS VAN DORDT hoofdstuk 69 water uit de rots – beleven, doorleven en overleven hoofdstuk 70 de droom van ismael hoofdstuk 71 de goede herder droom hoofdstuk 72 schijnbare vrijgevigheid hoofdstuk 73 het kruis zal bloeien

hoofdstuk 74 het sabbatsjaar : moeder aarde tot rust laten komen hoofdstuk 75 de betekenis van de dochter hoofdstuk 76 niet slechts geroepen, maar ook gezonden hoofdstuk 77 het midden oosten en de dwalende wachters van dordt hoofdstuk 78 het oog van empathie hoofdstuk 79 bespreking het kehatitische verschijnsel hoofdstuk 80 dordrecht en het gaan tot de hemelse zee hoofdstuk 81 de wachters van dordt – vissers en ontvoerders van kinderen hoofdstuk 82 afkicken van matrix-drugs – hoe gaat dat ? hoofdstuk 83 – 1984, 1990, 1993, 2021 - tekenen der tijden hoofdstuk 84 wachter 22 en de diepere betekenis van het eniggeboren zoonschap hoofdstuk 85 wachter 23-27 hoofdstuk 86 het hititische verschijnsel hoofdstuk 87 volharding in hemelse zwakheid hoofdstuk 88 socinus – een kerkvader van belang hoofdstuk 89 de hongarije sleutel hoofdstuk 90 gevangen in de muren hoofdstuk 91 het suri geheimenis hoofdstuk 92 back to the future : oorlog in amsterdam – de betekenis van de tachtiger jaren mythologie hoofdstuk 93 het hemelse geheimenis van de zeventiger en tachtiger jaren hoofdstuk 94 een verborgen en geheime speelgoedwinkel hoofdstuk 95 de vuilnisbakken koning hoofdstuk 96 de diepere betekenis van oorlog en armoede hoofdstuk 97 – 1 Krenterig 13:13 hoofdstuk 98 de verloren ark van de tachtiger jaren hoofdstuk 99 slachtwetten hoofdstuk 100 getrouwd zijn met je baan hoofdstuk 101 het geestelijke spijsverteringskanaal : opname en overname hoofdstuk 102 de stiefwereld – de wachters van stepford hoofdstuk 103 het stepford syndroom hoofdstuk 104 het rusland fragment hoofdstuk 105 robotten van stepford hoofdstuk 106 kinderen van goldfinger

hoofdstuk 107 el salvador hoofdstuk 108 el salvador 2 hoofdstuk 109 foto van een mooie dag hoofdstuk 110 stopwoorden op het christelijk erf hoofdstuk 111 de jonge tijger hoofdstuk 112 het slapende stepford hoofdstuk 113 wilde jongens, boze jongens

Boekenlijst Eerder verschenen reeds : 1 de calvijn code 2 de afrika code 3 de egypte code 4 de india code 5 de twaalf kleine profeten 6 het plumares mysterie 7 de afrika brug 8 de amerika brug 9 de filosofie van het voortijdse afrika 10 rigil kent ontsluierd - de verloren kennis van orion 11 de logistieke filosofie 12 de aretaitische filosofie 13 de contextuologie 14 de recyclocratie 15 van reformatie tot regressie - de rodenbergse catechismus 16 ragnarok ontsluierd 17 het kehatitische verschijnsel 18 de venezuela muur 19 leven op de paradijs aarde 20 leven op de paradijs aarde deel 2 21 de ontsluiering van genesis 22 de wachters van dordt

Voorwoord Zicht op de Dordtse leerregels. Calvijn heeft goede, belangrijke dingen gezegd, zoals ook de Dordtse leerregels. Net zoals de bijbel. Er lopen twee lijnen door de Dordtse leerregels heen, een goede en een slechte. Het gaat er dus om de vleselijke door te kappen, en te komen tot het hogere Dordt. Als we het over de DL wachters hebben dan spreken we over het jaar 1619, een eeuw na de Duitse reformatie. We moeten er dieper in, op zoek naar haar geheimen. Wat is dan het smalle pad of de rode lijn die dwars door de Dordtse leerregels gaat ? De Dordtse leerregels zijn de machinalisering en automatisering van het westerse christelijk geloof. De Dordtse leerregels zijn een soort van westers christelijke industrial revolution. Het kruis is een teken van soberheid, de strijd tegen het materialisme en genotszucht en ook de strijd tegen onverschilligheid en zelfzucht. Vandaar dat de reformatie moest komen, alhoewel het heel tweeledig was. Er was zowel een hoge reformatie als een lage reformatie. De reformatie begon al in de katholieke kerk want er waren ook al veel armoedsordes die tegen het katholieke systeem streden. Dit was een strijd tegen de aflaat. Het gaat om de archeologie, zodat er licht schijnt op de betekenis. Het gaat om het mysterie dus. Dat is wat de regressie is : Het teruggaan tot de bronnen. Dit is een pad terug tot Israel.

DEEL I – DE VOORBEREIDING TOT HET BESPREKEN VAN DE DORDTSE LEERREGELS hoofdstuk 1 de derde scheppingsdag Huizen met penetrante geestelijke pensioneringsgeuren, dode bloemen in een vaasje op tafel, al vroeg opaatje en omaatje spelen, vlees eten, nagellak op. Het trekt allemaal hele speciale bacterieen aan, als de schelle stem van alcohol. De mens zit verstijfd voor de buis. Herman van Veen zong dat de wereld al is vergaan maar dat de mens het niet eens door had. Is er een anti stof tegen ? Genesis 1:11-12 En God zeide: Dat de aarde jong groen voortbrenge, zaadgevend gewas, vruchtbomen, die naar hun aard vruchten dragen, welke zaad bevatten, op de aarde; en het was alzo. En de aarde bracht jong groen voort, gewas, dat naar zijn aard zaad geeft, en geboomte, dat naar zijn aard vruchten draagt, welke zaad (zara, zera) bevatten. En God zag, dat het goed was. Het zaad is de verbrokenheid, de tranen van verbrokenheid. Deze teksten van de derde scheppingsdag gaan over kinderen. Eerst kwamen de kinderen. Het begon in de Israelitische en Egyptische talen allemaal met medeklinkers, en de klinkers kwamen er pas veel later bij, die verzonnen ze erbij. Vandaar dat de oerpatronen altijd in de medeklinkers liggen, en de mens moet zich niet op een dwaalspoor laten brengen. Als we het over zaad hebben, de tranen van verbrokenheid, als geheim van de schepping, de empathie, de tederheid, de gevoeligheid ook, dan is dat zera, zara, ZR of SR, wat in Egypte een centrale lettergreep was, namelijk die van Aser, die later vergriekst werd tot Osiris.

Asher of Aser was ook de naam van God die aan Mozes verscheen. Dat is ook niet zo vreemd, want Mozes was een egyptoloog. Het splitsen van de zee was ook een beeld van de verbrokenheid waar deze God voor staat. Aser werd ook een Israelitische stam. Het wordt ook wel gewoon als Asher uitgesproken. Het is een beeld van de voet, van het oer, van het laagste punt, de minste willen zijn, en zo het stromen van de tranenrivieren van de onderwereld. Ook Aser’s moeder Leah werd Aser genoemd, SR, Suri, in Genesis 30:13 : Toen zeide Lea: Ik gelukkige (suri). Voorzeker zullen de dochters mij Aser noemen (voet) ; en zij gaf hem de naam Aser. De aarde werd geschapen door tranen in het Israelitisch. Tranen zijn de ware sieraden van de mens, de mayim, wat ook een woord voor zaad is, vruchtbaarheid, gevoeligheid, tederheid. De hemel is de sa-mayim, oftewel de kennis (sa, egyptisch) van de tranen (mayim). De tranen zijn de orionse oertaal. Maar de mens is van de tranen afgevallen en werd direct, spiers. De traanklieren behoren tot het immuunsysteem en houden het profetische oog zuiver. De spierklieren van de mens zijn bedrieglijk als deze los gaan opereren van de traanklieren. hoofdstuk 2 gij doorgrond en kent mij Psalm 56:9 Mijn omzwerving hebt Gij te boek gesteld, doe mijn tranen in uw kruik; zijn zij niet in uw boek? Het leven is een tranendal. De mens is geregen van tranen. Verdriet en blijdschap liggen echter heel dicht bij elkaar. Er zit maar een hele dunne lijn tussen. De levensboeken van de mens staan vol met tranen, als een

tranentaal, en daarmee kunnen de mensen met elkaar communiceren en elkaar begrijpen. Dat is het wonderlijke van de tranen. Ik heb daarom de tranen altijd iets heel bijzonders gevonden. Denk ook aan Alice die op de rivier van haar tranen tot het wonderland kwam. Dat is een sprookje uit de jaren 1800. Moeder God kent al onze tranen, heeft al onze tranen geteld, en ze hangen in ons levenshuis als een gordijn. Moeder God kent al onze gedachten, zoals Psalm 139 zegt : ‘Here, Gij doorgrondt en kent mij; Gij kent mijn zitten en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijn gedachten; Gij onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd. Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, Here, Gij kent het volkomen; Gij omgeeft mij van achteren en van voren en Gij legt uw hand op mij. Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij.’ Hier mogen wij over mediteren, deze waarheid diep in ons laten zinken. Het dagboek van onze tranen is door moeder God geschreven, met een bedoeling. Moeder God schiep ons uit tranen opdat wij gevoelig zouden zijn en teder, om op de juiste paden te wandelen. Het is een pad van tranen, soms van verdriet, soms van blijdschap, en soms van allebei, opdat je een diep mens wordt, bent en blijft. Kun jij het tranenschrift lezen ? Weet jij wat het betekent ? Oh, er zijn zoveel grotten langs de rivier van tranen, vol met inscripties van tranen om de hemelse wijsheid te leren. Laat het je streven zijn om dit schrift te ontcijferen.

hoofdstuk 3 brug van tranen Hij droomde over zijn tranen, zijn warme tranen, die een fragiele, hangende brug vormden over een woeste rivier, als over een ravijn, waar hij bijna in te pletter stortte. Maar toen hij naar beneden keek, was het allemaal bloed. (De Vur, de lawine :177) Deze stad is gemaakt van tranen, En op zoveel pilaren van tranen was deze stad gebouwd, Een verhaal wat je niet kent, Maar je waakt ertoe op (De Vur, de pilaren :1) Het rode mysterie is het rode tranenglas van de verhalen, van de boeken. Alles komt achter glas, als in een museum. Dit is ook voor onze eigen beveiliging. (Het wonder van de Vur, rode laarzen :3) Tranen zijn ook een soort bloed, een soort plasma. Als je weent ontstaan er een soort lenzen op je ogen, kun je alles anders en beter gaan zien, en de tranen vormen een soort hemels glas om je heen ter beveiliging. Alles gaat achter glas, alles gaat weer de boeken in. Daarom moeten er veel tranen stromen. Ween veel, opdat je een oogst hebt. Want nu is het niet veel. Alles moet terug tot het spookhuis. De spoken in deze wereld noemen zichzelf vader, moeder, opa, oma, tantes, ooms, en ze zijn zo normaal en zo belangrijk. Ze zijn zo belangrijk dat ze het enige ware ras zijn op aarde waarvoor alle andere rassen en levensvormen moeten buigen. Ook hebben ze het enige ware geloof. Buitenaardsen en feeen bestaan niet volgens hen, want zij zijn de enigen. Alles draait om hen. Als wij met ze meedoen dan zijn wij verraders. We moeten weer veel wenen om van deze kermis los te komen. We moeten niet meer aan de vinger van de clown trekken. Geen muntjes meer gooien in deze wensput, maar het naar de armen brengen en het voor de dieren gebruiken. Maak een betere wereld. Begin met

wenen zoals Alice, om zo op de tranenrivier te gaan tot het wonderland. Dat kunnen alleen je eigen tranen zijn. Het moet door je heenvloeien. Je kunt het niet iemand anders laten doen. Op een zondebok of pispaaltje ga je het niet redden. Je moet zelf ... Heb je genoeg geweend, je ogen uitgeweend, dan heb je een glazen muur tegen deze roofdieren, en kunnen ze het sprookjesboek weer in. Je tranen zijn dus kostbaar, heel kostbaar. Dat is je ware sieraad. Vergeet alle andere sieraden en schoonheden maar, want dat is allemaal valselijk bedrog. hoofdstuk 4 het spectrum van tranen in de bilha Lezen : De Bilha I, Orion :82-86 De rivier van weeklacht leidt tot de paradijselijke afgrond. In de leegte zal alles heel traag en moeizaam ontstaan door klagen en smeken, zodat er niet gemakkelijk over gedacht wordt, het niet misbruikt kan worden, en het niet trots maakt. Daarom is de rivier van weeklacht eeuwig. Dit is om te leiden tot de voeten van de grote moeder, haar fundament. Jakob maakte Haar voeten nat met tranen. Alleen zo kon hij het zwijn van ongehoorzaamheid verslaan. In de kennis is geen vrijheid, maar strenge wetmatigheden. Kennis is ascese en gehoorzaamheid. De kennis is de esoterische voortplanting, de verjonging. In Orion hebt gij loon. Dit loon komt alleen door verbintenis aan een stam, en aan de moeder. De Bilha II, Loki :23 De toets-opdracht om niet zomaar jezelf over te geven aan indrukken en gevoelens, hoe vroom ook, moet tot tranens toe uitgevoerd worden. Alleen in

het eeuwige Pniël is de mens veilig, de volhardende mens. De Bilha III, de twee dochters :1-3 ; de inrichting :1,5-8 ; de exegese Doet dan aan Haar wapenrusting opdat gij stand houdt in de dagen van het kwaad. Doet dan op de helm der zaligheid, de helm van haar tranen, opdat uw verstand geheiligd blijft. En doet dan aan het pantser van de exegese, het pantser van haar tranen, en heft daarbij op het schild van de waarheid, het schild van haar tranen. U geeft tranen van kennis, en tranen van onderscheiding, en u richtte de tranenwanden op om de hemelen te onderscheiden. En u gaf uw tranenvuur om te zuiveren en op te bouwen. Ja, zij bracht grote nuance. Ziet, zij hebben het evangelie van uw tranen verworpen en bouwden een gruwel. Zij bouwden een toren van geweld tot de hemel, maar alleen uw tranen bereiken de hemel, als een machtige rivier. En zo zal het regenen op die dag wanneer gij wederkomt, wanneer gij zult opnemen allen die uw tranen dragen. En gij zult hen opnemen in grote storm en bliksem. En de zee van uw tranen zal de tranenlozen overweldigen. Al hun hoge torens zullen voor hun ogen afbrokkelen. En het vuur van uw tranen zal hen verslinden. Luistert daarom, oh mens, naar Haar evangelie van tranen, want Uw moeder laat niet met haar spotten. De tranenlozen zullen in rijen voor Haar staan, en Zij zal zeggen : 'Ik ken u niet. Gaat weg van mij, gij onverschilligen. En de heiligen zullen in boxen en bollen zijn van Haar tranen, opdat zij afgezonderd zijn van hen inde stad die markt bedrijven met het evangelie. De markt zal vallen. En de heiligen komen op de zee van haar tranen in vervoering, verafschuwd door de mensheid en onbegrepen door de mensheid. En het schuim op de golven van haar tranen zal de heiligen leiden tot hemelse eilanden. En de heiligen kennen het geheimenis van de zee, want het is de exegese die op en neergaat en die in vervoering brengt, tot een eiland. Veracht daarom de golven van haar tranen niet, want het is uw diepte en het leidt u. Oh, wonderbaarlijk evangelie in uw hand, wat uw mond zuivert en leidt. Ja, een wachter van de mond is Zij. Zij spreekt als de golven van de zee.

De Bilha III, nuance :12-14 Het overweldigde mij als de zee van tranen, Maar bracht mij hier. Mijn boot strandde, en dit strand is mijn verdere leven, De wildernis in, om Haar te ontdekken. Het was een boot van groot verlies, Maar wat heb ik eigenlijk verloren, en wat heb ik gewonnen ? Alles was anders op hoge golven. Haar rode tranen zijn de eeuwigheid, Diep als de exegese, En Haar zwarte tranen in de nacht, waren de nachtmerries die spraken. En Haar groene tranen van de natuur zijn Haar nuance. De Bilha IV, prediker :17, 20 ; de vrouw met de witte slippers Nee, gij kunt haar niet omkopen, oh prediker. Gij staat voor de eis van de wet. In ballingschap zult gij gaan, en aan haar rivieren bittere tranen wenen. En uw herinnering zal niet meer daar zijn. Wie bent gij als haar uur is gekomen ? Bent gij niet de grootste ijdelheid ? Ziet, gij zult bittere tranen wenen. Staat zij niet met haar spiegel in de zee ? En wat weerspiegelt het ? Het zijn de dagen van zonde, Ook de prediker kent hen. Ik ging over de rivier van bloed waarachter een oerwoud was dat tot de zee van tranen leidde. Ergens bij de zee van tranen was een tunnel die onder de grond leidde. Het liep uit op een grottenstelsel waar veel boeken waren. De boeken stonden vol van kronieken. Ik begon de boeken te bestuderen. Twee

bewapende vrouwen kwamen op mij af in het grottenstelsel. Ze grepen mij. ‘Hier is hij,’ spraken zij. Ik wist nu dat dit afgesproken werk was. Ik werd tot een kooi getrokken waarin ik de boeken onder dwang moest gaan studeren. De kooi werd op slot gedaan, en zij vertrokken weer. Op de grond van de kooi lag hooi. Er was een bed en een tafeltje met een stoel. Ook was er een klein wastafeltje. Ik had drie grote boeken gekregen met leren kaften. ‘We zullen je straks overhoren,’ spraken de vrouwen, en liepen weer weg. Ik wist dat er voor mij niets anders opzat dan de boeken te gaan lezen om er in te studeren. Kennen we die mensen die ons verhoren ? Het kan op school zijn, op het werk, of vanwege allerlei andere sociale plichten. Het wordt de mens opgelegd. Maar het wijst op een diepere realiteit. Soms moet je even wat dieper kijken, om de stem van de moeder weer te herkennen. Het kan een wedergeboorte veroorzaken, het geween van een baby wat ter aarde komt. Je bent dan helemaal verkrampt en verstijfd. De Bilha gaat hierover. De Bilha is het Woord van God. Het valt me op dat het juist over tranen spreekt als de ware wapenrusting, want tranen veranderen het beeld, verbeteren je denken, zodat het meer bezield is en geinspireerd. Zo ben je gevoelig voor de marsordes, en verdoe je je tijd niet met nutteloze zaken. Zij die niet wenen missen hun doel. Het was ons beloofd dat er hemelse boeken geopend zouden worden. Boekrollen zouden ontzegeld worden. In dit tijdperk leven we. De Vuh is ons gegeven, de Vur, de Bilha en de Leri, wat we de tweede bijbel noemen. We mogen erop mediteren om doorgangen te vinden. Zoveel was namelijk vastgegroeid en vastgeroest. De heilige tranen brengen weer ruimte, brengen weer leegte. We mogen boodschappers zijn van de levendmakende boodschap van de tweede bijbel. Dat begint met het volgen van de hemelse tranen, langs en door de hemelse tranenrivieren, om zo te komen tot de hemelse tranenzeeen. Daar leidt het uiteindelijk naartoe. Soms denken we : Dit moet een vergissing zijn. Maar toch mogen we de leiding van de grote moeder door alles heenzien. Moeder God vergist zich niet. Het is

uit Haar hand gezonden. De tranen is wat ons onderscheid van anderen, als het hemelse zegel van de tranen. Het is als een hemels spectrum wat over alles wordt gelegd, zodat we diepte zien. We kunnen denken dat we in een drie dimensionale wereld zijn, maar kennen we ook de drie dimensionale hemel dwars door alles heen ? Het is iets van de geestelijke wereld, en de tranen zijn ervoor om dat spectrum te laten zien. Laat het maar door je heenstromen, en laat het maar scheppend bezig zijn. hoofdstuk 5 het geheimenis van rusland Romeinen 8:28 Wij weten nu, dat alle dingen zullen medewerken (synergeo) ten goede voor hen, die kennis liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn. Er staat niet de helft van de dingen, of een paar dingen wel en andere dingen niet, maar er staat dat alle dingen zullen medewerken ten goede voor wie kennis liefhebben, theos, wat ook wel vertaald wordt als God liefhebben. Medewerken is in het Grieks synergeo. Alles en iedereen werkt voor het goede, voor de kennis. Alles is onze medewerker. Synergeo is de doorzichtigheid van alle dingen, dat in alles wel iets goeds zit, en dat mogen we zien. Het is een soort verlichting. We mogen er naar streven om synergeo te ontvangen. Dit is wat het ware en hogere communisme is, als het geheimenis van Rusland. Alles is uiteindelijk hetzelfde en werkt uiteindelijk voor hetzelfde doel. Als je synergeo hebt ontvangen, dan kijk je dwars door alles heen, kun je het goede zien in alle dingen. Het is een ontwaking, en een middel om dingen te

kunnen accepteren, het kruis te kunnen dragen. Als je deze doorzichtigheid hebt ontvangen, dan gaat alles achter glas, gaat alles terug naar het museum, gaat alles de boeken in. Je mag om deze doorzichtigheid, synergeo, bidden. Het is een verlichting, een hoger bewustzijn. Het is het wonder van de tranen. Tranen kunnen alles transformeren en relativeren, herzien. Dit is wat ware liefde is : als een lid weent, wenen alle leden. Zo werkt alles met elkaar tezamen. Want de tranen komen van diep en brengen tot diep. Er is rust in synergeo, als een beloning na een lang gevecht. Het mag niet buiten het lijden en strijden, buiten de ware liefde, omgaan. Het mag niet buiten de tranen omgaan. Het gaat ook niet buiten de roeping om. Hoe zijn wij geroepenen ? Het is heel eenvoudig : wanneer ons hart het heeft uitgeroepen naar de kennis. Alleen de roependen zijn de geroepenen. Het wil dus niet zeggen dat alles en iedereen om ons heen goed is, maar dat het ten goede medewerkt. Dat is een groot verschil. We mogen de waarde en het nut van alles gaan inzien. hoofdstuk 6 het geheimenis van rusland – 2 De muren van de stad waren zo aan het vervormen door de vloed dat de ramen kapotsprongen. De machines van de ramenmakers gingen razendsnel langs de muren, maar zij konden niet tegen de snelheid van de vloed op. Het leek te komen uit een bibliotheek. De Vur 94:1 We kunnen niet wachten totdat mensen om ons heen veranderen. We moeten zelf veranderen. Gebruik mensen om je heen ook niet als excuus om niet te

hoeven veranderen. Mensen zijn wat dat betreft een soort slaapmiddel. Neem het niet in. Vecht er tegen. Ontvang synergeo, doorzichtigheid, en ga ontdekken hoe alles met elkaar samenwerkt ten goede voor hen die kennis liefhebben. Dat is een lens van tranen op je ogen. De mensen om je heen volgen droge koeienpoep na. Wacht niet op hen. Ga zelf verder. Laten de doden de doden begraven. Dat is dus een hemels communisme, dat je in gaat zien dat in de diepte alles hetzelfde is, alles voor hetzelfde doel werkt, voor hen die kennis liefhebben en die geroepenen zijn, oftewel zelf roependen zijn. Het is slechts een echo van wat ze zelf geroepen hebben. Je staat voor een spiegel. Dit is een hele eerlijke spiegel. Je krijgt alleen datgene wat je zelf ooit hebt uitgezonden. Denk niet dat een ander je hierin kapot kan maken of dat een ander je hierin kan redden. De enige bouwer van je leven ben je zelf. En er is universele kennis die in allerlei vormen komt, door allerlei metaforen. Uiteindelijk gaat het om jou en taal. Door synergeo gaat alles achter glas. Ook zal het valse glas breken. Alles zal verschoven worden. Alles zal op een andere plaats komen, wanneer de hemelse doorzichtigheid komt. Het geheimenis van Rusland zal komen. Hemelse russen zullen komen, van een hemels communisme, en zij zullen marcheren voor de nieuwe wereld. Alles is doorzichtig, alles is een museum, en dan zal er ook zoveel onzichtbaar worden. Het goede zal van het kwade gescheiden worden, juist als we het goede gaan zien in het kwaad. Het kwaad is natuurlijk niet zelf goed, maar het zal ten goede gebruikt worden. Dat is wat synergeo is. Het is een driehoek van doorzichtigheid, en daarbuiten zal alles onzichtbaar worden.

hoofdstuk 7 het geheimenis van rusland – 3 Waar het synergeo-medicijn van rom. 8:28 ontbreekt daar eindigt de mens of in de criminaliteit, of in de drugs, of in de zelfmoord. Het is dus een belangrijk medicijn van doorzichtigheid, dat alle dingen medewerken ten goede voor hen die de kennis liefhebben, de gnosis, het goede van het kwaad vinden, het laten medewerken ten goede, de waarde en het nut ervan inzien. Dat is het geheimenis van het hogere communisme, het hemelse rusland, wat iets egyptologisch is, want rusland is russia, rossiya in het russisch, wat wijst op het egyptische Ra-Shu, waarvan het hebreeuwse ‘rosh’ kwam, het begin, zoals Genesis ook het boek van Rosh is in het hebreeuws, het boek van het begin. Ra werd ook jwf genoemd in de egyptische boeken van de onderwereld, als ‘zij die aan het vleselijke zijn afgestorven om tot geestelijk vlees te worden’, wat in het israelitisch voor ‘god’ werd gebruikt, jahweh, jehovah, yah. Yah-Shu of Yeshua is dus gewoon een andere naam van Ra die aan het einde van de nacht door Shu, de hemel werd opgenomen. Ra, of jwf, werd tot Shu, als Yah-Shu, en Yah was in het egyptisch ook de god van het archief, van het hemelse woord. Ra kwam dus zo tot de doorzichtigheid van alle dingen, tot de gelijkheid van alle dingen in de zin dat alles uiteindelijk samenwerkte tot hetzelfde hogere doel van de hemelse kennis, als het hogere, hemelse communisme. Het synergeomedicijn was dus al egyptisch, maar de egyptenaren channelden dus Orion. Uiteindelijk is synergeo dus een Orions medicijn. Hebben we dit medicijn al ontvangen ? Werken we al met dit medicijn ? Zien we al door alles heen, is alles al doorzichtig geworden ? Hebben we de heilige lens van Rusland al ontvangen ? Het is een doorzichtige driehoek, een pyramide, en alles buiten die pyramide is onzichtbaar. Het is een heilig oog, een hemels zegel. Wij mogen het synergeo-medicijn in ons hart ontvangen. Hieruit komen de stromen van levend water, en dit is dus ook wat het hele christus mysterie is. Laten we onze ogen sluiten en hierop mediteren. In het oer was dit de name, de oerkennis, waarin elk gif tot medicijn gemaakt kan worden bij juist gebruik, wat ook nog steeds een wetenschap is bij de indianen. Ra werd alles voor iedereen. Hij haalde het beste uit alles, en kon zo zuiver

onderscheiden, en zo ook zuiver het kwade scheiden van het goede. Dat is dus niet zomaar new age dat het kwaad niet bestaat en dat alles goed is, maar het is een opdracht om dieper te kijken. hoofdstuk 8 het geheimenis van rusland – 4 Als de doorzichtigheid, de synergeo, is bereikt, dan kan er ook zoveel overbodige kennis en overbodig, vals bewustzijn wegvallen. Dan breekt het glas, de ramen, van het vlees. Er komen dan nieuwe, geestelijke doorzichtige muren. Hieraan kan het vlees verder afsterven, en kunnen we gaan tot het hemelse, geestelijke vlees, de jwf in het egyptisch, een naam voor Ra in de onderwereld, en een naam die in het israelitisch werd gebruikt voor god. Als doorzichtigheid komt wordt ineens zoveel onzichtbaar, en verdwijnt ineens zoveel. Ra-shu, de opgenomen Ra, is ook wel jwf-shu in het egyptisch, of yahshu, yeshua, Jezus. Eigenlijk iets heel ‘Russisch’ dus van in den beginne. Kunnen we dat voor ons zien, het kruis van Jezus in Rusland wat heel diep het kwaad in gaat om daar het goede uit op te brengen ? Dat is wat synergeo is, het is het werk van Yah-shu, Yeshua, aan het kruis, tot een opname in inzicht en doorzicht. Dat is wat het nachtzicht is. Ra of jwf, Ra-jwf, werd alles voor iedereen, om het diepste en beste eruit te halen, zoals ook Jezus aan het kruis. In Israel werd god ook Ra-jwf genoemd, of Ra-va, Rapha, wat genezer betekent, Jahweh-Rapha, de Heere die geneest. Psalm 22 is de kruisigingspsalm van David waarin hij het uitroept : Mijn god, mijn god, waarom hebt gij mij verlaten. Het antwoord mag dan zijn : ‘Nou, opdat je het goede leert ontdekken in het kwade, en je zo alles omvormen mag, en zo tot het ware godsbeeld mag komen, tot synergeo, de hemelse doorzichtigheid, wat al in Egypte begon, maar kwam van Orion.’

hoofdstuk 9 het geheimenis van rusland – 5 Lucas 8:22-24 En het geschiedde op een van die dagen, dat Hij in een schip ging met zijn discipelen, en Hij zeide tot hen: Laten wij oversteken naar de overkant van het meer; en zij staken van wal. En terwijl zij varende waren, viel Hij in slaap. En er sloeg een stormvlaag neder op het meer en zij kregen water in en verkeerden in nood. Toen kwamen zij en maakten Hem wakker en zeiden: Meester, Meester, wij vergaan! En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en de wilde wateren. En zij kwamen tot rust en het werd stil. Dit wijst helemaal terug op Ra (jwf, yah) in zijn bootje die werd opgenomen door Shu, de hemel, in grote doorzichtigheid en transformatie (uitgebeeld door de kever). Het zijn de iconen van de verhalen van de voorouders, gewoon metaforen van de natuurverschijnselen. Als er doorzichtigheid is, dan kunnen de stormen ons niet meer meenemen. Het gaat over de synergeo ervaring van Romeinen 8:28, dat alles medewerkt ten goede. De stormen hadden hen hier gebracht, en toen was er rust, sabbath, opname. Het doorzicht was gekomen, het nachtzicht. Er was geen verschil meer tussen storm en windstilheid, want alles werkte mede ten goede. Als we zeggen : ‘Meester, meester, wij vergaan,’ dan kunnen we ook zeggen : ‘Meester, meester, wij worden opgenomen,’ en : ‘Meester, meester, wij hebben doorzicht.’ Het is allemaal hetzelfde in het hemelse communisme, in het grote synergeo geheimenis van Rusland, het land van rosh, het land van het begin. We gaan dan helemaal terug tot het oer : door het oer tot orion. We komen tot Shu, de egyptische hemel, wat in het israelitisch de shu-mayim

is, het zaad, of de tranen, van Shu. In het boek der poorten is Shu ook een paal of kruis met een jakhals kop, als het kruis van spot en vernedering, en ook Ra is een paal of kruis met een jakhals kop geworden. (middel register zesde uur op de sarcofaag van Seti I). Het kruis van spot en vernedering, wat we in deze wereld lijden, verbindt werelden, hemel en aarde, opdat alles doorzichtig wordt en medewerkt ten goede. In het wordingsproces ga je het doorgronden. hoofdstuk 10 het geheimenis van rusland – 6 Genesis 50:20 Gij hebt wel kwaad tegen mij gedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht. In de diepte is alles hetzelfde in de zin dat alles buigt voor de bron en samenwerkt met de bron, de bron van al het leven. Dat is wat het synergeo verschijnsel is, wat als een doorzichtige driehoek boven de zee hangt. Als we dan zeggen : ‘God, waarom hebt gij mij verlaten ?’ wat zowel David in psalm 22 als Jezus aan het kruis zeiden, dan is een mogelijk antwoord : ‘Omdat je god, het goede, in jezelf moet vinden en het zelf moet worden.’ De dualiteit tussen God en mens zal altijd blijven, want het zijn twee delen van de mens. De mens moet zich altijd onderwerpen aan de hemelse kennis, wat een metafoor is. Een mens treitert de echtgenoot of echtgenote aanhoudelijk, Het slachtoffer verdedigt zichzelf of haarzelf om te overleven, en vervolgens wordt de verdediging niet geaccepteerd, en die mens gaat dan op de sloffen een scheiding aanvragen, want verdediging ? Nee, dat kan echt niet, hoor. Dan gaat die mens op de sloffen ook nog eens naar de kerk,

en dan de handjes in de lucht om God te prijzen, alsof er niks aan de hand is. Nee, die mens zou in het stof moeten gaan, zich moeten onderwerpen aan de hemelse kennis, buigen en knielen, niet rechtopstaand met de handjes in de lucht. En dan gaat zo’n mens als de zondag voorbij is naar allerlei feestjes, en reisjes maken, op de sloffen. Lekker zichzelf verwennen, want iemand heeft zich verdedigd naar de treiterijen. Nee, dat kan echt niet hoor. Kennen we dat beeld ? Het is het beeld van hoe de wereld vandaag de dag in elkaar zit. Niet blaffen tegen het baasje. Wat verbeeld de mens zich wel niet ? De mens moet niet met trotse borst de handjes in de lucht steken, maar de handen eens uit de mouwen steken, in het stof gaan, het vuile werk doen Toch moeten we hier ook synergeo op toepassen, alle dingen werken mede ten goede. Er waren slechts dingen omgedraaid. In de wereld wordt je gehaat als je voor het hemelse koninkrijk werkt. Als je niet gehaat wordt, dan mag je je afvragen voor welk koninkrijk je werkt. Maar uiteindelijk werkt iedereen voor het hemelse koninkrijk, zowel goeden als slechten, wat het synergeo mysterie is.

hoofdstuk 11 het geheimenis van rusland – 7 Het zijn dodelijk nauwkeurige machines. Ze zijn gezonden om te ontzegelen, te ontmaskeren, doorzichtig te maken. De islamieten wachten op de heilige, grootse, wonderbare nacht waarin de Jakobsladder verschijnt, het heilige doorzicht, het heilige nachtzicht, wat in de ramadan geopenbaard wordt, en zo verwachten de christenen de heilige opname na de ontvangst van de heilige geest. De heilige geest is de rw, Ra, in de aramese grondtekst, de taal van Jezus, en de opname is tot shu-mayim, de tranen van Shu, de hemel, het heilige zaad. De christenen hebben hun eigen ra-shu, van heilige geest tot opname, wat gelijk staat aan yah-shua. Komt het je zomaar aanwaaien ? Nee. Er moeten diepe palen geslagen worden aan de rivier van tranen, waar psalm 1 over spreekt, maar ook het scheppingsverhaal : Genesis 1:11 En God zeide: Dat de aarde jong groen voortbrenge, zaadgevend gewas, vruchtbomen, die naar hun aard vruchten dragen, welke zaad bevatten, op de aarde; en het was alzo. De sa of es is niet alleen een boom, maar kan ook palen betekenen. Hier wordt het fundament gelegd. Er komen bamboe woningen op palen aan de rivieren, en als wij diepe palen hebben, dan zullen we deze vruchten dragen, van synergeo, want dan is het doorgrond. Als we het heilig doorzicht willen ontvangen, dan moeten we er eerst doorheen, dan moeten we er eerst in, tot volle diepte. Heb je dat niet, dan zijn er nog clownspalen in je leven, onderwater, en ontvang je daarvan valse vruchten. Diepe palen, niet oppervlakkig zijn. Zo ontstaat het heilige doorzicht, en kijk je dwars door de wateren heen. Het water is dan zo helder. Het zijn de wateren van je tranen. Je bent diep gegaan, en zo draag je vrucht. Hoe dieper de palen gaan, hoe meer je erachter komt dat alles hetzelfde is in de zin dat alles medewerkt ten goede voor hen die kennis liefhebben. Diepe doorzichtigheid ligt verborgen op de

bodem van de zee, in de diepte van de aarde, van het hemelse communisme, het grote geheimenis van het land van rosh, het land van den beginne. Hier mag alles opnieuw beginnen. hoofdstuk 12 de duitse theologie omtrend psalm 1 en 2 Het is een doem-scenario : Taalgeleerden en bijbelgeleerden kennen de diepere betekenis van de bijbel, schrijven er boeken over, maar predikantenopleidingen hebben maar beperkte tijd, dus een predikant moet na zijn opleiding blijven doorstuderen, maar niet iedere predikant doet dit. Er is dus verschil tussen taalkundige predikanten en gewoon de marktpredikanten die het gewoon puur zien als een beroep wat ze gekozen hebben, en wat ook heel goed iets anders zou kunnen zijn geweest. En dan is het nog zo dat de lekenfamilies wat op de zondagen in de kerk gepredikt wordt dit mee naar huis nemen en vanwege hun gebrek aan kennis uit z’n verband gaan rukken, en verdraaien, tot extremisme aan toe. Het is een doem-scenario. Het wordt van geslacht tot geslacht doorgegeven. Dan roep je tot de families en de levenspartner, de vriendenkring, enzovoorts, maar die hebben hun eigen hobbies, en het gaat allemaal z’n eigen leven leiden, vleselijk, met als teken dat ze ook letterlijk vlees eten. Het is een doem-scenario. Fichte sprak in het Duitse idealisme over een heilig communisme, en Marx werkte daar op door, maar het werd al snel corrupt, orthodox, materialistisch. Zo ging dat ook met de reformatie. Vandaar dat het belangrijk is de contexten onder ogen te komen, de nuances. We komen dan uit bij de Duitse reformatorische vaderen die de achtergronden lieten zien bij de bijbel. Dat zijn belangrijke bloedlijnen die door de jaren 1800 heenlopen. Het was een oproep tot verdieping van de bijbel, niet vervlakking. Ik had een droom dat Duitsland een wildernis was met wildernisrivieren, en er waren bamboe woningen op

palen aan die rivieren. En er werd gezegd : ‘de kinderen, de kinderen.’ Toen John Wimber begin jaren 90 naar Nederland kwam toen vroeg hij aan een medestudente van de Lunterse theologische opleiding. ‘Wat hoor je van God in je binnenste ?’ Ze zei toen : ‘Kinderen.’ Er was ook een soort beeld over vissen. Het boek ‘De Venezuela Muur’ zegt : ‘De orionse planeet 'Duitsland' is een kinderplaneet, reusachtig groot, die alleen door de orionse kern, dieper in de kern, bereikt kan worden. Het is dus kernachtig Orion. Er zijn op deze wildernis planeet vele grote zeeën waarop piratenvloten zich bevinden, met piraten die hybrides zijn tussen mens en varken, alle gradaties.’ Het is belangrijk dat we de erfenis niet zomaar weggooien, anders zijn we zelf ook liberale nazi’s. Duitsland moet verdiept worden in Israel, en geen nazi worden tot Israel. De wortels van Duitsland zijn Israelitisch. Dat is een studie opdracht. We kunnen dus niet zomaar de Lange, Keil-Delitzsch, Knobel, Dachsel, etc. wegwerpen. Het zijn de bloedlijnen die door Duitsland lopen, de rivieren. En dit zijn rivieren van tranen. Diep moeten de palen gaan, opdat de bamboewoningen niet door de golven en stormen weggesleurd zullen worden. Dieper Duitsland in gaan betekent dus ook dieper de Duitse theologie ingaan. Er was een Duits commentaar geleverd op de Israelitische theologie, en zo moet er ook een commentaar geleverd worden op de Duitse theologie. Plato sprak al dat hij de democratie verwierp, omdat de mens dan totaal overgeleverd zou zijn aan de doldwaze lusten van het volk, en niet die van geleerdheid. Alleen beproefde geleerden, in principe de hemelse kennis zelf, zouden door filosofie en wijsheid iets zinnigs te zeggen hebben wat nuttig zou zijn voor het volk. Artur Weiser (1893-1978) was een Duitse geleerde, een Oudtestamenticus, die het cultische Israel onderzocht en ook hun terugkerende feesten. Hij stelt in zijn psalmen commentaar (1935) dat psalm 1 als een wegwijzer is bedoeld aan het begin van de psalmen, als een oproep tot gehoorzaamheid, opdat de mens niet zou dwalen in de psalmen en in valstrikken terecht zou komen. Weiser stelt dat de psalm een contrast laat zien in de Yahweh cultus die exclusiviteit claimt. De psalm wordt zo zwart-wit gemaakt dat we bijna zouden kunnen spreken van een heilige discriminatie, of heilig racisme, maar de psalmist

bedoeld het als educatief, om het helder en beknopt te maken. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het vleselijke en het godsvruchtige. We moeten het juist niet zoeken in allerlei vleselijk racisme, zoals bij de farizeeen, maar dit is van iets veel hemelser. We staan aan de tranenrivier in psalm 1, en de palen moeten diep gaan. Die palen moeten dus afgezonderd zijn in hemels racisme. Je kan geen allemansvriend zijn. In zijn boek 'Droefheid naar God' schreef de verzetspredikant Wisse (18731957) in 1926 : ‘Ik heb eens gelezen van een Engelse godgeleerde, die het schreien naar God zó zalig vond, dat hij verklaarde het jammer te vinden, dat alle tranen in de hemel zouden worden afgewist; want, zo dacht hij, dan zouden ook deze tranen, die van de droefheid naar God, niet meer vloeien, en dit vond hij, gelijk gezegd, een waar gemis. Gij kunt die man mogelijk wel verstaan, beste lezer? Ja waarlijk, het is te bekennen, dat dit schreien naar God zoetigheden bevat, die reeds ver boven alle aardse genietingen uitgaan.' We kunnen stellen dat het meer gaat om het loskomen van de tranen van het vlees die de mens doen verstenen, om zo te komen tot de hemelse tranen die de mens opwekken in het hogere leven. Wij mogen roemen, ons verblijden en ons verlustigen in de natuurweldadige hemelse watervallen van tranen. Zo worden de sieraden geregen. Elke schakel is een traan. Wisse noemt het een empirische ervarings wetenschap, want het gaat niet buiten de mens om. De mens mocht niet meer zomaar een koude steen blijven. Hij was het ei al aan het uitbroeden. Hij noemt de droefheid naar God als een eerste teken van de wedergeboorte, want : 'Schreiend wordt de mens geboren; zo natuurlijk als geestelijk. Gelijk het een der kenmerken is van normale geboorte, dat het kindeke schreiend ter wereld komt, zo is dit ook een verschijnsel onafscheidelijk verbonden aan de ware, geestelijke geboorte uit God. Wie wedergeboren wordt, geboren uit water en het geestelijke, hij komt schreiend tot zijn nieuwe aanzijn. Als God een mens gaat levend maken, doet

Hij hem eerst sterven. Het betekent een droefheid, welke overeenkomstig, volgens God is; dat wil zeggen: een droefheid welke behoort bij de aanvoeling en ontmoeting Gods in onze ziel. Wie met God in aanraking komt, vangt om te beginnen, niet aan met juichen, maar met schreien. De openbaring, de aanvoeling, de ontmoeting Gods in onze ziel verwekt smart, droefheid in ons.' Hij stelt dat dit ook de weg is om het stenen hart te verzachten tot zachtmoedigheid, een ander teken van wedergeboorte. Dit is geen wereldse zachtmoedigheid, maar een hemelse, verbroken zachtmoedigheid. Het is de zachtmoedigheid van de hogere natuur. Weiser stelt dat het in psalm 1 gaat over de fundamentele wet van de hemelse biologie, namelijk dat een goede boom geen slechte vruchten kan dragen en verdragen. Hij stelt dat de ware betekenis en waarde van het leven niet te vinden is in succes, maar in gehoorzaamheid tot de hemelse natuur en haar principes. Het is dus het vertikale, en niet zozeer het horizontale. Weiser stelt bij psalm 2 dat het een cultische psalm is van de kroning van de koning, en dat het wijst op de onverbrekelijke banden van dienst tot de hemel waartoe de volkeren zijn onderworpen. De hele wereld is dus in slavernij tot het goede, door het principe dat alle dingen meewerken ten goede in de hemelse kennis. Dit is ook weer het onontkoombaarheidsprincipe waar Calvijn over spreekt. De mens kan de hemelse banden niet afwerpen. Alles is onderworpen aan hogere natuurwetten uiteindelijk. De lagere aardse menselijke wetten staan niet op zichzelf, en kunnen zichzelf ook dus niet dienen. Weiser stelt dat het Israelitische heersersschap dit zou hebben ontleend aan de oudere verre rijken zoals beschreven in Assyrische en Egyptische literaire monumenten. Uiteindelijk is de psalm van Egyptische bron, stelt Weiser, vanwege dezelfde soort heersersrituelen in Egypte waaraan ook Israel taalkundig aan onderworpen is, traditioneel gezien. Dat is ook niet zo vreemd, want Mozes was Egyptoloog, en daar putten ook de psalmisten weer uit. Ook waren die culturen zo in elkaar verwoven, en voortgekomen vanuit de Egyptische ondergrond dat de psalmisten ook direct vanuit Egypte geinspireerd werden omdat toendertijds die Egyptische achtergronden veel beter zichtbaar waren. Psalm 2 is dus een psalm over de ontontkoombaarheid van het synergeo verschijnsel, dat alle knie zal buigen voor de hemelse kennis en elke tong zal de hemelse kennis belijden.

Dit is een groot natuur mysterie. Weiser stelt dat psalm 2 over dit verheven karakter van dingen gaat die definitief zijn en tot het einde van de geschiedenis behoren. De orthodoxe wereld is te bitter, en de new age wereld is te zoet. Beiden blijven ze oppervlakkig, waardoor ze beiden ook materialistisch zijn. Ook doorgronden ze elkaar niet. De gnosis, de kennis, ligt in het midden, en kent hen beiden, en weet dat alle dingen medewerken ten goede. Soms kun je je bekneld voelen door deze werelden, maar het is om je op het juiste pad te leiden, zolang je de kennis liefhebt. Terugkomende op mijn droom : Als je dan diep in de tranenrivieren bent gegaan, de Duitse bloedlijnen van de hemelse geleerden, en je hebt je palen diep geslagen, dan mag dit volgens psalm 1 en ook volgens genesis 1:11-13 over de derde scheppingsdag vrucht gaan dragen, wat zich uit in de bamboe woningen. In de scheppingsdagen daarvoor werden deze tranenrivieren onderscheiden, oftewel deze bloedlijnen. Het is dus niet simpel new age handjes in de lucht en ‘God’ gaan prijzen (whoever or whatever that is), maar in het stof buigen, de aarde ingaan, om te leren. ‘Kus niet het voorhoofd, maar de voeten.’ Dat is waar de kus van psalm 2 over gaat. Weise stelt dat dit het kussen van de voeten is, zoals het een gewoonte was de voeten van de heersende te kussen, als eerbetoon, zoals beschreven stond in de Babylonische en Egyptische documenten, wat ook figuurlijk begrepen kan worden als onderwerping, dienstbaarheid en hulde tot de hemelse kennis. Daarom zijn de islamieten vaak ook veel soberder in hun aanbidding, omdat de midden oostelijke culturen ook dichter bij de Egyptische en Babylonische fundamenten liggen.

hoofdstuk 13 de gelijkenis van de boom in het paradijs en de boom van psalm 1 De boom in het paradijs, de es of sa, is ook een paal, een galg, balken aan elkaar verbonden in het Hebreeuws, dus dat kan ook een kruis betekenen, en het kruis draagt vrucht. De mens kan dus inderdaad niet zomaar de vruchten nemen, maar moet hiervoor zijn eigen kruis dragen. De mens moet zelf vrucht dragen. De boom der kennis, of paal der kennis, kruis der kennis, was een vreemd volk, vreemde kennis, en daartoe was alleen het kruis de weg, niet zomaar rechtstreeks. Je zou ook kunnen zeggen : het pad tussen man en vrouw, het pad tussen de rassen, het pad tussen mens en God. Je kunt er niet zomaar in. Het gaat om de inwijding. Vruchten komen niet uit de hemel regenen. Het gaat om de principes, de natuurwetten, van zaaien en oogsten, van diep de palen slaan. De paal moet diep gaan, anders is er geen vrucht. De Duitse Oudtestamenticus H. Gunkel (1862-1932) sprak over Psalm 1 als wijsheidspsalm. Het laat zien hoe tot vrucht te komen, over het pad van wijsheid, niet zomaar dat je het van de bomen kunt nemen. Gunkel deelde de psalmen in en gaf hen namen. Hij besprak hun achtergronden en waarvoor ze gebruikt werden. Elke psalm was weer aan een andere ceremonie of festival verbonden, zoals de klaagpsalmen vaak werden gebruikt in tijden van oorlog, tijden van vasten, tijden van honger. Die psalmen zijn dan ook psalmen van tranen, van de tranenrivier. Er waren ook nomadische psalmen, en psalmen over de toekomst, over Sion. Gunkel stelt dat de psalmist in psalm 1 niet aan geld denkt, niet in geld geinteresseerd is, er niet op uit is om geld te verkrijgen, maar hij is alleen gericht op de studie van de hemelse kennis. Zelfs ‘s nachts las hij zijn boekrollen bij een lampje. Een mens wordt door allerlei lusten van het vlees afgeleid van de kennis, maar laat onze enige lust de lust zijn van de kennis. Waarom zou je allerlei valse lusten moeten bevredigen om er later achter te

komen dat het allemaal niks waard was ? De boom van kennis, zoals ook besproken in Psalm 1 naast Genesis 3, is een kruis waaraan de mens sterft. Men komt niet zomaar tot de vrucht. Het is een gelijkenis. hoofdstuk 14 filologische opmerkingen Genesis 1:2 Hebreeuws De aarde nu was woest, tohu, en ledig, bohu, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. In de etymologische context betekent bohu ook de wildernis en de honger. Het leidt ook helemaal terug naar de Egyptische godin van de voet, van het oer, de B, ook afgebeeld als voet, als beeld dat de mens altijd van onderen moet beginnen. De aarde was een wildernis, en honger heerste, en het hebreeuws zegt dat de honger de mens opvoedde. Er was dus al eerder een mensheid, en daarom spreken we ook van het pre-adamitische ras. Grotendeels was de aarde onbewoonbaar, zoals in Jesaja 34:11, waar ook het woord bohu wordt gebruikt, zoals ook in Jeremia 4:23. Hoofdstuk 4 van Jeremia gaat over de situatie van voor de schepping : 23 Ik zag de aarde, en zie, zij was woest en ledig; ik zag naar de hemel, en zijn licht was er niet. 24 Ik zag de bergen, en zie, zij beefden, en alle heuvelen schudden. 25 Ik zag, en zie, er was geen mens, en al het gevogelte des hemels was weggevlogen. 26 Ik zag, en zie, de gaarde was woestijn, en al zijn steden waren in puin gestort, voor de Here, voor zijn brandende toorn. 27 Want zo zegt de Here: Een woestenij zal het ganse land worden, al zal Ik niet voorgoed afrekenen; 28 hierom zal de aarde treuren, en de hemel boven rouw dragen, omdat Ik het gesproken en besloten heb, en er geen berouw van heb en er niet van zal terugkomen. 29 Voor het rumoer van ruiter en boogschutter is het

gehele land op de vlucht; zij zijn gegaan in de kreupelbossen en geklommen op de rotsen; elke stad is verlaten, er is niemand meer, die erin woont. 30 Nu, gij verwoeste, wat doet gij, dat gij u kleedt in scharlaken, u siert met gouden sieraad, uw ogen bijwerkt met zwart? Tevergeefs maakt gij u mooi, de minnaars versmaden u, zij staan u naar het leven. 31 Want ik hoor een kreet als van een, die in barensnood is, benauwdheid als van een, die voor het eerst baart, de kreet der dochter Sions; zij hijgt naar adem, breidt haar handen uit: Wee mij, want ik bezwijk voor moordenaars. Er was al een strijd tussen stad en natuur. De vrouw was oorspronkelijk de voedster, geestelijk gezien, en zij predikte de honger, omdat dat het ware voedsel was. Zo kwam de mens in contact met moeder Orion, die de mens roept. De vrouw is daarom breedheupig, omdat de vrouw kinderen baart. Bohu is de verhongering van de mens, oftewel het sobere leven in de natuur, opdat de vrouw kinderen kan baren. De vrouw moet wel breedheupig zijn om het kind te beschermen en het kind te voeden. Maar de mens ging dit omdraaien, en werd gulzig in de stad, en begon vrouwen te onderdrukken, en laffe vrouwen verlieten hun oorspronkelijke functie en werden dwepers tot deze schurken, deze moordenaars. Gunkel spreekt over Babylonische geschriften die vooraf gingen aan Genesis, en die gingen over een strijd met zeemonsters van chaos. Hieruit kwam de schepping voort, en die strijd was nog niet afgelopen want door de gehele bijbel loopt het spoor van het gevecht met zeemonsters. hoofdstuk 15 moeder orion roept : van autoriteit tot autonomie – van exodus tot genesis

Moeder Orion draagt het kindje Mozes. Mozes was in een biezen mandje aan de rivier van tranen en kwam zo tot het vreemde volk, tot vreemde kennis. Hierin werd hij opgevoed, en toen hij tot de hemelse braamstruik kwam was dat een teken dat zijn kruis vrucht aan het dragen was. Mozes leidde zo in de exodus het volk door de tranenzee terug tot Orion, terug tot moeder Orion, wat een allegorie is. Meerderheid moet niet verward worden met meesterschap. Het gaat niet om autoriteit, maar om autonomie, zelfbeschikking, en die ligt diep binnenin, als een natuurbeschikking, de kennisbeschikking. Plato zei al : ‘Laat u niet leiden door de meerderheid.’ Hij vond democratie een verdwazing, want dan zou je overgeleverd zijn aan de golven van een wellustig, ongeletterd volk, daarom moest de mens terugkeren tot de filosofie. De filosofie spreekt over de matrix waaruit een exodus moet zijn : dieper naar binnen, terugkeren tot je eigen autonomie, je eigen scheppende vaardigheden, van exodus tot genesis. De palen moeten diep gaan, en die palen zijn kruizen waaraan zowel het autoritaire als het democratische vlees kan afsterven, om zo hemelse autonomie te leren, wat aan een ieder vanuit de natuur gegeven is, in een hemels communisme. De matrix is als een grote octopus die plaatjes schiet in het hoofd van de mens, en die plaatjes zijn zoveel en gaan zo snel dat het lijkt alsof alles beweegt. Ook geven de plaatjes je een wil, maar het is een van buitenaf opgelegde wil. Gunkel spreekt over Genesis 1 als een strijd met een zeemonster, zoals het in de oudere Babylonische teksten werd beschreven. De mens is nog steeds in gevecht. De schepping is nog niet gekomen, maar ligt toch al in de geschiedenis. Mozes leidde het volk tot een Orionse bibliotheek, tot hieroglyphen van de natuur. De mens mag over die plaatjes nadenken. Wie is Mozes ? Dat ben je zelf in de autonomie van de natuur. Dat zijn je eigen innerlijke gaven die worden aangewakkerd aan het kruis, in de tranenzee. De diepgaande palen brengen zo vrucht voort. Er zijn allerlei monsters om ons heen die ons onze autonomie willen afnemen, door autoriteiten, door meerderheden, door slinkse verkooptruukjes. Deze

monsters hebben het sebek mysterie van egypte vervalst. Ga geen valse arken binnen. Bouw jezelf niet op valse beloftes. Maak geen valse excuses. De grote octopus, het grote zeemonster van de valse schepping, heeft de matrix gemaakt, en blijft plaatjes schieten in je hoofd. Het gaat snel en massaal. Je denkt dat je geboren bent, maar je zit nog in de baarmoeder, en er is een strijd tussen Moeder Orion en het zeemonster. In de hebreeuwse grondtekst wordt het woord bara gebruikt voor de schepping, maar dit betekent ook baren. God is dus duidelijk een moeder, en het is een allegorie van de onderverdelingen in jezelf, in je eigen anatomie. Laat die natuurzuiver en kenniszuiver zijn. Je schepping ligt verborgen in de geschiedenis. Je schepping ligt verborgen in genesis. Het is niet zomaar een geboorte, maar een wedergeboorte. Moeder Orion roept. Wanneer voelde jij je in je leven als een Mozes die gevonden was ? hoofdstuk 16 het oude testament : een boek van echo’s Mozes die door Moeder Orion uit de tranenrivier werd gehaald is een beeld van de opname. Mozes is een beeld van onze eigen opname en ons vrucht dragen door het kruis. Mozes wees op de slang aan de paal of aan het kruis in de woestijn, als een beeld van de palen die diep moesten gaan, en de slang is in het hebreeuws een beeld van de opvoeding. Het volk moest heropgevoed worden. Mozes is zo’n belangrijk archetype omdat het dichtbij Egypte ligt. De opname ligt besloten in je eigen zaaien, in niets anders. Iemand anders doet het niet voor je. Als je door iemand anders wordt opgenomen is dat nog steeds de opbrengst van je eigen zaaien. Mozes is een beeld van je eigen oogst. Het is een vruchtbaarheids-principe. Het oude testament is zoals Gunkel het stelt een boek vol echo’s van een eerder verleden, en vandaar dat de bijbel van belang blijft, omdat het inzicht kan geven in de voortijden.

Geloof je dat je uit hemelse bronnen leeft ? Verder teruggaan. Niet door het moderne leven opgeslokt worden, want het moderne leven is een afleider die de mens in de matrix houdt. Een stukje tachtiger jaren mythologie gaat over een predikant die teruggaat naar het paradijs in diverse nummers van de Talking Heads, op het pad naar nergens. Ergens in die nummers zingt David Byrne over de liefde die komt van de bodem en omhoog gaat, en dat de mens zou moeten draaien als een wiel in een wiel. Hoe vaak wordt dat wel niet omgedraaid dat mensen alleen maar de top liefhebben en onverschillig zijn naar de bodem. En het lied stelt dat de mens in zijn hoogmoed pretendeert waar ze naartoe gaan, maar ze weten niet waar ze zijn geweest. Het is belangrijk eerst te weten waar je vandaan komt om weer de juiste richting te krijgen. Ook waarschuwt hij dat ze dwazen van de mens proberen te maken door hen te manipuleren, te zeggen wat ze moeten doen. Hij stelt dat de mens dan moet blijven draaien als een wiel in een wiel. Deze predikant zegt dus dat we op het pad naar nergens zijn, naar het stromend water in de aarde, dus de mens moet veel dieper. Geloof je dat je uit hemelse bronnen leeft ? Dan zegt de tachtiger jaren predikant, David Byrne, dat het maar eens zal komen, dat de mens er gebruik van dient te maken, want het is ook zo weer weg. Hij stelt dan ook dat het altijd al zo geweest is, dat er niets nieuws onder de zon is. De tachtiger jaren predikant, David Byrne stelt dan dat de mens zich dan eindelijk eens een keer afvraagt hoe ze hier zijn gekomen. Mensen zijn dieren. Ze leven in hun eigen surrealiteit.

hoofdstuk 17 sefanja in de duitse theologie Sefanja 1:1-3 Het woord des Heren, dat kwam tot Sefanja, de zoon van Kusi, de zoon van Gedalja, de zoon van Amarja, de zoon van Hizkia, in de dagen van Josia, de zoon van Amon, de koning van Juda. Volkomen zal Ik alles van de aardbodem wegvagen, luidt het woord des Heren. Ik zal wegvagen mens en dier, Ik zal wegvagen het gevogelte des hemels en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen van de aardbodem uitroeien, luidt het woord des Heren. Het Duitse Keil-Delitzsch commentaar uit 1866 stelt dat de weg naar verlossing leidt door oordeel, niet alleen voor de wereld met haar vijandschap tegen God, maar ook voor de gedegenereerde theocratie. Alleen door oordeel kan de zondige wereld vernieuwd en verheerlijkt worden. Sefanja 2:1-3 Komt tot uzelf, ja, komt tot inkeer, gij schaamteloos volk, voordat het besluit tot uitvoering komt – als kaf gaat een dag voorbij – voordat over u komt de brandende toorn des Heren, voordat over u komt de dag van de toorn des Heren. Zoekt de Here, alle ootmoedigen des lands, gij die zijn verordening volbrengt; zoekt gerechtigheid, zoekt ootmoed; misschien zult gij geborgen worden op de dag van de toorn des Heren. Ewald (1803-1875) stelde dat de mens in bleekheid zichzelf moest afweren van de zonde. Sefanja 2:9 Daarom, zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here der heerscharen, de God van Israël, voorwaar, Moab zal aan Sodom gelijk worden, en de Ammonieten aan Gomorra, een veld van distelen en een zoutgroeve en een woestenij tot in eeuwigheid. Het overblijfsel van mijn volk zal hen plunderen en de rest van mijn natie hen erfelijk bezitten.

Keil-Delitzsch maakt een verbinding met Deuteronomium 29 : 23 en dat de gehele bodem er zwavel, zout en vuurbrand is, dat hij niet bezaaid wordt en niets laat uitspruiten en er geen gewas uit opschiet, zoals toen Sodom, Gomorra, Adma en Seboïm onderstboven gekeerd werden, die de Here in zijn toorn en grimmigheid onderstboven gekeerd heeft. Overblijfsel betekent wortels in het Aramees. De eeuwige woestenij die brandt van vuur en zwavelk wordt ook besproken in Openbaring. Wie het Oude Testament kent weet dat al die passages uit het Oude Testament komen. Zefanja beschrijft het gebied van de eeuwige woestenij of eeuwige verdoemenis als een gebied van slavernij. Die slavernij bestaat erin dat alle dingen medewerken ten goede voor de kennis (synergeo). Hiertoe is het vleselijke onderworpen aan het geestelijke. Keil-Delitzsch noemt in dat opzicht Jesaja 14 : 1 Want de Here zal Zich over Jakob ontfermen en nog zal Hij Israël verkiezen en ze op hun eigen bodem doen wonen; dan zal de vreemdeling zich bij hen aansluiten en men zal zich voegen bij het huis van Jakob. 2 En de volken zullen het met zich nemen en het naar zijn eigen plaats brengen en het huis Israëls zal ze als erfelijk bezit verkrijgen op de grond des Heren, tot slaven en tot slavinnen. Zo zullen zij degenen die hen gevangen namen, gevangen nemen en heersen over hun drijvers. 3 En het zal geschieden ten dage, wanneer de Here u rust geeft van uw smart en van uw onrust en van de harde dienst die men u heeft laten verrichten, 4 dat gij dit spotlied op de koning van Babel zult aanheffen Keil-Delitzsch stelt dat dit niet letterlijk is, maar geestelijk. Zo heeft de eeuwige woestenij of eeuwige verdoemenis ook geen letterlijke, maar geestelijke betekenis. Deze is dus gebaseerd op Deuteronomium 29 en Zefanja 2, en wijst terug op Ezau, of Esav in het Hebreeuws, zoals Sevanja ook Esav-n-ja is. Het is een allegorie van de minste zijn, door het afleggen van de sociale status. Sefanja 2:11

Geducht zal de Here tegen hen wezen, want Hij zal alle goden der aarde doen wegteren, en voor Hem zullen zich neerbuigen, ieder uit zijn plaats, alle kustlanden der volken. Razah betekent ook doen verhongeren. Keil-Delitzsch vertaalt het ook als dun maken. Sefanja 3:14-17 Verheug u, dochter van Sion; juich, Israël; verheug u en wees vrolijk van ganser harte, dochter van Jeruzalem. De Here heeft uw gerichten weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd. De Koning Israëls, de Here, is in uw midden; gij zult geen kwaad meer vrezen. Te dien dage zal tot Jeruzalem gezegd worden: Vrees niet, Sion, laten uw handen niet slap worden. De Here, uw God, is in uw midden, een held, die verlost. Hij zal Zich over u met vreugde verblijden; Hij zal zwijgen in zijn liefde; Hij zal over u juichen met verheuging. In de Aramese tekst is de wortels de toekomst, als het overblijfsel, en dit is de dochter van Sion, zoals ook gesteld door Keil-Delitzsch, Het overblijfsel is saareta in het hebreeuws, de sa (kennis, egyptisch) van areta. Ewald suggereert dat Sefanja 3 over verjonging gaat in het hebreeuws. We kunnen stellen dat Sefanja als Esav-n’ny ‘Ezau aan de borst’ betekent, sinds n’ny een Aramees woord is voor de vrouwelijke borst. Het Duitse Lange (18021884) commentaar, stelt ook dat het oordeel in het boek Sefanja slechts abstract is. hoofdstuk 18 territoriale oorlogsvoering in de duitse theologie Hitzig (1807-1875) stelde in zijn boek ‘de twaalf kleine profeten’ (1838) dat Zefanja predikte ten tijde van Josia, de reformator, ten tijde van de Israelitische

reformatie. Zefanja, Esav-n’ny, heeft als Israelitisch-Edomitische betekenis in het Hebreeuws-Aramees ‘Ezau aan de borst’. Esav – Ezau, Hebreeuws n’ny – vrouwenborst, Aramees Esav is Edom, wat Adam als wortelwoord heeft, en voordat Adam was was Zakar, Sukker, als het pre-adamitische ras uit Genesis 1. Sukker betekent herinneren. Als we naar de wortels van Esav gaan dan komen we dus bij Sukker uit in de voortijd, als Sukker-n’ny, Sukker aan de borst, het herinneren aan de borst. Ook het boek Zacheria, Zakeriya in het hebreeuws, Sukker-yah, wijst op deze voortijdse Adam. De bewaker van de Sefanja van de Duitse theologie in de onderwereld is de geest ‘Divan’, een valse moeder die een slang is, een insect, en een verlammende spin, die over dit gebied waakt. Vandaar dat de geestelijke pelgrim dieper moet gaan in deze gebieden om deze geest te verslaan. Dit behoort tot het gebied van de territoriale oorlogsvoering wat een belangrijk vak is in de bijbelkunde. Om aan Divan te kunnen ontkomen moeten we naar Numeri, het boek van de eeuwige wildernis waar Mozes het volk toe leidde. Numeri 2:1-2 De Here sprak tot Mozes en Aäron: De Israëlieten zullen zich legeren ieder bij zijn vaandel onder de veldtekenen van hun families; op een afstand zullen zij zich rondom de tent der samenkomst legeren. In de rabijnse traditie heeft de stam Efraim het vaandel van het rund, stelt KeilDelitzsch. De bijbelgeleerde Jerome de Prado (1547-1595) beschreef dat boven de tent van de zoon van Efraim het vaandel van het kalf hing, zoals zijn voorvader Jozef door de uitleg van de droom van de runderen de hongersnood voorspelde en ook hierin voorzag, en toen Mozes de stam van Jozef zegende, oftewel Efraim, zei hij : ‘De eersteling zijner runderen is zijn heerlijkheid.’

Het rund is een teken van afzondering, hard werk, afscheiding en scheiding. 2 Samuel 3 14 Ook zond David boden tot Isboset, de zoon van Saul, met de boodschap: Geef mijn vrouw Mikal, die ik mij tot bruid verworven heb met honderd voorhuiden van Filistijnen. 15 Toen liet Isboset haar van haar man, van Paltiël, de zoon van Laïs, weghalen. 16 En haar man ging met haar mee; hij volgde haar, al wenend, tot Bachurim toe. Toen zeide Abner tot hem: Ga weg, keer terug. En hij keerde terug. Palti of Paltiel was ondergedompeld in scheidingswoede, scheidingstranen en scheidingssmeking, maar in het tractaat Sanhedrin van de Talmud, wat ook handelt over bijvoorbeeld op welke vleselijke misdaden de doodstraf door verhanging staat, was er altijd een speer tussen Palti en Mikal in bed, zodat ze nooit als echtgenoten leefden. Palti was onder restrictie en weende toen deze restrictie werd weggenomen. (Sanhedrin 19b) In de Orionse versie was Palti een eeuwige verdoemde wat net zoals in de Israelitische traditie niet negatief bedoeld was, maar als een status van afzondering. Dit bewerkte namelijk de scheiding van het vlees, door restrictie, als de besnijdenis. De scheiding van Michal was dus een inwijding. Hierover gaat ook het mazona mysterie van de halal, het scheidingsfeest, wat het ware pinksterfeest is in de halal. Ook Hosea onderging het scheidingsfeest in zijn strijd met Efraim.

hoofdstuk 19 supergoofy 1816-nazi’s David Byrne stelde dat liefde van de bodem moest vloeien, naar boven, dus niet van boven naar beneden. De mens moet dit niet omdraaien. Het moet allemaal onderaan beginnen. David Byrne vroeg zich af, in zijn rol als televisie of radio predikant in het nummer ‘Slippery People’ uit de tachtiger jaren, wat er toch aan de hand was met de mens. Hij vroeg zich af hoe de mens het zou kunnen weten, en stelde dat de mens geen spelletjes moest spelen, maar het voor zichzelf moesten zien. Mensen zijn goofy of zelfs supergoofy. Mannen zijn goofy, en vrouwen zijn goofy, en soort zoekt soort. Goofy voelt zich aangetrokken door goofy. Er wordt allemaal gesjoemeld, geduwd en getrokken, gesmokkeld ook, en alles heeft het niveau van onderbroekenlol. Alles is liefde en kennis, maar het kwaad is een van de bijwerkingen. Liefde zonder kennis is goofy, wat Engels is voor ‘dom’. Alles is liefde en kennis, maar domheid is ook een van de bijwerkingen. Voordat de mens een lijst gaat maken van wat allemaal wel niet dom is in zijn ogen is het van belang te weten dat het westerse christendom de ‘ik-weet-alles-beter’ show is. Er zijn verder een heleboel goede en lieve westerse christenen. Alles is liefde en kennis, maar beweterigheid is ook een van de bijwerkingen. Daarom moet de mens besneden worden, want de bijwerkingen worden van geslacht tot geslacht doorgegeven. Vaderlief en moederlief geven hun kinderen een pakketje ‘kwaad, domheid en betweterigheid’ mee op schoolreisje, om te kunnen overleven. Maar kun je dan niet beter gewoon sterven ? Is liefde en kennis dan niet genoeg ? Ja, het leidt op het pad van de minste tot het kruis, maar liefde in kennis opgebracht is sterker dan de dood. Is dat niet genoeg ? Gaat het dan niet om de supranaturalistische werkelijkheid achter

alle dingen ? Op aarde wordt slechts een toneelstuk opgevoerd. Ja, ik was bezeten van dat nummer van de Talking Heads uit 1984, de live versie. Ik raakte ervan in trance en bleef het maar draaien. Het is altijd mijn levensmotto gebleven : Dat liefde van de bodem naar boven gaat, oftewel onderaan beginnen. Als je kunt wenen om het leed van mensen, maar je bent verder onverschillig naar het leed van dieren en moeder natuur, dan ben je een grote toneelspeler. Alles is liefde en kennis, en liefde wordt afgemeten aan je ‘liefde die van de bodem komt,’ dus sla het onderste niet over. De eersten zullen de laatsten zijn. De laatsten zullen de eersten zijn. Je liefde wordt afgemeten aan je liefde voor de minderheden. Zij die alleen maar wenen om mensen, maar niet om dieren zijn laf. Zij zijn geen verzetstrijders. Meepraten met de groten der aarde is meepraten met de goofies van deze aarde, de goofballs en de oddballs. Alles is liefde en kennis, maar het heeft zo zijn bijwerkingen, dit medicijn. Dat kun je lezen op de bijsluiter. Daarom moet de mens ook besneden worden, en niet zeggen dat er geen kwaad is, niet z’n kop in het zand steken. De mens moet niet zeggen dat alles wel is in de familie, omdat de mens daar nu eenmaal geboren is. 1816 : Het merkteken van het beest. De synode van de koningskerk werd opgesteld waar iedereen zich aan diende te onderwerpen. Het boekje met artikelen hiertoe opgetekend moest in je hoofd en je hand zijn. Overtreders konden mogelijk opgepakt worden, in de gevangenis gezet of uit hun predikanten-ambt worden gezet. Daarom riep men op terug te keren tot Dordt, terug te keren tot de oude calvinistische fundamenten, terug te keren tot de bronnen. Alles is liefde en kennis, maar het heeft zo zijn bijwerkingen, ook deze, machtszucht, geldlust, monopolie, exclusiviteit, supergoofy willen spelen, als een held aanbeden willen worden, niet de minste willen zijn, oh nee. ‘We zijn op een weg naar nergens,’ zong David Byrne in de tachtiger jaren, weer in zijn rol als predikant. Hij stelde dat we dan wel pretenderen te weten waar we naartoe gaan, maar niet weten waar we zijn geweest.

Supergoofy is in het land, weet alles beter, wil de held uithangen, volg hem allemaal maar, als de rattenvanger van Hamelen. Roger Hodgson zong in zijn lied ‘Love is a thousand times’ dat de liefde veel sterker is dan ons, en dat oorlog niet de weg is, dat ze dat al zo vaak geprobeerd hebben, maar dat het gewoon niet werkt. Mensen willen graag de held uithangen, maar het is super goofy. Ook stelt hij dan dat de liefde veel liever is dan ons, en dat mensen juist omdat ze altijd maar leider willen spelen ons nooit naar de vrijheid zullen leiden, wat ze dan ook zeggen, en dat moeten ze volgens hem dan maar doen. Alles is liefde en kennis, maar drugs is een bijwerking, en veel gesmokkel. Daarom moet de mens besneden worden. David kreeg Michal, de dochter van Saul, als bruid, in ruil voor 100 voorhuiden van Filistijnen, maar David bracht hem 200 voorhuiden. Michal was zijn eerste vrouw. Saul had gehoopt dat David zou zijn omgekomen in de strijd tegen de Filistijnen. Saul wilde David nog steeds ombrengen. Michal liet David toen ontsnappen, maar toen David op de vlucht was gaf Saul Michal aan een andere man. Alles is liefde en kennis, maar vervolging en verlies is een bijwerking. Liefde en kennis zijn geen mierzoete snoepjes als medicijnen. Het is een bittere pil. Maar later kreeg David Michal wel weer terug. Alle dingen werken mede ten goede. Michal wilde niet dat David lichtzinnig zou zijn, een losbol, een goofy. Ze wilde dat hij sober zou blijven. Hoogmoed en overmoed stond namelijk op de loer. En zo hielp zij David ook te ontsnappen aan een vleselijk leven, op een geestelijke manier. Alles is liefde en kennis. Als wij elkaar in tederheid helpen en leren onszelf en elkaar te besnijden dan heeft dat medicijn een meerwaarde gekregen. ‘De liefde praalt niet, Zij is niet opgeblazen, Zij zoekt zichzelf niet, Zij is niet blijde over ongerechtigheid’ (I Korinte 13)

Ik had een droom vannacht dat ik met moeder wildernis bij mijn oma was, waar ik vroeger vaak logeerde. Oma had een sprei om haarzelf gedaan, en zou naar een vriendin gaan om daar te logeren, zodat ik samen met moeder wildernis alleen zou zijn in oma’s huis, om daar te studeren en te schrijven, zoals ik vroeger ook vaak deed. Mijn oma overleed al vele jaren geleden, maar in de geestelijke wereld leeft zij voort, in de droomwereld. hoofdstuk 20 – 1816 – het grote supergoofy mysterie De hele wereld bestaat uit liefde. Alle mensen kwamen voort uit liefde. Ieder mens voelt zich minderwaardig en onzeker, acht de ander altijd uitnemendender dan zichzelf, acht zichzelf altijd de minste. Maar ja, de bijwerkingen van dit medicijn ? En ga je niet slechts wanen door dit medicijn ? Is liefde dan geen oorlog ? Wat is liefde eigenlijk ? Alle mensen kwamen voort uit sex. Maar sex is niet per definitie liefde. Wat als de mens een sexueel overdraagbare aandoening is ? De bijwerkingen van dit medicijn ? Mensen, je ontkomt er niet aan. Het verspreid zich overal, houd alles in de gaten. De hele wereld bestaat uit liefde. Toch gaan er zoveel relaties kapot, is het allemaal niet houdbaar. Bijwerkingen ?

De stromen zijn sterk, families worden van elkaar losgetrokken als een lappen pop, en hoe moet je je kinderen dan opvoeden ? De stromen zijn te sterk, Je kind wordt per definitie van je afgenomen, want ze komen terecht in de hokken van het scholensysteem van de staat. De staat bepaald de voeding. Daar wordt je kind opgefokt. Denk niet dat het kind van jezelf is. Anderen gaan ermee vandoor. En hoe kan je er tegenop boksen als de stroming te sterk is, en je zelf ook wordt weggesleurd ? Alle mensen kwamen voort uit sex. De hele wereld probeert te overleven. Is het een mens, of is het een sexueel overdraagbare aandoening ? De hele wereld bestaat uit liefde, zoveel relaties kapot. En het kind glipt uit je handen. Of waren wij allemaal miskramen ? Of is er abortus gepleegd en kwamen wij tussen wal en schip, in een wereld die nooit werkelijkheid kon worden ? Bijwerkingen van het medicijn ? Alle mensen kwamen voort uit sex. Wat is sex ? Wat is liefde ? Wat is oorlog ? Er plant zich iets voort wat probeert te overleven. Wat is het ? Sexueel overdraagbare aandoeningen ? Miskramen ? Abortussen ? God ?

Wie of wat is God ? Een verhaal ? Waar staat hij of zij ergens in dit plaatje, in dit filmpje ? Wat is de bedoeling hiervan ? Is er wel een bedoeling ? Of is alles toch doelloos ? Wat als God ook een sexueel overdraagbare aandoening is, een waan, een miskraam, of een abortus ? Oh, God is liefde, maar wat is liefde ? Is God ook sex, of dat niet ? Maar alles kwam voort uit God. Alles kwam voort uit liefde en sex, of kwam alles voort uit liefde of sex ? Liefde en sex is niet hetzelfde, of wel ? God, liefde en sex zijn hetzelfde, of zit er nog verschil in ? Oh, God is kennis, maar de mens kent niet, en maakt zijn eigen goden. Toch bestaat alles uit liefde. Zo mooi, maar die bijwerkingen Het medicijn heeft bijwerkingen. Is er een wereld in een wereld ? Een wereld van liefde in de wereld. Je moet het leren kennen, want liefde is kennis. Of zit er ook weer verschil tussen liefde en kennis ? Een mens moet eten om te overleven, maar zoveel mensen komen om van de honger. En door sex plant de mens zich voort om te overleven. Families zorgen voor elkaar, en worden dan van elkaar losgetrokken als lappen poppen, want de diepere wereld roept, de diepere wereld van liefde, wat de liefdeskennis is. Die is nogal genuanceerd, die heeft nogal veel bijwerkingen,

veel complicaties, veel complexiteit, bijna clinisch. Ook zo’n mooi woord : clinisch. Ik was eens aan het vissen, en toen ik een vis ophaalde zei de vis : clinisch. Ik was nog heel jong, misschien zes. Het was niet echt vissen, maar dat was zo’n spel met een hengeltje en een magneetje eraan, en dan kon je in zo’n kaartenbak vissen, en dan waren er kaartjes met magneetjes en woorden erop dit je eruit kon vissen. Zo leerden wij als kinderen hele moeilijke woorden, die we dan begonnen uit te spreken, maar we kenden de betekenis er niet van. Lang verhaal. Het was wel wonderlijk. Bestaat God of bestaat God niet ? Als liefde gewoon God is, dan bestaat God, ook als God sex is of kennis. Teveel liefde verwoest de mens, teveel sex ook, en teveel kennis. Daarom is er nog iets anders belangrijk : verlies, scheiding, dood. Dat verklaart dan ook weer de bijwerkingen. Zonder bijwerkingen zou het medicijn nooit kunnen bestaan. En zo is de cirkel rond. Een honger medicijn dus uiteindelijk ? Maar hoe kun je dan leven ? Wat is het leven eigenlijk, en moet leven wel ? Waarom moet leven eigenlijk ? Wat heeft het allemaal voor zin ? Waar leven we voor ? Leven we voor het medicijn ? Leven we voor de leukigheid ? Leven is slechts een metafoor van kennis,

als van een voertuig, en de honger is het stuur. Dus we leven niet echt ? We leven ergens tussenin. Leven, liefde, sex, honger, zijn allemaal metaforen van de kennis, van het medicijn. En je mag nooit teveel nemen van het medicijn. Er zijn nog zoveel andere dingen te doen. Hoepelen bijvoorbeeld. Laten we wel wezen : Het medicijn heeft ons nooit verder gebracht, maar teruggebracht. In het Aramees is de toekomst in de wortels, in het oer, in het terugkeren dus. Dat is wat de regressie is. Het hierdraaimaals of hierdoormaals brengt ons dus tot het hiervoormaals. Blijven hoepelen. Supergoofy is in het land. Sinterklaas is er niks bij. Vergeet de zwarte pieten maar. Supergoofy heeft zijn eigen pieten : de 1816-nazi’s. Er zijn nog zoveel andere dingen te doen dan dat. Wat dan ? Pokeren bijvoorbeeld. Hoe gaat dat dan ? Ik weet het ook niet, het is iets met kaarten of dobbelstenen, of beiden. Er zijn een heleboel pokerspelletjes, ook strippokeren, dat je telkens een lichaamsdeel verliest, of een stripboek, of een kledingstuk, of een wapen, een spel van honger zou ik maar zeggen, een spel wat zo gevaarlijk is dat als je het verliest je dan dood gaat en misschien wel naar de hel. Je kunt er alles mee winnen, je kunt er bijvoorbeeld ook de hoofdprijs mee winnen, dat je dan God bent geworden, dus dat je de nieuwe supergoofy bent geworden, en dat je dan je eigen 1816-nazi’s mag gaan uitdelen aan het volk, als de opvolger van sinterklaas of wat dan ook. Gevaarlijk spel. Je moet goed

weten waar je mee bezig bent, en waar je aan toe bent, anders gaat alles mis. Ook maar niet teveel doen dan. Maar wat moet je dan ? Nou, er zijn nog zoveel andere mogelijkheden. Begin je eigen winkel. Lees eens een boek. Ga eens naar de markt. Stap eens op een trein. Maak zelf eens een trein. Enzovoorts, enzovoorts. Je kunt het zo gek niet bedenken. Wij zijn creatieve mensen. Wij kwamen voort vanuit liefde, sex en kennis. Wij kwamen voort vanuit een heleboel honger, een heleboel gepoker, ook strippoker. Een heleboel gehoepel en gesnoepel. Wij kwamen voort uit het medicijn met zijn vele onopnoembare bijwerkingen. Begin er allemaal maar niet aan om het allemaal op te noemen. Het is onbegonnen werk. Sinterklaas en zwarte piet, goeie ouwe tijd. Wat is er van overgebleven ? Niet veel. Maar ja, volgens het Aramees is de toekomst gewoon een dieper verleden, dus we zijn teruggegaan in de tijd ? Is dit het oer al ? Zijn we al in orion ? Supergoofy staat daar met zijn rammelaar. Wat een verhaal, wat een boek, en al zijn 1816-nazi’s dansen om hem heen Supergoofy is de nieuwe fuhrer, om zijn wereldrijk te stichten, de bijwerkingen van een vreemd medicijn,

zo vreemd, zo vreemd, dat ik maar weer begonnen ben met televisie kijken, even in een andere wereld wegdromen, maar helaas is er tegenwoordig niks meer op tv … nou ja, afgezien dan van het programma ‘op de buis’, waar je zelf op tv kan komen, en dat lijkt mij nu echt niks … ik blijf liever op een afstand, een veilige afstand … Maar ja, je kon het wel raden … Opeens verscheen die kop van supergoofy op tv … en daar marcheerden ineens zijn 1816-nazi’s op tv … Ze hadden me dus gevonden … Ze waren overal … Maar ik dacht : Ach, het is maar tv … het is leuk, maar het is niet waar … Het is zo’n wereld die je bij de vuilnis kan zetten … Geen gedoe … lekker makkelijk, hup bij ‘t afval … En het handige van een tv is dat er een aan en uit knopje op zit … Dus ik heb hem even uit gedaan, maar toen ik hem na een tijd weer aanklikte was supergoofy nog steeds op de tv, met zijn 1816-nazi’s, allemaal supergoofies in hun eigen recht, en op welke zender ik dan ook klikte, ze waren er altijd … Nee, tegenwoordig niks meer op tv … Wat een ellende … Het moet ook niet gekker worden, maar ja, het zijn de bijwerkingen van een medicijn, een prijzig en hooggeprezen medicijn, dus we moeten er zuinig op zijn … Het is schaars, erg schaars, zeldzaam … Het kan op een keer zomaar ineens weg zijn … En wat moet je dan ? Nou ja, zo erg zal dat ook niet wezen … zoveel andere dingen te doen …

We verzinnen wel wat, de mens is creatief genoeg, De hele wereld bestaat uit liefde, en sex, en kennis, en honger, veel honger, heel veel honger, anders zou het allemaal propvol worden, en beginnen te exploderen, vol is vol … Het moet niet erger worden … De mens moet de touwtjes vieren anders gaan we er allemaal aan … Supergoofy en zijn drugs … Werd god door een spelletje poker … Maar er zijn wel meerdere pokergoden … Zo is er dan Loesje van Daan-Schuiten-Ekkel, en Dikkertje Dap, Jan Duchteren, toch wel beroemde, bekende, en vooral onverslaanbare pokergoden, daar kan geen hoepel tegenop. En dan is er nog dikke Delft. Ik moet het allemaal nog zien met die supergoofy. Het volkslied van de supergoofies ? Wij willen gezondheid, Wij willen leven, Wij willen sex, Lekker leven, ten koste van de dieren, Lekker selectieve 1816-nazi-liefde, vriendjes politiek, Op snelle paarden de afgrond in … een 1816-nazi in je kop om je als een god in frankrijk te kunnen wanen … wanen wanen over de baren, heer supergoofy is onze gids …

hij kocht ons met zijn bloed, zweet en tranen … zoveel dieren stierven in onze plaats, wij zijn maar wat gelukkig …. de pokergoden zijn ons gunstig geweest … Ik zei : Wat ? Daar kun je toch niet mee aankomen ? Maar ik besefte dat ik slechts sprak tegen de bijwerking van een medicijn … staat allemaal in de bijsluiter … supergoofies niet uitgesloten … Ik heb het medicijn maar genomen, maar ik nam niet teveel … je mag zeer zeker niet over de dagelijkse limiet … ik ben toen met mijn bootje over het water gegaan, door het riet … en ik heb het medicijn maar uitgedeeld … supergoofies niet uitgesloten … 1816-nazi’s, vreemde bloemen, en ze groeien hier toch … het kan er flink op los groeien in de tuinen … flink veel onkruid …. en dan is besnijdenis zeker geen luxe … en dan maar veel stripboeken lezen … Ze zingen hun vreemde liederen … als schepen in het hoofd van kinderen om hen op te nemen naar god weet waar … aan rustige waatren en dat soort onzin, schaapjes van de kudde … en plotseling tovert supergoofy zijn mes tevoorschijn, en hij stopt niet bij slechts de vacht, nee, het gaat tot op het bot … allemaal voor de propaganda, want vlees verkoopt … hij slacht zelfs zichzelf en staat na drie dagen weer op, en dan begint het weer … eeuwig en altijd … het is geen berend botje die nooit meer om komt Supergoofy is een predikant zonder boodschap,

met zijn 1816-nazi’s wordt hij goed betaald … vuurwerk midden in het jaar … opium voor het volk, opdat zij eeuwig slapen … voor eeuwig worden ze bedonderd en bestolen … Als sinterklaas terugkomt gaat supergoofy weer in de zak, dat losgeslagen stuk speelgoed Ha ha ha, ha ha ha, wat zijn we weer grappig, wat zijn we weer gezond, we kunnen weer leven, liefde en sex, want supergoofy is gekomen, kijk eens naar zijn standbeeld, echt monumentaal, hij heeft het wel gemaakt, ha ha ha, de wereld bestaat uit liefde, de wereld bestaat uit sex, de wereld bestaat uit gezondheid, allemaal dankzij supergoofy, die zijn leven gaf … het heeft copyright, je bent aan de drugs, dit is hoe verslaving werkt … dit is stockholm syndroom … je weet dat je van supergoofy houdt, en hij houdt van jou, en je weet het, want ver weg van supergoofy is de gevaarlijke, onheilspellende wereld, de wereld buiten het paradijs van supergoofy …. niemand houdt het daar lang vol …

En ik schudde mijn hoofd toen ik het las … op de bijsluiter van het medicijn … zou ik het nog wel slikken ? Zo’n hele rits bijwerkingen … En elke bijwerking heeft weer zijn eigen bijwerkingen, en die hebben ook weer hun bijwerkingen, je komt er nooit meer vanaf … en ik dacht : dat kan zo niet langer … spreek je dan nog wel van een medicijn ? het is allemaal kommer en kwel … en ik raakte in gevecht met het medicijn … maar het ging steeds dieper … het was niet te beteugelen Er waren zoveel medicijnen, een heel magazijn vol, en ik begon ze te tellen … en ik wilde de dokter spreken, maar er waren zoveel dokters, en ze spraken elkaar allemaal tegen, en verkochten allemaal hun eigen medicijn … en ik ben toen maar weggegaan, het bos in, en plukte een vrucht van de bomen … het was medicinaal, dat wel, maar had zijn bijwerkingen, zoals altijd … ook in de natuur … en ik droomde dat ik van het medicijn nam … en ik vroeg me af : wat was er eerder ? de droom of het medicijn ? hoeveel dromen gaan er in een medicijn, en hoeveel medicijnen gaan er in een droom ? en ik kwam erachter dat alles te berekenen was, alles.

En ik hoorde een vreemd liedje van dwergen, ze dansten om hun supergoofy heen, die ze gemaakt hadden, ze hadden er zo’n schik in … ‘niemand weet, niemand weet, dat hij repelsteeltje heet.’ Repelsteeltje was een mannetje uit een sprookje die mensen uit benarde situaties hielp in ruil voor hun kinderen. Goud spon hij van hooi, hij kan alles voor je maken, in ruil voor je innerlijke kind ... Ja, veilig leidt hij je naar de volwassen wereld, om een getrouwe volgeling te worden van supergoofy, een getrouwe 1816-nazi te zijn, om elk innerlijk kind om zeep te helpen, wie oren heeft die hore hoofdstuk 21 van oer tot orion Ezau was in de heilige scheiding. God had op een bepaalde manier afstand van hem gedaan, opdat zijn vlees besneden zou worden. Dat is niet iets vreemds. Ook Jezus ging daar doorheen, en de psalmist. Ezau was een verstotene, gehaat door God, opdat Ezau de minste kon zijn. Het boek Abadja stelt dat God hem zeer klein maakte. Keil-Delitzsch (1866) zegt hierover dat God Ezau, Edom, klein maakte door middel van vijandelijke naties en dat Edom van grote

hoogtes werd neergeworpen, van onneembare rotsachtige kastelen, om vervolgens te worden geplunderd door vijanden, verlaten en bedrogen door bondgenoten en vrienden en vervolgens omkomt in hulpeloosheid en onmacht. Ook wordt dit aangehaald in de context van het boek Numeri. Aan Edom werd de oorlog verklaard in het boek Abadja, en Edom heeft de Adam, dam, wortel van de besnijdenis, en het pre-adamitische volk van Sukker. Uiteindelijk is het een beeld van Sukker. Dit volk is eigengereid, gaat zijn eigen weg, en leeft vanuit zijn oer-instincten. Het is niet conform, maar wild, levende vanuit herinneringen, rebels tegen moderniseringen. Wees alleen maar gericht op het geestelijke. Je kan zeggen : ‘Maar we hebben het materiele ook nodig.’ Alleen door het geestelijke mag je het materiele benaderen en met het materiele omgaan. Dat mag niet omgedraaid worden. Door de minste te worden, oftewel je status en positie in het vlees op te offeren, kom je tot de tranenrivier van Ezau, van Edom, die helemaal terugleid tot het paradijs, tot de Adam wortel, de d’m, de besnijdenis, en zo wordt je geent op het pre-adamitische ras van Sukker, oftewel de diepere herinneringen van het oer en van orion. Dat is dus iets in de voeten, in de wortels, waar je contact maakt met de aarde, met de onderwereld, love from the bottom to the top, het stromen van de tranen. Dat gaat altijd van onderen, waar de bron is. hoofdstuk 22 het repelsteeltje syndroom Heel nederland heeft het repelsteeltje syndroom. Het is een complot tegen het kinderlijke, want kinderen zijn nog verbonden aan de droomwereld. Daarom is repelsteeltje als een huurmoordenaar, een massa moordenaar van kinderen tot Nederland gezonden, als een Herodus. Deze kabouter biedt zijn gulle gaven aan in ruil voor je innerlijke kind. Zo wordt je volwassen, maar dan heeft repelsteeltje dus alle touwtjes in handen. Je bent dan slechts een trekpop.

Repelsteeltje zit op zijn hoge troon, heeft nederland gulle gaven gegeven, oh, hij kan hooi maken tot goud, Nederland heeft boven alles een goudzucht, en is daardoor prooi geworden van Repelsteeltje, hun kinderen aan hem verkocht Repelsteeltje is van het type schorem dat een mes tegen je keel legt, en dan zegt : ‘Je vind het leuk he, zeg maar ja.’ En dan red hij je van de dood waarmee hij je zelf had bedreigd, en dan moet je hem nog dankbaar zijn ook, zo dankbaar dat je je innerlijke kind aan hem schenkt. Het is een hele sinistere uitwas van het stockholm syndroom. Eens viel de mens uit het kinderparadijs door de verleidingen van Repelsteeltje. Door het kinderparadijs stroomde de rivier van tranen, waar het opwelde. Maar Repelsteeltje zei : ‘Kop op, je moet volwassen worden.’ Hij kocht de mens om, en de mens viel diep. ‘Niemand weet, niemand weet, dat ik repelsteeltje heet,’ zingt het mannetje al dansend om zijn keteltje. Hij houdt het volk onder hypnose. Eens viel de mens uit het kinderparadijs. De mens betaalde een hoge prijs voor al het snoep, drugs en troep. Ze volgden hem die op zijn fluit speelde als de rattenvanger van hamelen, die hen schone beloftes gaf. ‘Niemand weet, niemand weet, dat ik repelsteeltje heet.’ Hij leidde de kinderen tot een rots waar ze versteenden. Hoe dan terug te keren tot het kinderparadijs ? Volg de rivier van tranen in je hart. Durf weer kind te zijn. Stop met het spelen van volwassen spelletjes want ze hebben steenkoude harten, en zijn uit om het innerlijke kind te doden. Laat je besnijden hiervan. Het zijn slechts marionetten in het leger van repelsteeltje, in zijn grote syndroom.

Hij maakt goud van je problemen, maar je betaalt een hoge prijs, hij geeft je mooie dromen, maar het is allemaal ijdelheid. hoofdstuk 23 de regressie Ik viel in slaap met de woorden : killerclown – superclown Ik had een droom over de dijkdoorbraak in Zeeland in 1953. Ook droomde ik over speeltuinen die tot kerkhoven waren geworden. Ik liep er langs en ik dacht : ‘Dit waren toch vroeger speeltuinen ?’ Het was achter een rijtjeshuis. Ook tuinen van mensen waren tot kerkhoven geworden. Ik liep over een stoep achter de tuinen, en ik liep langs wat mongooltjes. We moeten de regressie als onze vriend hebben. hoofdstuk 24 van geslacht tot geslacht Zacharia 1:4 Weest niet gelijk aan uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: zo zegt de Here der heerscharen: bekeert u toch van uw boze handel en wandel; maar zij luisterden niet en sloegen op Mij geen acht, luidt het woord des Heren.

De boodschap van het Oude Testament in Israel, de oorspronkelijke boodschap in de Israelitische grondtekst was : Wees goed voor dieren. Het dier is een inspiratie bron. Het is om het kind te leren helpen over het leven. Maar hedendaagse vaders en moeders vergiftigen hun kinderen. Zeggen dat je van dieren houdt en het zielig vindt als hen wat wordt aangedaan, maar dan toch vlees eten en het aan je kinderen geven is verschrikkelijk schizofreen, gespleten persoonlijkheid, als een clown. Dan ben je niet te vertrouwen. Er moet dan eerst besnijdenis plaatsvinden, anders eet je gewoon van twee walletjes. Daarom zei Zacheria, en Jeremia zei dat trouwens ook, dat de mens niet gelijk moest worden aan de vaderen, maar aan het goede, de hemelse kennis. Zacharia 1:15 Ik ben zeer toornig op de overmoedige volken, die, terwijl Ik maar een weinig vertoornd was, meehielpen ten kwade. Meewerken met het kwaad is al helemaal niet verstandig, maar de vleselijke volkeren geven het aan elkaar door van geslacht tot geslacht en het is zeer besmettelijk, als een virus. hoofdstuk 25 na het hiernamaals Efeze 3:17-18 Geworteld en gegrond in de liefde, zult gij dan samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, en te kennen de liefde van chasma (de baarmoeder, moeder natuur), die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods. Er is een hiernamaals zoals er ook een hiervoormaals is, en een hierdoormaals.

Materialisten leven in het hiernumaals. Ze willen alles nu, en snel. Ze willen hun loon nu, ook al gaat dat ten koste van de dieren en de armen, ook al gaat het ten koste van moeder natuur. Ook christenen kunnen zwaar materialistisch zijn. Voor vleselijke, materialistische christenen is het de ergste nachtmerrie als ze zouden worden opgenomen ten hemel voordat ze getrouwd zijn of voordat ze carriere hebben gemaakt. Ook veel christenen dienen het hiernumaals. Ook het hiernamaals kan een projectie zijn. Belangrijk is om tot het hierdiepmaals te gaan om zo te komen tot het hierallesmaals, om alles in de juiste context te krijgen, en opdat je niks belangrijks overslaat. Wat is de reikwijdte van je liefde ? Gaat het alleen tot de voordeur en niet verder ? Of alleen tot het tuinhekje ? Dan mis je een heleboel. De cirkels moeten wijder worden, tot het hierallesmaals. God is liefde. God houdt van iedereen, alhoewel dat niet wil zeggen dat God iedereen mag, en dat alles mag en kan. Het wil ook niet zeggen dat er geen rechtvaardigheid is. Maar God’s liefde beschermt tegen onrechtvaardigheid, tegen valse rechtvaardigheid. Een lied uit de tachtiger jaren stelde dat de oordelers geoordeeld moesten worden, en ook dat de misleiders misleidt moesten worden. Telkens werd de bal dus teruggespeeld en werd hen een spiegel voorgehouden. Het lied stelde dat de confrontering geconfronteerd moest worden, zoals ook het diepte-toetsen stelt. Men moest die kant wel opgaan, want er zou kennis voor de mens klaarliggen om gekend te worden. Wat is de reikwijdte van je liefde ? Is dat alleen je speciale kringetje ? Wat is er wel niet allemaal vergeten, niet alleen in de tijden, maar ook in de wijdte en de diepte. Het hierwijdmaals is de borsten van moeder natuur die alle dingen laat zien vanuit natuurperspectief, waarin je zoveel fragmenten en schakeringen kunt zien. Dan krijgt de mens de ware melk, niet alleen maar door gericht te zijn op het hiernumaals en het hiernamaals. Het is de wijdheid en wijsheid van God’s liefde die alles doordringt en uitwringt. We mogen diep de tranenrivier ingaan en gaan tot het vergetene, ook als we onszelf vergeten voelen. Het is een deel van onszelf. Als we onszelf vergeten voelen, dan is dat dus een roep van het vergetene tot ons, een veel wijdere wereld buiten ons tuinhekje roept ons dan.

hoofdstuk 26 moeder israel en de zestiger jaren : a view to a kill Alle bladeren waren bruin en de lucht was grijs. De wereld was een winter, en een man liep op een weg langs een kerk en besloot er naar binnen te gaan en net te gaan doen alsof hij bad. De prediker daar was een zeer koude persoon. De man begint weg te dromen over Californie waar alles veilig en warm is. Het is het verhaal van de mamas and the papas die de bal aftrapten voor de flower power age, het tijdperk van de liefde, in de zestiger jaren. Deze beweging begon al weer snel te sterven met de moord op Martin Luther King, en doofde vrijwel geheel uit met de moord op John Lennon. Ook drugs deed de beweging weer uitdoven, want drugs is gewoon een plunderaar, een dief van geestelijke goederen. De beweging was kort maar krachtig. De beweging was anti-oorlog en anti-conformisme, en ook anti-kapitalisme. De mens moest minderen, en ze gaven een gehoor aan de boodschap van Zacheria van ‘gij zult niet gelijkvormig worden aan uw vaderen’. Dat was een gebod wat ook Jeremia had gepredikt. Er zij inzicht, had God gezegd met de schepping. Dat was een Israelitisch gedicht, als een psalm. Niet zomaar : ‘Er zij licht.’ De flower power kwam tegen de disinfo van het militarisme. Het streed tegen het zg. obscurantisme, de praktijk van het opzettelijk mispresenteren van informatie op een onnauwkeurige, duistere manier die is ontworpen om verder onderzoek en begrip te beperken, de opzettelijke beperking van kennis. Het is het doelbewust streven om mensen te verhinderen zelfstandig te denken door hen in onwetendheid te houden, het verbieden van kritisch denken. Al in de jaren 1700 werd het als een grote vijand gezien van het intellectuele verlichtingsdenken in de filosofie. Nietzsche zei hierover in de jaren 1800 : ‘Het essentiële element in de zwarte kunst van het obscurantisme is niet dat het het individuele begrip wil verduisteren, maar dat het ons beeld van de wereld

zwart wil maken en ons idee van bestaan wil verduisteren.’ De derde scheppingsdag was de dag van het kinderparadijs, ook als beeld van de minste willen zijn. Dat is waar elk inzicht naartoe leidt. Hier ging de mens op de knieen. Dan op de vierde scheppingsdag zien we het onderscheid tussen het vleselijke en het geestelijke door de aanstelling van het grote inzicht en het kleine inzicht. Het grote inzicht is de context, en het kleine inzicht is de nuance. Beiden zijn nodig om tot deze onderscheiding te komen. In de zestiger jaren, op de zesde scheppingsdag, zei God : er zij liefde. Toen werd de mens geschapen, en werd er gezegd : wordt vruchtbaar en vermenigvuldig uzelf. De liefde is vermenigvuldigend. Als je liefde geeft dan kan de ander dit ook weer doorgeven, en zo vermenigvuldigd het zichzelf, en liefde is inzicht, kennis. Als je iemand liefde geeft zonder kennis, dan is dat geen ware liefde, maar valse liefde. Scheiding is iets metaforisch, als het loslaten, het afscheiden, afzonderen, om zo te kunnen onderscheiden, wat ook op de tweede scheppingsdag gebeurd, dat het zaad, de tranenrivieren, worden afgescheiden. Zo gaan ze overal naartoe en stromen ze door alles heen, wat niet zou kunnen gebeuren als ze bij elkaar waren gebleven. De tweede scheppingsdag is dus fundamenteel. Hierdoor kan een mens de minste worden en de minste zijn op de derde scheppingsdag. Zo komt de mens tot context en nuance op de vierde scheppingsdag. De man in het lied ‘California Dreamin’ was tot de kerk gekomen en zou niet meer weggaan. Hij had Israel gevonden, en luisterde niet naar de predikant. Hij droomde, hoe het ooit was. De koude wereld werd warm toen de liefdesbeweging toesloeg. Het is een beeld van de schepping. Ik houd daarom vast aan moeder Israel. Ik laat haar niet meer verkracht worden. Ik strijd voor haar, en voor de mooie taal die zij spreekt en die ze zo veranderd hebben in het westen door de halfgebakken halve zolerige prediking van de lekenfamilie met hun operaties op de keukentafel. Moeder Israel kwam terug met haar hoofd boven water, boven de golven uit, in de zestiger jaren.

De Duitse filosofen en theologische geleerden hadden hiervoor in de jaren 1700 en 1800 hiervoor het zaad gezaaid in hun strijd tegen het obscurantisme. Zij legden in hun teksten en besprekingen van de oude boeken veel meer context en nuance aan, waar de lekenfamilies verder geen oog voor hadden. Het was een koude wereld. Daarom moest de ‘man after midnight’, of ‘midnight man’ komen, de wilde jongens van Burroughs, die ook fundamenteel was voor de flower power beweging in de zestiger jaren. Moeder Suri, moeder Israel, moeder Egypte, het zijn slechts gezichten van moeder Orion die ons terugroept. Haar haak is liefde, haar pijl is inzicht. Een blik om te doden, wat ook een belangrijk thema was in de tachtiger jaren : A View to a Kill. Laat je inzicht het vlees doden, op geen enkele andere manier. Vroeger waren er van die mopjes zoals : Wie was de eerste sportman ? Mozes, want die wierp een blik over de woestijn, of een blik in de hemel. Wie oren heeft, die hore. hoofdstuk 27 a view to a kiss – de israelitisch-egyptische context van het scheppingsverhaal en het evangelie De tranenrivier is niet dat je altijd maar letterlijk wenend door het huis loopt en wenend door de straten gaat, maar dat je verbonden bent aan moeder natuur en alles test. Het is een houding van voorzichtigheid en tederheid. Voortdurend ben je afremmend en minderend bezig, om geen deel te hebben en niet gelijkvormig te zijn aan die zogenaamde aardse vaderen waar Jeremia en Zacheria tegen predikten. Beiden predikten ze tegen de patriarchie. De tranenrivier zorgt dat je niet gelijkvormig wordt aan de koppige, stijfnekkige, overmoedige westerse christenen die totaal geen moederbeeld meer hebben. De tranenrivier laat de mens terugkeren tot de baarmoeder, tot de

nederigheid, het zijn van de minste, maar daardoor ben je altijd de meerdere van het vlees. Je mag je nooit onderwerpen aan het vlees. Er is een strijd te voeren tegen het vlees. Nederigheid naar het vlees is valse nederigheid. Dat je soms strategie moet gebruiken is weer een ander verhaal. De vijfde scheppingsdag is de dag van wedergeboorte in het water, de mayim, de tranen, het zaad, en de sa-mayim, de hemelen, of de kennis van de tranen. Dat was de schepping van de vissen en de vogels. Je wordt wedergeboren in tranen en hemelen, oftewel in de grote context van hemelse kennis, want er zijn ook zoveel valse tranen, de tranen van het vlees. Allereerst zei God tegen de wezens van de wateren en de hemelen : Wees vruchtbaar en vermenigvuldig jezelf, namelijk op de vijfde scheppingsdag. Ons onderwijsboek ‘de ontsluiering van genesis’ zegt hierover : ‘Als er dan staat dat er levende wezens komen tot de wateren en hemelen, dan staat er in het Aramees dat er openbaringen komen tot het verstand, waarvan de naaktheid ook weer een beeld is. Ze waren naakt in de hof, oftewel ze waren profetisch. (1:20) De scheppingsdagen zijn dus een beeld van de geestelijke gaven die door volharding en geduld rijpen. Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervul de wateren en de aarde betekent in het Aramees het voorbereiden van pijl en boog. Er is een oorlog te voeren tegen het vlees, tegen de onwetendheid en het ongeduld. De mens moet leren volharden, leren te zijn in hwy, wat een scheppende, volhardende kracht is. De mens moest in het Aramees de aarde nog tot volkomenheid brengen, compleet maken, door te komen tot de context. Hiertoe waren de geestelijke gaven aangesteld, en hiertoe moest de mens vrucht dragen. Zodra er water staat in het Aramees, betekent het zaad. Dieren zijn in het Aramees beelden van de zoomorfische engelen die de troon van god dragen, de hayewta, of in het MandaischAramees de hiauniata. De mens mag daarom niet laatdunkend over dieren denken.’ Eerst werden de engelen geschapen, de paradijselijke dieren, en dat waren beelden van de fundamenten van de mens. Het begon in het water, in de tranenzeeen, met de vissen, en zo moest de mens eerst tot kennis komen in de hemelen, wat daarna kwam, de vogelen : van kruis tot kennis dus. Eerst moet

het vlees afsterven. Het gebod van wees vruchtbaar en vermenigvuldig uzelf is een oorlogsgebod in het Aramees. De mens wordt door de hemelse tranen bewapend tegen het vlees. Pas op de zesde dag werden de dieren op de aarde geschapen, op het land, de grond. Het begint in het water, in de tranen, in de verbondenheid met moeder natuur die alles toetst. Het water grijpt niet, maar laat los, doet afstand en test. Ga dus niet hoger dan je voegen. Neem niet meer dan nodig is. Ga niet zomaar aan land, maar richt je op de vissen en de vogelen en weet waar het voor staat. Laat jezelf niet zomaar gelden. Volg je vlees niet. Telkens als je een natuurlimiet overtreedt, dan gilt moeder natuur. Zijn wij gevoelig voor haar gillen ? De mens in het vlees hoort dit gegil niet. Het is zijn eigen moeder, zijn eigen vlees en bloed, zijn hogere zelf. Telkens weer wordt moeder natuur verkracht als de mens zondigt, maar moeder natuur zal haarzelf herstellen. Ga niet te snel aan land, blijf lang genoeg in het water. Als je te snel aanlegd kom je bedrogen uit. De vijfde scheppingsdag is profetische openbaring die ontstaat in de tranenzeeen, nadat de mens heeft leren minderen, de minste hebben willen zijn, en zo wordt je de meeste over het vlees. Alleen de minste, de minore, kan het vlees overwinnen. Het materialisme is de openbaring van het vlees, en het is allemaal gestolen. Vlees brengt vlees voort. We moeten daarom goed de scheppingsprincipes kennen. Johannes 3:5 Israelitisch (hebreeuws-aramees) Tenzij iemand geboren wordt uit tranen (water) en kennis (hemelen), kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan. 1 Johannes 5:8 Israelitisch-Egyptisch En drie zijn er, die getuigen op de aarde : de kennis en de tranen en de besnijdenis (bloed), en de drie zijn tot één. Wanneer je tot aarde komt, tot land, tot de schepping van wezens op de aarde, de zesde scheppingsdag, zorg dan dat je diep genoeg in de tranen bent gegaan om alles te testen, en ook zodat het geen egoisme is, dus dat je de besnijdenis hebt ontvangen, en dat je zo tot kennis, profetische, hemelse kennis, tot openbaring bent gekomen, zodat je niet door vleselijke krachten wordt geleid.

Het westen legt deze dingen niet verder uit, en heeft die vertaling ook niet. Ze hebben namelijk Israel en Egypte weggekapt. Je moet dus deze drie getuigen hebben, anders kun je niet tot de scheppingsaarde komen. Met het getuigenis van mensen kom je er niet. Je komt er ook niet door complimentjes van anderen, want het vers erna zegt : 1 Johannes 5:9 Indien wij het getuigenis der mensen aannemen, het getuigenis van God is meerder, want dit is het getuigenis van God van het zoonschap. Er moet dus eerst daadwerkelijke wedergeboorte zijn en wederopvoeding, in het zoonschap. Openbaring 22:17 Israelitisch En de Kennis en de bruid zeggen: Kom. En wie het hoort, zegge: Kom. En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme de tranen des levens om niet. Johannes 3:6 Israelitisch Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de kennis geboren is, is kennis. Johannes 7:38-39 Israelitisch-Grieks Wie naar Mij luistert en Mij gehoorzaamt, gelijk de Schrift zegt, stromen van levende tranen zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit werd er gezegd van de Kennis, welke zij, die tot luisteren en gehoorzamen kwamen, ontvangen zouden. Het gaat hier om de kennis van het hongeren, weten wanneer te vechten en wanneer niet, leren wanneer te eten, en wanneer niet, leren wanneer te spreken en wanneer niet. 1 Johannes 5:6 Israelitisch-Egyptisch Dit is gekomen door tranen (water) en besnijdenis (bloed), niet slechts met tranen, maar met tranen en besnijdenis. En de Kennis is het, die getuigt, omdat

de Kennis de waarheid is. Laat je niet zomaar kussen. De ware kus is als je door inzicht gekust bent, a view to a kiss. hoofdstuk 28 zaaien en oogsten De mens gaat te snel voor nuance en context, dus dan moet alles eerst in de vertraging, geduld, en dan is de chaos het kruis voordat er schepping kan plaatsvinden. Het kruis is dualistisch. En ja, er is zoiets als valse context en valse nuances, wat ook weer terugkomt in de germaanse mythologie als de strijd tegen de reuzen en de kabouters. Daar is het ragnarok voor. De goden zijn dan de prioriteiten, de logistiek, en dat is ook helemaal verkeerd gegaan, dus vandaar dat er ook weer zoveel valse goden zijn van het vlees, en die moeten dan ook allemaal vallen. In het ragnarok, in de vertraging, het ijs, het geduld, gaat het zich allemaal sorteren. Alles sterft daar aan zichzelf, alles wordt tegen elkaar weggestreept, goden, kabouters, reuzen, enz. Alleen de logistiek kan nuance en context met elkaar verbinden, en zo van cirkel tot cirkel gaan, in een spiraal. De logistiek is de profetische leiding, de gave, het onderscheiden van waar, wanneer, hoeveel, en hoe, dus de beste schakels voor het moment, dus weer de logistieke filosofie, waar ook een onderwijsboek van is, en wat zo nu en dan ook weer terugkomt. Toetsen en empathie is de basis, en die empathie is dus allereerst naar moeder natuur. Empathie naar het vleselijke is gevaarlijk. De mens komt door empathie, plaatsvervangend lijden, juist boven het vlees uit, dus dan pas gaat Efeze 1-2 en geheel Efeze in vervulling, dat je door empathie boven alle overheid en macht van het vlees wordt gesteld, in plaatvervangend lijden. Dus dan wordt het tegen elkaar weggestreept. Dat is dan ook het geheimenis van christus waar Paulus het over heeft, dus niet zomaar een man, maar een principe. Wat de kerk er verder van heeft gemaakt daar gaat het verder niet om, maar die schatten liggen dus veel

dieper verborgen, er onder bedolven eigenlijk. Dus Efeze 4 gaat dan over wat empathie inhoudt, het afdalen in de dieptes, de buitenste duisternissen, de buitenste cirkels, en dan krijgsgevangenen opvoeren. Empathie is nl. geen new age dwaas, maar toetst alle dingen, neemt alles krijgsgevangene en voert het dan mee omhoog om het tot sieraad te strekken en alles een plaatsje te geven, zij het een gevangenis, een school, of een ziekenhuis of wat dan ook, zodat het vlees verder kan afsterven. Empathie is dus een oorlogsvoerder, zoals Efeze over de geestelijke oorlog gaat, en Efeze was dus gesticht door amazones, waar Paulus deze kennis vandaan haalde, nl. uit de aretaitische filosofie (waar ook weer een boek van is). Empathie is dus geen dweil die zich overal inmengt, maar zich juist terugtrekt om shamanistische tochten in en door de onderwereld te gaan. Het mag dus niet materialistisch zijn. Het is altijd profetisch. Dan geldt weer het zaaien en oogsten principe dat je niet moet verwachten dat je alles van een artikel direct begrijpt, want het gaat niet zomaar om lezen, maar om bestuderen, mediteren, loslaten, de tijd geven, en dan ga je vanzelf verbanden leggen. Het komt uit een komend boek, dus het heeft ook weer een boekcontext, en het komt voort van het eerder fundament van 'de ontsluiering van genesis'. Je hoeft je niet druk te maken om wat je er nog niet van begrijpt, maar dat wat je er wel van begrijpt, want dat is je dan gegeven als loon, en dat kan inderdaad maar iets heel kleins zijn, een kort zinnetje of gewoon een woordje, waar je mee verder kan. Dat is ook weer logistiek, dat je de lijn volgt die je gegeven is, en op een ander tijdstip als je het terugleest kan dat weer een andere lijn zijn, omdat logistiek nooit hetzelfde is. Ook context en nuance moet dus getoetst worden, dus dan ga je terug naar de tranenrivier. Het toetsen is centraal en daarvan is empathie een beeld, dus voorzichtigheid om moeder natuur niet voor de voeten te lopen. Vaste land betekent overmoed als je dat te snel doet, te snel dingen accepteert in plaats van worsteling/toetsen. Zondebesef is niet vals. Met loslaten wordt bedoeld dat je het zelf niet opzoekt als geforceerd. Het is een toetsprincipe, een onderdeel, dat je afstand neemt om te kijken wat het is, en als het echt

heel sterk is en je kan het niet loslaten en iets schreeuwt er in je, dan is dat de toetsworsteling, en alles moet getoetst worden, ook dat, en het ware zal je juist daarin tegemoetkomen, net zoals bij profetie dat je als je een indruk krijgt je daar nooit direct op moet handelen, maar eerst los moet laten, in de week, in een speciaal kastje, om het te doen rijpen, of om te zien dat het door de mand valt. Als het telkens blijft terugkomen en het in je hart komt, en je kan het niet meer inhouden, dan is dat hoe profetie werkt en je tegemoetkomt, juist door het toetsen. Dat is de heilige gebondenheid, maar het moet altijd tot het uiterste toe getoetst worden, dus er mogen geen lekken tussenzitten. De schreeuw of het gegil van moeder natuur hebben we het over gehad, en dat begint bij zonde overtuiging en de tranenrivier, die gevoelig maakt, en als je dat als toetsopdracht hebt 'losgelaten', en je laat het loslaten ook los, dus het hele face the face principe, loslaten van het loslaten van het loslaten etc. totdat je in het ultra loslaten bent gekomen, en het wordt nog steeds sterker, dan is dat de gnosis die je tegemoetkomt. Belangrijk is het gegil en geschreeuw van moeder natuur te leren verstaan en horen wat gebeurd als je aan het uitzoeken bent waar de natuurlimieten ergens zijn, wat we dan de metron noemen, dat is een grieks woord. Iedereen heeft zijn eigen metron, zijn eigen gebied, waarin hij moet blijven en niet de grenzen overgaan. In het profetische betekent ‘pressing' dat je er niet zelf mee aan de haal gaat, maar er op blijft drukken en wegdrukken om te zien wat het gaat doen, waarvan het gemaakt is, en of het wel echt profetisch is, zodat er geen vleselijke inmeng is. Het mag dus alleen zelf gaan komen en als het blijft aanhouden dan kan het dus van de gnosis zijn, maar dat mag dus nooit zelf opgezocht worden en geforceerd worden dat je er a.h.w. overmoedig mee gaat rondhollen, want dan is het foute boel. Ook al lijkt het allemaal onschuldig, alles in de profetische beweging mag alleen maar voortkomen vanuit pressing, dus het toetsend verzet. Gedachtes kunnen al snel gaan rondhollen en kettingreacties veroorzaken, en dat moet je afkappen zolang het kan. Soms kan het niet afgekapt worden en is het van de gnosis, dus als een natuur opname, en dan was er al gezaaid, zoals jeremia die zei dat het te sterk was geworden. Het is een beetje het una paloma blanca principe, dat niemand je vrijheid weg kan nemen, als je een

vogel in de lucht bent (liedje uit de zeventiger jaren). Dus alles wat zich bij je aanbiedt is dan land, en daar moet je als een vogel in gedachten van wegvliegen, maar ook die vogel zelf is ook land, dus daar moet je ook van wegvliegen, of eruit vliegen, en dan uit die vogel moet je ook weer wegvliegen, dus je dringt dan steeds verder door in de geestelijke wereld, en daar gaat de gnosis dan op reageren door opname wat je niet kunt tegenhouden uiteindelijk, en dat is dan de zuivere kern. En ja, dus ook verzetten tegen rust, rusten van het rusten van het rusten, en daartegen verzetten, daar op pressen, wegpressen, apart leggen in een doosje of kastje, en dan kijken wat er gebeurd, dus niet zomaar uit de kast halen. Kastje zelf moet dan ook weer in een kastje gedaan worden, en dat kastje moet ook weer in een kastje gedaan worden. Er zijn hier een heleboel technieken voor in meditatie, om maar in die ultra zone te komen, in volkomen toetsen. Op die visualisatie reageert dan de gnosis, en bindt je dan in het hemelse. Er moeten dus een heleboel schermen en filters komen tussen de mens en de gedachten/ ideeen. hoofdstuk 29 ken je medespelers Het vlees is aan het klotten, vetklotten, en soort zoekt soort. Het zal niets dan vlees aantrekken wanneer dat gebeurd, en ze zullen samen ten onder gaan. Grijpen, grissen, vasthouden, klotten, en dan is het niets anders dan brandstof. Daarom is er vlees : het moet weer weg, het moet verbruikt worden, maar wee het gebeente van hen die met het vlees gaan samenklotten. Het profetische is meer als een volleybalspel, dat je alles wat op je afkomt eerst wegduwt, induwt, draait, om het te toetsen. Dat is met alles zo. Je mag je nooit zomaar ergens aan vasthouden. Je moet het altijd weer wegspelen, langs andere principes laten gaan. Alles moet getest worden. Ken je medespelers.

hoofdstuk 30 Bespreking van roem tot roes Dat is wat een schrijver doet : hij steelt je tijd en onwetendheid, en geeft er zoveel voor terug. Het is een lieve dief. Dat is wat een zanger doet : Hij steelt je problemen en geeft je er zoveel voor terug. Het verandert je wereldbeeld en je emotionele leven. Het is een lieve dief. Een schrijver is een literaire zanger, liederen in zoveel lagen, op zoveel manieren, en altijd veranderd het weer. Als je het nog een keer leest zie je er hele andere dingen in. Telkens wordt er zoveel gestolen, en telkens wordt er zoveel gegeven. Het zijn ruildieven. Dat is de magie van de zeventiger jaren, het liefdeskind van de flower power van de zestiger jaren. De schrijver geeft je handvaten, en je kunt oude werelden loslaten. Hij is een lieve dief, een redder. En hij leert je het ook weer door te geven aan anderen, zodat er geen roem is, maar roes. De mens moet roem loslaten. Het gaat om het principe. Er is zoveel om te stelen en zoveel om te geven, zodat roem helemaal niet nodig is. Het gaat om het ruilen. Zo wordt er een nieuwe wereld gebouwd, of ontdek je een nieuwe wereld. Het is een onbekend deel in de mens, wat alleen door kinderen gevonden kan worden, de kinderlijkheid in de mens. Dertien procent van het mensenleven is voor de sprookjes, de kinderboeken. Soms zijn hierin seizoenen, maar er zijn ook andere dingen belangrijk zoals het proza van religie, filosofie, en geschiedenis, wat vijfentwintig procent van het mensenleven is. D.w.z. overdrijf het niet. Neem voldoende rust. Blijf het binnen de context houden. Er ligt zoveel leegte buiten die belangrijk is, als het gaan naar de zee, kijkende naar de golven, en aan de andere kant van het woongebied zijn de stranden van de leegte waar alles stopt. Waarom is metaforisch het balspel zo belangrijk ? Het laat zien hoe in het profetische het principe ‘pressing’ werkt, of ‘pushing’, waarin je alles wat tot je komt eerst afketst van het geweten, de ‘weter’, om het eerst te toetsen in de zogeheten twijfel zone. Daarom zijn profetische mensen metaforisch volleyballers, waarin

ze elke info eerst wegpushen van het geweten om het te toetsen op waarheid, het langs verschillende principes laten gaan, je medespelers. Dat al die medespelers in jezelf zijn wordt dan weer uitgebeeld door het ping pong spel, oftewel tafeltennis. Op de paradijs aarde zijn een heleboel tafel tennis tafels. Het voetbal speelt ook een belangrijke rol. Je steelt de bal als in plaatsvervangend lijden, en moet de bal ook weer afgeven aan anderen, je team, oftewel verschillende principes, om het te testen, om er een ander zicht op te krijgen, om te delen, dus je bent een liefdesdief zoals in het verhaal van roem tot roes. Al met al is er heel wat te doen op de paradijs aarde. In het boek ‘de venezuela muur’ staat over het balspel in hoofdstuk 58, het orionse zoonschap : ‘De Egyptische cultuur is een edele en subtiele cultuur stromende vanuit het hogere Orion. Het zijn buitenaardse culturen die zich op aarde projecteren. We hebben geen behoefte aan plomp en plat. Zo is er een hogere Orionse cultuur genaamd Jakara. Het is een subtiele en edele moedercultuur. Namen van godinnen zijn Ananka en Jakira. Er zijn in de Jakara cultuur ook balspelcultussen. Jakara betekent ook balspel. Restricties worden spelenderwijs geleerd door balspelen. Het balspel wordt niet gezien als iets aards, maar als iets geestelijks. Het is een orakel, een gids. De godin Ananka kwam tot me in een droom, omdat ik op zoek was naar het hogere Orion. Zij sprak : 'Wij vinden het fijn met jou te communiceren. Onze cultuur is gebaseerd op geestelijke journalistiek, een profetische journalistiek. Wij kunnen veel dieper in de dingen zien dan de aardse culturen. Wij kunnen er ook veel meer uithalen. De hogere Orionse cultuur communiceert, maar op een veel diepere, geestelijke en profetische manier dan de aarde. Wij dromen, wij leven in een droom, en wij leven door de droom. Er zijn hier veel gangenstelsels onder de grond om onze geheimen te bewaren. Het is niet genoeg rechtstreeks te zijn. Het is van belang subtiel te zijn. Zo kun je putten uit de meer verborgen energieën, van de orions-aardse energieën die van belang zijn voor de geestelijke groei. Wij zien ook het belang in van de rivieren als

vruchtbaarheidsbronnen, en daarom ligt onze cultuur ook tussen de rivieren in. Wij blijven in contact met de rivier, opdat de dingen door ons heen blijven stromen en niets vastraakt. Wij zijn kinderen van de rivier. Wij kennen de dieptes van de rivieren, de geheimen die hier verborgen liggen, waar de aardse mens niets van weet. Blijf op een afstand, opdat het subtiele kan ontwaken. Er is geen heil in plakkerigheid. De afstand kent zijn eigen 'dichtbij', want verzoening ligt in een droom, en die droom gaat steeds dieper. Het ontwaakt in het ijs, als een ijsbloem. De aardse mens forceert teveel, teveel contacten, te oppervlakkig, en zo missen zij hun geestelijke doel. De aarde is afgeweken, mijn zoon. De aardse gaat nu door een reeks zondvloeden heen om de aarde te zuiveren. Dit is om de zielen op te nemen, terug naar het hogere orion, want zij waren verstrikt in het lagere orion. De aarde is van het lagere orion, maar de natuur wijst op het hogere orion. Droom de gangen en de tunnels tussen de dingen in, en verdiep ze. Wij zien de oorlog die er is terug in jullie. Richt je op het balspel waarop onze cultuur geworteld is. Er is een oorlog om voort te bestaan, een oorlog om te overleven. Elke cultuur kent deze overlevingsdrang, en zo ook de onze. In het balspel ligt de sleutel, de hogere patronen van mijn boodschap. Wees anders. Je bent er niet voor om in een dozijn terecht te komen. Het doel is gematigdheid, gematigde energie, waarin er ruimte is voor het andere. Zo wordt de hoogste energie opgestuwd. De mens speelt met energie, niet volgens de regels, en zo is electrocutie hun lot. Het zoonschap is een tocht van vele nuances. Er is geen tijd voor roem. Het zoonschap is een analyse. Droom je wereld, ga het parallelle bestaan in. De analyse is niet altijd een antwoord, maar kan ook veel nieuwe vragen oproepen. De analyse boort nieuwe werelden open. Dan is er werk te doen, dan moeten er bruggen gebouwd worden. Jij bent een bruggenbouwer. In het zoonschap vind je hierin leiding.' Dit waren ongeveer de woorden. Op diverse punten in de droom was ik op een bepaalde manier 'bang', omdat het een soort geestelijke kernenergie was. Ik ging er dus heel voorzichtig mee om. Het was kernenergie van de natuur. Het was een systematische natuurgids, een soort leidraad en gebruiksaanwijzing door nieuw gebied.’ Tot zover ons onderwijsboek de venezuela muur. Er is een hemelse

journalistiek. Je houd je nergens zomaar aan vast, maar geeft het weer door. Het is altijd weer stromende, zoals in het balspel. Hierin liggen een heleboel belangrijke principes verborgen. Zo kan de boodschap ook groeien in de metaforische journalistiek, komen er steeds weer stukjes bij. Het is een beeld van het hemelse, profetische leven, ook dat je alles moet onderzoeken en toetsen aan andere principes, en niet zomaar met de wind meewaaien. Journalistiek bewaart altijd een zekere afstand die belangrijk is. Je bent niet met jezelf bezig en toch liggen deze dingen in jezelf. Je houdt nergens ziekelijk aan vast, maar durft het te relativeren, los te laten, en dan onderga je de ervaring van het balspel, van roem tot roes. Wat een geweldige hemelse drug is dat. Het is de basis van ons leven en ons onderwijs. Het is niet zomaar dode tekst. Het is een hemelse gave die doorleeft is, eerlijk verdiend is. Je kan jezelf in deze sport opwerken, maar het is maar een metafoor. Er moet genoeg ruimte zijn voor andere dingen. Geef het een plaatsje, overdrijf niet. hoofdstuk 31 de toetswetenschappen – principes van de paradijs aarde Het toetsen is altijd een belangrijke boodschap geweest. We hebben het dan

niet zomaar over wat toetsen een keer bij speciale gelegenheden of belangrijke beslissingen, maar over het toetsen van alle dingen, en dan als een wetenschap. De wetenschap van het toetsen is belangrijk om veilig te blijven in een wereld vol van bedrog. Het is belangrijk om iets goed te laten werken dat er meerdere metaforen worden gebruikt, dus metaforen op verschillende sporen, zo ook bij het toetsen. Hier is een lijstje van metaforen : volleybal – Je drukt elke gedachte, elk idee, ook elke cluster van verbeeldingen, als een bal weer weg en houdt het niet zomaar vast, want het moet eerst op waarheid getoetst worden aan allerlei principes : Komt het wel voort vanuit de liefde, komt het wel voort vanuit de hemelse context, is het wel verantwoord naar bijvoorbeeld de armen en de dieren ? Enzovoorts. Dat zijn dus allemaal je medespelers, deze principes waaraan je het toetst. ping pong – Je slaat de bal weer weg om het aan je medespeler te toetsen, wat ook een principe is. Je geeft het als het ware eerst terug aan de hemelse kennis, en gaat er niet zomaar mee op de loop. Het is nog geen tijd om het balletje op te vangen, want je weet nog helemaal niet wat het is, of als het wel goed is. voetbal – Zelfde principe. Je houdt de bal niet voor jezelf, maar de bal moet uiteindelijk het doel in, zodat je begrijpt wat het is en weet wat je ermee moet doen. Soms moet je er niets mee doen, en soms kun je het alleen maar op een bepaalde manier of andere manier gebruiken. Je blijft de bal draaien, draait elke steen om, om te zien wat het waard is en wat eronder ligt, wat erin zit, met wat of wie je te maken hebt, wat een beeld is van analyse en onderzoek. honingbijen – Ze gaan van bloem tot bloem, en nemen alleen maar de nectar eruit, dat wat ze kunnen gebruiken, dus niet de bloem zelf. Zo moeten we ook met gedachten en ideeen, verbeeldingen omgaan die zich opdienen in ons hoofd. We moeten er het beste, goede, uithalen en dan weer verder gaan, en niet noodzakelijk het hele idee meenemen. We moeten dus leren ziften, wat in het toetsen ontstaat.

de russische pop – Misschien ken je ze wel, de russische poppen, die kun je opendoen, en dan blijkt er weer een pop in te zitten, en als je die pop opendoet blijkt er weer een pop in te zitten, enzovoorts. Zo gaat dat ook met het toetsen. Het gaat erom wat er in het pakpapier zit, en soms moet je eerst een heleboel vlees wegmaaien. Je pelt het dus af, maar ook het tegenovergestelde is belangrijk dat als je iets hebt gevonden of binnenkrijgt, dan moet je het eerst apart zetten in een doosje, en dat doosje moet je ook weer apart zetten in een doos of in een kast, en die kast moet je ook weer apart zetten, en het dan te tijd geven om te laten zien wat het is en wat er mee gedaan moet worden, en soms moet er helemaal niks mee gedaan worden. Dit zijn dus al verschillende sporen in de toetswetenschap waardoor dingen getoetst kunnen worden. Het komt er dus op aan om er tijd voor te nemen en het te leren beoefenen als een sport. Als je in het toetsen denkt dat je een resultaat hebt, dan nog moet je het verder toetsen. Je mag nooit zomaar een resultaat aannemen, maar daar moet ook verder mee gevolleybalt worden, gepingpongt en gevoetbalt, totdat het toetsen volkomen is geworden en je het niet meer tegen kan houden, want door het toetsen zal de waarheid zichzelf aan je geven en dan kan het niet meer loskomen, iets wat we de hemelse gebondenheid of verbondenheid noemen. Ook deze metaforen moeten getoetst worden, want ze staan niet op zichzelf. Als je lekker aan strand volleybal hebt gedaan, of strand voetbal, of ergens in een strandhuis hebt gepingpongt, dan mag je daarna ook de zee in om alles los te laten, om alles van je los te wassen. Dan mag je de golven ingaan, de leegte in. Hierin is het belangrijk om ook die leegtes weer van je af te spoelen, want ook de leegtes en de rust moeten getoetst worden. Je mag als een vis zwemmen door de golven en alles achter je laten. Je mag ook jezelf loslaten om te toetsen, zoals een vis geen armen en benen heeft, zich nergens aanvasthoudt. Dat is ook wat vis-ioenen zijn die ontstaan in de toets-metafoor van de zwemtocht van de vis. Je komt zo tot de diepere leegtes in de leegtes, en het is slechts een doortocht. Je blijft niet rusten in je eigen veilige leegte, maar gaat altijd weer verder, totdat je aan land komt. Dat zijn je vis-ioenen. In het alles loslaten moet je ook tot de eeuwigheidsfactor komen, dus dat je het

niet na een tijdje zelf gaat lopen forceren, maar dat het vanzelf op een getoetste manier komt, als je over het randje van de eeuwigheid bent gegaan. Daarin ligt een volkomen nieuwe en zuivere wereld. Deze metaforen worden ook weer aan elkaar getoetst. Blijf bouwen aan je metaforische voorstellingen in de context van de toetswetenschappen, zodat het profetische daarop kan reageren. Zo kom je tot een bruisende nieuwe wereld, door de branding. Zo kun je nu al worden tot een hemelburger. Dit zijn principes van de paradijs aarde. De Vur boek 126 zegt : ‘Deze zeeen zijn te groot, Deze zeeen zijn onoverbruggelijk, Deze zeeen zijn eindeloos, Allen zullen in deze zeeen in vissen veranderen Er is geen doorkomen aan, Zij kunnen hier alleen maar dromen, Een vis zullen zij zijn Tot de baarmoeder zullen zij gaan, Van herinneringen geen sprake Zij vertelt een verhaal, Zij blijft niet bij de drama hangen, Het gaat altijd weer dieper’ En de Vur boek 7 zegt over het toetsen : ‘Alleen als vissen kunnen wij tot U naderen, oh Heilig Vuur, in het duisterste van de nacht. Ja, de voorhangsels van tempels zullen scheuren. Mijn gedachten kunnen mijn gevoel niet redden, ik heb Uw Woord nodig. Kom in 't bloot in 't paradijs te zijn, waar de zeven sluiers zijn, bedekt door haar diepte. Waar zij de honger stierven, zo vol van honing zijn zij nu, veilig bij de bijen en bloemen des hemels. Kom vlucht met mij. De dagen van de honger hebben honing voortgebracht.

Kom waar zoete waarheid dwaalt, in 't hart van de diepte. Kom, haar armen wijdgespreid, als zoete honing op haar dekens, als open boeken rijzen zij, van het woord op haar tong. Kom, grotere diepte is zij, door daken heen breekt zij, om de kinderen naar huis te brengen. Door bloemen heen, de waat'ren van grote diepte, boeken van honing openen zich voor u, als de spelers van de nacht, om hen allen thuis te brengen. Om naakt tot het paradijs te gaan, omhuld wordend door het woord. Kom, de honing volgt zij, druipende van haar mond en tepel. Komt, de melk van 't woord, dat is zij. De honing van de diepte, haar raad is op u. Zij heeft uitgestort het woord, hun bron van zoete waat'ren. De eenheid met haar is hun kostbaarder dan al het and're. Nu vinden zij hun weg in haar. Zij bracht honger op een schaal om honing te doen rijpen, om de nachtspelers te laten komen. Honing op de pijn, zij gaf u de doornen in uw vlees, als brenger van dauw, bron van zoete honing. Draden van de honger gesponnen, vanuit Temet is het heil gekomen. Van honger tot honger ging ik, in Temet vond ik heil.’ De toetswetenschap wijst dus op het belang van het minderen en het hongeren, want als we wanhopig aan dingen vasthouden, dan kan het niet getoetst worden. Alleen in het hongeren is er waarlijk toetsen, en worden wij geleidt tot de moederbron om daarin wederomgeboren te worden en wederom opgevoed. Het toetsen moet dus een gewoonte worden, een levensstijl, onze natuur. hoofdstuk 32 bouwstenen van de paradijs wetenschappen

Dus wat doen we op de paradijs aarde naast sporten en naar de zee gaan ? We komen thuis en we nemen een douche, om alles weer van ons af te spoelen, ook een beeld van het testen. Het goede mogen we behouden. Oh ja, we hebben weer hard gewerkt en hard gestudeerd, want we hebben ook werk te doen op de paradijs aarde en er is veel school. Als honingbijen gaan we van klas tot klas. We nemen niet zomaar alles in ons op, maar alleen de nektar, en zo is dat ook met het werk, dat we van situatie tot situatie gaan, telkens van de een naar de ander, om anderen te helpen, en dan mogen we niet zomaar alles in ons opzuigen, maar alles moet getoetst worden, opdat het goede, de nektar, overblijft, en dat nemen we mee naar de bijenkorf waar het verder verwerkt wordt, en verder getoetst. Ook moeten we voldoende aandacht besteden aan het zaai principe, als zaaiers. Alles is zaad wat we moeten zaaien op de toets akkers, opdat het vleselijke kan afsterven, en het geestelijke, goede en beste kan opgroeien, als bomen die vrucht dragen. We mogen de bomen niet opeten, maar moeten wachten op de vrucht, en zowel het wachten als het eten van de vrucht zijn weer beelden van het toetsen in de toets wetenschappen. Het gaat dus nog niet eens zozeer om de vrucht. Ook dat moet dus nog getoetst worden, in je lichaam, opdat de ware levenssappen eruit onttrokken worden, de levensbron. Alles wordt door het lichaam verwerkt, en alles werkt mede ten goede. Alles wordt ontleed. Zaaien dus als toetsprincipe, wat weer betekent dat je niet zomaar gaat vasthouden aan dingen die je in je hoofd binnenkrijgt, gedachten, beelden, gevoelens, emoties, enzovoorts, want het kan van alles wezen. Post is niet je identiteit. Invloeden willen de mens overnemen, andere mensen die signalen uitzenden willen je overnemen voor hun clubje, enzovoorts. Je hoofd zit vol met post waar je je niet mee hoeft te vereenzelvigen. Vandaar dat je alles moet zaaien, opdat het beste, en dat wat er in zit opgesloten, het goede, het betere, het beste, vrijkomt en zich kan uiten. Je kan het dus ook niet zomaar weggooien, maar moet het dus toetsen op een natuurlijke manier, en dat gaat door de metafoor van het toetszaaien. Ook de andere toetsmetaforen zijn belangrijk. Ze vullen elkaar aan en toetsen elkaar ook, wat we kruistoetsen noemen in de toetswetenschappen.

Wat doe je tegen stads-extremisme en natuur-extremisme ? Het zijn beiden vormen van materialisme, van verletterlijking, en daarom moet de mens terugkeren tot het metaforische. Op de paradijs aarde worden er een heleboel metaforen gebruikt als bouwstenen, in de paradijs wetenschappen. Daarom staat de school op de paradijs aarde centraal. Het paradijs is niet zomaar een plaats, maar de status van een verhoogd bewustzijn. Heel veel valse, ongetoetste bewustzijnen moeten hiervoor verlaagd worden, afgepeld. Het hogere bewustzijn is een logistiek, een rode draad, en geen allesweter. Er wordt zorgvuldig met het geweten omgegaan, en er wordt dus juist veel aandacht gegeven aan de twijfelzone die er omheen ligt, waarin de mens toetst, de worstel zone. Er is dan maar weinig wat daadwerkelijk echt het geweten, de weter, ingaat, maar dit is dan wel puur en zuiver. Niet het vele is goed, maar het goede is veel. Minder is meer. Er is juist een heleboel valse kennis wat de mens weer moet verliezen, valse aangeleerde of ingeboren kennis die helemaal geen kennis is. Kijk goed wat er allemaal marcheert voor kennis vandaag de dag. Vaak is dat gewoon de vleselijke, opgeblazen, mind-controlling kennis van de lagere aarde, de misleidende, verdraaiende dievenkennis die alleen maar uit is op goud, geld en goederen. De alledaagse bezigheden zoals wassen en afwassen zijn metaforen van het toetsen. Maar de was-ervaringen moeten zelf ook weer getoetst worden, dus als je onder de douche staat, stel je dan voor dat je de zee ingaat en als een vis wordt om alles los te laten, en zwem dan door totdat je land vindt. Laat alles achter je, ook de was-ervaringen, opdat die ook gewassen kunnen worden. Uiteindelijk sta je dan weer thuis onder de douche, en laat je de zee-ervaring ook weer van je afglijden. Het goede zal bij je blijven, je tegemoet komen, juist door dit proces. De toetser krijgt dus loon. De zaaier krijgt zijn oogst. Ook het koken als alledaagse bezigheid is een metaforisch beeld van het toetsen. Ga hier niet letterlijk en aards mee om. Het voedsel wordt afgepeld en gekookt. De warmte zuivert het voedsel, en als het dan klaar is dan wordt het gegeten om het nog verder te toetsen en te verwerken, en het lichaam zuivert het, ontdoet het van alle afvalstoffen. Zo komt de zuivere boodschap binnen,

en die gaat het lichaam dan vertalen, en zo mag er gecommuniceerd worden met mens en dier, en mag je hulp bieden en geholpen worden, allemaal in de context van de toetswetenschappen op de paradijs aarde. hoofdstuk 33 rust en vrede in deze tijd Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de bron der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar mantel (deken). Maleachi 4:2 Rust en vrede vinden in deze tijd. Waar gaat het leven om ? In leven en overleven zijn wij verbonden aan de grotere hemelse realiteiten. Ook deze tijd heeft zijn eigen Goliath. Maar er zijn veel ergere reuzen. De zonde van de mens is veel en veel erger. We mogen rust hebben in de hemelse realiteit. Als wij de zonde afleggen. Een moeilijke tijd is het probleem niet, maar de zonde is het probleem. De mens was zo siamees geworden, en daarom is het een moeilijk tijdperk nu, om los te snijden. De mens was te verbonden aan het vleselijke, en nu moet de mens weer opnieuw beteugeld worden. De mens mag hierin een prachtige reis maken, terug tot de hemelse banden.

Rust vinden in deze tijd, vindt juist plaats in grote alertheid, geen deel hebben aan de zonde en de ongerechtigheid in deze wereld, Maar rust vinden in een goed geweten, dat is de enige rust. Iemand anders kan dat niet doen. Het hemelse contact komt altijd van twee kanten. Maak het in orde met de hemel, en houdt het in orde met de hemel. De profeet Maleachi liet zien : Uw rust en genezing ligt in de heilige vreze, oftewel de heilige alertheid en waakzaamheid. Vrees kan ook zo verlammend zijn, onze knieen doen knikken, maar zo hebben wij een zintuig. Voorzichtigheid is de definitie van ‘voorkomen is beter dan genezen.’ De mens moet allereerst geen geneesmiddel hebben voor de ziekte, maar een geneesmiddel voor de zonde. Het klinkt misschien een beetje vreemd : Hoe kan er nu genezing zijn in vreze ? Maar dat is juist de hemelse paradox. Hemelse vreze, hemelse voorzichtigheid is een grote geborgenheid en een groot geluk. Dat mogen wij niet onderschatten. Vreze en genezing horen dus bij elkaar. Johannes Calvijn stelt dat als God de uitverkorenen vergadert, dan zijn dat niet de roekeloze zondaren, maar de vrezenden. Zij zijn dus de afgezonderden, en hen wordt beloofd dat hun waarachtig heil bewerkt zal worden. Zij worden verschrikt en bijna ontmoedigd door de bedreigingen, als God die niet verzacht. Maleachi mag daarom verzachtende woorden uitspreken tot de vrezenden, zij die dreigen te bezwijken, namelijk dat er voor hen genezing zal zijn. Er is dus genezing in dat grote kruis van vreze, een hemelse paradox. In het bittere kruis van vreze bevindt zich een honingbron. Dat mag ook je hart warm maken in bange tijden. Calvijn spoorde de mens in de reformatie aan tot heilige vreze als een reiniging. Vreze is een gave, een gave van genezing. Het leidt volgens de profeet Maleachi tot onder de hemelse deken, tot een hemelse

slaap, waarin wij rust kunnen vinden en met God kunnen communiceren. hoofdstuk 34 een antistof in deze tijd – de leer van maleachi Maleachi 2:5 Mijn verbond met hem was: leven en vrede; Ik gaf hem vrees (godsvrucht), en hij vreesde mij en beefde voor Mijn naam. (Calvijn’s vertaling) De heilige vreze, heilige voorzichtigheid, heilige alertheid, heilige waakzaamheid is moeder vreze waartoe de mens moet naderen om in verborgenheid en geborgenheid te komen, diep in het binnenste. In haar is genezing, stelt Maleachi, onder haar deken, haar mantel, of rok, in het Hebreeuws, dus het wijst ook weer op de baarmoeder, waarin de mens tot wedergeboorte kan komen, tot daadwerkelijke schepping, want de schepping is er nog niet geweest. Nu leeft de mens nog in foetale nachtmerries. Het laatste hoofdstuk van Maleachi gaat ook over het herstellen van de moederband met het kind. Calvijn noemt dat zo aan de monsterlijke dwaasheden kan worden ontkomen die zijn ontstaan door verschillende opvattingen in de tijd vanwege een gebrek aan oprechtheid. Calvijn wijst hier op psalm 2, op het kussen van het zoonschap. Kunnen wij zeggen : ‘Ja, maar dat is allemaal door de voorouders opgetekend, en dat hebben we allemaal niet nodig.’ De hemel had ook veel aan de voorouders gegeven, en werkte door de voorouders heen, en daarna dwaalde de mensheid nog meer af. Wie zomaar alle Israelitische fundamenten en christelijke fundamenten wegwerpt alsof het allemaal niets waard is, die is een dwaas. Ook al is er veel slecht en moet er veel verscheurd worden, vooral in het moderne westen : er zit ook veel goeds tussen. Met name heb ik het dan over het Israelitische oude testament : genesis, exodus, leviticus, numeri,

deuteronomium, jozua, I samuel, II samuel, Job, psalmen, hosea, amos, habakuk, haggai, abadjah, zefanja, zacheria, nahum, maleachi. Dit zijn belangrijke boeken in de grondtekst, met veel goede metaforische principes. Het was gegeven als een stuk natuur. En zie dan maar te overleven in die wildernissen. Het is een hemels virus waardoor de mens werd aangestoken, maar de mens begreep het niet, en verdraaide het. Daarom zijn er geleerden en intellectuelen nodig die het terugdraaien, opdiepen. Iedereen is daartoe geroepen, maar weinigen geven gehoor. In zo’n wereld leven wij. Wij moeten over de muren van het westen heen die tussen west en oost waren gebouwd. Terug naar het bovennatuurlijke natuurverschijnsel in Israel en Egypte. Hier werd het over de aarde uitgestort. Hier werd er contact gemaakt met Orion. Het hogere Orion raakte hier de aarde, vandaar de pyramides en de semiotieke tunnels. Kennen wij de tekens ? Het is niet iets wat je zomaar moet lezen, maar begrijpen. Hoe beter je het OT kent, hoe meer je gaat zien hoe het NT opgebouwd is vanuit OT verzen. Het NT staat niet op zichzelf, maar verletterlijkte het, verdraaide de beelden, vooral in het westen. In de grondteksten loopt het terug via de Griekse filosofie tot het OT. Zowel Israel als Egypte zijn gaven, maar de mensheid misbruikte het. Daarom moet de mens terugkeren tot moeder vreze, want ze gingen mee met roekeloosheid, overmoed en onverschilligheid. Luiheid, lauwheid en lafheid is waaruit de aardse mens is opgebouwd. Calvijn wijst hier op Romeinen 8:22-23 : Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is. En niet alleen zij, maar ook wij zelf, wij, die de Kennis als eerste gave ontvangen hebben, zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam. Calvijn stelt dat dit onze eigen barensnood is. Wij moeten zelf geboorte geven aan ons zoonschap. Een antistof tegen een moeilijke tijd begint bij een antistof tegen de zonde, en de wereld kan hiertegen geen antistof bieden. Het antistof ligt verborgen in de vreze des heeren, die het begin is van alle wijsheid en het hoofd der kennis.

Hiertoe wordt de sleutel gereikt, tot het binnenste van de mens, wat uit speeksel bestaat : een mengsel van tranen, zweet, urine en zaad. Hieruit is de binnenste mens opgebouwd. Hiertoe zijn de leeuwen gekomen, waarover het boek openbaring spreekt, en wat dus uit het OT komt, want het NT is gewoon een verdraaiing van het OT. Het komt uit Israel en Egypte, en uit Orion. De leeuwen zijn hemelse virussen die de mens bewaken tegen de zonde, maar wat doet de mens ? Die wil zo snel mogelijk het kruis uitbannen, dus zo kan de mens geen antistoffen aanmaken. Daarom wees Calvijn in de reformatie op Maleachi 3, dat de zonen van Levi gezuiverd moesten worden, oftewel de hele offerdienst van de mensheid, het hele boek Leviticus dus, moest gezuiverd worden, teruggeleid worden tot de bron. De mensheid had in het westen een gruwel gemaakt van Leviticus. De leeuwen komen uit de hemel. Ze bijten, en ze scheiden, om de mens los te snijden van de zonde. Het zijn hemelse virussen. Het hemelse virus is het antistof tegen het aardse virus van de zonde. Het is een gat geopend in de diepte van de mens. Hier komen leeuwen uit voort om te zuiveren. Woest brullen zij, puur natuur, puur wildernis, en denk niet dat je ze kunt temmen met je gedachtes en opvattingen zoals het zou moeten. De mens heeft altijd gestreden tegen het profetische, maar zonder succes. Ze denken alleen korte termijn, niet lange termijn. ‘Hoera, we hebben de leeuwen in de bijbel opgesloten,’ denken ze dan. Maar de kooien zijn opengegaan. Je kunt God niet opsluiten in domme, dwaze doosjes. Op een nacht breekt het los. Het hemelse virus is een liefdesvirus van empathie, en empathie leidt tot vreze, want als je waarlijk empathie hebt, dan ben je bang om het hemelse in de weg te staan. Dan heb je een verbroken hart. Daarom komen de leeuwen. Woest brullend. Ze roepen de mens terug, en brengen de mens terug. Tegen het hemelse virus kun je niet op. Onder de deken is het veilig. De mens moet niet bedrijvig rondrennen in het vlees. Ben je een Maria of een Martha ? Ben je een Ruth of als de vrouw van Lot ? Zomaar contextloze religie zoals in het westen is niet interessant. Natuurlijk

heeft het zijn eigen mythologie, maar het gaat om de archeologie, zodat er licht schijnt op de betekenis. Het gaat om het mysterie dus. Maleachi gaat erover dat de mensheid van de hemel gestolen heeft. Dat zien we nu ook : de mensheid steelt van de dieren. Het ware medicijn of antistof ligt in de vreze des heeren, en die pakt allereerst de zonde aan. De vreze des heeren ligt verborgen in de empathie, en de vreze des heeren is de ware genezing, de genezing van zonde. Dat is wat het hemelse virus is. Maleachi 2:5 Mijn verbond met hem was: leven en vrede; Ik gaf hem vrees (godsvrucht), en hij vreesde mij en beefde voor Mijn naam. (Calvijn’s vertaling) Maleachi moest de bedriegelijke priesterorde terechtwijzen, aan het licht brengen, stelt Calvijn, want zij eigenden zichzelf lichtvaardig het hemels verbond toe. Hij betrekt het ook op zijn eigen tijd, op de pauselijke priesters die zich als opvolgers zien van de apostelen, maar Calvijn noemt het diefstal. Als een dief iemand om het leven brengt en diens goederen neemt is de dief niet de wettige opvolger. Zo is dit ook met het OT en NT geweest. Het christendom stal van Israel maar was zo geen wettige opvolger. Israel heeft het daarom ook nooit geaccepteerd, omdat ze de mooie Israelitische talen kapot hebben gemaakt. Wel bestaat er dus een Israelitisch christendom. Calvijn stelt terecht dat er een gebrek aan onderzoek was geweest, dat men niet diep genoeg is gegaan. Hij legt de vinger op de zere plek, want zij waanden zichzelf erfgenamen, terwijl Calvijn dan wijst op Maleachi, dat het ware erfgoed de heilige vreze is, en die is voorzichtig, en die doet eerst onderzoek voordat er allerlei dingen beweerd worden. Door moeder vreze zijn wij dus erfgenamen. Er is nu een vleselijke opname gaande tot de medische god. De mens vreest moeilijke tijden, maar vreest niet de zonde. De mens heeft allerlei soorten vleselijke vrees, maar is niet godvrezend. De ware, hemelse opname is de opname van hemelse vreze. Calvijn wijst erop : het verbond moet van twee kanten komen. Je kunt dus niet alles op God projecteren. Dit verbond van vreze is dus leven en vrede. Het verbond van vreze is de ware genezing, de genezing van zonde en leugen. Laat dat bij ons voorop staan. Genezing is een heel

symbolisch iets en wijst op de diepte. Bij Maleachi 1 worden Jakob en Ezau aangehaald. Ezau was in dit voorbeeld gewoon een beeld van het eerstgeboorterecht, de vleselijke orde, zoals Calvijn ook stelt, en Jakob een beeld van de geestelijke, bovennatuurlijke orde. Jakob is degene die ging toetsen op Pniel, wat een teken is van de heilige vreze. De heilige vreze toetst alle dingen en neemt niets zomaar aan. Wij moeten besneden worden van elke aardse status, opdat we de dingen van het vlees niet volgen. Uiteindelijk legde Ezau ook zijn eerstgeboorterecht af en verzoende zich met Jakob. Calvijn noemt de hemelse vreze een afzonderaar, die het volk apart zet. Hij noemt dan ook dat de ziel vanuit het niets is geschapen, vanuit de leegte dus. Het is verder geen mensenwerk. De hemel is absoluut soeverein, stelt Calvijn, en doet wat de hemel wil, en ergens anders zei hij dat de hemel Kennis is, dus het is niet een gokmachine. Het is alleen zo dat de menselijke kennis niet op een lijn staat met de hemelse kennis, dus de mensheid verkiest op een hele andere manier dan dat de hemel verkiest. De mens hoeft hier niet te voldoen aan menselijke voorwaarden, maar aan hemelse voorwaarden. Calvijn stelt dat het allemaal in de eeuwige en geheime raad van de hemel verborgen ligt, en dat als wij daarin willen doordringen, dan is dat een zeer diepe afgrond waarin al onze gedachten verdwijnen (commentaar Maleachi 1:2-6a). Volgens Calvijn ligt dit antistof in overeenstemming met Romeinen 9 in Israel. Het is een uitdaging om Israel in diepte te kennen. Het geheimenis van de vreze en van moeder vreze, en daarmee het raadsel van de genezing, ligt hierin opgeborgen. Dat is waar Duitsland, oftewel de reformatie, en dus ook Calvijn, op terugwijzen. Daarna ging in Duitsland alles verkeerd. Daarom moet de mens terugkeren tot het diepere Duitsland, om zo terug te keren tot de Israelitische bronnen, om zo tot Orion opgenomen te worden. De scheiding tussen het geestelijke en het vleselijke, daar hebben velen moeite mee, zoals Calvijn ook aangeeft, maar dan zegt hij : ‘O mens, wie zijt gij dat gij God tegenspreekt ?’ (Romeinen 9:20) Dat waren de woorden van Paulus die tot de derde hemel opgenomen was geweest, en wiens geschriften in het Westen zijn verdraaid, valselijk vertaald, en uit z’n context gehaald, wat de

reden is dat er meerdere Paulussen zijn nu, zoals er ook meerdere Jezussen zijn. ‘O mens, wie zijt gij dat gij God tegenspreekt ?’ God is natuurlijk slechts een metafoor van het hogere, van het heilige, het hemelse, het betere, het beste, wat in de mens zelf zit, oftewel de bronnen van het leven, de eeuwige bronnen. Wie zijt gij dat gij het tegenspreekt ? Bent gij al in de hemel geweest, of leeft u allemaal van horen zeggen ? Calvijn zei ook : ‘De mens probeert God als het ware van zijn hemelse troon af te trekken.’ Hij noemt het een monsterachtige handelswijze. Hij noemt het menselijke geharrewar slechts geblaf. We proberen het beste uit Calvijn’s geschriften te halen. We praten het niet goed, maar hij heeft nu eenmaal belangrijke dingen gezegd. Hetzelfde doen we met de bijbel, vooral het Oude Testament, terug naar de bronnen van Israel, het laten zuiveren door de hogere Orionse bronnen waardoor het tot de aarde kwam. Daarin ligt de opdracht, daarin ligt het werk : terug naar de boven natuur. Calvijn : ‘Het zou beter zijn dat alle keizerrijken van de wereld in de diepste afgronden zouden worden verzwolgen, dan dat sterfelijke mensen hun hoornen tot in de hemel zouden verheffen om daarmee door te dringen tot in het allerheiligste van God.’ Hij noemt dan God als enige Auteur van onze zaligheid, en die zaligheid is de veelvuldige wijsheid van God die geen menselijk verstand begrijpt, zelfs geen engelen verstand. Daarom moet de mens ingelijfd worden in het zoonschap, stelt Calvijn, opdat zij aan deze bron gelijkvormig worden. hoofdstuk 35 de langere weg gaan Lezen :

Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden. Matteüs 7:13-14 Want het is beter te lijden, indien de wil van God dit eist, goed doende dan kwaad doende. 1 Petrus 3:17 Waarom lijdt gij niet liever onrecht? Waarom laat gij u niet liever te kort doen Maar zelf doet gij onrecht en doet gij te kort, en dat aan broeders. 1 Korinte 6:7-8 De ultieme tragedie is niet de onderdrukking en wreedheid door de slechte mensen, maar het stilzwijgen daarover door de goede mensen. Martin Luther King Altijd weer zijn de zwakkeren van de samenleving, en de hulpelozen de dupe, de zondebok. Nee, want de mens wil het kruis niet dragen, wil de les van de natuur niet leren, maar snelle paarden hebben tot de snelle feestjes, want de mens moet overmatig verwent worden. De mens wil de dieptes van het leven niet leren. Nergens voor nodig, zegt de mens. De mens is klinisch, onverschillig als een parasiet terend op andere levenssoorten voor zijn eigen heil, want dat is wat die 1816-nazi rotzooi is. Het karma klaagt de mensen aan, de dieren en hun families klagen de mensheid aan. De mensheid aangeklaagd. De mens stapt ook rustig een vliegtuig in alsof er niks aan de hand is, terwijl de mens nog niet eens geestelijk heeft leren vliegen. De mens slaat in zijn overmoed allerlei stappen over. Het is de hoogmoed van de mens. Nu dit weer, nu dat weer.

‘Oh, snel mezelf veilig stellen ten koste van een ander.’ Plaatsvervangend lijden, wat een hemelse edelheid is, kent de mens niet. De mens moet en zal voor elk leed bespaard blijven, maar kent de weg daartoe niet. De mens steelt vandaag de dag gezondheid en welzijn. Daarom moeten wij de langste weg gaan. De korte, brede weg is de weg die ten verderve leidt. Je voelt je dan misschien rijk en gezond, maar van binnen ben je al dood. Smal is de weg die ten leven leidt. Het Grieks zegt : Het is een weg waarop je getreden wordt als druiven, een weg van grote verdrukking, van tranen en gillen (thlibo). Het Aramees, de taal van Jezus, zegt hetzelfde, en : Het is een smalle, maar ook een lange weg, en het is de weg van de wijsheid (qtn). Duurt eerlijkheid, eerlijk delen, en empathie niet het langst ? Het is het pad van het kruis, om met God in contact te komen, om de gaven aan te wakkeren, zodat je lichaam zelf hierdoor de macht van de zonde kan overwinnen en er antistoffen tegen kan maken. Soms wordt de mens ziek, soms moet de mens door dingen heen, en de mens moet stoppen excuses te maken. Shamanen gaan ook door van alles heen om de diepere bronnen van het leven op te graven, en dan leef je waarlijk en heb je ook wat uit te delen. Moeten de dieren dan maar als levende schilden worden gebruikt ? Oh, de mensheid is volkomen tot zombie geworden. De mens is zo laf. Bescherm jezelf, ga de natuurgrenzen niet over. Doe andere levenssoorten geen kwaad voor je eigen behoud. Lijdt liever goeddoende dan dat je kwaaddoende over lijken gaat voor je eigen opportunistische veiligheid, want dat is slechts een kartonnetje, en heeft geen eeuwigheidswaarde. Het kruis is je bescherming, en maakt je ook ingetogen, zondert je ook af. Wat is een mens te achten ? Houdt je niet vast aan een mens, maar aan de bovenmenselijke kennis van het hemelrijk. De mensheid is bezig zichzelf op te hangen door voortwoekerende dierenmoord.

Maar gij geheel anders : ga de langere weg. hoofdstuk 36 het merkteken van de glitterati Je lichaam is de tempel van God. Laat je daar zomaar rommel inspuiten ? Niemand weet wat het op lange termijn met je gaat doen. Maar de mens is verliefd op drugs. De mens houdt van dit soort toverij. Je wordt gechipt voor de new world order, de glitterati. Ze zeggen dat het geen dwang is, maar de mens wordt psychologisch gedwongen, gechanteerd, bedreigd. Het is het merkteken van het beest. Oh nee, de mens mag niet ziek worden, maar de mens moet wel kunnen blijven zondigen.

hoofdstuk 37 fashion or passion Veel mensen zijn wanhopig of zien het niet meer zitten, maar wij hebben een boodschap te verkondigen : feasting or fasting ? Fuif of kruis ? Is het leven een fuif of een les ? Basilea Schlink (1904-2001) zei dat zolang we op aarde leven moet het leven hard zijn, om zo los te kunnen komen van de tirannie van de zonde. Als je nu de moeilijkheden hiertoe van je wegschuift, dan zul je toch later er weer mee geconfronteerd worden. Als je door blijft gaan met het spelen van spelletjes hiermee, dan kom je niet vrij van de zonde. Zeg daarom ja tegen het kruis. Ook zei ze dat er alleen maar goede dingen van hemel's hand komen. De hemel geeft ons nooit meer te dragen dan we aankunnen. Elke last bereid je voor op de eeuwigheid. fashion or passion ? Vannacht had ik een droom dat ik op een buitenaardse natuurplaneet was, en ik was op een college achter het centrum. Een jonge Elton John gaf piano les, en liet zien wat de tonen betekende. Daarna was ik in een wiskunde lokaal, maar een econoom gaf les. Ik had de boeken niet gelezen en bestudeerd, terwijl er een repetitie was. Ik kreeg ook een blaadje. Blijkbaar zat ik op deze school. Een repetitie wiskunde zat ik niet op te wachten. Ik stond op en liep het klaslokaal uit, het centrum in. Het was mooi natuurgebied. Ik zou weer teruggaan naar het college en ze zeggen dat honing kijken belangrijker was dan een wiskunde repetitie. Wat betekent deze droom ? Er was nog een strijd om het college. De klaagprofeet Habbakuk, Kabakkuk, Bakuk, conformeerde zich niet aan de tijdgeest. Zoals andere profeten streed hij tegen de ingedutte religie van zijn volk en had hij niet veel met ze op. Ook Habakuk schreeuwde het net als de psalmist en Yeshua uit : ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten ?’ ‘Hoelang, Here, roep ik om hulp, en Gij hoort niet; schreeuw ik tot U: geweld! en Gij verlost niet? Waarom doet Gij mij ongerechtigheid zien, en aanschouwt Gij ellende? Ja, onderdrukking en geweld zijn voor mijn ogen, en er is twist, en

tweedracht verheft zich.’ (1:2-3) Is de hemel dan zo onverschillig en van staal ? God rent niet rond om de wereld voor de ellende te besparen. Hoe komt dat ? Habakuk wist het wel : God is onze eigen verbrokenheid, onze eigen onmacht, ons eigen kruis. De wereld van God is van een andere materie hierdoor, een andere werkelijkheid. Habakuk wist dat God zo heilig was dat het kwaad niet aanschouwt kon worden. Daarom maakte God de mensen tot vissen : ‘Gij maakt de mensen als vissen der zee, als het kruipend gedierte, dat geen heerser heeft. Hen allen trekt hij op met de haak, sleept ze in zijn net en vergadert ze in zijn zegen; daarom is hij verblijd en hij jubelt. Daarom slacht hij offers voor zijn net en ontsteekt ze voor zijn zegen. Zal hij daarom zijn net ledigen, en voortdurend volkeren doden zonder mededogen?’ (1:14-17) Maar wacht even. Dit is natuurlijk dichterlijke beeldspraak. De Israelieten waren makers van metaforische, intellectuele sprookjes, die ze vaak ook verzamelden uit omliggende volkeren, oudere volkeren. Yeshua was ook een visser van mensen, en nam de mens op tot zegen. Het lag niet allemaal heel dik op de boterham, het lag niet allemaal voor de hand. Het was een geheim pad min of meer. Hij zou hen leiden tot een geheime tuin. God kan het rechtstreekse allemaal niet aan. Daar zijn natuurprocessen voor. God denkt strategisch en op lange termijn. God is onze verbrokenheid, onze heilige vrees, ons kruis, het diepgaande, verborgen, zeer obscure geheim van vruchtbaarheid en eeuwig leven, wat God niet zomaar te grabbel gooit. God is geen hoer, geen dikke lagen make up in de stad voor een snelle duit. Habakuk was niet zomaar een klager, maar hij was ook een profeet. Zijn angst en verworpenheid, zijn eenzaamheid bracht hem ook in hemelse vervoering waarin hij visioenen zag. Er zou een volk komen. ‘Heel dat volk komt om geweld te bedrijven, het aanstormen van zijn voorhoede is een oostenwind, en het verzamelt gevangenen als zand. Met koningen drijft het de spot en machthebbers zijn hem een belaching. Het lacht om elke vesting, het werpt er aarde tegenop en neemt haar in. Dan snelt het voort als de wind en trekt verder.’ (1:9-11)

Daarom zei Habakuk in hoofdstuk 2 : Ik wil gaan staan op mijn wachttoren en mij stellen op de wal, ik wil uitzien naar wat de hemel (de boven natuur, de hogere verborgen natuur in de mens) tot mij spreken zal, en wat ik moet antwoorden op mijn klacht. Maar nu komt het : Wee hem die de stad met bloed bouwt, en de veste op onrecht grondvest. Ziet, is het niet van de Here der heerscharen, dat de volkeren zich vermoeien voor het vuur en de natiën zich afmatten voor niets? Want de aarde zal vol worden van de kennis van des Heren heerlijkheid, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken. Wee hem die zijn naaste doet drinken en er uw gif bijmengt, en hem ook dronken maakt om hun naaktheid te aanschouwen (2:12-15) Leonard Ravenhill (1907-1994), een Engelse heiligingsprediker, zei eens : ‘Als Yeshua dezelfde boodschap zou prediken die vandaag gepredikt wordt, dan zou hij nooit zijn gekruisigd.’ En : ‘De vroegere kerk was getrouwd met armoede, gevangenissen en vervolgingen, maar de moderne kerk van vandaag is getrouwd met welvaart, personaliteit en populariteit.’ Hij zei ook dat de meeste christenen bidden voor zegeningen, en maar weinig bidden voor verbrokenheid. Hij noemde de kerk van vandaag, het westerse christendom : ‘much fashion, little passion’. De mens was dus geworden tot de glitterati in het moderne tijdperk, mode-bewust, niet kruis-bewust, niet empathie-bewust. Er was veel mode, maar weinig passie, allemaal gewitte graven. Leonard Ravenhill was een vurige prediker van de ontwaking. Toen ik hem nog niet kende had ik eens een droom over hem predikende ergens in een zaal. Ik vroeg me af wie het was. Het was een heel karakteristiek gezicht. Tijden lang heb ik me afgevraagd wie het was, totdat ik de video zag en wist wie het was. Al lang geleden is hij overleden. We kunnen de berg opgaan, de wachttoren opgaan, maar dan moet het wel fundament hebben. Calvijn stelde in zijn commentaar op habakuk 3 dat het vlees zo groot is in hardigheid en weerspannigheid dat de mens de kastijding geduldig verdragen moet, maar dat de mens door diepe smart getroffen ook

toevlucht mag vinden in de hemelse barmhartigheid. De hemel is maar een mythe, een sprookje, maar toch heeft het waarde, en is daardoor waar. Zo is het cirkeltje dan rond. De hemel is geen letterlijke plaats waar je naartoe kan gaan, maar een ontwaking. De hemel is dus een les die geleerd dient te worden. De hel is ook een mythe : we moeten er dwars door heen. De hel is de ontwaking tot het kruis, zoals ook Yeshua door de hel ging, en ook de psalmist, en Jona en de andere oude profeten. Een heleboel mensen willen aan het kruis en de kastijding ontkomen, en kijken liever naar het opgeblazen vlees wat hen schijn-veiligheid biedt. Leonard Ravenhill zei eens : ‘Easy-going preachers produce easy-going believers. We have more star preachers than scarred preachers, more expositors than exposers.’ ‘Easy-going predikers produceren easy-going gelovigen. We hebben meer ster predikers dan predikers met littekens, meer posers dan ontmaskeraars.’ hoofdstuk 38 het lam zal tot een leeuw worden Basilea Schlink zei eens dat als er misbruik van je is gemaakt, dan kan er een geestelijke rijkdom aan je gegeven worden. Daarom gaan we soms door misbruik heen. Daarover gaat ook het artikel van vandaag. Het Chinese voetbinden van vrouwen waardoor hun voeten tot kleine stompjes werden gebeurde grofweg van 900 tot 1900, als een duizendjarig rijk van ritueel en traditioneel vrouwenmisbruik, maar geestelijk gezien is dit nooit gestopt. Het waaide over over de gehele wereld in het westerse christendom, want alle saprijke wortels werden afgekapt en tot stompjes gemaakt. Voor de Chinezen waren vrouwen op kleine stompjes een schoonheids-ideaal, en voor westerse christenen waren de stompjes waarop het moderne christendom stond wat totaal van de rijke symboliek van Israel en Egypte was afgekapt het

schoonheids-ideaal. Daarom had moeder Basilea Schlink het over de verborgen schat in het lijden. Zij was van de evangelische Maria zusters in Duitsland, wat in principe gewoon een paasbeweging was, waarin ook ons werk fundamenten had in Nederland. Aan de andere kant is het zo dat ik vaak van mensen hoorde hoe ze problemen hadden met hun voeten, en dat ze liever een hond waren geweest zonder voeten. De vleselijke voeten moeten besneden worden, en dat is metaforisch, wat over je wandel gaat, dat je niet van twee walletjes moet eten, dat je op het smalle pad moet blijven. Yeshua zei : als je hand of oog je tot zonde verleid, en dat kun je ook zeggen als je voet dat doet : snijd het er dan af, maar natuurlijk is dat symboliek. Het is een groot mysterie. Er zijn zoveel valse wortels die weggekapt moeten worden. Een Chinees spreekwoord zegt : ‘Vrouwen dragen een halve hemel,’ maar wat is dan die andere helft ? Vleselijke vrouwen hebben ook veel kwaad gebracht, zoals we lezen in Genesis 6. Ze hebben veel gezondigd, en als vrucht ook veel zonde gebaard. Leonard Ravenhill zei eens dat er zoveel mensen protesteerden tegen de oorlog in Vietnam : ‘Stop de oorlog in Vietnam. Geen recht om te doden.’ En hij had het over de abortussen die je om de oren vlogen, dat de zonde zich ophoopte ten hemel, en we kunnen ook stellen dat dierenmoord een soort abortus is, want ook een dier is volkomen weerloos, en de mens had juist voor het dier, de schepping, zorg moeten dragen. Leonard Ravenhill zei dat er zoveel moorden werden gepleegd in heidense landen, en hij was er ontzet over, en hij zei dat de hemel niet zou blijven knipogen naar de zonde. Wetgevers kunnen ons niet helpen. Regeringen kunnen ons niet helpen. Banken kunnen ons niet helpen. Geld kan ons niet helpen. Onze hulp komt van de hemel alleen, en de hemel is alleen bij een verbroken hart, stelde hij. China is een heel wrang beeld van de besnijdenis van onze wandel, van het pad, opdat wij op het smalle pad blijven. Wat een horror komen wij tegen in de geschiedenis en in de mythologie om ons deze les te leren. De wortels van Yeshua in Egypte betekenen ook de besnijdenis, als de besnijdenis cultus van Osiris, waardoor de mens verbonden kon worden aan het hemelse woord. Leonard Cottrell (1913-1974) liet in zijn boek ‘de bakermat van onze cultuur’

(the anvil of civilization, 1957) de contrasten zien van de oude culturen, hun innerlijke verdeeldheid ook. Zo had hij het over de psalmdichter die zei : ‘De zachtmoedigen zullen Uw licht aanschouwen,’ maar de Griekse bezoeker van de tempel zou er goed vanaf zijn gekomen als hij aan steniging zou zijn ontsnapt. Ook dat grijpt natuurlijk weer op een enorme diepte, metaforisch gezien, ook denkende aan het vele hak en snij werk van de Azteken. Zachtmoedigheid en hardvochtigheid schijnen niet los van elkaar te kunnen bestaan. Hier wijzen ook de tweede bijbelse psalmgedichten op, dat de zachtmoedigen zeer hardvochtig in de nacht zullen zijn naar het vlees toe, en dit zeker niet onbesneden laten. Hoe zachter hoe harder, maar zorg dan wel dat je niet zacht bent in het vlees, want een zacht woord verbreekt beenderen. We spreken nog steeds over een andere materie. Het staat dus nooit op zichzelf. Cottrell stelde dat Jahwe oorspronkelijk een staats en krijgsgod was. Mozes beval de Israelieten : ‘Gij zult niet doden, niet stelen, niet het huis van uw naaste begeren,’ maar, zo stelde Cottrell, dat had alleen maar betrekking op het gezin en de stam. Het was geheel juist om het land Kanaan aan te vallen, de inwoners te doden en hun huizen in bezit te nemen in naam van Jahwe, en zo staat het er ook. Wat er in oorlogstijd gebeurt is aan geen wet onderhevig, schreef Cottrell. Hij toonde aan dat er door de tijden heen verschillende opvattingen over waren, zoals de latere Israelitische profeten hun geloof uitdrukten in bespiegelende waarheden, en niet in dogma’s. Dit maakt ineens alles interessant omdat er dan zoveel uit te halen valt, en we zoals Basilea Schlink het stelde de verborgen schat in het lijden vinden, de geestelijke rijkdom in de diepte van het tijdperk van misbruik. De geestelijken worstelen in de natuur met dit ding, en dat is het beste : Het is iets tussen jou en de natuur. Moet sinterklaas dan altijd maar ingrijpen ? ‘Wie is aan het beest gelijk ?’ roept de mens. ‘Wie kan er oorlog tegen voeren ?’ Maar zij lasteren slechts de hemel en de natuur. We kunnen het lezen in Openbaring 13. Ze strijden tegen de geestelijken, de heiligen en het lam, het dier. Ze leven van de slacht van het dier. Het is te gruwelijk voor woorden. Ze hebben hun valse duizendjarige vrederijk nu. Ze zijn opgenomen in een valse opname ten koste van mens en dier. Ze willen het kruis niet, willen de natuur niet, willen de kennis niet, maar alleen het materialisme. Ze hebben het merkteken van het beest genomen. Onderzoek doen ze niet.

Het is allemaal duurdoenerij, en de mens wordt tot zombie gemaakt. Maar het lam zal tot een leeuw worden in de nacht. De zegels die ze op het hemelse woord hebben gelegd zullen verbroken worden. En weest niet bevreesd voor hen die wel het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden; weest veeleer bevreesd voor datgene, dat beide, ziel en lichaam, kan doden. Mattheus 10:28 Het gaat om je ziel, niet om wie je bent in de matrix, niet om wat anderen van je denken, en zelfs niet wat je zelf over jezelf denkt. Het gaat om wat de hemelse kennis over je denkt, wie je bent in de hemelse kennis. Dokters willen het vlees genezen, maar bekommeren zich niet om het geestelijke. Het lam zal tot een leeuw worden. Dokters willen het vlees genezen door het lam te slachten. Dat is hekserij. Het lam zal tot een leeuw worden. Dokters willen het vlees genezen door het geestelijke af te snijden, weg te snijden. Maar het lam zal tot een leeuw worden. Wat een roofdieren zal dit oproepen ? Wat kunnen we hier van leren ? Het geslachte lam is andere materie. Het geslachte lam is een leeuw. Dat is de victorie van het kruis. Laat niemand deze beelden geringschatten. Wie oren heeft die hore. hoofdstuk 39 doodspelonken van het kruis Wat voedt gij mij, de voedende leegte, de voedende honger, Is het niet meer dan de rijkdommen der aarde ? Wat voedt gij mij, oh voedend minderen,

tot de doodspelonken van het eeuwig leven, zoveel meer dan vleselijk leven ooit bieden kan. Wat voedt gij mij oh aarde, Oh schreeuw vanaf het kruis, in ellende gezonken, maar vindende dit heerlijke huis, een schat in diepe gronde, ja, doodspelonken van een eeuwig woord, waarvan het vleselijke leven nooit heeft gehoord. hoofdstuk 40 wolf in herderskleren Het zijn hemellasteraars, godlasteraars, natuurlasteraars en kennislasteraars. Het geestelijke hebben ze om zeep geholpen. De valse profeet van het materialisme is gekomen, dronken van het bloed van de rechtvaardigen. Repelsteeltje maakt hooi tot goud, het goud der dwazen. Wie oren heeft die hore, en wie ogen heeft die ziet, maar dit volk is verblind door genotszucht, Ja, dom schaap, een afrikaans spreekwoord zegt : ‘Een schaap brengt z’n hele leven door met het vrezen van de wolf, alleen maar om zo gegeten te worden door de herder.’

Dat is ook het geval met het westerse christendom : Ze zijn zo bang voor de grote boze wolf, alles wat anders is dan hen, maar vergeten de sluwe herder die ze hebben verkozen. hoofdstuk 41 bespreking psalm 43 Lezen : Psalm 43:3 Zend uw inzicht en uw waarheid; mogen die mij geleiden, mij brengen naar uw heilige berg en naar uw tenten Spreuken 11:2 Een bedrieglijke weegschaal is de hemel een gruwel, maar een zuivere weegsteen is de hemel welgevallig. Als overmoed komt, komt schande mee, maar wijsheid is bij de ootmoedigen. De rechtschapenheid der oprechten leidt hen, maar de verkeerde zin der trouwelozen is hun ten verderve. Rijkdom baat niet ten dage des toorns, maar gerechtigheid redt van de dood. Sioux gebed : Help mij niemand te oordelen voordat ik in zijn schoenen heb gewandeld.

Dit zijn wijze lessen hoe op de berg te gaan. Wij kunnen niet zomaar naderen. Toen Yeshua aan het kruis ging om zo de geestelijke berg op te gaan, toen daagden voorbijgangers hem uit van het kruis af te komen. Daarin ligt de verzoeking. ‘Kom van het kruis als je God’s zoon bent.’ Daarin ligt de verzoeking om jezelf te bewijzen. Je wilt niet onder doen voor de ander. Je wilt groot zijn en protsen, maar Yeshua luisterde niet naar deze stemmen. In de Egyptische wortels is Yeshua de besnijdenis van het vlees, en ook het hongeren. Hij hongerde liever aan het kruis dan dingen voortijdig te grijpen. Hij wilde geen werelds aanzien en wereldse eer, maar hij had een andere werkelijkheid op het oog, van een andere soort materie. De vrije predikant J.P. Paauwe (1872-1956) noemde het de grootste verzoeking van Yeshua. Psalm 19:5 Hun prediking gaat uit over de ganse aarde en hun taal tot aan het einde der wereld. Hij heeft daarin een tent opgeslagen. We kunnen stellen dat de tent is in de diepte van de geestelijke archeologie. hoofdstuk 42 verdere bespreking psalm 43 De psalmen zijn net zo belangrijk als de pyramides in Egypte, want beiden zijn het contact tussen Orion en de aarde, waar Orion de aarde raakt. Er is een groot verschil tussen het westerse dogmatische evangelie waar veel mensen terecht problemen mee hebben en het dichterlijke evangelie in de psalmen. Het evangelie stond al opgetekend in de psalmen van Israel, maar dit werd later verdraaid, verletterlijkt en verstijfd in het westen tot iets heel erg lugubers, gemeens en oneerlijks.

Psalm 43 Calvijn legt uit dat in deze psalm de psalmist wreed en onrechtvaardig uit zijn eigen land is verdreven, en zo is gevlucht, en in de wildernis toevlucht zoekt tot de hemel. Vers 3 zegt : Zend uw inzicht en waarheid, laten die mij leiden en brengen tot uw heilige berg en uw tenten. Calvijn legt uit dat de psalmist klaagt tot de hemel over de wreedheid van zijn vijanden. Het was een meedogenloos volk wat geen goedertierenheid en medelijden kende. De psalmist was blootgesteld aan de willekeur van zijn vijanden. Waar moet je dan naartoe ? Dan heb je een grotere realiteit nodig, die van de hemel, van de grotere werkelijkheid die alles omvat. De psalmist was beroofd van zijn vrouw en had geen toegang tot het aardse heiligdom, legde Calvijn uit, maar het ging de psalmist om het hemelse, geestelijke heiligdom, waartoe hij in gebed tot de natuur kwam. De Duitse theoloog Arthur Weiser noemt het een ballingschapspsalm. De psalmist had zijn status in de tempel verloren, was uit Jeruzalem en de tempel verdreven, en leefde nu daar waar de rivier de Jordaan in de vallei stroomde, wijzende op de vorige psalm, psalm 42. Het stroomde vanuit het Hermon gebergte. En hij werd bespot door de heidenen : ‘Waar is nu je God ?’ Misschien ken je dat soort mensen ook wel in je eigen leven. Ik in ieder geval wel. Hun God is niet het kruis, maar ze meten alles af aan aards succes en voorspoed. Hun God is niet de heilige vrees, maar aardse bluf, en vleselijke zelfverzekerdheid en eigengereidheid. Ze zijn opgeblazen in hun toetsloosheid. ‘Waar is nu je God ? Als je dan God’s zoon bent, kom dan van het kruis af,’ wat J.P. Paauwe de grootste verzoeking van Yeshua noemde, maar de psalmist ging daar al doorheen in psalm 42:11 : Met een doodsteek in mijn beenderen honen mij mijn tegenstanders, doordat zij de ganse dag tot mij zeggen: Waar is uw God? Zij beseffen niet dat God het kruis is en de verbrokenheid, de heilige vreze, om zo te ontwaken tot de grotere hemelse realiteit. De psalmist ontwaakte hiertoe en moest alles achterlaten, net zoals Yeshua later. Misschien ken je dat soort

vleesetende mensen wel, die zeggen : ‘Jouw God is de mijne niet.’ Nee, precies, want mijn ‘God’ is empathie en kennis. Empathie voor mens en dier. Daar hebben ze geen kaas van gegeten, en dat willen ze ook niet. ‘Jouw God is de mijne niet.’ Nee, want ze volgen de god van het vleselijke, een god die hen altijd gelijk geeft en ja-knikt bij alles wat ze doen. Die god is gewoon hun eigen schaduw die hen in alles goedkeurt. Die god geeft hen voortdurend complimentjes, met recht een suikersinterklaas, de opa-god. Dat is gewoon een aap. Weiser stelt dat de tocht van de psalmist door de wildernis een beeld is van de opname van de ziel, en hij kan voor de hemel zijn ziel geheel uitstorten. Dat kan niet bij de mensen in Jeruzalem en de tempel. Hij is het contact met de mensen verloren, en is nu helemaal alleen in het Hermon gebergte, en dat maakt zowel zijn verlangen als zijn vrees erger, waardoor hij verscheurd wordt. Hier zijn de bronnen van de Jordaan, stelt Weiser. Hij is omhuld door de schoonheid van de natuur, maar hij kan niet reageren. Dit is een krachtige en woeste schoonheid, een symbool van zijn eigen lijden. Hij is hierin totaal machteloos. De woeste bronnen van de Jordaan zijn zijn eigen tegen elkaar strijdende emoties. Psalm 43:2 Waarom hebt gij mij verstoten ? In het commentaar van Lange uit de jaren 1800 wordt er gesteld : ‘De primaire betekenis ervan is "stinken", "ranzig worden", en het brengt hier het idee over van zich afkeren als van iets walgelijks.’ De psalmist is hier in principe in zijn eigen gedachtes uitgepoept, als uitwerpselen. Daarom verlangt de psalmist naar de opname tot God’s tent. Luther stelde : ‘Waar God’s woord is, daar is God’s huis.’ De hemel is hemelse literatuur. Matthew Henry (1662-1714) zei in zijn commentaar uit 1706 : ‘Zij die tot de tent van God komen moeten tot het altaar gaan.’ Het altaar is een beeld van het kruis in het OT.

hoofdstuk 43 bespreking psalm 1 en psalm 22 Psalm 1 is de besnijdenis van onze wandel, wat heel letterlijk en wrang in het oude China van 900-1900 naar voren kwam in de voetbinding van de vrouwen tot stompjes. Zij werden bijna tot honden aan de ketting. Wat een wrange geschiedenis, en wat een verdraaiing van deze psalm. Op het smalle pad moeten wij wandelen, maar dat betekent niet letterlijk dat we onze voeten door inbinding kleiner moeten maken. De psalmist spreekt metaforisch over de besnijdenis van zijn wandel in psalm 22, waarin zijn handen en voeten worden doorboord. Ook was hij uitgehongerd. De psalmist was oorspronkelijk de gekruisigde. Het was een gedicht. Zo voelde hij zich. Zo dichterlijk als Israel het evangelie maakte, zo dogmatisch en letterlijk maakte het westen het. De psalmen werden overgeleverd van generatie tot generatie, van cultuur tot cultuur. Door de voetspijkers in ons eigen leven leren wij hemels te wandelen, in plaats van geestelijk. Dat is de verborgen schat in het lijden, en ook met een moeilijke tijd zijn onze voeten doorboord. Dit is het golgotha tijdperk. hoofdstuk 44 bespreking psalm 89 In de reformatie werd er iets groots gegeven aan de mensheid die ten onder ging onder het materialisme en de tirannie van de katholieke kerk. Binnen de

katholieke kerk was er al grote verdeeldheid en waren er al veel verzetsstrijders. Er waren al vele armoedsordes die in de natuur leefden. De katholieke kerk was geen een pot nat. Er was de stadse katholieke kerk en de natuur katholieke kerk. We kunnen heel veel leren van de katholieke kerk, namelijk het moederschap, wat er nooit echt was in de gereformeerde kerk, en wat ik altijd een groot gemis heb gevonden. Het mag ook beleefd worden in de regressief-gereformeerde beleving, die daar wel alle ruimte voor heeft, want het is juist de levensbron. De reformatie is maar een metaforisch verhaal, maar doordat het waarde heeft mag het ook tot waarheid worden. Hoe de mens dat zo heeft kunnen verletterlijken is een gebrek aan onderwijs, maar dat onderwijs mag gegeven worden. Het kruis snijdt uiteindelijk het kwaad weg, waar psalm 89 over gaat. In de berijmde versie van 1773 staat er in vers 10 : Mijn hand zal hoe 't ook ga, hem sterken dag en nacht; Mijn arm zal hem in nood voorzien van moed en kracht; De vijand zal hem nooit door wreev'le handelingen, Door list, of hels bedrog, in uiterst' engten dringen; Den booswicht zal 't geweld nooit tegen hem gelukken, Noch in- noch uitlands vorst zijn zetel onderdrukken. Juist vanwege deze werking van het kruis is er dus een grens voor het kwaad waarover het kwaad niet kan passeren. Het kruis wijst deze grenzen aan. Daar mogen wij ons in berusten dat het kruis niet voor niets is. Psalm 89 is een psalm van de victorie van het kruis. Weiser noemt het een psalm van het verbondsfeest. We zien in deze psalm het contrast van het kruis. Het gaat zowel diep als hoog. Het bouwt een eigen wereld.

hoofdstuk 45 van koningskerk tot kruiskerk De wolven zijn op jacht. Het sociale materialisme van hebberigheid, hebzucht en vraatzucht is hier aan de toppen afgebroken, omdat het zijn climax heeft bereikt. Hier stort alles terug in de zee. Hier vindt plaats wat in de jaren 1800 plaatsvond : De mens moet loskomen van de koningskerk, om terug te keren tot de kruiskerk, de natuurkerk. Er is niks nieuws onder de zon. De geschiedenis herhaalt zich en verdiept zich. hoofdstuk 46 de prins en de bedelaar In een droom was ik verdwaald in de weilanden. Ik kwam toen aan bij een kleine Palestijnse nederzetting of dorp, in het centrum, waar wat winkels waren, maar het leek bijna op een industrie terrein. Ik wilde de weg vragen, maar ik wist niet met wie ik te maken zou hebben. Ik was op de fiets. Ik besloot weer verder te fietsen, maar het ging allemaal heel traag, en wat Palestijnen begonnen me te achtervolgen. Alhoewel ik maar heel traag ging stopten ze daar toen mee, maar er waren ook andere Palestijnen in de buurt, en ik keek naar de versnelling, en de derde versnelling was de zwaarste, maar ook dat ging allemaal heel traag en maakte niet echt verschil. Het is een beeld van de regressie.

Daarvoor droomde ik dat ik op een terras was van een school, en ik was in gesprek met een jongetje. Over de stoelen hing kleding wat op mijn kleding leek, dus ik trok het aan, maar ik kwam er toen achter dat het toch niet mijn kleding was, maar waarschijnlijk van de juffrouws, zoals een vest en een jas, dus ik trok het weer uit. Daarna droomde ik over tunnels onder de school waar muziek clips werden gedraaid van de 60-er, 70-er en 80-er jaren, en er was een ketel of altaar in de vorm van een schoen. Ook dit zijn beelden van de regressie. De mens moet vanuit de buik antistoffen aanmaken tegen de zonde, tegen het vleselijke. Er is dus een hogere buik en een lagere buik. De vleselijken leven vanuit de lagere buik. De vleselijken leven langs alles heen, draaien om alles heen, en draaien ook alles om, als blaffende honden waar niet mee te praten valt. Je trekt bij een vleselijke altijd aan het kortste eind, want uiteindelijk weten zij alles beter en is het zoals zij zeggen dat het is, en zoals zij het beleven. Daarom moet de mens antistoffen aanmaken. De mens moet besneden worden in werk (de handspijkers aan het kruis) en wandel (de voetspijkers aan het kruis). De psalmist zei in psalm 22 : Honden hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren. De basileus, de koning in het grieks, is de voet, de basis, niet het hoofd. Het is dus een beeld van de regressie. In het hebreeuws is het de melek, van malak, de engel (vgl. malaki, maleachi). Ze leven zoals de voet dichtbij de aarde, komen op voor de zwakkeren en de minderheden, zijn zelf de minsten geworden. Dat is wat een ware koning is, en wat een ware prins is. Daar wijzen ook alle sprookjes op. Dat zijn dus allemaal beelden van de regressie. Het is het leven op het altaar, een volkomen offer, waar Malaki (Maleachi) ook over spreekt. In het Aramees maakte God Ezau vuil en zond hem tot de wildernis, tot de aarde. Alles wat hij opbouwde werd afgebroken, omdat hij de leegte inmoest. Het hongeren was veel belangrijker. Het eerstgeboorterecht, de aardse status, wat door de hemel gehaat is, moest hij afleggen. De prins moest tot een bedelaar worden. Dit is ook het verhaal van het boeddhisme. Het is wat de regressie is : al je klederen weer afdoen en je bedekken met het vuil van de moeder aarde, om een shamaan te zijn.

hoofdstuk 47 psalm 119 : sterven door de wet aan de wet tot de (hemelse) wet Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des Heren gaan. Welzalig zij, die zijn getuigenissen bewaren, die Hem van ganser harte zoeken Psalm 119:1 De psalmen hebben hun eigen zaligsprekingen. Calvijn stelt dat de getuigenissen (edot, edah) de leer van de wet zijn. Het is de omgang met de hemelse wet, niet zo maar een starre, dogmatische wet. We spreken over een levende wet, de wet van leven. We kunnen het vergelijken met het arabische doua, de omgang met God, het gebedsleven. In het aramees is het de shadut, wat ook het martelarenschap is, het kruis dus, wat veel dieper gaat dan zomaar even als een politie agent een wet op tafel te leggen. De hemelse wet is altijd weer boven denken, en zeer creatief, en moet doorleefd worden, door het kruis, door het zijn van de minste, wat je dan een meerdere maakt over het vlees. Het zijn van de minste is dus niet totaal hopeloos, maar geeft je macht over de zonde, waar de Efeze brief over spreekt. Dat zijn waarden waar je aan vast mag houden. Je wordt zo bewapend, waar ook de Efeze brief mee afsluit. Het is daarom van belang besneden te zijn in het werk (de handspijkers aan het kruis), en besneden te zijn in de wandel (de voetspijkers aan het kruis). De psalmist ontving deze besnijdenis en kruiziging al in psalm 22. Het kruis is dus de ware omgang met de hemelse wet. Zo kun je het toepassen in je eigen

leven en heb je een getuigenis, niet zomaar een regeltje die je anderen oplegt. Het is een strijd tegen het vlees, niet zomaar een machtspelletje. Het gaat allemaal zeer persoonlijk, want het is een verbond tussen jou en de hemelse kennis, en dat is een leerverbond, zoals Calvijn het ook stelt in zijn bespreking van Psalm 119, wat overigens een zeer lange psalm is, wat me als kind al opviel. Calvijn noemt dan de mishpatim de geboden, waartoe ook de gerechtigheden en de oordelen behoren, want de mens is geroepen tot niets anders dan hetgeen recht is, en dat is dus geen aardse, vleselijke rechtheid, maar een hemelse rechtheid. Calvijn stelt dat de mens geen andere regel moet zoeken dan de volmaakte heiligheid van de gehoorzaamheid aan de hemelse wet, oftewel de wegen des Heeren. Zo niet, dan zou de mens gevaar lopen te gaan dwalen. Hij noemt dan het woord Pekoedim wat de moeilijkheid omtrend deze fijne onderscheidingen weghaalt. Pekoedim, of pekudim, piqqudim (119:4,15,27,40,45,56, etc.) betekent het overzien van de hemelse wet, het overzicht, het tellen, wat ook weer in de oudere naam van Numeri voorkwam : homesh ha-pekudim (boek van de getelden), wat later bemidbar ging heten : in de wildernis. Pekudim komt van paqad, het herinneren, wat ook weer hongeren betekent en kastijding, dus weer wijst op het kruis. Dit is het ware medicijn. Het vlees kan geen medicijn bieden. Pekudim betekent ook hemelse concentratie en aandacht. Telkens weer noemt de psalmist het op in psalm 119. Het is als een hemelse wiskunde die geleerd dient te worden om aan de machten van het vlees te ontkomen. Dit gaat door het kruis. Je kunt niet zomaar vluchten, maar je wordt vertraagd en er gaan spijkers door je handen en je voeten. Je gaat dus shamanistisch de diepte in, en er is geen snelle weg uit. Je komt niet zomaar met een tik en een klap van het vlees af. Calvijn zegt bij vers 1 dat er veel mensen zijn die naar gelukzaligheid streven en niet naar de gelukzaligheid door de rechte weg te volgen. Daarin ligt een groot verschil. Velen dwalen af op de bijpaden op zoek naar de gelukzaligheid en geven de voorkeur aan moedwillige verblinding en dierlijke stompzinnigheid.

3 die ook geen onrecht plegen, maar wandelen in ‘s hemels wegen. 4 Gij hebt uw bevelen geboden, opdat men die ijverig onderhoude. 5 Och, dat mijn wegen vast waren om uw inzettingen te onderhouden. 6 Dan zou ik niet beschaamd staan, als ik op al uw geboden zie. Calvijn stelt dat de psalmist zei ‘op al uw geboden’, omdat de listen en valstrikken van het vleselijke veel zijn. Hij stelt dat er daarom geen gewone of geringe waakzaamheid wordt vereist om op je hoede te zijn. Er staat ‘ijver’, wat duidt op een hemels werk. Zijn wij ijverig in het onderhouden van het hemelse verbond ? Lauwe mensen komen onder verblindingen en komen op de bijpaden en raken zo in grote duisternis, terwijl ze zich steeds gelukkiger voelen, het tijdelijke, verdwaasde geluk van het vlees, of ze hebben heel wat te klagen over dingen die er helemaal niet toe doen, en dingen die ze zelf veroorzaakt hebben. Voor elk wat wils. Vaak wordt de mens nog gulziger en nog vleselijker, en wil nog meer vlees, en komen zo in een groot vleselijk lijden terecht. Vleselijk geluk en vleselijk lijden voor vleselijk geluk, een vals kruis, stuwen elkaar op. Ben je ijverig als een bij om hemelse honing te vergaderen, of neem je het niet zo nauw met het hemelse verbond ? Er is nog steeds een oorlog gaande met het vlees. Of heb je in de exodus de moed maar opgegeven en ben je weer terug gegaan naar de vleespotten, als een hond die is teruggekeerd tot zijn braaksel ? Calvijn stelt dat het begin van goed te leven is als de hemelse wet ons aantrekt door haar lieflijkheid, en dat is ook volgens hem de enige manier om de begeerlijkheid van het vlees te genezen. Uiteindelijk is de liefde en lieflijkheid van de kennis van de wet grootser dan al het andere, want het laat een veel wijder spectrum zien dan aardse bekrompenheid. Dit is geen grote allemans vriend die alles maar toelaat, maar een woeste, creatieve fijngevoeligheid die het beste uit alles omhoog haalt. Niet in roekeloosheid, maar in bedachtzame, doelgerichte ijver.

Calvijn : ‘Allen begeren dat God hun leven zal verlengen, en de gehele wereld is van deze vurige, sterke begeerte vervuld, maar intussen is er nauwelijks een op de honderd, die er over nadenkt tot welk doel hij behoort te leven.’ Laten we eerlijk zijn : Als je leeft ten koste van iemand anders, zij het mens of dier, of een andere levenssoort, dan heb je het doel gemist. 61 Hoewel strikken der goddelozen mij omgeven, ik vergeet uw wet niet. 69 Overmoedigen wrijven mij leugens aan, ik houd uw bevelen van ganser harte. 70 Ongevoelig als vet is hun hart, maar ik verlustig mij in uw wet. 71 Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik uw inzettingen zou leren. 72 De wet van uw mond is mij beter dan duizenden stukken goud en zilver. Het is goed. Wij worden beproefd. We zien het contrast. Het leven is dood en opstanding, naar de hemelse wetten van de natuur. Het is goed. Zo wordt onze ijver getest. De besnijdenis is goed, anders zouden we afdwalen. Calvijn stelt dat het leven een kruisweg is. Hij stelt dat ook de wegen die mensen maken eng kunnen zijn, met doornen bezaaid, en dat ze er allerlei eigengemaakte hindernissen opgooien, en het zijn allemaal bijwegen waarop ze dwalen. Maar ook de hemel legt strikken, stelt Calvijn. De hemel doet de schrandere mens kuilen ontmoeten, en maakt de weg ruw en hobbelig, omringt met afgronden, maar als de mens de hemelse wet gehoorzaamt, dan zal hij toch een uitweg vinden. Als Calvijn het heeft over de Kennis, dan heeft hij het over een streng en nauwkeurig zelfonderzoek, want vleselijken brengen anderen onder regels waar ze zichzelf niet aan houden. De psalmist heeft dit aan levende lijve ondervonden, want de vleselijken om hem heen probeerden hem ten onder te brengen door listen en bedriegerijen. Ben je ijverig de hemelse wetten aan het tellen, de pekudim ? Oftewel : ben je

de hemelse wetten ijverig aan het overpeinzen en uitdokteren, en heb je daarop al je aandacht gevestigd in de pekudim ? Dat gebeurde in de wildernis. Dat gebeurde in de uittocht, in het hongeren, ver van de vleespotten vandaan. Dat gebeurde aan het kruis. Of dans je nog naar de pijpen van de aardse kneuterigheid ? Werk aan je hemelsvrucht, of godsvrucht, zoals Calvijn het stelde. Wijk er niet vanaf. Het is een glibberige weg, stelt Calvijn, en de voeten van de mens zijn zwak, en de menselijke natuur is geneigd tot dwaling, en daarom moet de mens zich niet weinig beijveren om staande te blijven en van de hemelse geboden niet af te wijken. Ben je een Merlijn op zoek naar de heilige graal ? Have you figured it out ? Socrates : ‘To know is to know that you know nothing.’ Wat dan te doen ? Sterven door de wet aan de wet tot de (hemelse) wet. hoofdstuk 48 psalm 121-123 – psalmen van de hemelvaart – het grote 'totdat' 1 Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? 7 De Here zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. 8 De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid. Psalm 121

Calvijn noemt psalm 121 een psalm van trappen. In het Hebreeuws is het ook een psalm van de hemelvaart, van de opname (mala), een psalm van bedevaart, een pelgrimspsalm. Het wil niet zeggen dat we niet door lijden heengaan op deze wereld, maar dat als we ons zicht op de dingen van boven hebben gericht, dan zijn wij onder een hemelse schaduw, zoals Calvijn ook stelt. Wij worden bewaakt dan tegen de zonde, maar juist door het kruis heen. Artur Weiser stelde dat de pelgrims het zongen op weg naar Jeruzalem, want psalm 120-134 is het boek van de bedevaartsliederen. Het gaat over een tocht door de bergen vol van gevaren, want er zijn stijle paden, ravijnen en holen waarin wilde dieren en rovers zich verbergen, stelt Weiser. Daarom zongen de pelgrims deze psalm ook voordat ze naar Jeruzalem gingen. Matthew Henry noemt de psalm het uitstrekken naar de oneindige wijsheid. Keil-Delitzsch noemt het de universele bescherming van de eeuwige liefde. Psalm 122 gaat over het binnengaan van Jerusalem, tot de eeuwige sabbath waarin rust en vrede is, maar dit is dus zeker geen pensioen. Het gaat om de diepe vrede die het toetsen brengt door het kruis, wat een authentieke natuur is, waar de psalmen diep van binnen opstromen en door je heen beginnen te stromen, als een overstroming, vanwege het gezaaide zaad. De boodschap van de psalmen is, zoals Matthew Henry het ook stelde, dat als je het hemelse huis binnengaat, dan moet je tot het altaar gaan, oftewel tot het kruis. Anders zou je in aardse oppervlakkigheden terecht komen. Het kruis legt de verdiepingen aan. Delitzsch stelt dat de psalm werd gezongen bij de terugkeer na een tocht. We kunnen ook denken aan terugkeer na de ballingschap van het vlees. De mens vindt na het toetsen hier vaste grond, een nieuwe schepping in de woeste wateren. Het is dan geen tijd om in te dutten. Dat is niet wat ware hemelse rust is. Er is alleen rust in waakzaamheid. Matthew Henry stelt dat we moeten bidden voor dit hemelse Jerusalem, vanuit het principe van de liefde voor de hemelse regering, en daarbij kunnen we stellen dat we de aardse, vleselijke regering zo los kunnen laten, kunnen vervangen. Zo kunnen we hoger de berg op. Dit is wat de ware schepping is.

Henry stelt dat zo de mens tot hemelse overvloed komt. psalm 123 1 Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen op tot U, die in de hemel troont. 3 Wees ons genadig, Here, wees ons genadig, want wij zijn meer dan verzadigd van verachting; 4 onze ziel is meer dan verzadigd van de spot der overmoedigen, de verachting der hovaardigen. In het Aramees gaat dit over het komen tot de hemelse moeder om melk te vragen van haar borst, wat hier vertaald is als ‘wees ons genadig’. Er staat dus eigenlijk : ‘laat ons van uw borst drinken’. In het hemelse huis moeten we tot het altaar komen, tot het kruis, om zo door de navelstreng van regressie verbonden te worden aan onze hemelse moeder, om zo van haar borst te nemen. In het Aramees is het aan de borst komen van de moeder ook om af te nemen, te minderen, te hongeren, weer zwak te worden, opdat we geen deel hebben aan de feestjes van de protsende hoogmoedigen die bezig zijn hun ziel te vergiftigen en te verderven. Aan de hemelse borst wordt alles weer vertraagd. Dit is dus iets heel shamanistisch. Dit is wat het ware gebedsleven inhoudt in het Aramees. Matthew Henry noemt het een psalm van zorg. In het Aramees is het ook verbonden aan empathie. Henry roept de mens op om bij deze psalm met een heilige zorg onze ogen moeten opheffen tot de hemel, en met heilige minachting neerzien op de smaad van de mensen, op aardse en vleselijke kneuterigheid. Het gaat erom een daadwerkelijk liefdesverbond met de hemel aan te gaan. 2 Zie, gelijk de ogen der knechten zijn op de hand van hun heren,

gelijk de ogen der dienstmaagd zijn op de hand van haar gebiedster, zo zijn onze ogen op de Here, onze God, totdat Hij ons genadig zij, ons van haar melk doet drinken, wij aan haar borst zijn. (Aramees) Henry stelt dan dat de mens gevoelig moet zijn voor het hemelse werk dat gedaan moet worden, dat de mens zich afvraagt : ‘Wat wilt gij dat ik doen zal ?’ In deze houding zal er ook hulp zijn, naast voedsel. We kunnen het ook vergelijken met het gebed : ‘Niet mijn wil geschiede, maar Uw wil,’ en ‘Uw wil geschiede, gelijk in de hemel als ook op de aarde.’ We zien hierin de besnijdenis van het werk wat begint bij de besnijdenis van de wil. Henry stelt dan dat wij zo ook bescherming hebben in deze houding, van onze hemelse meester. We kunnen daarbij ook denken aan de opvoeding in geestelijke wapenrusting en wapenbeoefening, waar de Efeze brief over gaat, om zo met kop en schouders boven het vlees uit te komen, en uiteindelijk het vlees te kunnen vertreden. Henry stelt dat we kunnen bidden : ‘Wij zijn de Uwen, behoud ons.’ Henry stelt dat er geen genade te vinden is bij mensen. Hun barmhartigheden zijn wreed, bespottingen en geselingen, maar Gods genade is een soeverein geneesmiddel, en is waarlijk loon. Wij mogen ons niet uitstrekken naar vleselijk loon. Mensen zijn niet lonend, maar kunnen alleen bedriegen. Henry stelt dat zij die hun ogen op God gericht hebben worden veracht door de wereld. Zij die geeerd worden door God worden dikwijls vertreden door de wereld. De heiligen zijn een vreedzaam volk, en toch worden zij mishandeld. Is het ooit anders geweest ? Er is niks nieuws onder de zon. Henry stelt dat het de heerlijken zijn, de voortreffelijken van de aarde, maar toch worden zij onderschat. Hij zegt dat spot en smaad altijd het lot is geweest voor Gods volk. Zo was het, zo is het en zal het waarschijnlijk altijd zijn. Weiser stelde dat de psalmist in psalm 123 lange tijd is blootgesteld aan de minachting en spot van arrogante tegenstanders. Calvijn noemt het een onmenselijke wreedheid tijdens de ballingschap wat ertoe leidde dat deze psalm werd geschreven. Hij noemt hoe slaven in vroegere tijd op wrede en smadelijke wijze behandeld zijn, terwijl zij van hun kant geen vinger durfden te verroeren en zich niet durfden te

verdedigen. Zij hadden de middelen niet om zichzelf te beschermen en daarom moesten zij zich wel tot de hemel wenden. Calvijn stelde dat het in oude tijden een misdaad was waarop de doodstraf stond als een slaaf een wapen droeg. Het zijn de rijken en de hoovaardigen die de spot dreven met Gods volk. Ze zijn hoog en vol met aanzien in de wereld, met verblinde ogen door de glans van hun grootsheid, stelt Calvijn, en zo kijken ze gemeen neer op anderen vanuit de hoogte, omdat ze het geestelijke hemelse koninkrijk als niets achten. Hoe meer ze voorspoedig zijn en het fortuin hen toelacht, hoe meer de hoogmoed hen opblaast en hoe onbeschaamder hij zich openbaart, zegt Calvijn. Calvijn noemt dan 1 Cor. 4 : Griekse worteltekst : ‘Wij zijn dwaas om Chasma’s wil (de baarmoeder), maar gij zijt verstandig; wij zijn zwak, maar gij zijt sterk; gij zijt in aanzien, maar wij zijn niet in ere. Tot op dit ogenblik verduren wij honger, dorst, naaktheid, vuistslagen en een zwervend leven; wij verrichten zware handenarbeid; worden wij gescholden, wij zegenen; worden wij vervolgd, wij verdragen; worden wij gelasterd, wij blijven vriendelijk; wij zijn als het uitvaagsel der wereld geworden, als aller voetveeg, tot op dit ogenblik toe.’ Calvijn : ‘Gods volk wordt voor niets anders dan uitvaagsel en afschrapsel gerekend. Laat ons de bozen overlaten aan hun hoogmoed todat zij ervan barsten. Wat blijft ons dan anders te doen dan in de duisternis het licht des hemels te zoeken en dat onze ziel hongerend zucht tot God om te bidden om uitkomst.’ Het woordje totdat is een mooi woord : Toth-Duat. Toth is de vergriekste vorm van de Egyptische onderwereld, de duat, of duaty, oftewel de diepte die ons weldra en alles zal overstromen, ook uitgebeeld als een ibis met de stenen tafelen van de hemelse wet, het hemelse woord, wat in alles verborgen ligt. Dit is het grote ‘totdat’ waar niks en niemand omheen kan. Onze ziel is ontkomen als een vogel uit de strik van de vogelvangers; de strik is gebroken,

en wij zijn ontkomen! Onze hulp is in de naam des Heren, die hemel en aarde gemaakt heeft. psalm 124:7-8 Nederland is opgeschrokken door de dood van een verzetsstrijder die door zijn hoofd is geschoten. De geschiedenis herhaalt zich. Denk aan John Lennon in 1980, en Theo van Gogh in 2004. De moord op Willem van Oranje herhaalt zich telkens weer. Goed om daar eens psycho-analyse op uit te voeren op dit verschijnsel. Ik zei nog tegen mijn dochter : 'Dat is heel verschrikkelijk, maar wordt er ook genoemd dat er een aanslag is gepleegd op Klara Koe en Rinus het varken ? Nee, dat wordt niet genoemd. Zie je de hypocrisie van dat eenzijdige nieuws ? Niemand kraait om Henriet Kip verder. Daarom is de liefde van deze wereld vaak slechts een afleider, een dekmantel.' Daarom zullen we het grotere verband van dit verschijnsel moeten laten zien, aan de hand van de context van de psalmen, de vur en een droom over de tachtiger jaren. hoofdstuk 49 een droom : de psalmen en het kruis van de tachtiger jaren – een kogel door het hoofd Lezen, en daarna een droom bespreking : Psalm 140 Red mij, o Here, van de boze mensen,

bewaar mij voor de mannen van het geweld, die boze dingen in hun hart beramen, de ganse dag strijd verwekken; zij hebben hun tong gescherpt als een slang, addervergif is onder hun lippen. Behoed mij, o Here, voor de handen van de goddelozen, bewaar mij voor de mannen van het geweld, die zich voornemen mij de voet te lichten. Hovaardigen verborgen voor mij een strik en koorden, zij spanden een net langs het pad, zetten vallen voor mij op. Gij beschermt mijn hoofd ten dage van de strijd. Ik weet, dat de Here het geding van de ellendige berecht, de pleitzaak der armen. De oprechten zullen voor uw aangezicht wonen. Jesaja 59:14-17 Het recht wordt teruggedrongen en de gerechtigheid blijft verre staan, want de waarheid struikelt op het plein en oprechtheid vindt geen ingang. Zo ontbreekt de waarheid en wie wijkt van het kwade, wordt het slachtoffer van uitbuiting. Maar de Here zag het en het was kwaad in zijn ogen, dat er geen recht was. Hij zag, dat er niemand was, en Hij ontzette Zich, omdat niemand tussenbeide trad. Toen bracht zijn arm Hem hulp en zijn gerechtigheid ondersteunde Hem; Hij bekleedde Zich met gerechtigheid als met een pantser en de helm des heils was op zijn hoofd; Hij bekleedde Zich met wraak als met een gewaad en Hij hulde Zich in ijver als in een mantel. Vannacht was ik in een droom in een zaal, en ik hoorde dat tachtiger jaren muzikanten en bepaalde landen, zoals Griekenland, onze boeken bespraken. Ik dacht : ‘Ik zit helemaal niet te wachten op media aandacht,’ maar het was een engelen media. Het waren engelen van de muziek van de tachtiger jaren, en dit waren de psalmen vertaald in hedendaagse taal. Een van de engelen van de tachtiger jaren kwam toen naar me toe, die ook de boeken had besproken,

en ze zei dat ik haar beste vriend was. Ze zei dat ik de wereld heb weggedreven en dat ik mijn hart ervoor in de plaats had gezet. Ik luisterde vroeger veel naar die muziek en zag er altijd hemelse lijnen doorheen, psalmisch, en het sprak tot mij. Het was oorlog. We waren in grote bussen, op het dak, op grote voertuigen, als tanks, als trucks, en we hadden zwarte helmen op. Ik had ook zo’n helm, en we hadden ook een zwarte wapenuitrusting. Onze kogels waren liefde, en het waren toetskogels en iedereen ging er voorzichtig mee om. We schoten alleen als het nodig was, want toetskogels van de liefde moeten zelf ook weer getoetst worden, dus je bent dan altijd ook weer in worsteling met je eigen wapenrusting, want anders zou overmoed je wegvoeren. We waren in het midden oosten, in een stad. Ik en engelen van de tachtiger jaren. De engelen van de tachtiger jaren waren liederen, psalmen. Het was een groot leger. Ik was bang dat ik ondanks dat ik de helm had door mijn hoofd geschoten zou worden. Soms was ik aan het front, en soms was ik in de achterlinie. Dat wisselde telkens vanwege het draaien van de bus, en vanwege verschillende targets op verschillende plaatsen. Het was een oorlog in de geestelijke wereld, en de tegenstanders waren de valse psalmen van de tachtiger jaren, de psalmen van het vlees. De helm was een goede bescherming, maar er zouden bepaalde kogels kunnen zijn die er toch nog doorheen zouden kunnen dringen. De helm sprak ook tot ons. Het gaf instructies. Het was een helm van het kruis, niet van de drugs. Ik werd toen toch door mijn hoofd geschoten. Ik werd naar het ziekenhuis geleid, maar ik voelde alleen maar liefde. Een schelp die om mijn hoofd zat was kapot geschoten, en er stroomde overweldigende liefde. Ze lieten me de la bamba kogel zien. Het was een klein raketje. De wond werd tot een vrouw. Nu, daar spreekt de vur ook over in boek 22, over dat innerlijke wonden als vrouwen zijn. Ik werd toen weer door mijn hoofd geschoten. De vijanden waren in het ziekenhuis binnengedrongen. Ik voelde toen dat een wildernis mij overweldigde, en ik hing ergens aan een kruis in de woeste wildernis, totaal verlaten, en vogels aten van mijn vlees. Ook toen werd het weer zwart voor mijn ogen, en ik lag toen in een grote ijszee, waarin ik zonk, en vissen vraten van mijn vlees. Ik voelde totaal geen liefde maar, alleen maar koudheid. Zo

zonk ik tot de dieptes. Het leek alsof ik nog steeds door mijn hoofd werd geschoten, als de hamerslagen van Noach voor de ark. Hier werd het schip gebouwd. Hier was de schepping. Het land wat ik voelde was slechts een schip. Maar ver kwam het allemaal niet. Het bleef wazig, en ik werd ontvoerd. Mijn ziel was als de ark die geroofd werd. Toch had ik nog steeds mijn helm op, en mijn helm, die ik van de hemel had gekregen, sprak tot mij, door het kruis. Het was immers de helm des kruizes, geen narcistische drugsdroom van onaantastbaarheid. Het was een droom van de tachtiger jaren. Het was een droom over het afschuwelijke Orwelliaanse 1984. De wilde jongens kwamen, maar ze gingen aan de kruizen. John Lennon door het hoofd geschoten. Ik was ontvoerd. Toch voelde ik de helm. De helm sprak tot mij. Matthew Henry stelt dat psalm 140 gaat over de vervolging van David door Saul. Hierin is David een type van Christus, stelt Henry. Hij werd vernederd voordat hij heeft geheerst. Alleen de minste kan de meerdere zijn van het vlees. En je wordt alleen de minste door het kruis, en alleen zo kom je tot de ware betekenis van hemelse liefde, wat dat is. Dat is geen zoetsappige liefde, maar een oorlog. In de hemelse oorlog wordt de liefde geopenbaard. Er gaan veel kogels door je hoofd om de aardse schelpen om je hoofd te doorbreken, tot dieper contact met de hemel. Alleen het kruis kan het hoofd beschermen tegen de zonde. Henry stelt dat de hemel David een betere helm gaf dan de helm van Goliath om hem te beschutten. Het volk moet zo bidden dat de plannen van de vijanden niet tot uitvoering zullen komen, dat hun kwade voornemens geen voortgang hebben, dat zijn raderen tegengehouden worden. Zo was David’s gebed tegen Achitofel dat God zijn raad tot zotheid zou maken. Maar dit vlees is in de mens zelf. Je bidt altijd tegen je eigen vlees. Je moet altijd zelf besneden worden. Daarom is het antwoord op het gebed het kruis. Het is zout op de wonde. De helm die ons wordt gegeven is een doornenkroon, een kogel door het hoofd. Er is alleen een schuilplaats in het kruis. Wat kan een dief dan stelen ? Kan men werkelijk stelen van het kruis ? Uiteindelijk is de wond geen vrouw (scheiding), maar kennis, en ben je weer op jezelf. Alle beelden om ons heen zijn maar tijdelijk om ons hieraan te doen herinneren. Keil-Delitzsch zegt bij deze psalm : De metaforen uit het leven van de jager

worden hier als het ware samengebracht in een geheel van synoniemen. Het commentaar noemt dan ook psalm 141 : 7 Zoals men de aarde doorploegt en openscheurt, zo liggen onze beenderen verstrooid aan de mond van het dodenrijk. 8 Want op U, Here Here, zijn mijn ogen, bij U schuil ik; giet mijn leven niet uit. 9 Behoed mij voor de strik die zij mij spanden, voor de vallen der bedrijvers van ongerechtigheid. 10 Laten de goddelozen in hun kuilen vallen, altegader, terwijl ik ontkom. We kunnen dan ook naar vers 5 kijken : Slaat een rechtvaardige mij, het is liefde, kastijdt hij mij, het is olie voor mijn hoofd, die mijn hoofd niet zal weigeren. Het is dus de besnijdenis van het verstand, van het hoofd, wat de ware hemelse helm is. KD noemt dan ook nog psalm 142:4 : Wanneer mijn geest in mij verstikt, kent Gij mijn pad. Zo is de helm des kruizes ons tot gids. De helm des heils in Jesaja 59 is in het Hebreeuws de helm van yeshua, wat een vrouwelijk zelfstandig naamwoord is, en een woord is voor intrinsieke waarde. In het Aramees wordt het woord purqan gebruikt, wat kastijding en losgeld betekent, het betalen van de prijs, het brengen tot waarde. Dit heeft in de israelitische talen (yasha) een oorlogscontext. Psalm 77 20 Uw weg was in de zee,

uw pad in grote wateren, zodat uw voetsporen niet werden gekend. Laag profiel houden. God houdt zich ook obscuur. Mensen maken beelden van God en spreken elkaar allemaal tegen en voeren oorlog tegen elkaar allemaal om macht en geld. Maar gij geheel anders : Houd laag profiel. Bouw jezelf geen stad en naam. Het pad gaat door de zee waar al onze voetsporen worden weggewassen. Zo zal de vijand ons uiteindelijk niet meer kunnen vinden. Zoals ook boek 105 van de vur zegt : Ik was maar een droom, Mijn spiegel is stukgeslagen, Nu sijpel ik weg, Zij die mij volgen zullen alleen wat appels vinden, En wat verhalen, Om de dag door te komen Alles achter je laten. De rechtvaardigen zullen het spoor wel vinden, en de dwazen zullen nog meer verdwaasd worden. Ga door het doolhof heen en laat het doolhof ook zo achter, en je laat genoeg achter. Ook al vagen je voetsporen weg, je bent een baner van het pad. Psalm 77:21 zegt dan : Gij leiddet uw volk als een kudde door de hand van Mozes en Aäron. Laat dingen los, laat dingen aan anderen over. Zoek jezelf geen naam, zoek geen eer en loon van mensen, van ikke ikke ikke. Het gaat om het werk, niet om je naam. Het gaat om het pad, niet om jou. En de mens moet de prijs betalen, en zo worden dan ook netjes de vijanden geweerd. Calvijn noemt dit een hemelse eenzaamheid die de mens tot zichzelf doet keren om zich nauwkeurig te onderzoeken, ver weg van getuigen die hen zouden kunnen zien

of horen, en tot hen zouden kunnen spreken, maar alleen bij de overdenking in het hart. Zo bespreekt Calvijn psalm 77 en ik voelde hitte rondom mijn hoofdwond komen, die ik nog steeds voelde van die droom, en wat ook om een situatie ging in mijn leven. Over mijn hele lichaam werd het toen heet. Het vloeide ook naar mijn buik. Toen ik wakker was geworden voelde ik me nog steeds ontvoerd, maar psalm 77 begon me op sleeptouw te nemen. 5 Gij houdt mijn ogen open, ik ben onrustig en kan niet spreken. 6 Ik overdenk de dagen van ouds, de jaren van weleer; 7 ik denk in de nacht aan mijn snarenspel, ik peins in mijn hart en vors na. Calvijn noemt de psalmist een profeet, en zei dat sommigen het zo uitlegden alsof de profeet had gezegd : ‘Er is niets zo verborgen in mijn hart, of Gij kunt er toe doordringen.’ Iets doordrong mijn eenzaamheid, en nam mij op. En nog voelde ik het gevecht, het getrek. Ze wilden de ark niet loslaten. Psalm 79 zegt : O God, heidenen zijn uw erfdeel binnengedrongen, zij hebben uw heilige tempel ontwijd, Jeruzalem tot puinhopen gemaakt. Zij hebben de lijken van uw knechten gegeven tot spijze aan het gevogelte des hemels, het vlees van uw gunstgenoten aan het gedierte des velds. Zij hebben hun bloed als water vergoten rondom Jeruzalem, en er was niemand die begroef. Wij zijn onze naburen tot smaad geworden, hun die ons omringen, tot spot en hoon.

Jakob is verslonden en zijn woonstede verwoest. Het zuchten der gevangenen kome voor uw aangezicht, doe de ten dode gedoemden overblijven naar de grootheid van uw arm. Vergeld onze naburen in hun boezem zevenvoudig de smaad waarmee zij U bejegenen, o Here. Het is een telkens stalkende vijand die in de psalmen wordt besproken. Het is iets wat steeds terugkomt, zich steeds herhaald, als iets chronisch. Calvijn noemt de Assyrische ballingschap toen de Assyriers de tempel verwoest hadden, en ook Jeruzalem. Zij waren een zeer wreed volk. Er was een grote slachting geweest onder de inwoners van Jeruzalem. Calvijn noemt dat zij die onder de tirannieke overheersing van Antiochus hun mond durfden open te doen om over de zuivere dienst van God te spreken ter dood werden gebracht. Je mocht jezelf dus niet verdedigen. Je werd geheel monddood gemaakt. Als er teksten staan zoals bidden om vergelding, wraak, dan wijst Calvijn er op dat het dan lijkt alsof het tegen de wet van de liefde ingaat, want wij moeten ook al lijden wij zoveel, altijd gericht zijn op de wens dat ook anderen verlicht zullen worden. Daarom schijnt het verkeerd te zijn als er gebeden wordt voor het verderf van de vijand. Maar Calvijn zegt dat er toch uitzonderingen zijn en als je dit gebed wil bidden naar behoren, dan moet je daarbij gedreven zijn door ijver voor het algemeen welzijn, zonder dat er vleselijke beweegredenen zijn. Je kan het dus alleen naar behoren bidden als je het algemene welzijn van de hemelse kerk op het oog hebt. Uiteindelijk is het geen strijd tegen vlees en bloed, maar tegen het kwaad, en dat begint in jezelf, en dat begint in je eigen huis. Er ligt altijd het gevaar met een vleselijke ijver te bidden, stelt Calvijn. Het gebed is trouwens iets metaforisch. Het gebed wordt al heel snel verletterlijkt en vervleselijkt tot allerlei aardse vormen. De martelaren in Openbaring baden om wraak, maar hen werd aangespoord tot geduld, want het ging uiteindelijk om de openbaring van diepere kennis door het kruis. Yeshua kwam niet om de Romeinen te verslaan, maar toonde de hogere weg van het kruis. De ijver moet dus altijd gematigd zijn, stelt Calvijn. De mens zat gevangen in Assyrische ballingschap. Het was hen op straffe des

doods verboden van daar te vertrekken, stelde Calvijn. Het waren kinderen des doods, die ten opzichte van hun gevangenschap ter dood verwezen waren. Wat zullen wij dan doen ? Gaat het om grote ontsnappingen ? Moeten we het superman jasje aantrekken en de vijand tot pulp slaan ? Is dat allemaal niet wat kinderachtig ? Wij vragen om wraak, maar ontvangen geduld, en worden tot palmbomen : Psalm 92 13 De rechtvaardige zal groeien als een palmboom, opschieten als een ceder van de Libanon; 14 geplant in het huis des Heren groeien zij in de voorhoven van onze God Psalm 88 7 Gij hebt mij in de diepste kuil gelegd, in duistere plaatsen, in diepten. Psalm 80 9 Gij hebt een wijnstok uit Egypte uitgegraven, Gij hebt volken verdreven en hem geplant. 10 Gij hebt de grond voor hem toebereid, zodat hij wortelen schoot en het land vulde. 11 Bergen waren met zijn schaduw bedekt, en ceders Gods met zijn twijgen; 12 hij breidde zijn takken uit tot aan de zee, zijn scheuten tot aan de Rivier. hoofdstuk 50 de specht en narcistische ouders

De ‘priesters’ (dokters, rechters etc) waren corrupt geworden en narcisme lag op de loer. Ze onderdrukten het volk, de minderheden, de armen, de zwakken, en ze waren de nazi’s van die tijd. De oude profeten en psalmisten stonden hier tegen op. Ze hadden niks te maken met de ‘religieuze’ orde, maar verdiepten het. Het waren gnostici en shamanen die er nog het beste van probeerden te maken, ook al was het tot aan de wortels verrot. De oude profeten zonderden zich af, en werden vaak vervolgd. Ze werden ketters genoemd door het systeem en kwamen vaak op de brandstapel terecht. Hoeveel meer geschriften van deze mensen zijn er wel niet verloren gegaan in de tijd, maar ik houd me vast aan datgene wat we nog hebben. Dat wat tot Egypte gekomen was werd in Israel vertaald, vandaar dat Israel een belangrijk land is. Ik voel mijzelf een Israeliet, maar dan meer als wildernis profeet die er van een hele andere kant tegenaan kijkt, meer van de hemelse kant, niet van de menselijke kant, want de mensen verkochten het woord, allemaal voor geld, eer, roem en macht, maar wat heb je dan als je ziel hierdoor ten onder gaat, want je kunt niet beiden hebben. Je kunt niet de mammon dienen en dan ook denken dat je opgenomen wordt. Materialisme en eeuwigheid hebben niets met elkaar te maken, want de materie is maar tijdelijk. Toch maken ze hun eigen eeuwigheid, in het moment. Dat is zware drugs, heel zwaar, als je dat voor elkaar kunt krijgen, een soort schijn-eeuwigheid te maken. Hemel en hel zijn natuurlijk maar mythes, maar er zit wel een kern van waarheid in. De natuur heeft zijn verborgen geheimen. Waarde wordt waarheid, en die is metaforisch en abstract, en in die zin eeuwig, wat ook slechts een metafoor is, want eeuwig betekent gewoon : ‘komen tot de diepte, komen tot het fundament van het bestaan.’ De hemel zend profeten, maar die worden afgeschoten, door de kop geschoten of op de brandstapel gezet, en dat kan ook heel goed mentaal zijn. Dit vindt allemaal plaats in de context van het hemelse zoonschap, wat het hoogste goed is, want dan is het persoonlijk, en echt, van moeder natuur, waar Calvijn het ook over heeft in zijn eigen bewoordingen als hij de profeet Abadja bespreekt. Dit zoonschap is belangrijk want wat als je aardse ouders zwaar narcistisch zijn ? En daar weet ik ook alles van, want ja, aardse ouders kunnen door hun mind control een kind helemaal de afgrond inhelpen, dat je als kind

de drang voelt om jezelf voor de trein te werpen om eraan te kunnen ontkomen. Zo erg kan dat zijn. Veel zelfmoorden gebeuren door wat ouders hun kind aandoen, door leugens en allerlei andere gemeenheid die niets meer met de opvoeding te maken hebben, en dan heb ik het over mentaal misbruik vooral, en vaak gaat dit gepaard met overmatige verwennerij, zodat het kind opgesloten raakt. Het is gewoon puur stalken. En ja, dat gaat rustig door als je al volwassen bent geworden en vaak wordt de grip dan nog wel sterker, want ze willen niet loslaten. Jij moet doen wat zij willen. Je moet geloven wat zij geloven, en ze chanteren je op alle mogelijke manieren. Het vlees wil niet loslaten. Ze komen onbevoegd op prive terrein, en ja, dat voelt als een verkrachting. Het zijn narcistische conformisten die voor niets en niemand terugdeinzen. Ze wanen zichzelf God. Natuurlijk ontkennen ze dit, maar ze zijn totaal bezeten, en hebben een grote zelfobsessie. Zie daar maar eens aan te ontkomen. Met ketenen trekken ze je de diepte in. Ze hebben totaal geen inlevingsvermogen en bagatelliseren alles wat ze je aandoen. Wurgslangen zijn het. Ze proberen je helemaal te smoren. Als je als kind de hele dag aan zelfmoord moet denken en elke avond met het mes aan je pols staat vanwege zulke ouders, dan is er iets goed mis, en heb je het hemelse zoonschap nodig om te kunnen ontkomen. De bloedbanden moeten doorgeknipt worden, doorgesneden, want die bloedbanden kunnen je wurgen. Het zijn slangen uit de hel die niet terugdeinzen voor marteling. Kinderen worden jarenlang opgesloten gehouden in donkere kamers en worden dag en nacht gemarteld, zowel fysiek als mentaal. Ja, het gebeurt. Het is geen sprookje. Deze wereld is van de duivel. De duivel regeert, het kwade, het slechte. De duivel beschouwt iedereen als zijn bezit. Je moet doen wat de duivel zegt, anders heb je een groot probleem. Je mag ook niet vluchten. Je moet in de aardse secte blijven, anders wordt er een prijs op je hoofd gezet. Het hemelse zoonschap is de enige weg, maar dat neemt niet weg dat de zoon gekruisigd werd. Mentaal wordt je verbrand, dag en nacht, en dan is er de foenix from the flames, de specht. Je hebt tijden je andere wang toegekeerd, maar dan heb je ineens een gesel in je hand en is het genoeg. Ren de wildernis in, ren naar de bergen, want van daar komt het heil. Blijf niet staan. Zonder je af, en ren voor je leven. Je kunt het gevecht niet winnen. Het is veel te sterk. Ook niet zomaar met gnosis kom je hier doorheen, maar alleen door het kruis.

Zonder kruis is er trouwens al helemaal geen gnosis. Het kruis geeft uiteindelijk geboorte aan de hemelse specht, de foenix from the flames. Diep de baarmoeder in op de berg Sion om aan de aardse baarmoeder van het vlees te ontkomen. Heb je protestantse ouders dan eisen ze vaak bloedwraak als je uit hun secte probeerd te vluchten, net zoals in islamitische sectes (fundamentalisten). Ze willen je dood, maar er gaat een doek over het mes, want dat zullen ze nooit toegeven. Ze hebben andere manieren, slinkse streken, maar ze proberen je tot zelfmoord te drijven, zoals ook de oude profeten door al die vervolgingen vaak aan zelfmoord dachten, zoals bij Jeremia en Elia en hun navolgers. Er is dan een schuilplaats in de natuur, in het zoonschap tot moeder natuur. Heb je enig idee hoeveel kinderen er in hun lichaam snijden vanwege zulke ouders ? Of ze nemen tattoeages om er doorheen te komen, maar dat is in principe gewoon hetzelfde. Je kunt van zulke ouders vluchten, maar hoe krijg je het uit je ? Een stukje negentiger jaren mythologie was dan : ‘It grips you until it sleeps.’ Daar moet je dan maar op wachten, totdat het beest slaapt. En dat is een strijd in de geschiedenis. Dit zijn realiteiten die altijd al op de aarde zijn geweest. Er is niets nieuws onder de zon. Vaak geeft alleen de nacht rust als je slaapt. ‘Oh nee hoor, wij houden van onze kinderen,’ terwijl ze hun mond vol hebben met de kinderen der aarde, de dieren. ‘Oh nee hoor, wij willen onze kinderen niet dood,’ terwijl ze de gedode kinderen van moeder aarde naar de mond brengen. Hap, slik, nee hoor, alles is goed, we bedoelen het goed. Spreuken 30:20 zegt : Zo is de weg der overspelige vrouw: zij eet, veegt haar mond af en zegt: Ik heb geen kwaad gedaan. Ze bedriegen zichzelf. Dat moet zware, heel zware drugs zijn. En dan :15,16 De bloedzuiger heeft twee dochters: geef, geef!

Deze drie zijn onverzadelijk, vier zeggen nooit: Het is genoeg: het dodenrijk en de onvruchtbare schoot, de aarde, die nooit van water verzadigd wordt, en het vuur, dat nooit zegt: het is genoeg. Wat is de tragedie van het leven ? Ik heb een verzamelbundel uit 1957 genaamd ‘de stenen bloedzuiger’. De stenen bloedzuiger is zelf ook een verhaal, geschreven door Robert Sheckley, over een bloedzuiger die na duizenden jaren door het heelal te hebben gezworven tot de aarde komt. Hij was totaal buiten bewustzijn, maar de zon gaf hem leven en toen begon zwaartekracht aan hem te trekken. Het groeien en voeden was een drift geworden. Het was een alleseter en een allesdrinker. Alles was voedsel voor de bloedzuiger. De aarde werd geconsumeerd en door het cellencomplex van de bloedzuiger omgezet in energie. De energie werd weer omgezet in massa, en zo groeide de bloedzuiger. Hierdoor begon hij te komen tot flikkeringen van bewustzijn. De bloedzuiger was nu bijna wakker en begon om meer voedsel te vragen. Er waren uitbarstingen van energie, en die consumeerde hij om het om te zetten in massa. Toen waren er meer explosies. Hij begon naar nog meer en nog grotere explosies te verlangen. Hierdoor werkte hij zichzelf op tot een staat van extase. Hij begon toen heel Amerika te bedekken. Toen wilde hij de zon opslokken. Hij was geheel wakker nu. Maar aan het einde van het verhaal was de bloedzuiger zo overladen dat er zo’n grote explosie kwam dat hij het niet meer kon absorberen. De bloedzuiger werd uiteengerukt en verdeeld, in duizenden stukjes gesplinterd, en toen nog eens miljoen keer gespleten. Toen werden de deeltjes uitgeworpen op de golven van de explosie en nog verder gespleten, spontaan, in sporen. De sporen sloten zich tot droge, harde stofjes, biljoenen stofjes, die begonnen rond te drijven in het heelal. Zonder bewustzijn zweefden ze rond in de lege ruimte, zo eindigt het verhaal : ‘wachtend om gevoed te worden.’ Wie oren heeft die hore. Die splinters zijn om ons heen en noemen zichzelf ‘mensen’. Abadja 1 besluit dan te zeggen :

15 Want nabij is de dag des Heren over alle volken; zoals gij gedaan hebt, zal u gedaan worden, uw daad zal op uw eigen hoofd terugvallen. 16 Ja, zoals gij gedronken hebt op mijn heilige berg, zullen alle volken zonder ophouden drinken; ja, zij zullen drinken en zwelgen, en zij zullen worden, als hadden zij nooit bestaan. Al dat eten, gulzig vreten, al dat valse en overmatig oordelen zoals die narcistische ouders doen, narcistische levenspartners, narcistische families enzovoort, dat verlaagt hun bewustzijn als een drugs, totdat ze geheel op de automatische piloot zijn, en gewoon als een bloedzuigende machine worden voortgedreven. Dat is de horror van deze aarde. Je hebt niet meer met mensen te maken. Ze slapen al, alsof ze nooit hebben bestaan. Je kunt ze herkennen aan het feit dat ze geen empathie hebben, totaal onverschillig zijn, en zelfobsessief, bordje vlees voor hun neus elke dag, en dan maar wanen en materialistisch lopen doen. Oh ja, even religieus sausje er overheen om hun geweten te sussen, maar waar is het bewustzijn ? Er valt niet mee te praten, want dan moet je praten met mensen die stomdronken zijn. Nee, ze hebben het beste niet met je voor. Kijk maar eens naar het dode dier op hun bordje. Dat ben jij. Ze eten je. Ze zetten je om tot energie en gebruiken het om om te zetten in massa voor hun eigen lichaam. Ze eten zichzelf helemaal kapot. Ze houden van de explosies, want daar kunnen ze zich nog meer aan voeden, en tot extase komen zodat nog meer bewustzijn afsterft en ze nog minder verantwoordelijkheden hoeven te dragen. Zo worden ze de beste stuurlui die aan wal staan. De profeet zegt dan in vers 17 : ‘Op de berg Sion zal ontkoming zijn.’ Zijn we klaar om al het aardse los te laten en de berg op te gaan voor hemelse openbaring in plaats van menselijke, vleselijke openbaring ? De profeten en psalmisten gingen de bergen op. Ze gingen terug tot de hemelse moederborsten. De bloedzuigers razen op de aarde. Wij worden nu geroepen. Door het kruis worden we losgebroken, en kunnen we de berg op. God zij dank dat we nog kunnen dromen. Calvijn noemt de gesel van het kruis tegelijkertijd het geneesmiddel. Door het kruis zullen wij uiteindelijk niet geheel te gronde gaan.

17 Maar op de berg Sion zal er ontkoming zijn, en die zal een heiligdom wezen; en het huis van Jakob zal zijn bezittingen weer in bezit nemen. Calvijn noemt dat uiteindelijk alles bezit is van de hemel. Het koninkrijk behoort aan God. Daartoe is het hemels zoonschap dus ook zo belangrijk, dat we niet meer het bezit zijn van de vleselijke aarde, maar van de veel grotere moeder in de hemel. Calvijn noemt in zijn gebed bij de bespreking van Abadja de broederlijke welwillendheid die we jegens elkaar dienen te betrachten, want het hemelse volk is verstrooid en verscheurd tot een verschrikkelijk schouwspel op de aarde. Calvijn roept op tot de ijver om elkaar te helpen en geduld te oefenen. Als we kijken naar die narcistische aardse ouders dan zien we vaak ook een onwil om te werken aan hun relatie. Ze vechten vaak niet voor hun huwelijk, gooien er met de pet na, en denken allemaal heel gemakkelijk, de weg van de minste weerstand, als een tuinhekje wat je open en dichtdoet. Zo worden door overmoedige scheidingen, waar niet voor gevochten is, ook veel kinderen innerlijk verscheurd en komen in de vreselijkste emotionele innerlijke problematiek terecht. Mijn hart is bij deze kinderen. Je moet blijven vechten voor je huwelijk totdat je niet meer kan, al is het alleen maar voor je kinderen. Als ouders elkaar niet lief kunnen hebben, hoe kunnen ze dan hun kinderen liefhebben die hun vlees en bloed zijn ? Als je dan je best hebt gedaan, maar de ander blijft er met de pet naar gooien, dan is het op een gegeven moment af, want dan heeft de partner in principe zich gewoon verhard in overspel tot de afgoden. Door overspel komt er uiteindelijk automatisch al scheiding. Het is dan ook niet meer vol te houden. Toch hield Hosea het met een overspelige. Maar aardse huwelijken zijn uiteindelijk niet vol te houden. Als de een geestelijk is en de ander vleselijk dan is het een ongelijk span, en dat gaat dan vanzelf breken. Iedere situatie is weer anders. Maar narcistische ouders die niet voor hun huwelijk strijden voor de kinderen haten hun kinderen, zodat ze zichzelf, hun eigen begeertes, meer kunnen liefhebben tot zelfobsessie. Het narcisme is de verwoester van alles wat goed en recht is, en is als de stenen bloedzuiger, ijskoud en keihard, verzot op het voedsel van grote explosies, wat in principe gewoon de lust tot zelfvernietiging is, omdat dit de vleselijke extase van een lager bewustzijn brengt van ‘ik blijf op voldoende afstand om van dingen te genieten zonder dat ik er onder hoef te lijden.’ Soms is dat

eigenbehoud, en soms is dat gewoon puur anti-shamanisme en anti-empathie. Ga wijs met deze werkelijkheden en waarheden om. DEEL II – DE BESPREKING VAN DE DORDTSE LEERREGELS hoofdstuk 51 terug naar dordt Calvijn gaat niet uit de botten, wordt weleens gezegd, en zo is dat ook met de Dordtse leerregels. Het zit te diep ingebakken allemaal in de samenleving, maar dan is het zaak het te verdiepen en te herzien. In letterlijke vorm zijn de Dordtse leerregels vaak zeer vleselijk, maar het is leugens vermengd met waarheid en wijst ook weer op een mogelijk diepere symboliek. We zijn er nu een maal door gebrandmerkt. Het gaat niet meer weg. Dit is wat Nederland is, maar we kunnen het wel anders bekijken. Calvijn heeft goede, belangrijke dingen gezegd, zoals ook de Dordtse leerregels. Net zoals de bijbel. Het zit te diep. In 2005 werden er wat hermitatische artikelen gegeven over hoe om te gaan met de Dordtse leerregels, wat als een groep wilde honden was. De mens was gebeten door giftige slangen en het was een eerste stap om los te komen van dit gif. Artikel 1. Niet bouwen op dogma, maar op het gelegde fundament van profetie. Profetie dient dus het dogma uit te leggen, te verdiepen, te herzien waar nodig. Artikel 2. Het gaat om de samenwerking en wisselwerking tussen God en mens. Het mag geen eenrichtingsverkeer zijn. Waarom niet ? Omdat de mens dan slechts een

zombie is en slechts projecteerd, waar demonologisch gezien geesten van luiheid en consumentie-zucht zich achter kunnen verschuilen, wat dan ook een kenmerk is van de markt. Artikel 3. Word gedreven door profetie en niet door duister dogma. De schrift is niet letterlijk, want dan zou iedere machthebber de schrift kunnen misbruiken, maar het is een verborgen, geestelijke en symbolische boodschap voor hen die de hemel waarlijk liefhebben. Artikel 4. Buiten het fundament van profetie om ontstaat er een wet van overheersing, wat geen zorg door liefde is. Artikel 7. De Dordtse leerregels zijn leugens vermengd met waarheid, dus ze dienen besproken te worden en onderworpen te worden aan tekst kritiek. Artikel 8. Er moet afgerekend worden met een duister verleden en een duister voorgeslacht. De mens mag tot een persoonlijke relatie komen met de hemel. Hermitatisch betekent de individuele, geisoleerde relatie tussen mens en God. Dat is de ware vrijmaking. Artikel 9. Men zich bewust te zijn van de vele talen van het christelijk geloof, en geen wachtwoorden-politiek bedrijven. Vertaling staat voorop, invoeling, en het testen der harten. Artikel 10. Een ieder dient te streven naar hermitatisch leven, d.w.z. naar een persoonlijke relatie met de Heere God, niet gebouwd op van horen zeggen, maar op persoonlijke ervaring, in het allerheiligste toetsen. Een ieder dient de voorwaardes van het toetsen te kennen, opdat hij of zij niet in een valstrik

terecht komt. Artikel 11. En hieraan herkent gij een ware apostel, dat hij spreekt uit liefde voor de Waarheid, uit liefde tot de liefde, en uit liefde tot de Heere God. En ware artikelen zullen niet herkend worden aan een veelvuldigheid van woorden en opgeblazen kennis, maar aan de liefde tot wees en weduwe, want dit is de ware godsdienst. Zo zijn dan alle ware artikelen des Heeren geschreven tot de verbreking van de farizeeistische onderdrukking. En de Heere verleent aan zulke artikelen autoriteit. Artikel 13. De Heere ziet het hart aan en wederstaat de farizeeers die naar de letter leven. Zij zijn volgelingen van de Mammon en hebben de stof verheven boven het geestelijke. Artikel 14. Zo zijn deze artikelen geschreven door de pen des Heeren om de mens vrij te maken van de duistere eeuwen. De Heere heeft deze artikelen heden ten dage gegeven als de engelen die voor onze zielen pleiten, tot vrijmaking en tot ontwaking. De artikelen van de nieuwe synode zijn opgesteld tot genezing van de harten die God oprecht zoeken, en om vrij te maken van een kerk waarin de mens zichzelf tot God maakte in de stof. Dat deze synode hermitatisch is wil zeggen dat u wordt teruggegeven aan uzelf, en zelf tot God mag kiezen en tot God mag komen, zonder daarbij rekenschap af te leggen aan kerkleiders en allerlei conciliaire apparaten die met een schijn van godsvrucht de schepping van de geest verloochenen. Artikel 16. Zondert u daarom zoveel mogelijk af, om de Heere en Zijn Geest te zoeken, en niet ten prooie te vallen aan de Mammon en zijn dienstknechten.

Artikel 17. Zo is dan de hermitatische vrijmaking om vrij te komen van het dogma van een kerkelijk machts-apparaat en haar verderfelijke artikelen die uw geweten hebben gebrandmerkt. Zo is dan ook de hermitatische vrijmaking er om de duistere eeuwen van de kerk af te sluiten en om een nieuw begin te maken. Laten we hiermee gewapend tot de Dordtse leerregels gaan : hoofdstuk 1 Artikel 1 Aangezien alle mensen in Adam gezondigd hebben en de vloek en de eeuwige dood verdiend hebben, zou God niemand onrecht gedaan hebben als Hij het hele menselijke geslacht in de zonde en vervloeking had willen laten en om de zonde veroordelen, volgens deze uitspraken van de apostel: De gehele wereld is voor God veroordelenswaard. Zij hebben allen gezondigd en zijn verhinderd te komen tot de heerlijkheid Gods (Rom. 3:19,23). En: Het loon van de zonde is de dood (Rom. 6:23). Bespreking : Het loon van de zonde is de dood. De zonde is een doodlopende weg. Het is een geestelijke dood. Dit zijn duistere wachters die over Nederland regeren en Nederland bewaken, maar zij bewaken dus poorten. Je komt alleen door de poorten door de wachters, de artikelen, te bespreken. Het zijn wilde honden die veel dood en verderf zaaien. Die moeten dus getemd worden. Artikel 2

Maar hierin is de liefde van God geopenbaard, dat Hij zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe (1 Joh. 4:9; Joh. 3:16). Bespreking : Dat doet niemand anders voor ons. Waar het hier om gaat is inderdaad : het zoonschap wat de zonde overwint, want het zoonschap is onderworpen aan de moeder kennis. Artikel 3 En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God in zijn goedertierenheid verkondigers van deze zeer blijde boodschap tot wie Hij wil en wanneer Hij wil. Door hun dienst worden de mensen geroepen tot bekering en het geloof in Christus, de Gekruisigde. Want hoe zullen zij in Hem geloven, van wie ze niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder prediker? En hoe zullen zij prediken tenzij ze gezonden worden (Rom. 10:14-15)? De roep tot het kruis. Dat is de roep van het plaatsvervangend lijden, van empathie. Artikel 4 Op degenen die dit Evangelie niet geloven, blijft de toorn van God. Maar die het aannemen en de Zaligmaker Jezus met een waarachtig en levend geloof omhelzen, worden door Hem van de toorn van God en het verderf verlost en met het eeuwige leven begiftigd. Dit gaat over de relatie met de chasma, het wortelwoord van christus, wat baarmoeder betekent.

Artikel 5 De oorzaak of schuld van dat ongeloof, evenals van alle andere zonden, ligt volstrekt niet in God, maar in de mens. Maar het geloof in Jezus Christus en de zaligheid door Hem is een genadegave van God, zoals geschreven is: Uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit uzelf, het is Gods gave (Ef. 2:8). Evenzo: Het is u gegeven in Christus te geloven (Filipp. 1:29). Bespreking : Niet uit het vlees wordt daarmee bedoeld. Het is wel degelijk loon in de Griekse grondtekst. Geloof is kennis, en gehoorzaamheid tot kennis. Dit kan alleen door het geestelijke. Artikel 6 Dat God sommigen in de tijd met het geloof begiftigt en anderen niet, komt voort uit zijn eeuwig besluit. Want al zijn werken zijn Hem van eeuwigheid bekend (Hand. 15:18), en Hij doet alle dingen naar de raad van zijn wil (Ef. 1:11). Volgens dit besluit vermurwt en buigt Hij genadig de harten van de uitverkorenen – hoewel zij hard zijn – om te geloven. Maar degenen die niet verkoren zijn, laat Hij naar zijn rechtvaardig oordeel in hun verkeerdheid en hardheid. En hier doet zich voornamelijk aan ons voor de diepe, barmhartige en tevens rechtvaardige onderscheiding van de mensen – die allen in eenzelfde staat van verderf zijn – ofwel het besluit van verkiezing en verwerping, dat in Gods Woord is geopenbaard. Terwijl de

verkeerde, onreine en onvaste mensen het verdraaien tot hun verderf, geeft het de heilige en godvrezende zielen een onuitsprekelijke troost. De sleutel is : de heilige en godvrezende zielen. Het is dus niet totaal onvoorwaardelijk, maar het komt van twee kanten. De vreze des heeren is het begin van de kennis. Het gaat hier om principes en niet om personen. Artikel 7 Deze verkiezing is een onveranderlijk voornemen van God, waardoor Hij vóór de grondlegging van de wereld een zekere menigte mensen die niet beter of waardiger zijn dan anderen, maar met hen in dezelfde ellende liggen, [heeft uitverkoren]. Uit het hele menselijke geslacht, dat uit de oorspronkelijke gerechtigheid door eigen schuld in de zonde en het verderf gevallen was, heeft Hij [hen] naar het vrije welbehagen van zijn wil, tot de zaligheid, uit louter genade, in Christus uitverkoren; Hem heeft Hij ook van eeuwigheid tot een Middelaar en Hoofd van alle uitverkorenen en tot een fundament van de zaligheid gesteld. En opdat ze door Hem zalig gemaakt zouden worden, heeft Hij ook besloten om ze aan Hem te geven en met kracht door zijn Woord en Geest tot zijn gemeenschap te roepen en te trekken, ofwel hen met het ware geloof in Hem te begiftigen, te rechtvaardigen, te heiligen en hen, door hen krachtig in de gemeenschap van zijn Zoon te bewaren, ten slotte te verheerlijken, tot betoning van zijn barmhartigheid en tot lof van de rijkdom van zijn heerlijke genade. Zoals geschreven staat: God heeft ons uitverkoren in Christus vóór de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk voor Hem zouden zijn in de liefde. Hij heeft ons te voren bestemd tot aanneming der kinderen door Jezus Christus, in zichzelf, naar het welbehagen van zijn wil, tot prijs van zijn heerlijke genade, waarin Hij ons voor Hem aangenaam gemaakt heeft in die Beminde (Ef. 1:4-6). En elders: Die Hij tevoren verordineerd heeft, die heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd en die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt (Rom. 8:30).

‘Die niet beter of waardiger zijn dan anderen’ naar vleselijke maatstaven, want het gaat hier om geestelijke maatstaven en dat is een groot verschil. Niet naar vleselijke werken, dus ook niet door vleselijk loon, maar door geestelijk loon. Genade is loon in het Grieks. Artikel 8 Deze verkiezing is niet veelsoortig, maar een en dezelfde voor allen die zalig worden, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament. Want de Schrift verkondigt ons één welbehagen, voornemen en raad van Gods wil, waardoor Hij ons van eeuwigheid heeft verkoren zowel tot de genade als tot de heerlijkheid, tot de zaligheid en tot de weg der zaligheid, die Hij bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. Zaligheid is in de israelitische talen de intrinsieke waarde en het betalen van de prijs. Ook is het het kruis, de kastijding, als een middel om tot waarde te komen en tot betaling. Dit is de enige manier waarop de uitverkiezing werkt. De mens moet zelf kopen. Het mag de mens niet zomaar in de schoot geworpen worden, want dat zou verkrachting zijn en slavernij. De genade ligt in het feit dat het valse rechtssysteem wordt uitgeschakeld. Men kan er dus niet komen door vleselijk recht. Een mens kan het niet beoordelen. Artikel 9 Deze verkiezing is geschied niet uit het vooruitgeziene geloof en de geloofsgehoorzaamheid, heiligheid of een andere goede hoedanigheid of geschiktheid als een oorzaak of voorwaarde, van te voren vereist in de mens die verkoren zou worden; maar tot het geloof en de gehoorzaamheid van het geloof, tot heiligheid enzovoort. Daarom is de verkiezing de fontein van alle zaligmakend goed, waaruit het geloof, de heiligheid en andere zaligmakende gaven en ten slotte het eeuwige

leven zelf als vruchten voortkomen; volgens het getuigenis van de apostel: Hij heeft ons uitverkoren – niet omdat wij het waren, maar – opdat wij zouden zijn heilig en onberispelijk voor Hem in de liefde (Ef. 1:4). Hier worden katholieke en menselijke, vleselijke wetten omzeild. God heeft daar niets mee te maken. Maar God heeft wel een hogere wet waaraan alles getoetst wordt. Dit vers laat zien dat we het niet moeten toetsen aan het vleselijke, maar aan het geestelijke. We moeten van het lagere Dordrecht komen tot het hogere Dordrecht. Artikel 10 De oorzaak van deze genadige verkiezing is alleen het welbehagen van God, die niet daarin bestaat, dat Hij uit alle mogelijke voorwaarden bepaalde hoedanigheden of werken van de mensen tot een voorwaarde voor de zaligheid heeft uitgekozen; maar hierin dat Hij uit de gehele menigte van de zondaren bepaalde personen tot zijn eigendom heeft aangenomen. Zoals geschreven staat: Toen de kinderen nog niet geboren waren, noch iets goeds of kwaads gedaan hadden enzovoort, is tot haar (namelijk Rebecca) gezegd: de meeste zal de minste dienen. Zoals geschreven staat: Ik heb Jakob liefgehad en Ezau gehaat (Rom. 9:11-13). En: Er geloofden zovelen, als er bestemd waren tot het eeuwige leven (Hand. 13:48). Het lagere Dordrecht verlamd de mens met een slangenbeet, met luiheid, waarin de mens zelf niet meer God hoeft te worden, en alles projecteerd op iemand anders. Voor het hogere Dordrecht gaat dit artikel over de heilige gebondenheid, dat het vlees niet meer in de weg kan staan. Artikel 11 En zoals God zelf volkomen wijs, onveranderlijk, alwetend en almachtig is, zo kan de verkiezing, door Hem gedaan, niet tenietgedaan en opnieuw gedaan,

noch veranderd, herroepen of verbroken worden. Evenmin kunnen de uitverkorenen verworpen of hun aantal verminderd worden. Dit is de onweerstaanbaarheid en onontkoombaarheid van de toetsresultaten in het volhardend, eeuwig toetsen, waarin de gnosis de mens tegemoetkomt. Artikel 12 Van hun eeuwige en onveranderlijke verkiezing tot de zaligheid worden de uitverkorenen te gelegener tijd, hoewel in verschillende trappen en ongelijke mate, verzekerd. Niet als zij de verborgenheden en de diepten van God nieuwsgierig onderzoeken, maar als zij de onmiskenbare vruchten van de verkiezing, die in Gods Woord worden aangewezen (zoals het ware geloof in Christus, kinderlijke eerbied voor God, droefheid naar Gods wil over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid enzovoort) in zichzelf met geestelijke blijdschap en heilige vreugde waarnemen. De uitverkiezing is het geheim van het eeuwig toetsen, en het teken ervan is het hongeren. Alleen het hongeren brengt ware vrucht voort. Artikel 13 Aan het besef en de zekerheid van deze verkiezing ontlenen Gods kinderen dagelijks meer reden om zich voor God te verootmoedigen, de diepte van zijn barmhartigheden te aanbidden, zichzelf te reinigen en Hem, die hen eerst zo uitnemend heeft liefgehad, vurige wederliefde te bewijzen. Het is er dan ook verre van, dat ze door deze leer van de verkiezing en door de overdenking ervan in het onderhouden van Gods geboden traag worden of zorgeloos zouden worden. Dit pleegt naar Gods rechtvaardig oordeel met hen te gebeuren die óf zichzelf lichtvaardig op de genade van de verkiezing laten voorstaan óf er lege en loszinnige taal over uitslaan, maar niet in de wegen van de uitverkorenen willen wandelen.

God wil geen eenrichtingsverkeer, want dat is verkrachting en slavernij, maar hij wil wederliefde, zoals artikel 13 zegt. Artikel 14 Verder, zoals deze leer van de goddelijke verkiezing, naar Gods wijze raad, door de profeten, Christus zelf en de apostelen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament is gepredikt, en daarna in de Heilige Schriften verkondigd en nagelaten, zo moet zij ook heden ten dage op de juiste tijd en plaats in Gods kerk (waarvoor zij in het bijzonder bestemd is) uiteengezet worden met de geest van onderscheidingsvermogen en eerbied voor God, heilig, zonder nieuwsgierig naspeuren van de wegen van de Allerhoogste, tot eer van Gods heilige Naam en tot een levende troost van zijn volk. Dit gaat over de profetische logistiek. Artikel 15 Deze eeuwige en onverdiende genade van onze verkiezing wijst en prijst de Heilige Schrift ons vooral aan, wanneer zij verder getuigt, dat niet alle mensen zijn verkoren, maar sommigen niet verkoren ofwel in Gods eeuwige verkiezing voorbij zijn gegaan. Dit betreft degenen die God naar zijn volkomen vrij, rechtvaardig, onberispelijk en onveranderlijk welbehagen besloten heeft in de gemeenschappelijke ellende te laten, waarin zij zichzelf door hun eigen schuld gestort hebben, en hun het zaligmakend geloof en de genade van de bekering niet te schenken, maar door hen op hun eigen wegen en onder zijn rechtvaardig oordeel te laten, hen ten slotte niet alleen om hun ongeloof, maar ook om alle andere zonden,

tot betoning van zijn gerechtigheid te veroordelen en eeuwig te straffen. En dit is het besluit van de verwerping, dat God geenszins tot een auteur van de zonde maakt (het is godslasterlijk om dat te denken), maar tot een ontzagwekkende, onberispelijke en rechtvaardige rechter en wreker ervan. Onverdiend naar de vleselijke maatstaven, want de mens hoeft het vlees niet te dienen en hoeft geen punten te scoren tot het vlees. Genade is hemels loon in het Grieks, charis. Je hoeft er niks voor te doen om het vlees te behagen, maar je moet er in het geestelijke alles voor doen. Het is gewoon heel simpel dat het vleselijke, het slechte, niet verkoren is, want dat is slechts een doortocht waarvan de mens besneden moet worden. Het enige verkoren is het geestelijke, het goede. Artikel 16 Zij die het levend geloof in Christus of het vaste vertrouwen van het hart, de vrede van het geweten, de beoefening van de kinderlijke gehoorzaamheid, het roemen in God door Christus nog niet krachtig in zich voelen, en toch de middelen gebruiken waardoor God beloofd heeft deze dingen in ons te werken, moeten niet mismoedig worden, wanneer zij van de verwerping horen spreken, noch zichzelf onder de verworpenen rekenen, maar de middelen vlijtig blijven gebruiken, vurig verlangen naar de tijd van overvloediger genade en die met eerbied en ootmoed verwachten. Veel minder behoren zij door deze leer van de verwerping verschrikt te worden die ernstig verlangen om zich tot God te bekeren, Hem alleen te behagen en van het lichaam des doods verlost te worden, en toch in de weg van de godzaligheid en het geloof nog niet zover kunnen komen als zij zouden willen; aangezien de barmhartige God beloofd heeft, dat Hij de rokende vlaswiek niet zal uitblussen en het gekrookte riet niet zal verbreken. Maar deze leer is terecht schrikwekkend voor degenen die geen

acht slaan op God en Christus, de Zaligmaker, en zichzelf geheel aan de zorgen van de wereld en de lusten van het vlees hebben overgegeven, zolang zij zich niet met ernst tot God bekeren. God is bij de verbrijzelden, de verbrokenen. Artikel 17 Aangezien wij over de wil van God moeten oordelen vanuit zijn Woord, dat getuigt dat de kinderen van de gelovigen heilig zijn, niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond, waartoe zij met hun ouders behoren, moeten de godvruchtige ouders niet twijfelen aan de verkiezing en de zaligheid van hun kinderen, die God in hun kinderjaren uit dit leven wegneemt. Dit gaat over het innerlijke kind. Letterlijk gezien gebeurd er niets door een genade verbond. In die tijd was men in strijd met de aflaat en moest men die wet buiten werking stellen, maar dat wil niet zeggen dat er geen hogere wet is. Het genadeverbond is daarom slechts een deelwaarheid. Artikel 18 Degenen die zich tegen deze genade van de onverdiende verkiezing en de strengheid van de rechtvaardige verwerping verzetten, houden wij deze uitspraak van de apostel voor: O mens, wie bent u, die tegen God antwoord (Rom. 9:20)? En dit woord van onze Zaligmaker: En is het mij niet geoorloofd met het mijne te doen, wat ik wil (Matt. 20:15)? Wij echter, die deze verborgenheden met godvruchtige eerbied aanbidden, roepen – met de apostel – uit: O diepe rijkdom van de wijsheid en kennis van God! Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen, hoe onnaspeurlijk zijn wegen? Want wie heeft de zin des Heren gekend, of wie is zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst gegeven en het zal hem vergolden worden? Want alle dingen zijn uit Hem en door Hem en tot Hem; Hem zij de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen (Rom. 11:33-36).

De werken van het vlees, aflaat etc. mogen dus niet meer als autoriteiten worden gezien, omdat God daar boven staat, en God’s wegen zijn ondoorgrondelijk. Daar heeft een mens niks over te zeggen. De bal wordt dus teruggespeeld naar God en niet naar de mens. hoofdstuk 2. Artikel 1 God is niet alleen hoogst barmhartig, maar ook hoogst rechtvaardig. En zijn gerechtigheid (zoals Hij zich in zijn Woord geopenbaard heeft) vereist dat onze zonden, tegen zijn oneindige majesteit begaan, niet alleen met tijdelijke, maar ook met eeuwige straffen, naar ziel en lichaam gestraft worden. Deze straffen kunnen wij niet ontgaan, tenzij aan de gerechtigheid van God genoegdoening geschiedt. Door gerechtigheid kunnen straffen opgeheven worden. Artikel 2 Maar omdat wij zelf geen genoegdoening kunnen geven en ons van de toorn van God bevrijden, heeft God uit oneindige barmhartigheid ons zijn eniggeboren Zoon tot een borg gegeven. Om voor ons genoegdoening te geven is Hij voor ons, of in onze plaats, tot zonde en vervloeking aan het kruis geworden. Gerechtigheid kan alleen plaatsvinden door het zoonschap en empathie, plaatsvervangend lijden. Artikel 3 Deze dood van de Zoon van God is het enige en volmaakte offer en de genoegdoening voor de zonden, van oneindige kracht en waarde, rijkelijk

voldoende tot verzoening van de zonden van de gehele wereld. Door het zoonschap sterft het vlees af zodat gerechtigheid ontstaat. Artikel 4 En deze dood is daarom van een zo grote kracht en waarde, omdat de persoon die haar heeft ondergaan, niet alleen een waarachtig en volkomen heilig mens is, maar ook de eniggeboren Zoon van God, van hetzelfde eeuwige en oneindige wezen met de Vader en de Heilige Geest, zoals onze Zaligmaker moest zijn. Bovendien, omdat zijn dood gepaard ging met het ervaren van de toorn van God en de vloek die wij door onze zonden verdiend hadden. Hebr. 4:15 15 Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. Hebr. 7:26 Immers, zulk een hogepriester hadden wij ook nodig: heilig, zonder schuld of smet, gescheiden van de zondaren en boven de hemelen verheven. Joh. 3:16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. 1 Joh 4:9 Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God zijn eniggeboren

Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem. Matt 27:46 Omstreeks het negende uur riep Jezus met luider stem, zeggende: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat is: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? De mens voelt zich van God verlaten omdat de mens moet leren niet altijd alles op een ander te projecteren, maar het zelf leren doen. Het zoonschap brengt ook een verantwoordelijkheid met zich mee, want de zoon moet uiteindelijk zelf een moeder leren zijn, ook voor zichzelf. Het is logica : een mens blijft in leven door het zoonschap tot de moeder, de bron van leven, en kan zo ook weer afsterven aan het vleselijke, door het contact met de moeder, de hogere bron. Artikel 5 De belofte van het Evangelie is voorts dat een ieder die in de gekruisigde Christus gelooft, niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft. Deze belofte moet aan alle volken en mensen tot wie God in zijn welbehagen zijn Evangelie zendt, zonder onderscheid verkondigd en voorgehouden worden, met bevel van bekering en geloof. Ware empathie is altijd educatief. De zoon wordt deels tot moeder, en wil dan nieuw zoonschap ter wereld brengen, baren. Artikel 6 Maar dat velen die door het Evangelie geroepen zijn, zich niet bekeren, noch in Christus geloven, maar in ongeloof vergaan, komt niet door een gebrek of ongenoegzaamheid van het offer dat Christus aan het kruis gebracht heeft, maar door hun eigen schuld.

‘Noch in chasma geloven,’ zegt de griekse worteltekst, wat de baarmoeder is. Zij willen het zoonschap niet, en daarom ook de moeder bron niet. Ze willen de educatie niet. Verzen die bij dit artikel horen zijn : Matt. 22:14 Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. Bedoeld : Want velen zijn geroepen, maar weinigen geven aan de roeping gehoor. Artikel 7 Echter, zovelen als er waarachtig geloven en door de dood van Christus van de zonden en het verderf verlost en behouden worden, genieten deze weldaad alleen uit Gods genade, die hen van eeuwigheid in Christus is gegeven. Deze genade is Hij aan niemand verschuldigd. Gods genade is geestelijk loon, vrucht van educatie, niet door de aflaat of het vleselijk systeem. Artikel 8 Want dit is het geheel vrije raadsbesluit, de genadige wil en het voornemen van God de Vader geweest, dat de levendmakende en zaligmakende kracht van de kostbare dood van zijn Zoon zich zou uitstrekken tot alle uitverkorenen, om hun alleen het rechtvaardigend geloof te schenken en hen daardoor onfeilbaar tot de zaligheid te leiden. Dat is: God heeft gewild dat Christus door het bloed, vergoten aan het kruis (waarmee Hij het nieuwe verbond bevestigd heeft) uit alle volken, stammen, geslachten en talen al diegenen en hen alleen, op krachtige wijze zou verlossen, die van eeuwigheid tot de zaligheid verkoren en Hem door de

Vader gegeven zijn; hun het geloof te schenken, dat Hij voor hen, evenals andere zaligmakende gaven van de Heilige Geest door zijn dood heeft verworven; en hen van al hun zonden – zowel de aangeboren als daadwerkelijke, begaan zowel ná als vóór het geloof – door zijn bloed te reinigen, tot het einde toe trouw te bewaren en ten laatste zonder enige vlek en rimpel heerlijk voor zich te stellen. Efez. 5:25-27 25 Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, 26 om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, 27 en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat zij heilig is en onbesmet. De reiniging vindt dus plaats door het woord, door educatie. Door educatie, door opvoeding in het woord, komt de zoon, het zoonschap, te staan boven het vlees, om dit met zijn voeten te vertreden. Hebreeen 8:6 Nu echter heeft Hij een zoveel verhevener dienst verkregen, als Hij de middelaar is van een beter verbond, waarvan de rechtskracht op betere beloften berust. De middelaar is een principe : het zoonschap, wat op het zelf toegepast moet worden, om educatie te ontvangen. Filippenzen 1:29 29 Want aan u is de genade verleend, voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden, 30 in dezelfde strijd, die gij eens van mij hebt gezien en nu van mij hoort.

Artikel 9 Dit raadsbesluit, dat voortkomt uit de eeuwige liefde van God tot de uitverkorenen, is van het begin van de wereld tot nu toe, terwijl de poorten van de hel zich vergeefs daartegen verzetten, op krachtige wijze vervuld en zal ook verder vervuld worden, zodat de uitverkorenen te zijner tijd tot één vergaderd zullen worden en dat er een kerk van gelovigen zal zijn, gefundeerd in het bloed van Christus, die haar Zaligmaker – die voor haar, als een bruidegom voor zijn bruid, aan het kruis zijn leven gegeven heeft – standvastig bemint, onafgebroken dient en hier en in alle eeuwigheid prijst. 1 Kon. 19:18 Doch Ik zal in Israël zevenduizend overlaten, alle knieën die zich niet gebogen hebben voor de Baäl, en elke mond die hem niet gekust heeft. De vrouw is gewoon het beeld van het werk, dus het zoonschap moet ook worden tot werkerschap. hoofdstuk 3 en 4 Artikel 1 De mens is van den beginne naar het beeld van God geschapen, in zijn verstand toegerust met ware en zaligmakende kennis van zijn Schepper en van de geestelijke dingen; in zijn wil en hart met gerechtigheid; in al zijn neigingen met zuiverheid en is derhalve volkomen heilig geweest. Maar door de ingeving van de duivel en door zijn vrije wil van God afgeweken, heeft hij zichzelf van deze uitnemende gaven beroofd en in plaats daarvan over zich gebracht: blindheid, verschrikkelijke duisternis, leegheid en verkeerdheid van oordeel in zijn verstand, slechtheid, weerspannigheid en hardheid in zijn wil en hart en bovendien onzuiverheid in al zijn neigingen. Feenstra noemt scheppen roepen. Alleen zij die gehoor geven aan de roeping

worden zo geschapen. De mens is geschapen naar Gods beeld. Zo zal de mens heersen over het vlees. Artikel 2 Zoals nu de mens na de val geworden is, zulke kinderen heeft hij ook voortgebracht, namelijk verdorven zoals hij zelf verdorven was; zodat de verdorvenheid naar Gods rechtvaardig oordeel van Adam op al zijn nakomelingen gekomen is (uitgezonderd alleen Christus), niet door navolging, zoals de pelagianen vroeger hebben voorgestaan, maar door voortplanting van de verdorven natuur. Hebr. 4:15 Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. Door empathie, shamanisme, plaatsvervangend lijden, dalen we af. Artikel 3 Derhalve worden alle mensen in zonden ontvangen en als kinderen des toorns geboren, niet in staat tot enig zaligmakend goed, geneigd tot het kwaad, dood in de zonden en slaaf van de zonde. En zij willen of kunnen niet tot God terugkeren, noch hun verdorven natuur verbeteren, noch zichzelf op de verbetering ervan toeleggen, zonder de genade van de Heilige Geest die wedergeboren doet worden. Rom. 6:16-17 16 Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid? 17 Maar Gode zij dank: gij wáárt slaven der zonde, doch gij zijt van harte gehoorzaam geworden aan die vorm van onderricht, die u overgeleverd is

De mens moet komen tot de hemelse slavernij om de banden van de slavernij tot de zonde te kunnen verbreken. Slavernij is slechts een metafoor. Titus 3:5 heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar zijn ontferming ons gered door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de heilige Geest, Het gaat niet om starre, dogmatische werken van steriel recht, maar om de empathie die de ware godsdienst is. Artikel 4 Wel is er na de val in de mens nog enig licht van de natuur overgebleven, waardoor hij enige kennis van God, van de natuurlijke dingen, van het onderscheid tussen wat betamelijk en onbetamelijk is, behoudt; en ook geeft hij blijk van enige betrachting van de deugd en uiterlijke tucht. Maar zo ver is het er vandaan dat de mens door dit licht van de natuur tot de zaligmakende kennis van God zou kunnen komen en zich tot Hem bekeren, dat hij ook in natuurlijke en burgerlijke zaken dit licht niet op de juiste wijze gebruikt; ja, het veel meer – wat dit licht ook wezen mag – op allerlei manieren geheel bezoedelt en in ongerechtigheid ten onder houdt. Omdat hij dit doet, wordt hem tegenover God alle verontschuldiging ontnomen. hoofdstuk 5 – de volharding van de heiligen – de P-wetten Artikel 8 Zo verkrijgen zij dan, niet door hun verdiensten of krachten, maar uit de genadige barmhartigheid van God, dat zij noch geheel van het geloof en de genade afvallen, noch tot het einde toe in hun val blijven of verloren gaan. Hetgeen,

voor zover het van hen zou afhangen, niet alleen gemakkelijk kan, maar ook ongetwijfeld zal gebeuren. Maar wat God betreft kan dit in het geheel niet gebeuren, omdat noch zijn raad veranderd, noch zijn belofte gebroken, noch de roeping naar zijn voornemen herroepen, noch de verdienste, voorbede en bewaring van Christus krachteloos gemaakt, noch de verzegeling met de Heilige Geest verijdeld of vernietigd kan worden. Dit is de onaantastbaarheid en onveranderlijkheid van principes. Artikel 9 Van deze bewaring van de uitverkorenen tot de zaligheid en van de volharding van de ware gelovigen in het geloof kunnen de gelovigen zelf verzekerd zijn en dat zijn zij ook naar mate zij vast geloven, dat zij ware en levende leden van de kerk zijn en altijd zullen blijven, dat zij vergeving van zonden en het eeuwige leven hebben. Artikel 10 En daarom vloeit deze verzekerdheid niet voort uit een of andere bijzondere openbaring, die geschiedt zonder het Woord of buiten haar om, maar uit het geloof in de beloften van God, die Hij in zijn Woord zeer overvloedig tot onze troost heeft geopenbaard; en uit het getuigenis van de Heilige Geest, die met onze geest getuigt dat wij kinderen en erfgenamen van God zijn; en ten slotte uit het ernstige en heilige ijveren voor een goed geweten en voor goede werken. En indien Gods uitverkorenen in deze wereld verstoken waren van de vaste troost dat zij de overwinning zullen behalen en van het onbedrieglijke pand der eeuwige heerlijkheid, dan zouden zij de ellendigsten van alle mensen zijn.

hoofdstuk 52 de jaren 1600 : de nederlandse reformatie te dordrecht Gnosis zonder kruis, dus eigenlijk kruisloze kennis, kennis zonder empathie, kennis zonder liefde, zonder plaatsvervangend lijden, is niets. Daarom spreken wij ook van het gnosiskruis. Het kruis is een teken van soberheid, de strijd tegen het materialisme en genotszucht en ook de strijd tegen onverschilligheid en zelfzucht. Vandaar dat de reformatie moest komen, alhoewel het heel tweeledig was. Er was zowel een hoge reformatie als een lage reformatie. De reformatie begon al in de katholieke kerk want er waren ook al veel armoedsordes die tegen het katholieke systeem streden. Dit was een strijd tegen de aflaat, dus eigenlijk tegen dat als je iets verkeerd had gedaan dat je het goed kon maken door geld te storten op de bankrekening van de katholieke kerk. Ook kon je door goede werken je schuld afkopen, wat op zich natuurlijk prima is, maar er werd veel misbruik van gemaakt, en schuld is natuurlijk een relatief begrip en je kan mensen ook een valse schuld aanpraten, zoals als je niet helemaal volgens de leefregels van een bepaalde kerkgemeenschap leeft, wat dan ook al snel farizeistische onderdrukking kan zijn. In ieder geval liep dit zo uit de hand dat de reformatie wel moest komen. Er is dus zowel een hoge aflaat als een lage aflaat, zoals er een hoge reformatie is als een lage reformatie. In de jaren 1500 was er de Duitse reformatie, als fundament, en in 1600 was er de Nederlandse reformatie, ook wel de Dordtse reformatie genoemd, wat de basis werd voor gereformeerde kerken wereldwijd. De katholieke kerk en protestantse kerk zijn twee extremen. De katholieke kerk hamerde veel op de goede werken, wat materialistisch zou kunnen worden, en de protestantse kerk hamerde veel op genade, wat gemakszucht zou kunnen worden. Hierin waren veel nuances en verschillen, en er liepen ook goede lijnen doorheen, die niet zomaar weggekapt moeten worden altezamen.

hoofdstuk 53 de wachters van dordt - een kogel door de kerk Wie zijn 1980 en 1984 ? We hebben het er veel over gehad. John Lennon doodgeschoten in 1980, de activist van vrijheid en vrede, en toen in 1984 in het Orwelliaanse visioen : totale mind controle. Ja, ik heb 1984 meegemaakt. Mijn hersenen braken. Het was een groot kruis. Iedereen moest onderworpen worden aan het vleselijke scholensysteem. Ik ken het allemaal. Heb het aan de lijve ondervonden. Orwell kondigde het al aan in de veertiger jaren. In de tachtiger jaren werd iedereen verkocht. 1980 met z’n kogels door de vader van het verzet, John Lennon, kondigde het tijdperk aan als een kraaiende haan. Waar komt het vandaan ? 2021, Amsterdam : We zagen die kogel weer voorbij vliegen om een andere verzetsstrijder neer te maaien. Wat is het ? Waar komt het vandaan ? Dit ding blijft maar schieten. Het lijkt op een oorlog der kerken. Ik schuif mijn pionnen voorzichtig. Het is een schaakbord of enig ander bordspel. De kerk wilde genade te ver doorvoeren als antwoord op de katholieke aflaat. Genade, kwijtschelding, door iemand te laten sterven. De mens is altijd weer op zoek naar een zondebok. Het is een bepaalde drug. Het gaat rommelen met de hersenen. Het draait alles om, maakt het geestelijke tot het vleselijke, en dan alle horror. Ze wilden een nieuw kerkelijk gezagsapparaat wat voor kerken over de hele wereld zou gelden. Toen werden de Dordtse leerregels opgesteld, in Dordrecht, in de jaren 1600. Johan van Oldenbarnevelt werd hiervoor vermoord. Hij was de remonstrantse vader van het verzet die tijd, die stond voor godsdienstvrijheid en vrijzinnigheid. Deze moord werd het fundament van de nieuwe kerk. dordtse leerregels hoofdstuk 5, Artikel 9 Van deze bewaring van de uitverkorenen tot de zaligheid en van de volharding van de ware gelovigen in het geloof kunnen de gelovigen zelf verzekerd zijn en dat zijn zij ook naar mate zij vast geloven, dat zij ware en levende leden van de kerk zijn en altijd zullen blijven, dat zij vergeving van zonden en het eeuwige

leven hebben. Ik duizel altijd als ik dit soort taalgebruik hoor, want het is verkrachting van bepaalde teksten uit de bijbel die slap en selectief vertaald zijn tot drugsmatige termen zoals geloof en genade, terwijl het veel meer betekend. Geloof moet bewijs hebben, fundament, dus het staat niet op zichzelf. Hieruit kwam de psychiatrie voort die ook allemaal werkt door geloof in geld, geloof in medicijnen, geloof in boekjes, en ze hebben totaal geen bewijs voor de etiketten die ze mensen opdrukken en die etiketten zijn vaak levenslang, want ze zeggen er dan bij dat het niet te genezen valt, dus moet je levenslang die medicijnen slikken waarmee ze hun portemonnee spekken. Het zijn criminelen. Oplichters zijn het. Ze spreken een mens voor tien minuten, en die mens wordt totaal op zijn probleem vastgepint, en hup je bent levenslang ziek verklaard. Wat voor een dokters zijn dat dan ? Juist ja. Ze leven door GELOOF, geloven in de onzin die ze de mens op de jas spelden allemaal voor GELD. Hun GELOOF heeft hun rijk gemaakt. HALLELUJA. DL 5:9, halleluja. Dat is de wachter van hun persoonlijk geld-heil, hun inkomen. Geld belangrijker dan een mensenleven. Zo worden dieren ook om zeep gebracht, allemaal voor geld en de buik. Het is een duistere wachter van Nederland, en van de rest van de wereld, die P-9 wet, want hoofdstuk 5 van de Dordtse leerregels wordt ook wel de P-wetten genoemd, van perseverance of the saints. Geloof : de kerk heeft geen bewijs voor hun kerkelijk gezag, zoals de psychiatrie geen bewijs heeft voor hun sociale gezag. Dat wanen ze zichzelf allemaal aan in hun drugstrip. Ze schuilen in het excuus op zich, waar ze geen enkel fundament voor hebben, dus elke logica ontbreekt ook. Er wordt je gewoon wat aangepraat, en ja, dat moet je blindelings geloven, want geloof is nu eenmaal zaligmakend. Dat is de hazendrugs die ze prediken en uitdelen. Zo stijfkoppig is het geloof, want het geloof heeft bij voorbaat al gelijk, want er is immers genade, en die vereist verder niks, dus het geloof heerst. Dat is de taal van criminelen. Genade is altijd weer de advocaat van geloof, en geloof is altijd

advocaat van genade, dus zo praten ze zichzelf en elkaar op de hoogste tronen van de samenleving, allemaal illegaal dus en onlogisch. Logica hoeft er niet te zijn, want het is immers geloof. Ze zijn de vijanden van logica geworden, want de logica verkoopt immers niet. Logica is hen teveel werk, maar natuurlijk hebben ze hun eigen vleselijke logica. Die wordt altijd even snel snel opgebakken. En je moet eten wat de pot schaft. Wat die criminelen doen wordt automatisch vergeven door geloof en genade, en zo hebben de criminelen altijd een schuilplaats en dekmantel. Daarom hebben ze een zondebok nodig. hoofdstuk 5, Artikel 15 Deze leer van de volharding van de ware gelovigen en heiligen en van de zekerheid daarvan, die God tot eer van zijn naam en tot troost van de godvruchtige zielen in zijn Woord zeer overvloedig geopenbaard heeft en in de harten van de gelovigen inprent, wordt weliswaar door het vlees niet begrepen en door de satan gehaat, door de wereld bespot, door de onervarenen en huichelaars misbruikt en door dwaalgeesten bestreden, maar de bruid van Christus heeft haar altijd als een onwaardeerbare schat innig liefgehad en standvastig verdedigd. God, tegen wie geen plan standhoudt en geen enkel geweld iets vermag, zal er voor zorgen dat zij dat ook blijft doen. Deze enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest zij eer en heerlijkheid in eeuwigheid. Amen. Alles wat tegen hen ingaat dat is verkeerd, en daar strijden ze tegen. Je mag je

dus ook niet verdedigen tegen blindelings geloof. Zij geloven dat zij heersen over andermans brein. Hun geloof is altijd beter dan het geloof van de ander, en daar hebben ze geen diepgaande argumenten en bewijzen voor, maar dat geloven ze gewoon bij voorbaat, want het geloof is zaligmakend en let wel ‘hun’ geloof, niet het geloof van iemand anders. Het is zelfzuchtig geloven. Artikel 5:9 en artikel 5:15 zijn dus gevaarlijke wachters van Dordt, maar het doel is tot de hogere wachters te komen, dus deze wachters te verslaan en een kwartslag te draaien, om door de poorten van Dordrecht te gaan en deze van binnen te veranderen. Dat was ook de opdracht van Michael Jackson, de vorst der kinderen, die al in het boek Daniel beschreven werd, de aartsengel. Hij had een visioen gehad waarvan hij een film maakte. Het was een strijd tegen een groep gewapende sluipschutters, wachters van een duister drugsimperium wat de hele wereld aan de drugs wilde helpen, allereerst kinderen. Michael Jackson wordt dan als spion gezonden. Mr. Big is de grote baas van dit hele gedisciplineerde schuttersleger. Hij zei : ‘You wanna know why I'm doing this, do you? I just wanna get everybody high, man. You know, some good drugs. That's all.’ Michael Jackson zegt dan : ‘Do it, and you’re dead.’ Mr. Big : ‘Smooth operation, that's what I got.’ Vandaar ook de naam smooth criminal. Mr. Big wil dus met de kinderen beginnen, want hij gelooft dat een kinderklant altijd een getrouwe klant wordt. De spinnenmetafoor wordt gebruikt, omdat zijn imperium ook te werk gaat door bedriegelijke webben om kinderen in te vangen, net zoals de spin doet. Zijn project heet daarom ook : ‘Bugs and drugs.’ Michael Jackson wordt achtervolgt door de handlangers van Mr. Big, en komt dan in een dertiger jaren gangster club, waar hij infiltreerd. Later vinden de handlangers de club en openen vuur. Aan het eind verandert Michael Jackson in een bewapende robot om het drugs imperium te bestrijden. Het is een metafoor van de strijd tegen de Dordtse wachters, de Dordtse leerregels van religieuze drugs.

DL 1:17 gaat dan over de kinderen : Artikel 17 Aangezien wij over de wil van God moeten oordelen vanuit zijn Woord, dat getuigt dat de kinderen van de gelovigen heilig zijn, niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond, waartoe zij met hun ouders behoren, moeten de godvruchtige ouders niet twijfelen aan de verkiezing en de zaligheid van hun kinderen, die God in hun kinderjaren uit dit leven wegneemt. Indoctrinatie begint bij het kind, en zo wordt het van geslacht tot geslacht doorgegeven, als een drug. Er lopen twee lijnen door de Dordtse leerregels heen, een goede en een slechte. Het gaat er dus om de vleselijke door te kappen, en te komen tot het hogere Dordt. DL 5:8 is dan eigenlijk hun onaantastbaarheidsprincipe, hun onfeilbaarheid ook, waarmee ze zich veilig stellen. In de geestelijke wereld is dit de verschrikkelijke octopus genaamd GRIK, die dus ook in een wachter kan veranderen. Artikel 8 Zo verkrijgen zij dan, niet door hun verdiensten of krachten, maar uit de genadige barmhartigheid van God, dat zij noch geheel van het geloof en de genade afvallen, noch tot het einde toe in hun val blijven of verloren gaan. Hetgeen, voor zover het van hen zou afhangen, niet alleen gemakkelijk kan, maar ook ongetwijfeld zal gebeuren. Maar wat God betreft kan dit in het geheel niet gebeuren, omdat noch zijn raad veranderd, noch zijn belofte gebroken, noch de roeping naar zijn voornemen herroepen, noch de verdienste, voorbede en bewaring van Christus krachteloos gemaakt, noch de verzegeling met de Heilige Geest verijdeld of vernietigd kan worden. Als we het over de DL wachters hebben dan spreken we over het jaar 1619, een eeuw na de Duitse reformatie. Deze wachters doen nog steeds hun

moordwerk. Ze dwingen nog steeds kinderen aan de drugs, en brengen hen die zich ertegen verzetten om zeep. Er is niet zomaar ontsnapping uit de kerkers van Dordt. We moeten er dieper in, op zoek naar haar geheimen. hoofdstuk 54 tekstkritische bespreking van de dordtse leerregels hoofdstuk 5 Ken je ze, die westers christelijke sluipschutters die in paniek raken als je het niet vaak genoeg over Jezus hebt, hun drugs ? Je kunt bijna niets anders meer noemen voor zulke malloten. Ze willen in slaap gesust worden met hun Jezustoverwoord, en praten zo de ergste misdaden goed, want ze hebben altijd wel weer een of andere Jezus-tekst om hun zonden te verbloemen, leugens wit te wassen of het gewoon lekker allemaal te negeren. Oh, de zaligheid van het blinde geloof ! Ignorance is bliss. Het is bijna als reclame onderbreking, als een religieus gilles de la tourette syndroom. ‘Eh ja, ik was vanochtend even een wandeling aan het maken met de hond, en ik kwam langs een lantaarnpaal die – beep Jezus – knipperde. Toen ging ik even langs tante Mien en oom Klaas voor een kopje koffie zo op de vroege – beep Jezus – ochtend.’ En ga zo maar door. Het zijn lagere Orionse stoorzenders die de mens aan de drugs houden. ‘Hey, vergeet je je pilletje niet ?’ Het is chronisch, manisch en hysterisch. Nu valt er genoeg en genoeg over Jezus te vertellen, maar zullen we dat even op een normale manier doen ? Goedzo. Wat is dan het smalle pad of de rode gnosis lijn die dwars door de Dordtse leerregels gaat ? Laten we hoofdstuk 5 bespreken over de volharding der heiligen. Heiliging is in principe gewoon een ander woord voor toetsen. Er valt voor de oplettende lezer veel over het toetsen uit te halen uit dit hoofdstuk van de Dordtse leerregels, om zo terug te kunnen keren tot de Dordtse natuurmoeders of natuurprincipes. Er zijn veel geleerden en predikanten die

door de tijden heen hun hoofd hebben gebogen over de Dordtse leerregels om er het beste uit te halen, om er een degelijk al dan niet tekstkritisch commentaar op te geven, zodat het vleselijke er niet op de loop mee kon gaan. In dat spoor verder. Probeer er doorheen te prikken. Probeer het andere woorden te geven die het beter beschrijven en natuurgetrouwer zijn. Zo kan de programmering verbroken worden. DL 5:15 Deze leer van de volharding van de ware gelovigen en heiligen en van de zekerheid daarvan, die God tot eer van zijn naam en tot troost van de godvruchtige zielen in zijn Woord zeer overvloedig geopenbaard heeft en in de harten van de gelovigen inprent, wordt weliswaar door het vlees niet begrepen en door de satan gehaat, door de wereld bespot, door de onervarenen en huichelaars misbruikt en door dwaalgeesten bestreden, maar de bruid van Christus heeft haar altijd als een onwaardeerbare schat innig liefgehad en standvastig verdedigd. God, tegen wie geen plan standhoudt en geen enkel geweld iets vermag, zal er voor zorgen dat zij dat ook blijft doen. Deze enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest zij eer en heerlijkheid in eeuwigheid. Amen. Zekerheid komt niet door geloof, maar door toetsen, door heiligen dus en daar in te volharden, zoals 5:15 zegt. Het toetsen doet waarlijk vrucht dragen, wat geloof niet kan doen. DL 5:14 Zoals het nu God behaagd heeft zijn werk van de genade door de prediking van het Evangelie in ons te beginnen, zo bewaart, onderhoudt en volbrengt Hij het ook door het horen, lezen en overdenken ervan en ook door vermaningen, dreigingen, beloften en het gebruik van de heilige sacramenten. Genade kan ook zijn : empathie. Empathie is tot de bodem gaan, iets onderzoeken, overdenken. Dat hoort bij elkaar. Waar empathie, inlevingsvermogen, doorlevingsvermogen, ontbreekt, stokt ook het onderzoek. Vaak gaat daar het onderzoek in het vlees dan verder voor valse info.

DL 5:13 Wanneer ook het vertrouwen van de volharding herleeft in degenen die uit hun val weer opgericht worden, dan brengt dat in hen geen lichtzinnigheid of veronachtzaming van de godzaligheid voort, maar juist een veel grotere zorg om de wegen des Heren met ijver in acht te nemen; deze zijn van te voren gebaand, opdat zij door daarin te wandelen de zekerheid van hun volharding zouden mogen behouden en opdat het aangezicht van God, die met hen verzoend is (de aanschouwing hiervan is voor de godvruchtigen zoeter dan het leven en de verberging hiervan bitterder dan de dood) niet meer van hen wordt afgewend wegens het misbruik van zijn vaderlijke goedheid, waardoor zij in zwaardere gemoedskwellingen zouden vervallen. Alleen het toetsen brengt het ware vertrouwen, het bewijs, en dat kan alleen in volharding plaatsvinden. Dit leidt tot grotere zorg en empathie. Er is alleen zekerheid in het volharden van het toetsen, want dit draagt nu eenmaal de vrucht van zekerheid en vertrouwen. Je mag nooit zomaar rechtstreeks vertrouwen. DL 5:12 Het is echter bepaald niet zo, dat deze verzekerdheid van de volharding de ware gelovigen hoogmoedig en zorgeloos zou maken; zij moet integendeel een ware wortel zijn van nederigheid, kinderlijke eerbied, ware godzaligheid, volharding in alle strijd, vurige gebeden, standvastigheid in het kruisdragen en in de belijdenis van de waarheid en van bestendige blijdschap in God. De overdenking van die weldaad is voor hen een prikkel tot het ernstig en voortdurend beoefenen van dankbaarheid en het doen van goede werken, zoals uit de getuigenissen van de

Schrift en de voorbeelden van de heiligen blijkt. Zo wordt hoogmoed en onverschilligheid uitgeschakeld. De vrucht heeft een natuurlijke pesticide die het vlees doodt, als een hemels cafeine wat de zonde verlamd, en wat ook tegelijkertijd een feromoon is om bestuiving te bevorderen. Hierdoor vindt vleselijke bestuiving dus geen kans. Het zijn geen geloofsvruchten, maar kruisvruchten. DL 5:11 Intussen getuigt de Schrift dat de gelovigen in dit leven tegen allerlei twijfelingen van het vlees strijden en als zij in zware aanvechting verkeren dit volle geloofsvertrouwen en deze zekerheid van de volharding niet altijd gevoelen. Maar God, de Vader van alle vertroosting, laat hen niet boven hun vermogen verzocht worden, maar geeft met de verzoeking ook de uitkomst en wekt in hen opnieuw de zekerheid van de volharding door de Heilige Geest. Dit gaat over het logistieke kruis en de logistieke oorlogsvoering, dat het altijd gericht moet zijn en niet meer of minder dan nodig, en op de juiste plaats en de juiste tijd. Dat is het geleide kruis en de geleide oorlogsvoering. DL 5:10 En daarom vloeit deze verzekerdheid niet voort uit een of andere bijzondere openbaring, die geschiedt zonder het Woord of buiten haar om, maar uit het geloof in de beloften van God, die Hij in zijn Woord zeer overvloedig tot onze troost heeft geopenbaard; en uit het getuigenis van de Heilige Geest, die met onze geest getuigt dat wij kinderen en erfgenamen van God zijn; en ten slotte uit het ernstige en heilige ijveren voor een goed geweten en voor goede werken. En indien Gods uitverkorenen in deze wereld verstoken waren van de vaste troost dat zij de overwinning zullen behalen en van het onbedrieglijke pand der eeuwige heerlijkheid, dan zouden zij de ellendigsten van alle mensen zijn. Feenstra : Het Woord gaat om het organisme van God. We kunnen niet buiten de natuurprocessen om.

DL 5:9 Van deze bewaring van de uitverkorenen tot de zaligheid en van de volharding van de ware gelovigen in het geloof kunnen de gelovigen zelf verzekerd zijn en dat zijn zij ook naar mate zij vast geloven, dat zij ware en levende leden van de kerk zijn en altijd zullen blijven, dat zij vergeving van zonden en het eeuwige leven hebben. We kunnen ook zwakheid zeggen in plaats van geloof. Dit is hemelse zwakheid door verbrokenheid, door het kruis, zodat de vleselijke natuur uitgeschakeld wordt en de geestelijke natuur ons opneemt. Dat is de ware verzekerdheid, anders staan wij de hemel teveel in de weg. hoofdstuk 55 de duistere kooien van de ziel De Dordtse leerregels zijn de machinalisering en automatisering van het westerse christelijk geloof, gebaseerd op grove vertaalfouten, grove plundering van Israel, wat zich later letterlijk ging verbeelden in het nazi systeem, wat niet uit kon blijven, en wat dus gewoon de totaal bezopen wachters van dordt zijn. De Dordtse leerregels zijn een soort van westers christelijke industrial revolution, een zwart drugs gat. Iedereen gaat gedwongen aan de drugs. Hier is ook de psychiatrie op gebouwd, wat dus ook de wachters van Dordt zijn, en de dentistrie, zelfde verhaal, en die marcheren voortdurend rond, de hele medische industrie dus. Niet alle wachters zijn even slecht. Er zijn ook de hogere wachters van Dordt, van moeder natuur, moeder Dordrecht. Zaak is dat de mens teruggaat naar Dordt om het raadsel op te lossen, dus stel je voor dat

Suske en Wiske door de tele tijdmachine van professor Barabas teruggaan naar het jaar 1619, naar Dordrecht, zoals ook Michael Jackson in zijn Moonwalker film in het smooth criminal segment eerst teruggaat naar de dertiger jaren en vandaaruit terug gaat naar wat geinterpreteerd kan worden als de jaren 1600 waarin hij een confrontatie heeft met die wachters van Dordt. Dat is ook wat de moonwalk is, want je gaat terug terwijl het lijkt alsof je vooruit loopt. De moonwalk is dus een metafoor van de regressie, van het teruggaan in de tijd, terug naar de bronnen, als een beeld van de geestelijke archeologie. Ik was in de machine gegaan van de Dordtse leerregels en ik zag er een Chinees meisje in opgesloten. Ze klaagde erover als een Chinese anime, maar toen riep ze ineens in blijdschap uit : China ! En toen was er waarlijk hemels geluk. Zo zette ik haar vrij uit de machine en liet haar teruggaan naar China, waar ze eens door de wachters van Dordt was ontvoerd. De machine kan dus niet zomaar uitgeschakeld worden, maar moet verdiept worden en genuanceerd. De Dordtse leerregels zijn de duistere kooien van de ziel. We gaan kooi voor kooi bespreken. Probeer de hemelse wildernis er doorheen te zien die het opgesloten en verborgen houdt. Laten we verder gaan met de bespreking van hoofdstuk 5 van de DL : DL 5:8 > Zo verkrijgen zij dan, niet door hun verdiensten of krachten, maar uit de genadige > barmhartigheid van God, dat zij noch geheel van het geloof en de genade afvallen, noch > tot het einde toe in hun val blijven of verloren gaan. Hetgeen, voor zover het van > hen zou afhangen, niet alleen gemakkelijk kan, maar ook ongetwijfeld zal gebeuren. > Maar wat God betreft kan dit in het geheel niet gebeuren, omdat noch zijn raad > veranderd, noch zijn belofte gebroken, noch de roeping naar zijn voornemen > herroepen, noch de verdienste, voorbede en bewaring van Christus

krachteloos > gemaakt, noch de verzegeling met de Heilige Geest verijdeld of vernietigd kan worden. Geloof is een sluierterm waar door de tijden heen veel misbruik van is gemaakt, dus het moet wel uitgelegd worden wat het dan wezenlijk is en hoe het op een goede manier gebruikt kan worden. Het Aramese hymnw, haymanu, betekent betrouwbaarheid, deugdelijkheid, argumentatie, rede, bewijs, overtuiging, standvastigheid, veiligheid, geloof, religie. Dat is de oorspronkelijke taal van het evangelie, dus niet zomaar domweg ‘geloof’, maar in een bepaalde context. Het Hebreeuwse ‘emuna’ betekent vastheid, trouw, standvastigheid, geloof, en het Griekse pistis betekent trouw, betrouwbaarheid, vurigheid, verdoving, luisteren, gehoorzamen, geloof. Al deze betekenissen wijzen op diepgaand onderzoek en niet zomaar ‘geloof’. Geloof is de verwachting van het hogere, maar meer in een afwachtende, toetsende houding, opdat er geen vleselijke inmeng is, en daarom moet de mens eerst zwak zijn, anders zou de mens het vleselijke aangrijpen en ermee op de loop gaan. Een hard en sterk mens valt al snel in grootheidswaanzin en kan door zijn hardheid niet luisteren en onderzoeken, want hij heeft immers alles al. Daarom is het kruis zo belangrijk. Het ware geloof kan dan de hemelse zwakheid genoemd worden, die ontstaat in de verbrokenheid aan het kruis wat een schild vormt tegen het overmoedige, zelfverzekerde vlees. Het kruis snijdt los van de zonde en de zondige wereld. Daarom wordt ware, hemelse sterkte alleen aangemaakt in hemelse zwakheid. DL 5:7 > Want ten eerste bewaart Hij in hen bij zulk vallen nog zijn onverderfelijk zaad > waaruit zij wedergeboren zijn, opdat het niet vergaat of weggeworpen wordt. > Ten tweede vernieuwt Hij hen op zekere en krachtige wijze door zijn Woord en > Geest tot bekering, opdat ze over de bedreven zonden van harte en naar Gods wil

> bedroefd zijn; door het geloof, met een verbroken hart smeken om de vergeving > in het bloed van de Middelaar en die verkrijgen; de genade van God, die nu met > hen verzoend is, weer gevoelen; zijn ontfermingen en trouw aanbidden en voortaan > des te naarstiger met hun zaligheid in vrees en beven werkzaam zijn. Hier wordt geloof in combinatie met een verbroken hart genoemd. Zonder de hemelse zwakheid die een uiting is van empathie en plaatsvervangend lijden, zonder het kruis dus, is geloof slechts drugs. Je komt door de geloofsdrugs in een soort verstijvende toestand, verhardend, waardoor je niet meer receptief bent voor empathie, en wat zich dan gaat uiten in een enorme onverschilligheid, met name tot dieren en de armen, de zwakkeren en minderheden. Het gaat zich uiten in een enorme hang naar materialisme, want je kunt je dan niet meer aarden in het geestelijke, zodat vleselijke zintuigen het overnemen. Natuurlijk is het zo dat de Dordtse leerregels in diepte ambigueus zijn en dat verklaringen en commentaren, preken over de DL, juist de mens door deze wildernissen heen kan leiden om zo tot haar geheimen te komen. Woorden zijn namelijk opeenhopingen van potentie, als water, niet als vaste land. De lezer en uitlegger schept uiteindelijk. Bloed is in het Egyptisch de besnijdenis. De heilige vreze is de motor van het onderzoek. Vreze die niet onderzoekt is vleselijke vreze. Toetsloze vreze is vleselijke vreze. Wat vandaag de dag voor ‘vreze des heeren’ langsgaat is vaak niets dan conformisme. DL 5:6 > Want God, die rijk is in barmhartigheid, neemt naar het onveranderlijk voornemen van > de verkiezing de Heilige Geest niet geheel van de zijnen weg, zelfs als zij op droevige > wijze vallen. Ook laat Hij ze niet zo diep vallen, dat ze uit de genade van de aanneming > en uit de staat van de rechtvaardiging vallen of dat ze zondigen tot de dood of tegen de > Heilige Geest en, geheel door Hem verlaten, zichzelf in het eeuwig verderf storten. Dat je niet mag zondigen en dat er tegen de zonde wordt gewaarschuwd, dat is

iets van de natuur, en dat is de zorg van een moeder, omdat de zonde nu eenmaal de ziel bederft. Het is dus de bescherming door de moeder die haar kind limieten oplegt. Er is altijd een bepaalde mate van onvoorwaardelijke liefde van de moeder voor haar kind, maar een diepere relatie met de moeder is voorwaardelijk, komt van twee kanten. Er is echter nooit een situatie waarin God er niet meer is, ook al heeft een mens het goede totaal verworpen, dan is het goede er toch voor de mens, alleen de relatie kan dan niet te diep gaan, en de mens is dan bezig zijn levensbron uit te doven omdat een mens alleen maar waarlijk kan leven door het goede. Als de mens niet meer goed is : God is altijd goed. God is gewoon een ander woord voor het goede. DL 5:5 > Met zulke grove zonden vertoornen zij God zeer, vervallen in doodschuld, bedroeven de > Heilige Geest, verbreken voor een tijd de beoefening van het geloof; zij verwonden > ernstig hun geweten en verliezen soms voor een tijd het gevoelen van de genade, totdat > Gods vaderlijk aangezicht opnieuw over hen gaat lichten, wanneer zij door ernstig > berouw op de weg terugkeren. Genade is empathie. Als je leeft voor en door empathie, dan leef je ook tot empathie, en zul je groeien in empathie, totdat empathie je wezen is, en dan leeft empathie ook voor jou, omdat je het zelf bent. De ware godsdienst is empathie. Het is alweer zaterdag. We gaan verder met de bespreking van hoofdstuk 5 van de Dordtse leerregels, van kooi tot kooi, tot vrijzetting en vrede van Israel,

waar we ook altijd voor moeten bidden. Bidden is een metafoor voor de samenwerking met je hogere zelf, met je hogere natuur. Dat kan daadwerkelijke communicatie zijn, of meer subtiel, door filosofische natuurprocessen. Het is een onderdeel van de psychologie. In dit artikel zal blijken waarom het zo belangrijk is dat er nog eens diepe psycho-analyse wordt uitgevoerd op Dordrecht 1619. hoofdstuk 56 dordrecht – het geestelijke auschwitz De engel Matthias van de heilige gebondenheid en de opname die in 1993 tot de aarde kwam : ‘Er is te weinig liefde van mens tot mens, er is grote onverschilligheid, de mens heeft niks geleerd. De dordtse leerregels hebben Israel verbrand en vergast, Dordrecht was het 1600se Auschwitz. Ook werd Israel verdronken. Israel moet opgediept worden uit de Dordtse leerregels. Israel moet vrijgezet worden. De geloofsnazi’s waren er al in 1600, als fundament voor het Duitse nazi rijk. Het begon dus in Nederland.’ Hij liet me in een droom ook de geest ‘doorende’ zien, een cobra die zich in de buiken had vastgezet, een geest van de DL. DL 5:4 > En hoewel de macht van God, waardoor Hij de ware gelovigen in de genade bevestigt en > bewaart, groter is dan dat zij door het vlees kan worden overwonnen, worden de > bekeerden toch niet altijd zo door God geleid en bewogen, dat zij in bepaalde daden > door eigen schuld niet van de leiding van de genade zouden kunnen afwijken

en door > de begeerten van het vlees verleid worden en daaraan gehoor geven. Daarom moeten > zij voortdurend waken en bidden, dat ze niet in verzoekingen geleid worden. Indien zij > dit niet doen, dan kunnen zij niet alleen door het vlees, de wereld en de satan in zware > en ook gruwelijke zonden meegesleept worden, maar worden zij inderdaad onder Gods > rechtvaardige toelating soms daarin meegesleept. Dit bewijst ons de droevige val van > David, Petrus en andere heiligen, die ons in de Schrift beschreven is. Empathie wordt voortdurend onder schot gehouden, daarom moet men empathie beveiligen door waken en bidden, om ervoor te zorgen dat empathie geen verrader wordt, want dan is empathie geen empathie meer. DL 5:3 > Vanwege deze overblijfselen van de zonde die in hen woont en ook vanwege de > aanvechtingen van de wereld en de satan, zouden de bekeerden niet kunnen volharden > in de genade, als zij aan hun eigen krachten werden overgelaten. Maar > God is getrouw, die hen in de genade die hun eenmaal gegeven is, door zijn > barmhartigheid bevestigt en tot het einde toe met kracht bewaart. Het is altijd een samenwerking tussen de mens en de hogere principes. Het zelf staat niet op zichzelf. Er is altijd een samenwerking tussen het ‘nog niet’ en ‘alreeds’. Vandaar dat de metafoor van theologie zo belangrijk is. Het ‘betere’ komt altijd het onvolkomene tegemoet. DL 5:2 > Hieruit komen de dagelijkse zonden van zwakheid voort en ook aan de allerbeste > werken van de heiligen kleven gebreken. Dit geeft hun voortdurend reden om > zich voor God te verootmoedigen, hun toevlucht tot de gekruisigde Christus te

> nemen, het vlees hoe langer hoe meer door de Geest van het gebed en heilige > oefeningen in godsvrucht te doden en naar het einddoel, de volmaaktheid te hunkeren, > totdat zij van dit lichaam van de dood verlost zijn en met het Lam Gods in > de hemelen zullen regeren. Gebed, oefening en het kruis, oftewel het pad van Areta tot discipline en geleerdheid. Geleerdheid is een vies woord voor velen, niet slechts omdat er ook veel misbruik is in vleselijke geleerdheid, maar omdat het de drugs uitstelt en indamt. Vleselijkheid en ware geleerdheid gaan niet samen. Het vlees denkt korte termijn, en de geleerdheid denkt lange termijn. Maar het vlees wordt dus gedoofd door geleerdheid, door de wijsbegeerte. Dit is het pad van heracles, het pad van de oude profeten, en dit pad gaat ook door de Dordtse leerregels heen. De vrucht in heilige oefeningen, oftewel in het volhardend toetsen en de geleerdheid in de toetswetenschappen, doodt het vlees. Het is vrucht tegen vlees. DL 5:1 > Hen die God naar zijn voornemen tot de gemeenschap van zijn Zoon, onze Here > Jezus Christus roept en door de Heilige Geest doet wedergeboren worden, verlost > Hij wel van de heerschappij en slavernij van de zonde, maar Hij verlost ze in dit > leven niet volkomen van het vlees en het lichaam van de zonde. Feenstra noemt ‘het klein beginsel der volkomenheid’ wat zich in de allerheiligsten bevindt. Hij wijst op Paulus die noemt dat de mens vleselijk verkocht is onder de zonde. Daarom moeten wij strijden tot de laatste ademtocht, stelt Feenstra. De goede strijd moet gestreden worden. Het zoonschap geeft hoop, want dan verbinden wij ons aan de moeder, en de moeder zal voor haar kind zorgen, haar kind voeden en behoeden, om het kind zo in gerechtigheid op te voeden tot de overwinning over het vlees.

hoofdstuk 57 DL 3+4 De bijbel is het boek van de voorouders ‘over God’, niet per definitie ‘van God’, maar er staan wel veel goede dingen in waar we ons aan vast moeten houden. De Dordtse leerregels zijn de regels van de voorouders en daarvoor geldt hetzelfde. Hier kruizen God, kennis, het goede, de zonde en de onwetendheid, als een kluwen bol. Vandaar dat het belangrijk is het te bespreken. We moeten namelijk in de gaten houden dat er geen totaal nieuwe schepping zal komen, maar een herschepping, een verdieping dus. Het derde en vierde hoofdstuk van de leer Over de verdorvenheid van de mens en de bekering tot God en de wijze van deze DL 3+4:17 > Zoals ook de almachtige werking van God, > waardoor Hij ons natuurlijk leven > voortbrengt en onderhoudt, > het gebruik van de middelen, > waardoor God in zijn > oneindige wijsheid en goedheid > zijn kracht heeft willen uitoefenen, > niet uitsluit, maar vereist, zo sluit ook de > genoemde bovennatuurlijke werking van God, > waardoor Hij ons wedergeboren doet worden, > in het geheel niet uit of werpt omver het gebruik > van het Evangelie, dat de wijze God tot een zaad > van de wedergeboorte en voedsel voor de ziel heeft bestemd. > Daarom, zoals de apostelen en de leraren die hen gevolgd zijn,

> het volk op godzalige wijze in deze genade van God hebben onderwezen, > tot zijn eer en tot onderdrukking van alle hoogmoed van de mens, > maar intussen toch niet hebben nagelaten hen door > heilige vermaningen van het Evangelie onder de oefening > van het Woord, van de sacramenten en de kerkelijke tucht > te houden, zo ver moet het er ook nu van af zijn, dat zij, > die anderen in de gemeente leren of geleerd worden, > God zouden durven verzoeken, door de dingen te > scheiden waarvan God in zijn welbehagen heeft > gewild dat ze bijeen zouden blijven. > Want door de vermaningen wordt de genade > geschonken en hoe naarstiger wij onze taak vervullen, hoe heerlijker > de weldaad van God, die in ons werkt, zich vertoont. > Dan gaat zijn werk het beste voort. > Deze God komt alleen alle heerlijkheid toe, > zowel vanwege de middelen als de zaligmakende vrucht en > kracht ervan, in eeuwigheid. Amen. Feenstra noemt de organische levensverbanden als levensmiddelen en geneesmiddelen. God werkt in en door die levensverbanden, stelt hij. God heeft de landman onderwezen, hoe hij moet werken. Het is daarom vaak ook veel praktischer dan dat we alleen maar wonderen moeten verwachten. Feenstra : ‘Wonderen zijn als het luiden van de klok. Maar de dienst des Woords is de hoofdzaak.’ Ook zegt hij : ‘God brengt het leven voort en onderhoudt het.’ En : ‘God vereist het gebruik der middelen, door welke Hij naar Zijn oneindige wijsheid en goedheid deze Zijn kracht heeft willen uitoefenen.’ Wij moeten niet de hemelse natuurprocessen verruilen voor stadse special effects, voor de sensatie. Terug naar de natuur, terug naar de soberheid, en zo door diepte tot vrucht komen. Oppervlakkigheid komt tot het vlees. DL 3+4:16 > Maar evenals de mens door de val niet opgehouden heeft een mens te zijn, > begiftigd met verstand en wil, en evenals de zonde, > die tot het gehele menselijke geslacht is doorgedrongen,

> de natuur van de mens niet heeft weggenomen, maar > verdorven en in geestelijke zin gedood, werkt ook deze goddelijke genade > van de wedergeboorte in de mensen niet als in stokken en blokken > en vernietigt de wil en zijn eigenschappen niet en dwingt hem niet > met geweld zijns ondanks, maar maakt hem geestelijk levend, > heelt hem, verbetert hem en buigt hem zowel lieflijk als krachtig. > Zodat, waar de hardnekkige tegenstand van het vlees voordien > ten enenmale de overhand had, nu een gewillige > en oprechte gehoorzaamheid door de Geest de overhand > begint te krijgen, waarin de waarachtige en geestelijke wederoprichting > en vrijheid van onze wil gelegen is. En als die wonderbare Werkmeester > van alle goed niet op deze wijze met ons handelde, > dan zou de mens geen enkele hoop hebben om uit de val te kunnen opstaan door zijn > vrije wil, waardoor hij zichzelf, toen hij nog stond, in het verderf gestort heeft. Feenstra stelt dat God herscheppend werkt, dat we niet spreken van een nieuwe schepping, maar van een herschepping, dus herstel van het oorspronkelijke. Dat is wat de ware genade, empathie doet. Die werpt niet alles zomaar weg, maar maakt er het beste van, en maakt het dode levend. Empathie geeft altijd biofeedback. Het nieuwe komt voort uit het oude. DL 3+4:15 > Deze genade is God aan niemand verschuldigd; > want wat zou Hij verschuldigd zijn aan degene die Hem niet eerst iets > geven kan, opdat het hem vergolden wordt? Ja, wat zou God > aan diegene verschuldigd zijn, die van zichzelf > niets anders heeft dan zonden en leugen? > Daarom, wie deze genade ontvangt, is alleen God daarvoor eeuwige dank > verschuldigd en dankt Hem daar dan ook voor. > Wie deze genade niet ontvangt, bekommert zich ook in het geheel niet om deze > geestelijke dingen en is zelfgenoegzaam of hij beroemt > zich in zijn zorgeloosheid zonder grond erop dat hij iets heeft wat hij

> niet heeft. Voorts, over degenen die hun geloof openlijk belijden > en hun leven beteren, moet men naar het voorbeeld van de apostelen > het beste oordelen en spreken; > want het binnenste van het hart is ons onbekend. > En wat anderen betreft, die nog niet geroepen zijn, voor hen moet men tot God bidden, > die de dingen die er niet zijn, roept alsof zij waren en wij moeten > ons in geen geval tegenover hen hoogmoedig gedragen, > alsof wij het onderscheid aan onszelf te danken hadden. De ware genade, empathie is gevoelig en opmerkzaam, en dus ook dankbaar als het merkt dat iemand anders iets goeds heeft gedaan. Het negeert het goede niet, en is ook niet zelfzuchtig over het goede, maar erkent en respecteert de anderen als dragers en brengers van het goede, en is daar dankbaar over. Feenstra : ‘De genade is mededeelzaam. We hebben ook een roeping (…).’ De ware genade is dus een werkwoord. DL 3+4:14 > Het geloof is derhalve een gave van God, > niet omdat het door God aan de vrije wil van de mens wordt aangeboden, > maar omdat het de mens daadwerkelijk wordt meegedeeld, > ingegeven en ingestort. > Ook niet omdat God alleen het vermogen om te geloven > zou geven en daarna de instemming of het daadwerkelijk geloven > van de vrije wil van de mens verwacht, > maar omdat Hij die zowel het willen als het volvoeren, > ja alles in allen werkt, > in de mens zowel de wil om te geloven als het geloven zelf tot stand brengt. Je zwakheid, je handicap, je blokkade, is een gave van God, maar het wordt door de boze wereld als iets slechts gezien, als een ziekte, want ze meten alles af aan marktwaarde, niet aan godsvrucht. DL 3+4:13 > De wijze waarop deze werking plaatsvindt, > kunnen de gelovigen in dit leven niet volkomen begrijpen.

> Intussen vinden zij daarin rust, > dat zij weten en gevoelen dat zij door deze genade > van God van harte geloven en hun Zaligmaker liefhebben. Kennis is een grote hemelse zwakheid, namelijk het weten niets te weten (Socrates). De hemelse kennis is daarom niet hoogmoedig en ook niet alwetend, want de kennis is plaatsvervangend lijden, en sterft altijd weer, om zo tot diepere kennis te komen. Het draagt ook de onwetendheid van anderen, en daarom is de kennis heel edel en sober, niet opgeblazen. Zo is de kennis dan ook altijd logistiek, oftewel plaatselijk en op zijn tijd, en zeer subtiel, niet overintellectueel. Profeten zijn geen allesweters en moeten vaak met de kleinste dingen geholpen worden vanwege hun plaatsvervangend lijden, maar zij weten wel waar het om gaat. Zij zijn niet alleswetend, maar wel gevoelig, allesvoelend en heldervoelenden. Zij weten alleen wat zij moeten weten, wat voor dat moment belangrijk is. hoofdstuk 58 wat is empathie ? – hoe moet je met kerk en kerkgeschiedenis omgaan ? We zijn al lang bezig met het onderwerp ‘empathie’, omdat het de mens daar aan ontbreekt. Dan is het van belang eerst te weten wat empathie nu eigenlijk is. Hebben de voorouders daar eigenlijk al wat over gezegd ? Was er vroeger dan meer empathie ? Is het slechter geworden, of is het beter geworden ? Zaak is dat het pad van empathie al door de geschiedenis heenloopt, en dat je juist door empathie te gaan oefenen dit pad kunt ontdekken, want het ligt tamelijk verborgen tussen de bosjes. Het is een ondergronds pad. Het ligt niet voor de hand. Allemaal een prettige zondag toegewenst en een goede padvinderij. Zowel de Heidelbergse catechismus (1563) als de Dordtse leerregels (1619)

zijn gefiltreerd uit de bijbel, en hebben dus een grondtekst, wat het weer interessant maakt, want zo kan er dus een ander zicht op komen. Het gaat erom tot herschepping te komen, niet zomaar tot een nieuwe schepping, want de natuurprocessen zijn druk bezig te recyclen, en alles is creatief materiaal. Alles om je heen bestaat uit bouwstenen die je kunt gebruiken. Ken daarom de geschiedenis, de kerkgeschiedenis en de bijbelgeschiedenis. We zijn aangekomen bij het bespreken van de Dortse leerregels, hoofdstuk drie en vier, artikel 12 : DL 3+4:12 > En dit is die wedergeboorte, > die vernieuwing, nieuwe schepping, > opwekking uit de doden en levendmaking, > waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, > die God zonder ons in ons werkt. > Zij wordt in ons niet tot stand gebracht > door middel van de uiterlijke prediking alleen, > noch door aandrang op het gemoed of zó dat, > wanneer God eenmaal zijn werk volbracht heeft, > het dan nog in de macht van de mens zou staan om wedergeboren > of niet wedergeboren te worden, > bekeerd te worden of niet bekeerd te worden. > Maar het is een volstrekt bovennatuurlijke, > een zeer krachtige en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, > verborgen en onuitsprekelijke werking, > die naar het getuigenis van de Schrift > (ingegeven door Hem die deze werking tot stand brengt) > in haar kracht niet minder of geringer is dan de schepping > of de opwekking van de doden. > Zó dat allen, in wier harten God op deze wonderbare wijze werkt, > zeker, zonder enige twijfel en krachtdadig worden wedergeboren > en daadwerkelijk geloven. > En dan wordt de wil, die vernieuwd is, > niet alleen door God aangedreven en bewogen, > maar door God bewogen,

> werkt deze zelf ook. > Daarom wordt ook terecht gezegd dat de mens door de genade, > die hij ontvangen heeft, > gelooft en zich bekeert. Weer gaat het om herschepping, dus geen new age nieuwe schepping. Dit gebeurt door de ware genade, de empathie. De empathie laat dus niet zomaar de geschiedenis los, maar wil die herstellen. Laten we kijken naar zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus, vanuit de grondtekst : Vraag 1: Wat is uw enige troost, zowel in leven als in sterven? Antwoord: Dat ik met lichaam en ziel, zowel in leven als in sterven, niet mijzelf toebehoor, maar mijn getrouwe Zaligmaker, de baarmoeder (chasma, Grieks). Door de besnijdenis, de besnijdenis van het verstand, (d’m, Egyptisch) zijn mijn zonden volkomen betaald, hersteld (Grieks) en ben ik uit alle heerschappij van de duivel verlost. Hij bewaart mij zo dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd kan vallen, ja ook dat alle dingen mij tot mijn zaligheid moeten dienen. Daarom verzekert Hij mij ook door het heiligen, het toetsen, van het eeuwige leven en maakt mij van harte gewillig en bereid om voortaan Hem toegewijd te leven. Vraag 2: Wat moet u noodzakelijk weten om in deze troost godvruchtig te leven en te sterven? Antwoord: Drie stukken. Ten eerste, hoe groot mijn zonde en ellende zijn. Ten tweede, hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost word. Ten derde, hoe ik God voor zo’n verlossing dankbaar zal zijn. We hebben gezien dat empathie dankbaarheid inhoudt, omdat het ook gericht is op de ander, de ander bemoedigd in het doen van goede werken, en daar ook innig verrukt over is wanneer dit geschiedt, en wat zich ook uit in dankbaarheid, als een van de vruchten van empathie. Alles in deze wereld gaat dus om het herstel van de empathie. Dat is ook wat betaling in het Grieks betekend : herstel (apodidomi). Het betekent ook het doen voortkomen van het

verborgene, het beste eruit halen. In het Aramees betekent het : het in gedachten brengen, het herinneren (natan). Betaling is dus een metafoor van deze dingen. Empathie is een uitspreidend mysterie, waarvan dus zowel de dankbaarheid als het kennen van de geschiedenis vruchten zijn. Je vlucht uit de kerk, maar als je empathie hebt, help je ook anderen vluchten, en ben je dus intens bij het kerkelijk leven betrokken om het tot herstel te brengen, tot verdieping, zodat ontsnapping plaats kan vinden, oftewel de herschepping van de kerk. Dat doe je op een veilige afstand. Je bent geen verrader. Je moet eerst zelf het moeras uit voordat je anderen eruit kunt trekken. En dan moet vanaf een veilige afstand het moeras herschapen worden. Dat is wat empathie is. Ik zeg weleens : ‘Ik ga alleen naar de kerk om er iemand uit te halen, en om de diepere geheimen van de kerk te laten zien.’ De kerk kan alleen herschapen worden op een veilige afstand, en als de mens in de gaten gaat krijgen dat de kerk slechts een abstract model is. De kerk, dat ben je zelf en je empathie : ‘waar twee of drie in mijn naam vergaderen’. Zodra je empathie uitoefent en dat wat om je heen is wenst te herstellen, dan ben je een waarlijke kerk. Halleluja. Allemaal een prettige zondag toegewensd, en vooral leerzaam. Als je empathie hebt, dan houdt je je intens bezig met de verdieping, het herstel en de herschepping van de Dordtse leerregels, omdat het het fundament is van de huidige samenleving. Door gebrek aan onderwijs en bespreking is ieder mens erdoor aan de drugs geraakt, wat diep in de botten en de genen is doorgedrongen. Als je empathie hebt, dan houdt je je intens bezig met het ontmantelen van de wachters van Dordt, opdat je zo ook zelf een wachter van Dordt wordt, en waakt over het geheimenis van de empathie, en dit ook oprecht uitdeelt aan anderen opdat zij ook mogen ontwaken tot dit grote mysterie. Oh ziet, hoe de wachters van Dordt marcheren, en bedenkt wat de mens nog allemaal moet leren, ware empathie is onderwijzen, niet met de poppenkast meelopen,

Oh wachters van Dordt, ontwaak tot uw roeping, om in uw empathie anderen te doen ontwaken, Moeder Dordt roept, maar wie is het die haar waarlijk zoekt ? Allen leven zij in dromen, aan de drugs en half bezopen, wat ook in Dordt was opgetekend, gebouwd op graven, Haar wegen kennen zij niet, slechts volgende de moeder van het kwaad, de moeder van ‘ik weet het niet’, want er was geen empathie om te weten, Daarom : wachters van Dordt ontwaak, Breng uw onderwijs tot de scholen, Marcheer tot verdieping en empathie, tot dankbaarheid voor datgeen reeds gegeven. hoofdstuk 59 de val of afdaling uit het paradijs DL 3+4:11 > Voorts, wanneer God zijn welbehagen in de uitverkorenen > volvoert en de ware bekering in hen werkt, > dan laat Hij hun niet alleen het Evangelie uiterlijk prediken > en verlicht niet alleen krachtdadig hun verstand door de Heilige Geest, > opdat ze de dingen die van de Geest van God zijn, > recht zouden verstaan en onderscheiden,

> maar Hij dringt ook door tot in het binnenste > van de mens met de krachtige werking van deze Geest > die hen wedergeboren doet worden. > Hij opent het gesloten hart, > Hij vermurwt het harde en besnijdt het onbesneden hart. > Hij stort in de wil nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, > die dood was, levend wordt, > die verkeerd was, goed wordt, > die onwillig was, daadwerkelijk gewillig wordt, > die weerspannig was, gehoorzaam wordt. > Hij beweegt en sterkt die wil zo, > dat ze als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen. De empathie blijft niet aan de oppervlakte, maar gaat de diepte in, het binnenste. Ook zondag 2 van de catechismus gaat over empathie : ‘uw naaste liefhebben als uzelf.’ God moeten we liefhebben boven alles, waar alle empathie begint. Als er dan staat : Vraag 5: Kunt u zich aan dit alles volkomen houden? Antwoord: Nee, want ik ben van nature geneigd God en mijn naaste te haten. Dan gaat het volgens de rodenbergse catechismus hier over het toetsen : ‘Zondag 2 stelt dan dat de mens hier niet aan kan voldoen, omdat de mens geneigd is zich van God af te keren. Hoe moeten we dit opvatten zonder negatief en dramatisch te worden ? Het is belangrijk dat er allereerst een worsteling plaatsvindt met God, zoals Jakob op Pniël, zodat de mens geen valse, ongetoetste goden volgt. Het gaat niet om goden, maar om gnosis, om kennis, en alle kennis moet eerst onderzocht worden, getoetst, dus de mens mag ook niet zomaar blind vertrouwen en zich blind overgeven. Dat doet de mens ook niet als de mens een vrouw ontmoet. Hij moet haar eerst leren kennen en testen, als in een worsteling.’

DL 3+4:10 > Maar dat anderen, die door de bediening van het Evangelie > geroepen zijn, komen en bekeerd worden, > moet men niet aan de mens toeschrijven, > alsof hij zich door zijn vrije wil zou onderscheiden van anderen, > aan wie even grote of voldoende genade tot het geloof > en de bekering geschonken is > (hetgeen de hoogmoedige ketterij van Pelagius stelt). > Maar men moet het aan God toeschrijven, > die, evenals Hij de zijnen van eeuwigheid > in Christus heeft uitverkoren, > hen ook zo in de tijd krachtdadig roept, > met het geloof en de bekering begiftigt en hen, > wanneer ze uit de macht van de duisternis verlost zijn, > in het rijk van zijn Zoon overzet, > opdat zij zouden verkondigen de deugden van Hem, > die hen uit de duisternis tot zijn wonderbaar licht heeft geroepen > en opdat zij niet in zichzelf, > maar in de Here zouden roemen, > zoals de geschriften van de apostelen voortdurend getuigen. Het verkondigen van de deugd, van Areta, is empathie, waardoor je niet zomaar in jezelf roemt, maar ook in anderen roemt, als vrucht van empathie, waarin je anderen ook helpt tot grotere hoogten en je daar intens over verrukt bent, roemend en dankbaar zijnde, om de vrucht ook in hen gestalte te doen geven. Empathie houd ook in dat je afdaalt tot de onderwereld om zielen daar te helpen, zoals in zondag 3, de val uit het paradijs, zoals ook Jezus, als tweede Adam, uit het paradijs afdaalde. Er zijn verschillende manieren, zowel goed als slecht, maar in empathie, zoals Yeshua, is door gehoorzaamheid. DL 3+4:9 > Dat velen die door de bediening van het Evangelie > geroepen zijn, niet komen en niet bekeerd worden,

> is niet de schuld van het Evangelie of van Christus, > die door het Evangelie aangeboden wordt, > noch van God, die door het Evangelie > roept en zelfs aan hen die Hij roept verschillende gaven meedeelt, > maar van degenen die geroepen worden. > Sommigen van hen nemen uit zorgeloosheid het Woord des levens niet aan; > anderen nemen het wel aan, maar niet in het diepst van hun hart. > Daarom wijken zij na een voorbijgaande blijdschap van het tijdelijke geloof > weer af. Anderen verstikken het zaad van het Woord > door de doornen van de zorgen en lusten van de wereld > en brengen geen vruchten voort. > Dit leert onze Zaligmaker in de gelijkenis van het zaad. De mens kan en mag het evangelie ook niet zomaar aannemen, want de mens is eerst geroepen tot toetsen. Er is namelijk veel overmatig geoordeel. Daarom zegt zondag 4 dat de mens zich niet zomaar aan de wet kan houden, omdat er ook valse wetten zijn. Eerst dient de wet getoetst te worden. Dat kan alleen als de mens empathie heeft voor de hemelse kennis. hoofdstuk 60 de prinses van de dordtse leerregels DL 3+4:8 > Maar zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, > die worden in alle ernst geroepen. > Want God toont ernstig en waarachtig in zijn Woord wat Hem aangenaam is, > namelijk dat diegenen die geroepen worden, tot Hem komen. > Hij belooft ook met ernst allen die tot Hem komen en geloven,

> de rust van de ziel en het eeuwige leven. Dit is wat we noemen ‘de prinses van de dordtse leerregels,’ zowel in goede als in slechte zin. Zondag 5 van de catechismus stelt dat de mens niet zelf zomaar tot de gerechtigheid kan komen, maar door andere middelen, want er is zoveel valse gerechtigheid. Er moet dus eerst getoetst worden en gekomen worden tot de ware principes om tot de gerechtigheid te naderen. Zo kan de ziel tot rust gevoerd worden en tot eeuwig leven, als eeuwig vruchtbaarheids-principe, iets in de natuur. Geloof kan al snel misbruikt worden, als men geen zuiver begrip heeft wat het ware geloof is. Het ware geloven is de hemelse zwakheid die nodig is voor het toetsen, opdat men niet in sterkte en hardheid naar het vlees kan grijpen. Het gaat om het komen tot de eeuwige sabbath door het toetsen, niet zomaar geloof. Het toetsen gaat alleen in volharding, waarvan het dochterschap een beeld is. Alles wat daarbuiten valt zijn slechts de machten van pensionering, van dochters die het prinsessenschap grijpen zonder principes. Het loopt er langs. Het is tegendraads naar het hemelse, stijfkoppig naar het hemelse, want het is vleselijke pensionering. Het drijft de spot met het hemelse. DL 3+4:7 > Deze verborgenheid van zijn wil heeft God in het Oude Testament > aan weinigen bekend gemaakt, maar in het Nieuwe Testament > (nu het onderscheid tussen de volken is weggenomen) > heeft Hij haar aan meer mensen geopenbaard. > De oorzaak van dit verschil in bedeling > moet niet hierin gezocht worden dat het ene volk waardiger > is dan het andere volk of in een beter gebruik van de natuur, > maar in het geheel vrije welbehagen en de onverdiende > liefde van God. Daarom moeten zij aan wie zonder, > ja tegen al hun verdiensten in, zo’n grote genade te beurt valt, > haar met een nederig en dankbaar hart erkennen; > maar in de anderen, wie deze genade niet te beurt valt, > moeten zij – met de apostel –

> de strengheid en rechtvaardigheid van Gods oordelen aanbidden > en die geenszins nieuwsgierig onderzoeken. Dit was om het vleselijke, katholieke waardenstelsel buiten werking te stellen. De enige ware waardemeter is die van de hemel. hoofdstuk 61 het slot van de dordtse leerregels DL 3+4:6 > Wat noch het licht van de natuur, > noch de Wet kan doen, > dat doet God door de kracht van de Heilige Geest > en door het Woord of de bediening van de verzoening, > dat is het Evangelie aangaande de Messias, > waardoor het God behaagd heeft de gelovigen, > zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament zalig te maken. Messias is msih in het Aramees, van het Egyptische ma-sa, de kennis van de wet, van de hemelse werken, de hemelse gaven, of het testen daarvan, het onderscheiden. DL 3+4:5 > Zoals het met het licht van de natuur toegaat, > zo gaat het in dit opzicht ook met de Wet van de Tien Geboden > die God door Mozes in het bijzonder aan de joden heeft gegeven; > want omdat ze de grootheid van de zonde > wel ontdekt en de mens meer en meer van zijn schuld overtuigt, > maar het geneesmiddel daartegen niet geeft,

> noch enige kracht geeft om uit deze ellende te kunnen komen, > en – aldus door het vlees krachteloos geworden – > de overtreder onder de vloek laat blijven, > kan de mens daardoor de zaligmakende genade niet verkrijgen. Er is een groot verschil tussen de vleselijke wet en de geestelijke wet, en daarom moet de wet getoetst worden, en is deze toets zaligmakend, als de masa. DL 3+4:4 > Wel is er na de val in de mens nog enig licht van de natuur > overgebleven, waardoor hij enige kennis van God, > van de natuurlijke dingen, van het onderscheid tussen wat betamelijk > en onbetamelijk is, behoudt; > en ook geeft hij blijk van enige betrachting van de deugd en uiterlijke tucht. > Maar zo ver is het er vandaan dat de mens door dit licht van de natuur > tot de zaligmakende kennis van God > zou kunnen komen en zich tot Hem bekeren, > dat hij ook in natuurlijke en burgerlijke zaken > dit licht niet op de juiste wijze gebruikt; > ja, het veel meer – wat dit licht ook wezen mag – > op allerlei manieren geheel bezoedelt en in ongerechtigheid > ten onder houdt. Omdat hij dit doet, > wordt hem tegenover God alle verontschuldiging ontnomen. Het vleselijke houdt zich dom, en maakt alles van kwaad tot erger, want de onwetendheid van zijn blinde geloof is zijn zaligheid. DL 3+4:3 > Derhalve worden alle mensen in zonden > ontvangen en als kinderen des toorns geboren, > niet in staat tot enig zaligmakend goed, > geneigd tot het kwaad, dood in de zonden en slaaf van de zonde. > En zij willen of kunnen niet tot God terugkeren, > noch hun verdorven natuur verbeteren,

> noch zichzelf op de verbetering ervan toeleggen, > zonder de genade van de Heilige Geest die wedergeboren doet worden. God is empathie als een toetsend middel om los te komen van het vleselijke. Het is een geneesmiddel dat de kiem van de zonde kan doden. DL 3+4:2 > Zoals nu de mens na de val geworden is, > zulke kinderen heeft hij ook voortgebracht, > namelijk verdorven zoals hij zelf verdorven was; > zodat de verdorvenheid naar Gods rechtvaardig oordeel van Adam > op al zijn nakomelingen gekomen is (uitgezonderd alleen Christus), > niet door navolging, > zoals de pelagianen vroeger hebben voorgestaan, > maar door voortplanting van de verdorven natuur. De val of afdaling uit het paradijs kan op verschillende manieren gebeuren. Door ongehoorzaamheid of door gehoorzaamheid, empathie, zoals bij de oude profeten. Zo plant zowel het geestelijke als het vleselijke zich voort. Dit is het slot op de DL. Zo wordt ook alles getoetst. hoofdstuk 62 de sleutel van de dordtse leerregels, bespreking van hoofdstuk 2 DL 3+4:1 > De mens is van den beginne naar het beeld van God geschapen, > in zijn verstand toegerust > met ware en zaligmakende kennis van zijn Schepper > en van de geestelijke dingen; > in zijn wil en hart met gerechtigheid;

> in al zijn neigingen met zuiverheid > en is derhalve volkomen heilig geweest. > Maar door de ingeving van de duivel en door zijn vrije wil > van God afgeweken, > heeft hij zichzelf van deze uitnemende gaven beroofd > en in plaats daarvan over zich gebracht: > blindheid, verschrikkelijke duisternis, > leegheid en verkeerdheid van oordeel in zijn verstand, > slechtheid, weerspannigheid en hardheid in zijn wil en hart > en bovendien onzuiverheid in al zijn neigingen. Vannacht was ik in Dordrecht in een droom. Telkens als ik lijden zag moest ik zeggen : ‘Wat een mooi meisje,’ wijzende op de bruid van Christus, want het gaat om de schoonheid van het kruis. De hemelse schoonheid is nonconformisme. Als we door de hemelse overstromingen van kennis worden meegesleurd, dan worden we geworpen in de oneindige natuur. Deze kennis is dualistisch, zoals de Dordtse leerregels ook dualistisch verklaard kunnen worden. Het tweede hoofdstuk van de leer Over de dood van Christus en de verlossing van de mensen daardoor DL 2:9 > Dit raadsbesluit, dat voortkomt uit de eeuwige liefde van God > tot de uitverkorenen, is van het begin van de wereld tot nu toe, > terwijl de poorten van de hel zich vergeefs daartegen verzetten, > op krachtige wijze vervuld en zal ook verder vervuld worden, > zodat de uitverkorenen te zijner tijd tot één vergaderd zullen worden > en dat er een kerk van gelovigen zal zijn, > gefundeerd in het bloed van Christus, > die haar Zaligmaker – die voor haar, > als een bruidegom voor zijn bruid,

> aan het kruis zijn leven gegeven heeft – > standvastig bemint, onafgebroken dient > en hier en in alle eeuwigheid prijst. Dordrecht is het Mekka of Jeruzalem van Nederland, en hier werd het zaad gezaaid, maar het kwam nog verdraaid door de lens, en daarom moet het een kwartslag teruggedraaid worden. Dordrecht heeft dus grote potentie. Ik had een droom over Dordrecht als de bruid, die ik tegenkwam in een wildernis. Zij was een hemelse natuurvrouw. In haar verborg zij de psalmen en de zondagen van de catechismus. ‘Gefundeerd in het bloed van Christus,’ is natuurlijk ‘gefundeerd in de besnijdenis van het verstand (d’m, egyptisch) door de baarmoeder (Grieks, chasma) in de grondtekst. Dat is waarvan de vrouw een beeld is : de besnijder. Zij is het dualisme van het kruis. Ik kwam tot haar en zij liet mij een nederzetting in de wildernis zien van een markt waarop ik moest dwalen om de juiste dingen te kopen. Ook was het een groot spel. Alles moest verdiend worden, gewonnen worden. Deze droom had ik vele jaren geleden. DL 2:8 > Want dit is het geheel vrije raadsbesluit, > de genadige wil en het voornemen van God de Vader geweest, > dat de levendmakende en zaligmakende kracht van de kostbare dood van zijn Zoon > zich zou uitstrekken tot alle uitverkorenen, > om hun alleen het rechtvaardigend geloof te schenken > en hen daardoor onfeilbaar tot de zaligheid te leiden. > Dat is: God heeft gewild dat Christus door het bloed, > vergoten aan het kruis (waarmee Hij het nieuwe verbond bevestigd heeft) > uit alle volken, stammen, geslachten en talen al diegenen en hen alleen, > op krachtige wijze zou verlossen, die van eeuwigheid tot de zaligheid verkoren > en Hem door de Vader gegeven zijn;

> hun het geloof te schenken, dat Hij voor hen, evenals andere zaligmakende gaven > van de Heilige Geest door zijn dood heeft verworven; > en hen van al hun zonden – > zowel de aangeboren als daadwerkelijke, begaan zowel ná als vóór het geloof – > door zijn bloed te reinigen, tot het einde toe trouw te bewaren en ten laatste zonder enige vlek en rimpel heerlijk voor zich te stellen. De reiniging vindt dus plaats door de besnijdenis waardoor het vlees verwijderd wordt, wat dus heel simpel de ware uitverkiezing is, namelijk dat het geestelijke is uitverkoren en niet het vleselijke. Dat God de uitverkiezing beslist was vervaardigd tegen het programma van de katholieke kerk. Het uitverkiezingssysteem op basis van het vlees moest uitgeschakeld worden. DL 2:7 Echter, zovelen als er waarachtig geloven en door de dood van Christus van de zonden en het verderf verlost en behouden worden, genieten deze weldaad alleen uit Gods genade, die hen van eeuwigheid in Christus is gegeven. Deze genade is Hij aan niemand verschuldigd. Het wordt ergens hoog in de kast gelegd zodat het vlees er niet bij kan. 2:7 is dus onbereikbaar voor het menselijk verstand, want het is oneindigheid. In mijn kinderjaren had ik dromen over die absolute onbereikbaarheid en oneindigheid. Als het menselijk vlees het probeerde aan te raken, dan verwijderde het zich als een moeder die haar kind in bescherming nam. Het was allemaal te gevaarlijk speelgoed voor het kind. DL 2:6 > Maar dat velen die door het Evangelie geroepen zijn, zich niet bekeren, > noch in Christus geloven, maar in ongeloof vergaan, > komt niet door een gebrek of ongenoegzaamheid van het offer > dat Christus aan het kruis gebracht heeft,

> maar door hun eigen schuld. Nadrukkelijk had God getoond dat het om het Eva-ngelie ging, het evangelie van Eva, de natuurmoeder, en nadrukkelijk ging het om chasma, de baarmoeder, waarin de mens tot hemelse zwakheid dient te komen, oftewel zijn vleselijke leven los laten en daar niet sterk en hard in worden. Hemelse zwakheid betekent dat je je oordeel moet matigen, omdat je weleens een gebrek aan kennis zou kunnen hebben. De ware kennis begint bij het vaststellen dat je niets weet, als socratisch fundament, wat de hemelse zwakheid betekent, en wat de definitie is van het ware geloven. DL 2:5 > De belofte van het Evangelie > is voorts dat een ieder die in de gekruisigde Christus gelooft, > niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft. > Deze belofte moet aan alle volken en mensen tot wie God in zijn welbehagen zijn Evangelie zendt, > zonder onderscheid verkondigd en voorgehouden worden, > met bevel van bekering en geloof. Het Eva-ngelie, het evangelie van Eva, van de baarmoeder van de hemel, van de natuurvrouw, is datgene waarin de mens zijn oordeel moet verzwakken, want de mens heeft de waarheid en de ander overmatig geoordeeld, wat iets van het vleselijke is. Dordrecht is ‘Door het recht’. Door empathie daalde Eva vanuit de hemel tot de mensheid. In het Hebreeuws is zij ‘Havah’, en zij kwam als Jah-Havah, Jehovah, Yahweh, tot de mensheid in de onderwereld, om hen het pad te tonen. In de voortijd is zij genaamd Vuh, de oorlogsstrategie. Dit is het dualisme wat zich in de Israelitische grondteksten bevindt. Israel is de verlichting van de wereld, en alhoewel deze verlichting zich openbaarde in Dordrecht werd zij versluierd. In de regressie is er echter plaats voor de Godin, iets waar elke filoloog zich bewust van is. Dordrecht moet deze verlichting verder doorvertalen, en verder terugvertalen. Dit is een groot filologisch geheimenis. DL 2:4

> En deze dood is daarom van een zo grote kracht en waarde, > omdat de persoon die haar heeft ondergaan, > niet alleen een waarachtig en volkomen heilig mens is, > maar ook de eniggeboren Zoon van God, > van hetzelfde eeuwige en oneindige wezen met de Vader en de Heilige Geest, > zoals onze Zaligmaker moest zijn. > Bovendien, omdat zijn dood gepaard ging met het ervaren > van de toorn van God en de vloek > die wij door onze zonden verdiend hadden. Het zoonschap staat voor de hemelse zwakheid, het ware geloof, en het dochterschap staat voor de volharding. Zo wordt empathie, de ware genade, opgewekt, en kan de mens tot de eeuwige sabbatsrust binnengaan. Zij worden door Eva, door het Eva-ngelie, geroepen. Deze rust kan alleen maar binnengegaan worden door de ware geestelijke werken te doen, oftewel empathie, de ware genade. DL 2:3 > Deze dood van de Zoon van God is het enige en volmaakte offer > en de genoegdoening voor de zonden, > van oneindige kracht en waarde, > rijkelijk voldoende tot verzoening > van de zonden van de gehele wereld. Empathie sterft voor de ander, als plaatsvervangend lijden, waardoor ook het vleselijke afsterft, en het lijden tot gehoorzaamheid leidt en die leert. Zonder het dochterschap, de volharding, zou dit echter niet kunnen gebeuren. In het Hebreeuws is yeshua een vrouwelijk woord, wat intrinsieke waarde betekent. De helm des heils in Jesaja 59 is in het Hebreeuws de helm van yeshua, wat een vrouwelijk zelfstandig naamwoord is, en een woord is voor intrinsieke waarde. In het Aramees wordt het woord purqan gebruikt, wat kastijding en losgeld betekent, het betalen van de prijs, het brengen tot waarde. Dit heeft in de israelitische talen (yasha) een oorlogscontext. Vandaar dat Yeshua in de Israelitische context dus niet alleen staat voor het zoonschap, maar des te

meer voor het dochterschap. Puur en alleen het te vertalen in zoonschap is filologisch niet verantwoord. Dordrecht roept om gerechtigheid. Dordrecht roept om de terugkeer tot het hemelse dochterschap, opdat volharding opnieuw kan komen om de heiligen toe te rusten. DL 2:2 > Maar omdat wij zelf geen genoegdoening kunnen geven > en ons van de toorn van God bevrijden, > heeft God uit oneindige barmhartigheid > ons zijn eniggeboren Zoon (Ook : Dochter, in de Hebreeuwse context) > tot een borg gegeven. > Om voor ons genoegdoening te geven is Hij voor ons, > of in onze plaats, > tot zonde en vervloeking aan het kruis geworden. De mens kan in zijn zwakheid niks, en dat mag ook niet, want de mens moet toetsen, en niet zomaar naar het vlees grijpen. In deze hemelse zwakheid, waar de mens dus voor moet kiezen, komt de natuur de mens tegemoet, wat dus de vruchtbaarheid van de hemelse zwakheid is, wat alleen maar kan door de volharding in deze hemelse zwakheid, oftewel het dochterschap. DL 2:1 > God is niet alleen hoogst barmhartig, maar ook hoogst rechtvaardig. > En zijn gerechtigheid (zoals Hij zich in zijn Woord geopenbaard heeft) > vereist dat onze zonden, tegen zijn oneindige majesteit begaan, > niet alleen met tijdelijke, maar ook met eeuwige straffen, > naar ziel en lichaam gestraft worden. > Deze straffen kunnen wij niet ontgaan, > tenzij aan de gerechtigheid van God genoegdoening geschiedt. In de hel, daar kom je nooit meer uit, zegt de kerk godslasterlijk, maar in de Dordtse leerregels kom je eruit als er aan de gerechtigheid van God genoegdoening geschiedt, en dat is ook de taak van de empathie. Yeshua ging de onderwereld in om de gevangenen vrij te zetten met de sleutel van empathie en volharding, het dochterschap, en als zij het zouden aanvaarden,

dan zouden zij bevrijd kunnen worden. Hij voerde hen op uit de hel. De hel is overigens gewoon een beeld van de baarmoeder, en het opgaan uit de hel is gewoon een beeld van de wedergeboorte. Laat moeder Dordrecht spreken. Matig je oordeel. 2:1 is dus de sleutel van de Dordtse leerregels, de sleutel van hel en hemel. Hemel en hel zijn slechts metaforen, en die kunnen draaien, zoals ook de Dordtse leerregels slechts metaforen zijn die kunnen draaien. hoofdstuk 63 het geknakte riet Het eerste hoofdstuk van de leer van de goddelijke verkiezing en verwerping DL 1:18 > Degenen die zich tegen deze genade > van de onverdiende verkiezing en de strengheid van de rechtvaardige verwerping verzetten, > houden wij deze uitspraak van de apostel voor: > O mens, wie bent u, die tegen God antwoord (Rom. 9:20)? > En dit woord van onze Zaligmaker: > En is het mij niet geoorloofd met het mijne te doen, > wat ik wil (Matt. 20:15)? > Wij echter, die deze verborgenheden met godvruchtige eerbied aanbidden, > roepen – met de apostel – uit: > O diepe rijkdom van de wijsheid en kennis van God! > Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen, > hoe onnaspeurlijk zijn wegen? > Want wie heeft de zin des Heren gekend, of wie is zijn raadsman geweest? > Of wie heeft Hem eerst gegeven en het zal hem vergolden worden?

> Want alle dingen zijn uit Hem en door Hem en tot Hem; > Hem zij de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen Ik zie de uitverkiezingsmachines van Dordrecht, de liften, de balkonnen. De mens oordeelt, maar God beschikt, oftewel er is een oneindige hemelse kennis waartegen het menselijke oordelende vlees hardnekkig strijdt. De mens kan het niet aanraken. Het is alleen aan God, maar uiteindelijk moet de mens door toetsen en profetie wel God door zich heen laten werken. Laat dit dan slechts empathie zijn. Het ware oordeel is slechts een vrucht van empathie. Daarbuiten is elk oordeel vleselijk, en wordt zo gesnoeid door de grote machines van Moeder Dordrecht. DL 1:17 > Aangezien wij over de wil van God moeten oordelen vanuit zijn Woord, > dat getuigt dat de kinderen van de gelovigen heilig zijn, > niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond, > waartoe zij met hun ouders behoren, > moeten de godvruchtige ouders niet twijfelen aan de verkiezing > en de zaligheid van hun kinderen, > die God in hun kinderjaren uit dit leven wegneemt. Dit is metaforisch. De kinderen zijn de kinderen van empathie, oftewel de verkiezingen en de oordelen die uit geen andere bron mogen voortkomen dan uit de bron van empathie waarin volhard is door het dochterschap, wat de ware genade is. De mens komt niet tot dit dochterschap dan door het zoonschap, oftewel de hemelse zwakheid, wat het ware geloof is. DL 1:16 > Zij die het levend geloof > in Christus of het vaste vertrouwen > van het hart, de vrede van het geweten, > de beoefening van de kinderlijke gehoorzaamheid, > het roemen in God door Christus > nog niet krachtig in zich voelen, > en toch de middelen gebruiken waardoor God

> beloofd heeft deze dingen in ons te werken, > moeten niet mismoedig worden, > wanneer zij van de verwerping horen spreken, > noch zichzelf onder de verworpenen rekenen, > maar de middelen vlijtig blijven gebruiken, > vurig verlangen naar de tijd van overvloediger genade > en die met eerbied en ootmoed verwachten. > Veel minder behoren zij door deze leer van de verwerping > verschrikt te worden die ernstig verlangen om zich tot God te bekeren, > Hem alleen te behagen en van het lichaam des doods verlost te worden, > en toch in de weg van de godzaligheid > en het geloof nog niet zover kunnen komen als zij zouden willen; > aangezien de barmhartige God beloofd heeft, > dat Hij de rokende vlaswiek niet zal uitblussen > en het gekrookte riet niet zal verbreken. > Maar deze leer is terecht schrikwekkend > voor degenen die geen acht slaan op God en Christus, > de Zaligmaker, > en zichzelf geheel aan de zorgen van de wereld > en de lusten van het vlees hebben overgegeven, > zolang zij zich niet met ernst tot God bekeren. Feenstra stelt dat we de middelen van genade biddend moeten gebruiken, en verwijst dan naar Jakob op Pniel die met God worstelde wanneer hij zegt : ‘Wie tot Mij komt zal ik geenszins uitwerpen. Dan laat gij niet los voordat gij gezegend wordt. En uw ziel zal leven.’ DL 1:15 > Deze eeuwige en onverdiende genade > van onze verkiezing wijst en prijst de Heilige Schrift ons vooral aan, > wanneer zij verder getuigt, >dat niet alle mensen zijn verkoren, > maar sommigen niet verkoren > ofwel in Gods eeuwige verkiezing voorbij zijn gegaan. > Dit betreft degenen die God

> naar zijn volkomen vrij, rechtvaardig, onberispelijk > en onveranderlijk welbehagen > besloten heeft in de gemeenschappelijke ellende te laten, > waarin zij zichzelf door hun eigen schuld gestort hebben, > en hun het zaligmakend geloof en de genade van de bekering niet te schenken, > maar door hen op hun eigen wegen en onder zijn rechtvaardig oordeel te laten, > hen ten slotte niet alleen om hun ongeloof, maar ook om alle andere zonden, > tot betoning van zijn gerechtigheid te veroordelen en eeuwig te straffen. > En dit is het besluit van de verwerping, > dat God geenszins tot een auteur van de zonde maakt > (het is godslasterlijk om dat te denken), > maar tot een ontzagwekkende, onberispelijke > en rechtvaardige rechter en wreker ervan. Feenstra : ‘Christus is gekomen, om te zoeken dat verloren is.’ Dat is ook wat empathie is : ter helle dalen om hen te verlossen uit de hel, wat puur metaforisch is natuurlijk, zoals ook de eeuwigheid metaforisch is, want het kan ook tijdelijk betekenen, of gewoon wereld, een plaats (grieks : aion ; hebreeuws : olam). Daarom bestond er bij de Israelieten geen eeuwige hel. God toornt niet voor eeuwig. In de psalmen is God ook in de hel, om de helbewoners, de oude profeten en psalmisten, bij te staan. De hel is de baarmoeder. Het is een dokter, en een mechanisme van vertaling. DL 1:14 > Verder, zoals deze leer van de goddelijke verkiezing, > naar Gods wijze raad, door de profeten, > Christus zelf en de apostelen, > zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament is gepredikt, > en daarna in de Heilige Schriften verkondigd en nagelaten, > zo moet zij ook heden ten dage op de juiste tijd en plaats in Gods kerk > (waarvoor zij in het bijzonder bestemd is) > uiteengezet worden met de geest van onderscheidingsvermogen > en eerbied voor God,

> heilig, zonder nieuwsgierig naspeuren van de wegen van de Allerhoogste, > tot eer van Gods heilige Naam en tot een levende troost van zijn volk. We mogen niet de wegen van God naspeuren uit sensatie-lust, maar vanuit empathie. We mogen ook niet overmatig weten, gulzig worden in het weten, maar alleen weten datgene wat nodig is en nuttig. hoofdstuk 64 loterij in dordrecht Het vleselijke strijdt altijd tegen het geestelijke, stelt het geestelijke altijd verkeerd voor, en pretendeert vaak zelf het geestelijke te zijn. Het hart is zeer arglistig. Ik moet denken aan drie dromen die ik in mijn kinderjaren had over Dordrecht. De grote drie. In eentje kreeg ik van de beker van empathie te drinken, van plaatsvervangend lijden, en daalde zo door de grond naar beneden naar een dal van grote doodsbeenderen. Die bleken later van indiaanse opperhoofden te zijn. In een andere droom werd er aangebeld, en toen werden er kinderen verdronken. Vannacht had ik weer een droom over moeder Dordrecht. Er was een geopende pijpleiding, en de gestikte en verdronken kinderen van Israel kwamen voort. De derde droom in mijn kinderjaren was overigens dat ik werd vastgehouden door een vadsig vaderlijk monster, en achter glas was een moeder die rondrende en daar gaven voor me had neergelegd maar die waren onbereikbaar voor me. In Dordrecht leefde men in grote angst, want de hemel werd voorgesteld als een soort van loterij, en je moest maar net geluk hebben dat je uitverkoren was, waar je overigens niets aan kon doen. Iedereen had een lot, en dan was het maar afwachten. Natuurlijk spreekt een kapotte klok twee keer per dag de waarheid. Religie is een kunst van misverstand en misinterpretatie. Je mag beseffen dat God Empathie is, en door zelf empathie te hebben mag je wat van

de hemel ervaren, ook al voel je misschien soms alsof je in de hel leeft. Er zijn zoveel leugens om ons heen. Het vlees liegt, en het vleselijke houdt kinderen onder water in de leugens. Vandaar dat er bevrijding mag komen voor elk kind. Religie is een nachtmerrie geweest, van verdraaide feiten. Ik heb dit altijd als een uitdaging gezien : dingen terugdraaien. Er zijn veel kinderen achter glas. Velen zitten opgesloten in de pijpleidingen van Dordrecht, maar door empathie mogen wij deze pijpleidingen opendraaien. Empathie geeft een heel ander zicht op de geschriften van Dordt. Er is een vleselijke versie, maar de geestelijke versie loopt er dwars doorheen. Er is ook een hemelse uitverkiezing waarin je beseft dat het juist de Empathie zelf is die is uitverkoren, en daarmee een ieder die in haar wandelt. DL 1:12 zegt : ‘Van hun eeuwige en onveranderlijke verkiezing tot de zaligheid worden de uitverkorenen te gelegener tijd, hoewel in verschillende trappen en ongelijke mate, verzekerd. Niet als zij de verborgenheden en de diepten van God nieuwsgierig onderzoeken, maar als zij de onmiskenbare vruchten van de verkiezing, die in Gods Woord worden aangewezen (zoals het ware geloof (de hemelse zwakheid, het zoonschap) in Christus (chasma, de baarmoeder), kinderlijke eerbied voor God, droefheid naar Gods wil over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid enzovoort) in zichzelf met geestelijke blijdschap en heilige vreugde waarnemen.’ Nieuwsgierigheid is koud, sensatie-belust, en wordt al snel tot roddel, en men vergeet dan de empathie. Nieuwszucht, voor eer en entertainment, sensatie, heeft niet veel met empathie te maken. Uitverkoren voor wat ? Uitverkoren door wat ? Voor en door Empathie, omdat Empathie de uitverkorene is. Omdat het daarom gaat in het leven. Dan is er ware vruchtbaarheid, en geen nieuwszucht zomaar. We kennen beide kanten. Juist omdat we Empathie hebben verkoren en zo zelf ook uitverkorenen zijn, als ons wezen empathie is, zijn wij ook de verworpenen, want dat is nu eenmaal hoe Empathie werkt : het is plaatsvervangend lijden. Je gaat de diepte van de pijpleidingen van

Dordrecht in op zoek naar de verdronken kinderen. Je voelt hen dan, ook hun verworpenheid. Het hoort bij het leven in empathie. De oude profeten en psalmisten voelden zich ook verworpen. Het vleselijke verwerpt het geestelijke telkens weer. En het geestelijke moet het vleselijke verwerpen, maar door empathie. Er mag alleen oordeel zijn als vrucht van empathie. hoofdstuk 65 de vrucht van empathie Ik dronk van de beker van empathie, en het was heel bitter maar ook een heel klein beetje zoet, en ik daalde af in de onderwereld, en zag kinderen in kooien op karren, en zij werden verkocht. Achter in het huis hangt een man aan het kruis, Ook daar kwam ik, en staarde, Het was zo ver weg, zo hoog, en er waren melkvallen, waar water wordt tot melkvallen Niemand kent hem, En over hem wordt niet gesproken. Waarom zou gij oordelen als het ware oordeel de vrucht van empathie is ? Waarom leeft gij dan nog ? Zie, het ware leven is empathie.

hoofdstuk 66 freud in dordrecht Het elfde gebod van religie is: "Gij zult niet in twijfel trekken.’ --- Freud ‘Hij gelooft niet datgene dat niet leeft volgens zijn geloof.’ --- Freud ‘Religieuze doctrines … zijn allemaal illusies, ze laten geen bewijs toe, en niemand kan worden gedwongen om ze als waar te beschouwen of erin te geloven’ --- Freud ‘Neurotici klagen over hun ziekte, maar ze maken er het beste van, en als het erop aankomt om het van hen af te nemen, zullen ze het verdedigen als een leeuwin haar jong.’ --- Freud ‘Het leven, zoals we het vinden, is te moeilijk voor ons; het brengt ons te veel pijn, teleurstellingen en onmogelijke taken. Om het te dragen kunnen we niet zonder verzachtende maatregelen. Er zijn misschien drie van zulke maatregelen: krachtige afbuigingen, waardoor we onze ellende verlichten; vervangende bevredigingen, die het verminderen; en bedwelmende stoffen, die ons er ongevoelig voor maken.’ --- Freud De religieuze taal van de voorouders, ik heb er altijd een haat-liefde verhouding mee gehad, maar voelde altijd de noodzaak en roeping om het te

verdiepen en het niet zomaar weg te werpen, want het zijn eieren. Een moeder verstoot haar eieren niet, maar broedt ze uit. IJskoude, kille geschiedfobie is de geest van gemakszuchtige abortus. De moderne tijd heeft meer weggegooid dan lief is. Het heeft de wereld in grote problemen gebracht. Er moet dus een goed theologisch woordenboek komen om de taal van de voorouders te verklaren, er zicht op te geven wat nu eigenlijk verborgen wordt gehouden. Dat je rent voor je leven is logisch, maar je keert ook altijd weer deels terug, voor de opdracht die roept, want hoevelen liggen daar nog opgesloten ? Als je empathie hebt tenminste, dan ga je terug naar de mijnen, en dan ga je dieper onder de stad, en dan werk je voor algeheel herstel, niet slechts van jezelf. Je bent gevlucht van het monster, maar je gaat terug om de kinderen, de kinderen, want die zitten daar nog steeds opgesloten. Natuurlijk ga je niet zomaar rechtstreeks terug naar hoe het was, maar zwaar bewapend, en strategisch, je weg vindende onder de grond, om doorgangen te vinden. Een steen door de ruit van de bakkerij. Zo begon het. Het was oorlog in Dordrecht. Er moesten wat kabels verwisseld worden, draadjes verwisseld. En ook Freud moest aan het woord gelaten worden. De voorouders gebruikten woorden zoals god, jezus, hemel, hel, uitverkiezing, verwerping, geloof, de zoon, de vader, het heil, enz. maar wat betekende het, of wat zou het moeten betekenen ? Wat hield het verborgen ? Laten we verder kijken naar hoofdstuk 1 van de Dordtse leerregels en daar wat commentaar opgeven : DL 1:1 Aangezien alle mensen in Adam gezondigd hebben en de vloek en de eeuwige dood verdiend hebben, zou God niemand onrecht gedaan hebben als Hij het hele menselijke geslacht in de zonde en vervloeking had willen laten en om de zonde veroordelen, volgens deze uitspraken van de apostel: De gehele wereld is voor God veroordelenswaard. Zij hebben allen gezondigd en zijn verhinderd te komen tot de heerlijkheid Gods (Rom. 3:19,23). En: Het loon van de zonde is de dood (Rom. 6:23). Omgekeerd is het ook zo, dat we moeten zondigen naar het vleselijke, valse

systeem, en kunnen we door die heilige zonden tegen de valse goden aan onszelf afsterven. Telt uw zonden daarom. Het loon van de heilige zonde is de dood van het vleselijke zelf. DL 1:2 Maar hierin is de liefde van God geopenbaard, dat Hij zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe (1 Joh. 4:9; Joh. 3:16). De Dordtse leerregels zijn eieren die uitgebroed moeten worden. Als je dat zomaar letterlijk gaat nemen zoals in de kerken, dan wordt het tot het hebben van hete hoofden en koude harten. De vader is een beeld van de verbrokenheid in het zoonschap, want de zoon wordt zelf ook geleid tot het worden van de vader. De zoon is een beeld van het getoetste, als de vrucht van de baarmoeder. Door deze vruchten, toetsresultaten, wordt het koninkrijk gebouwd. De baarmoeder is een beeld van de hel, van de beproeving, en de vrucht, de zoon, is een beeld van de hemel, omdat hij door de hel is gegaan en getoetst is geworden. De zoon is het innerlijke kind van de vader, als vrucht van de verbrokenheid. DL 1:3 En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God in zijn goedertierenheid verkondigers van deze zeer blijde boodschap tot wie Hij wil en wanneer Hij wil. Door hun dienst worden de mensen geroepen tot bekering en het geloof in Christus, de Gekruisigde. Want hoe zullen zij in Hem geloven, van wie ze niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder prediker? En hoe zullen zij prediken tenzij ze gezonden worden (Rom. 10:14-15)? Empathie brengt vervolgens deze boodschap, zendt deze signalen uit, door de empathen, en dat gaat diep, door het kruis. Pijn is empathie, en een signaal met een boodschap. Pijn is kennis. Zo maak je antistoffen aan. Dingen zoals de zoon en de vader etc. staan niet op zichzelf. Het zijn beelden, metaforen, die ergens naartoe wijzen. Ook hemel en hel zijn slechts metaforen. De voorouders hebben het allemaal op hun manier geformuleerd, maar ze begrepen de diepte

er niet van. Het was nog de vleselijke schil er omheen. Nu moet men tot de vrucht ervan komen. Er groeit een boom in Dordrecht, met vruchten die gevaarlijke schillen hebben, opdat de vruchten niet gegeten worden door parasieten. Dwazen komen door deze schillen om. Ook leven en dood zijn slechts metaforen. DL 1:4 Op degenen die dit Evangelie niet geloven, blijft de toorn van God. Maar die het aannemen en de Zaligmaker Jezus met een waarachtig en levend geloof omhelzen, worden door Hem van de toorn van God en het verderf verlost en met het eeuwige leven begiftigd. Het is heel simpel : Zij die niet toetsen, blijven misleid worden door het vleselijke. Zij hebben hun huis op zand gebouwd en worden door allerlei golven en winden meegesleurd. Ze zijn neurotisch in het vlees, nieuwsgierig, nieuwszuchtig, roddelend in het vlees, en nemen geen tijd het te onderzoeken en te toetsen. De zoon is iets wat in de baarmoeder geheel is afgepeld, als een grote ontmaskering, een grote openbaring. Daarom hadden de voorouders het altijd over de zoon, maar ze wisten niet wat het betekenden, en gingen er erg vleselijk mee om, neurotisch. Freud zei : ‘De essentie van neurose is het onvermogen om ambiguïteit te tolereren.’ Ambiguïteit is de kwaliteit om open te zijn voor meerdere interpretaties. Neurotisch betekent dat je makkelijk te beinvloeden bent, makkelijk te manipuleren, door autoriteiten en meerderheden bijvoorbeeld, door democratie. In de hemel is geen democratie. De meeste stemmen gelden niet. De hemel wordt geleid door de hogere kennis die voortkomt vanuit empathie en het toetsen. De hemel is dus het centrum van de hel. Je komt er niet zomaar. De hemel slaat in haar empathie de hel niet over. Alles komt van diep. Daar komen de stromen van leven uit voort. Jezus komt van het hebreeuwse vrouwelijk voornaamwoord ‘yeshua’, wat waarde betekent. Waarheid is de vrucht van waarde. Het laat zich niet beinvloeden door vleselijke autoriteit en vleselijke meerderheden. Het is niet vleselijk neurotisch. De waarde ligt juist in de ambiguiteit, de meervoudige interpretatie. De hemel is een wiel van wijsheid, niet eenzijdigheid. Op aarde

komen we aan allerlei kruizen en palen van eenzijdigheid waaraan we worden getest en waaraan we sterven, om zo tot het geheimenis van de ambiguiteit te komen, de vrucht van empathie. Freud zei ook : ‘De meeste mensen willen niet echt vrijheid, omdat vrijheid verantwoordelijkheid met zich meebrengt, en de meeste mensen zijn bang voor verantwoordelijkheid.’ Verantwoordelijkheid brengt namelijk lijden met zich mee. Freud zei ook : ‘We zijn nooit zo weerloos tegen lijden als wanneer we liefhebben.’ Daarom drukken vleselijke mensen die aan de sociale drugs zijn graag de empathie weg. Ze hebben een groot probleem met empathie, want dat is de grote spelbreker, neemt hun speelgoed en drugs weg. Ze willen deze moeder niet. Ze willen Moeder Dordrecht niet. Het ja-knikkende opaatje of omaatje past hen beter, of het suikeroompje uit Verweggistan. Ze hoeven er dan allemaal niet over na te denken en komen dan tot bovenstaande snelkook formules zoals ‘Wie in de zoon gelooft heeft eeuwig leven,’ en ‘wie in Jezus Christus gelooft’, enz. enz. Op zichzelf zijn dat gewoon kannibalenketels. Ze hebben er iets afschuwelijks van gemaakt, allemaal door gebrek aan empathie. Freud : ‘Religie is een poging om controle te krijgen over de zintuiglijke wereld waarin we zijn geplaatst, door middel van de wenswereld, die we in ons hebben ontwikkeld als gevolg van biologische en psychologische behoeften.’ Ook zei hij : ‘Als men probeert om religie haar plaats in de evolutie van de mens toe te kennen, lijkt het niet zozeer een blijvende aanwinst te zijn, maar een parallel met de neurose die het beschaafde individu moet doormaken op zijn weg van kinderjaren naar volwassenheid.’ Oftewel : het ei moet uitgebroed worden. Is God een ei ? De mens heeft God zo kortzichtig gemaakt als zichzelf. Daarom is dat wat ze vandaag de dag god noemen vaak gewoon de vleselijke schil, of inderdaad een ei. Freud : ‘Daarbij dringt het idee zich op dat religie vergelijkbaar is met een neurose uit de kindertijd, en hij is optimistisch genoeg om te veronderstellen dat de mensheid deze neurotische fase zal overwinnen, net zoals zoveel kinderen uit hun soortgelijke neurose groeien.’

Ook zei hij : ‘Het is onmogelijk om aan de indruk te ontsnappen dat mensen vaak valse maatstaven gebruiken - dat ze macht, succes en rijkdom voor zichzelf zoeken en die in anderen bewonderen, en dat ze onderschatten wat van echte waarde is in het leven.’ Ook Freud liet deze strijd zien, de strijd tegen het vleselijke. En deze strijd wordt niet zomaar gewonnen. Je kunt het vlees niet zomaar van je afwerpen, maar je moet erin doordringen tot de vrucht : Terug naar de mijnen. Terug naar de fabriek. Doe het voor de kinderen. Doe het voor je innerlijke kind. hoofdstuk 67 betekenissen van dordrechtse taal Krijg dit plaatje voor je : De zoon hangt aan het kruis. Wat betekent het ? Gezonden door de vader wat een beeld is van de verbrokenheid, en voortgekomen vanuit de baarmoeder, een beeld van het kruis, is de zoon de vrucht van de verbrokenheid, oftewel het getoetste, als een openbaring, een ontmaskering ook, en dat kun je op van alles toepassen. Het wordt zo zelf ook tot toetssteen. De dochter is de volharding. De familie is dus een set van metaforen om te toetsen, opdat dingen zuiver natuurlijk zijn. Waarom lag zo de nadruk op het woord Jezus in de geschiedenis bij de voorouders ? Jezus komt van het vrouwelijke woord ‘yeshua’ in het hebreeuws, en betekent waarde. Yeshua is dus een principe, en omdat het een vrouwelijk woord is kan het verbeeld worden als een dochter, en dit is dus ook een beeld van de volharding, want in het aramees wordt soms ook het woord ‘purqan’ gebruikt, wat ‘het brengen tot waarde’ betekent, of ‘waarde door de kastijding’, oftewel de waarde door het kruis. DL 1:9 zegt : ‘de verkiezing is de fontein van alle zaligmakend goed.’ Maar wat

is die verkiezing dan ? De uitverkiezing staat centraal in de DL, dus het is belangrijk te weten wat het inhoudt of verborgen houdt. De germanen hadden al een uitverkiezing, en die gebeurde op het strijdveld van het leven waarin de mens in volharding was afgestorven aan het ego, om zo door de strijdgodinnen, de dochters van Odin (God), te worden opgenomen. De mens wordt dus opgenomen door volharding, uitgebeeld door het dochterschap. Door volharding komt de mens tot waarde, tot yeshua in het hebreeuws, een vrouwelijk woord, een dochterlijk woord, als de dochter van God. Dat is wat de opname is, als de zoon dit pad vindt. De verkiezing is dus als versluierende term geen daadwerkelijke verkiezing, maar een principe. Alleen door toetsende empathie komt de mens tot die zwakte, wat ook tegelijk een sterkte is. Ware empathie toetst altijd, en toetst volkomen, en in volharding, tot dochterschap, tot opname. Dit zijn wisselwerkingen tussen principes, tussen contrasten. Toetsen in empathie, en de empathie moet ook getoetst worden. Je toetst aan de hogere kennis, die je door het toetsen mag leren kennen, en de hogere kennis beloont het volhardende toetsen ook. Dit is een hemelse wetenschap en ik heb het ervaren. Er is een opname, en ook jij mag tot de opname behoren als je in ernst deze wetenschap beoefend. Het bewijs kun je dus alleen maar zelf ophalen. Het bewijs is persoonsgebonden, want anders zouden de dwazen het ook kunnen krijgen. Het bewijs is dus niet materieel, maar geestelijk, en voorwaardelijk, en wordt alleen gedeeld in een liefdesrelatie met de hemelse kennis. Zij is geen goedkope hoer. hoofdstuk 68 darwin, voltaire en freud in dordrecht Mening wordt de koningin van de wereld genoemd; het is zo, want als de rede zich ertegen verzet, wordt het ter dood veroordeeld. Het moet twintig keer uit zijn as herrijzen om de tiran geleidelijk te verdrijven. --- Voltaire

Sommigen noemen het evolutie, en anderen noemen het God. --- Darwin Een wiskundige is een blinde man in een donkere kamer op zoek naar een zwarte kat die er niet is. --- Darwin Mannen zullen altijd gek zijn, en degenen die denken dat ze hen kunnen genezen, zijn de geksten van allemaal. --- Voltaire De aarde is een gekkenhuis, waarnaar de andere planeten hun gekken deporteren. --- Voltaire Vooroordelen zijn wat dwazen gebruiken als argumenten. --- Voltaire De kunst van de geneeskunde bestaat erin de patiënt te amuseren terwijl de natuur de ziekte geneest. --- Voltaire Het is gevaarlijk gelijk te hebben in zaken waar gevestigde mannen ongelijk hebben. --- Voltaire Het comfort van de rijken hangt af van een overvloedige aanlevering van de armen. --- Voltaire Velen zijn voorbestemd om verkeerd te redeneren; anderen, om helemaal niet te redeneren; en anderen, om degenen die redeneren te vervolgen. --- Voltaire Het is moeilijk om dwazen te bevrijden van de ketenen die ze vereren.

--- Voltaire Artsen stoppen medicijnen waarvan ze weinig weten in lichamen waarvan ze nog minder weten voor ziekten waarvan ze helemaal niets weten. --- Voltaire We moeten onze eigen tuin cultiveren. Toen de mens in de hof van Eden werd geplaatst, werd hij daar geplaatst zodat hij zou werken, wat bewijst dat de mens niet geboren is om te rusten --- Voltaire ‘De droom is de bevrijding van de geest van de druk van de externe natuur, een onthechting van de ziel van de ketenen van de stof.' --- Freud We zien dan dit plaatje in de taal van de voorouders die we vertalen : De slaap is het kruis, het toetsen, en vandaaruit komt de droom, het zoonschap, als een geboorte, loskomend van het vleselijke. In de slaap ligt dus de bevrijding. Een heleboel mensen passen de slaap als zodanig niet toe, maar het heeft wel die potentie. Er was vleselijk-geestelijk elitisme in Dordrecht, religieus kapitalisme, en de paden terug tot Israel werden eronder bedolven. Het is een strijd tegen de wachters van Dordrecht die deze poorten en tunnels bewaken, helemaal tot aan Israel, want ook Israel hebben ze gekoloniseerd, maar in het diepere Israel hebben ze nooit kunnen komen, dus daar moeten we naartoe. En dit is al gebeurd. In de jaren 1600 begon de verlichting al op te komen. Het Dordrechtse elitisme was zeer eenzijdig, maar de verlichting was een droom van ambigueuze bevrijding, en in de jaren 1700 werd het Edomitisme hersteld. Ezau legde al zijn aardse status af en liet weer ruimte voor de meer geestelijke dingen van de droomwereld, van meer geestelijke waarden in plaats van de aardse waarden. Er kwam een nieuw waardensysteem. De mens werd meer abstract, minder letterlijk, en er was meer gelijkwaardigheid, wat zich overigens daarna weer ging verletterlijken in het communisme.

Jakob had vele dromen, moest over vele treden van de ladder tot de hemel. Telkens als er iets nieuws kwam, dan werd het daarna ook weer corrupt. Het duivelse brein van de vleselijke mens liet niets onaangeroerd. In de jaren 1800 werkte Darwin het begrip uitverkiezing uit in de vorm van de natuurlijke selectie : Je moest strijden om te overleven, en hierin moest je leren varieren, isoleren, aanpassen, integreren en internaliseren. Progressiviteit was de sleutel, en hiermee ging hij het orthodoxe, conservatieve Dordrecht te lijf. Freud stelde overigens dat conservatisme een teken was van een lui verstand dat niet kritisch wilde denken. Ze hadden in Dordrecht van God een prothese gemaakt, helemaal losgesneden van de natuur, als een kunstgebit, een kunstarm of een kunstbeen. Daarom was ook de Dordtse uitverkiezing een kunstmatige uitverkiezing, terwijl de Darwinistische uitverkiezing een natuurlijke uitverkiezing was. Kunstmatige selectie is iets van de gepensioneerden, in de natuurloze stad, iets van de dementen, van de zombies. Zij moeten het hebben van allerlei obscure apparaatjes. Je moest ‘anders’ zijn, en toch je kunnen aanpassen om te kunnen overleven, stelde Darwin, wat ook de boodschap was van de tachtiger jaren, van de wilde jongens. Darwin predikte de subtiliteit en de oneindige verscheidenheid van de natuur die elk eenzijdig en bekrompen mens die dacht dat hij alles in kannen en kruiken had uiteindelijk zou overweldigen. Darwin en Nietzsche waren als de Mozes en Aaron van de jaren 1800, en zij hadden min of meer Napoleon als hun vader, als een aartsvader, die al min of meer met deze ideeen was begonnen, en die ideeen kwamen voort vanuit de verlichting. De Dordtse leerregels werden zowel verworpen als verdiept, uitgelegd door psychologie, filosofie, filologie en de naturologie. Israel kwam weer in zicht. En toen kwamen Freud en Jung om de aandacht te leggen op de droomwereld. De droom zou de ziel bevrijden, zou de mens onthechten. Freud was als een Jozua om tot het diepere Israel te gaan, daar waar de Dordtse klauwen zouden moeten afbreken, waar geen vleselijke stem meer zou kunnen spreken. En Jung was als een Job die de droom monsters zou moeten temmen en berijden. Maar toen kwamen de nazi’s, en ze begonnen deze werken te verdraaien. De mens moest terug naar Dordrecht om met deze wachters te worstelen, als Jakob op Pniel. Alles moest getoetst worden. De mens moest tot Ezau gaan om alle aardse status af te leggen. De mens was gebonden op een draaiend wiel wat telkens

weer het water inging. Zou de nachtmerrie de mens dan uiteindelijk bevrijden ? De uitverkiezing doet het voorkomen alsof het buiten de natuur omgaat en kunstmatig is, allemaal heel horizontaal gedacht, terwijl het niet om zomaar een verkiezing gaat, maar om een competitie, een oorlog, een werk waarin vrucht gedragen dient te worden, een hele machine van principes wat zomaar door de uitverkiezing zou worden weggestreept, hup met pensioen, want iemand in een hokje boven beslist over je, zonder dat je daar iets aan zou kunnen doen, zonder dat je het zou kunnen beinvloeden, dus je bent voor 100% afhankelijk van een of andere gek die over je beslist. ‘Ja, maar dat is God,’ zegt Dordrecht dan. Alsof daar alles mee gezegd is. God is een stopwoord, een excuus, en ook altijd het laatste woord, en daar plakt men het denken mee af. Roulette in Dordrecht. Het gaat niet om het kiezen, maar om het kennen. Geen Kiezennis, maar Kennis. Dat Kennis een kruis is weten we allemaal. De uitverkiezing is dus een heel versluierende term. De nazi’s kwamen, en stelden : ‘Israel is niet uitverkoren.’ Doet het je niet denken ? Dan is er dus juist iets in Israel wat het nazi systeem zal breken, een antistof dus. Darwin in Dordrecht. Hij loopt traag, tegengehouden door vele winden. Wachters omsingelen hem, maar Freud komt hem tegemoet. Het is een schaakspel in Dordrecht. Pionnen vallen weg, en poorten worden geopend. Zo kan de mind control breken. En nu ? Dromen tot aan de poorten van Israel. Alles is een halve waarheid. Je komt nooit ver. Alles verletterlijkt zich weer, opdat het daarna weer dieper vergeestelijkt kan worden. We zijn op de golven, die steeds hoger gaan en steeds dieper. Hebben we de nachtmerrie nodig ? De dialectiek werkt door tegenstellingen, want zo is er ook weer samenstelling, en het gaat dieper en dieper, tot de sleutels van de heilige graal, zoals in psalm 116, oftewel in de israelitische literatuur, werd er al in de hebreeuwse tekst gesproken over ‘de beker van yeshua’, als de beker van hemelse waarden. In het aramees is het de beker van betaling. De psalmist moest zelf de prijs betalen, het niet afschuiven op een of andere god zoals in het christendom en in de dordtse leerregels.

13 De beker van yeshua (hebreeuws) zal ik opheffen, ik zal de naam des Heren aanroepen. 14 Mijn geloften zal ik de Here betalen, in de tegenwoordigheid van al zijn volk. 18 Mijn geloften zal ik de Here betalen in de tegenwoordigheid van al zijn volk, 19 in de voorhoven van het huis des Heren in uw midden, o Jeruzalem. Halleluja. Wij moeten hier helemaal voor terug naar de diepten van Israel. Het kruis kan deze dialectiek opwekken. Ook Dordrecht heeft haar eigen dialectiek, haar eigen natuurlijke wisselwerkingen. Het leidt helemaal terug tot de afgronden van Israel. Hier werd zoveel vandaan geroofd, en verdraaid. Maar in de diepten van Israel ligt het nog steeds verborgen, voor de geestelijke archeologen. We weten dat alle kunsten broers zijn, dat elk van hen een ander verlicht, en dat er een universele verlichting ontstaat. --- Voltaire hoofdstuk 69 water uit de rots – beleven, doorleven en overleven ‘Ik ben maar een klein kind dat dwaalt over de uitgestrekte kusten van kennis, en zo nu en dan een klein helder kiezelsteentje vindt om me tevreden mee te stellen terwijl de uitgestrekte oceaan van onontdekte waarheid voor me ligt.’ --- Isaac Newton (1643-1727)

Maak van de gelegenheid gebruik door terug te keren tot je eigen natuur, je eigen droom wereld, want de wereld om je heen liegt en bedriegt, en houd je gevangen. Haal dus het beste uit je leven. Laat het je inspireren. Het is vallen en opstaan. De oude verhalen uit Israel, de oude mythes, spreken tot de verbeelding en zijn nog steeds actueel vandaag, zoals de uittocht uit Egypte, de Exodus. In de Exodus zijn vele soorten mensen. Alle dingen werken mede ten goede voor degenen die het goede liefhebben, die kennis liefhebben, moeder natuur. De uittocht mag ook een intocht zijn. De boodschap van vandaag gaat over deze exodus. C. Vonk (1904-1993) stelt in de Voorzeide leer (1960) dat het boek exodus kerkgeschiedenis is. Hij verdeeld het boek in 3 delen : de tochten, het verbond, en het heiligdom. De tocht is dan verbonden aan Numeri, het verbond aan Deuteronomium en het heiligdom aan Leviticus. Johannes Dekker, een ouderling van de gereformeerde kerk van Numansdorp in Zuid-Holland, schreef in zijn boekje ‘Beschouwing over God, den Heilige Geest,’ uit 1906 over het volk Israel in de woestijn : ‘Ziet, hoe nader aan Sion’s berg, hoe moeilijker de reis.’ Het was een strijd om te sterven aan alles. Het was een stervend leven daar in de woestijn, en Johannes Dekker wijst erop dat het volk terug wilde naar de vleespotten van Egypte. ‘Och, dat wij in Egypteland gestorven waren door de hand des Heeren, toen wij bij de vleespotten zaten, toen wij tot verzadiging brood aten.’ Ze verlangden niet slechts naar het vlees, maar ook naar de dood, en Johannes Dekker noemt dan Job 3:21 : ‘Die verlangen naar den dood, maar hij is er niet, en graven daarnaar meer dan naar verborgene schatten.’ Moet ons verlangen niet juist zijn te zijn aan het kruis opdat wij de Heere zullen ontmoeten ? In Openbaring wordt het nog eens herhaald, dat er een tijd zou komen waarin de mens zou zoeken naar de dood, maar het niet zou kunnen vinden : ‘En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken, maar hem geenszins vinden, en zij zullen begeren te sterven, maar de dood vlucht van hen weg.’ (Opb. 9:6) Paulus zei dat het sterven hem gewin was, maar dat het beter was te blijven leven om de mens te helpen. Toch stierf Paulus elke dag aan zichzelf, en waren de Israelieten in de woestijn

ook stervende aan hun vlees door de honger en dorst die ze leden, want toen ze bij de woestijn Rafidim aankwamen was er geen water om te drinken, en het volk twistte met Mozes. Johannes Dekker stelde : ‘in deze Woestijn leert de ziel niet anders dan een opstandeling en tegenstander te zijn in haar ontdekkingsweg.’ En hij noemt dan Job die riep : ‘Och, dat het was als in vorige dagen, toen het licht over mijn tente scheen.’ Johannes Dekker noemt dan dat God de mens tegemoet kwam, want God liet Mozes op de rotssteen slaan in Horeb, en er zou water uit de rots gaan. Dat er water van de rots uitgaat kunnen we zien als een beeld van dat de volharding zelf ons zal geven wat we nodig hebben. Johannes Dekker stelt dat Rafidim het afsterven van eigengerechtigheid is, en dat deze Woestijn naast de Woestijn Sinaï ligt. Hij stelt dat de berg Sinaï in de bevindelijke weg het onoverkomelijke en onoverzienbare is, waar ook geen terugkeer van mogelijk is, en dan wordt hier gezegd : ‘Wie zijn leven behouden zal, zal het verliezen, en die het verliezen zal om Mijnentwil, die zal het behouden.’ Op de berg Sinai leidt God de mens tot een toestand van machteloosheid en krachteloosheid, stelt Johannes Dekker, opdat de hemelse leer in de mens wordt gelezen en gevestigd. Zoveel gevaren zijn er in de woestijn, in de wildernis, zoveel aanvallen, zoveel valstrikken, zoveel angst en pijn, honger en dorst, zoveel avonturen. Er is geen gemakkelijke weg tot het heiligdom. Johannes Dekker geeft als uitleg over de rots waaruit water gaat, dat de rots ook een beeld kan zijn van alle vleselijke bewegingen van de mens die zich daar zo verhard heeft dat er geen traan meer vloeit, maar dat door de herdersstaf van Mozes deze harde grond verbroken wordt en vruchtbaar wordt, en dat er zo weer water gaat uit de mens. Hier zien we het geheimenis van het

levende water wat uit je binnenste stroomt, dat soms eerst de harde rots in je geslagen moet worden. Wat waarde heeft is waarheid. Het is een geestelijke realiteit en het geestelijke is meer dan het vleselijke. In het Aramees wordt de rots ook wel figuurlijk gezien als een beeld van de eerste steen, het fundament van alles, waardoor het ook een beeld is van de regressie waarin de mens terugkeert tot de oerwaarden van het menselijk bestaan. hoofdstuk 70 de droom van ismael Genesis 12:1 ‘Ga uit uw land en uit uw familie (maagschap) en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal.’ Dit waren de woorden toen Abraham werd geroepen. Het was een zendingsroeping. Het betekent ook loskomen van de wereld waarin je bent geplaatst, om te komen tot een geheel andere wereld. Het is het afpellen van heilloze gedachten, van conformiteit. Het boekje ‘Ga gij uit uw land en uit uw maagschap’ uit 1901 door P. A. E. Sillevis Smitt en G. J. Ruyssenaers stelt dat zo de weg des Heeren is. Abraham werd onttrokken van de heidenwereld zodat het heilige zaad niet zou worden besmet. Abraham werd in de Kerk des Heeren gezet, en dat was maar een kleine kring van het volk Israel, stelt het boekje. We zien hier ook dat dit meer een abstracte kerk was en een natuurkerk. Het boekje wijst erop als op een natuurverschijnsel : ‘De brede massa sneeuw op de toppen van de bergen wordt afgeleid in de smalle bedding van de rivieren om voor de wateren een weg te banen tot de grote oceaan. Zo is Israel het middel om de eeuwige barmhartigheden van God te brengen tot de glazen zee

van al de volkeren der aarde.’ Het betekent de kleine bekrompen wereld achter je te laten om je barmhartigheden uit te storten in de veel grotere wereld, waar ze je nooit over hebben verteld. Het boekje stelt dat Abraham een kruis moest planten, want dat is wat empathie is, en bij dat kruis moest hij zielen roepen uit de duisternis en uit de schaduw van de dood. Het boekje stelt dat dit gepaard ging met een verborgen bloedende wond van een hevige worsteling. Eerst ging Abraham zelf aan dat kruis. Hij moest alles opofferen om zichzelf te verloochenen. Het boekje stelt : ‘Het vraagt het offer van familie en vrienden, van vaderland en kerk, van veel genot en weelde.’ Het was vanaf toen dood, en moest door hemzelf begraven worden. Maar wat Abraham ervoor terugkreeg ? ‘Ik zal u bij de hand vatten en u een staf geven, uw oog richten van het bewegelijke tot het onbewegelijke,’ stelt het boekje. Abraham zou nu wandelen door het geestelijke, en niet door aanschouwen. Abraham zou geleid worden door de hemel. Het boekje stelt dat het geestelijke zwak doet zijn, zodat de mens zichzelf verloochend en verliest. Dat is de definitie van het ware geloof in het boekje. Het zou een strijd worden, want Abraham moest het kruis stellen tegenover de afgod, en er moesten zielen gevangen worden. We kunnen dan ook denken aan de visser van mensen, of de jager van mensen, wat natuurlijk slechts beeldspraak is. Abraham stond recht tegenover de heidenwereld, en de definitie van ongeloof is dan eigenlijk gewoon dat ze te sterk en zelfverzekerd zijn over henzelf, oftewel eigengerechtig. Het ware geloof, stelt het boekje, oftewel het geestelijke leven, leeft door doorzicht, leeft al in de toekomende dingen, niet in de dingen die op de aarde zijn, maar in de dingen die boven zijn. En dan is er een strijd tegen een heleboel bijgeloof. Ik had een droom dat ik in Amsterdam was op de paradijs aarde, en ik was met een vriend van vroeger die ik soms ook in Amsterdam zomaar tegenkwam, iemand die ik hielp. In de droom had ik witte rollerskates en ik kon ook vliegen. We waren aan de rand van Amsterdam waar een pretpark was, een domein voor kinderen, en er waren ook huizen waar ze spelletjes konden doen. Het waren zowel de kinderen van Ismael als van Israel en ze leefden in vrede

tezamen. Er was hier veel natuur. Er was in de huizen, waar kinderen ook konden wonen, waar iedereen kon wonen, ook virtual reality, en zo konden ze met elkaar chatten, als een soort droom in een droom, en het gaf sensaties van grote weldadige bovenaardse natuur, zo vol en rijk. Ik chatte ook met iemand die ik kende van vroeger, en toen kwamen er anderen binnen in die virtual reality chatroom, en het leek alsof ik er ook echt was, maar ik kon zo weer uitloggen. Het voelde als een soort schuilplaats, een schuilnatuur, met veel water. We zaten aan de kant van een rivier, en het was interdimensionaal met allerlei andere lagen van natuur, en je kon dus van het ene stuk natuur tot het andere en ook weer uitloggen, dus je zat nergens aan vast, wat een zekere veiligheid en rust gaf, allemaal lagen in jezelf, heel gevarieerd. Op aarde is het probleem dat Israel Ismael niet accepteert, en Ismael accepteert Israel niet, wat het midden oosten probleem is. Dit is een groot probleem van misverstand. Izaak met zijn waterputten staat voor de regressie, het teruggaan naar de bron, maar Ismael die ieder mens z’n vijand is figuurlijk, staat voor het toetsen. Die twee horen dus bij elkaar, in hetzelfde verbond. Ismael is dus de toetser van het verbond, en Izaak is de verdieper van het verbond. Dat zijn twee belangrijke principes die bij elkaar horen. In het hoofd is de bloedlijn van Ismael onderdrukt, weggekapt, wat dus een belangrijk deel van de mens is. De mens mag hiertoe teruggaan, om deze bloedlijn te openen. Aan het einde van de droom zei ik tegen die vriend : ‘Laten we naar de winkels gaan in het centrum van Amsterdam,’ zoals we vroeger ook deden, en ik zag er echt naar uit, omdat ik al een lange tijd niet in Amsterdam was geweest, en er waren bepaalde winkels waar ik graag naartoe ging, en ik verheugde me erop wat voor nieuwe producten er zouden zijn. Ismael zal geopend worden. Het zaad van Ismael zal vernieuwing brengen, herschepping. Het sprookje, want dat is wat het is, moet tot een goed einde gebracht worden. Ismael moest een lange tocht maken door de woestijn, om tot nieuw gebied te komen. Ook hij moest zijn land en maagschap (familie) verlaten voor de zendingsopdracht. Waar zou hij terechtgekomen zijn ? Er is altijd een grote spraakverwarring geweest tussen Israel en Ismael, tussen Izaak en Ismael. Het ligt als een bom onder de samenleving. Het is tijd dat de brug gebouwd gaat worden, dat de uiteinden van de cirkel weer aan elkaar bevestigd worden

opdat de cirkel weer rond is. Dat is een erg belangrijke dynamiek van de paradijs aarde, die slapende in jezelf ligt. Het is een hogere vibratie. Wat je om je heen ziet zijn slechts de donkere schaduwen van jezelf, de lagere vibraties. Door de geestelijke slaap in te gaan mag je komen tot de hogere dromen, je hogere droomzelf. Izaak en Ismael strijden niet slechts in de wereld om je heen tegen elkaar, maar ook in jezelf. Wat is de sleutel ? Het is een onafgemaakt sprookje. Het heeft zoveel ellende gebracht in de wereld en in jezelf. Je voelt je misschien onderdrukt, verworpen, verdoemd. Dat is je Ismael deel. Het is een groot kruis. Het is een deel wat je nodig hebt om andere werelden aan te raken. Abraham droeg Ismael in zich als zijn zaad, zijn innerlijk kind, wat hem nomadisch liet zijn, zijn land en maagschap liet verlaten voor de zendingsopdracht en de toetsopdracht. Vannacht had ik een droom over de goede herder die de kudde in de steek liet om het verloren schaap in de wildernis te zoeken. Ik zag de goede herder bij een heuvel, waar een lam verstrikt was, en met zijn staf bevrijdde hij het dier, en ik voelde een grote, hemelse barmhartigheid wat door mijn hoofd begon te vloeien. De scheur begon te dichten, en ik herinnerde mij een vriend van mijn theologische studie die eens een droom had waarin er twee werelden in zichzelf verscheurd lagen met een groot ravijn ertussen, en hij zag een enorm kruis wat tussen die werelden kwam, en toen begon het ravijn dicht te gaan. Er was toen ook een enorme warme wind, waarvan zijn haren rechtop begonnen te staan. Ismael is het kruis waaraan alles getoetst wordt, en waardoor ook alles weer verzoend wordt. Uiteindelijk vindt Ismael de brug, het verloren schaap, de missing link, en kan de spraakverwarring opgelost worden. Het boort een nieuwe, diepere droomwereld aan. Weggaan, verwerping, is dus een illusie van verdieping, van compleetheid. De mens is al compleet, heel diep binnenin, maar moet er nog toe ontwaken, of dieper in geestelijke slaap komen om zo deze droom te dromen en er veiligheid en rust in te vinden. Het is de droom van Ismael.

hoofdstuk 71 de goede herder droom De goede herder droom : Het werd gegraveerd in mijn hoofd, en brak alle muren tussen landen, culturen en religies weg. De muren werden tot bruggen, en er was weelderige natuur. De goede herder was in diepe, duistere wildernis om daar zijn barmhartigheid te brengen. Een lam zat verstrikt in een doornenstruik aan een heuvel, en de goede herder maakte het los met zijn herdersstaf. De kinderbijbel is een sprookjesboek met Israelitische sprookjes, maar kijk wat de mens ervan heeft gemaakt. Het is allemaal allegorie met spreekwoorden en gezegdes om aan de hand van voorbeelden het kind te leren over het leven. Zonder Ismael zou er nooit een Abraham zijn geweest, want Ismael is de ontdekkingsdrang, de levensdrang ook, de doodsdrang ook, wat het ook zo gevaarlijk maakt, maar wat leiding, veiligheid en bestemming heeft onder de hoede van de goede herder. hoofdstuk 72 schijnbare vrijgevigheid ‘De eerst gebouwde muur, die de Here toebehoort, zal niemand heiligen, het is van de Here.’ Leviticus 27:26 (Hebreeuws-Aramees) Het is iets metaforisch. In de westerse vertalingen is dit vaak nogal letterlijk vertaald als het opdragen van dieren aan God. De Israelieten lachen er daarom om. Calvijn, die in de jaren 1500 leefde (1509-1564) was in zijn commentaar

woest op dubbele offers, omdat ze dan geven wat ze al gegeven hebben, het witwassen van twee muren uit dezelfde pot. Als je iets twee keer geeft dan ben je dus een dief, en dan is het slechts schijnbare vrijgevigheid, stelt Calvijn. Je geeft iets aan God wat al aan God behoort, en telkens geef je het weer, allemaal voor uiterlijk vertoon, zegt Calvijn, want daar is het de mens meestal om te doen. Men begeert God door de inhoudloze schijn van een gave te bedriegen. Het is dus volkomen waardeloos, maar hiermee verdoen veel mensen hun tijd, terwijl ze hun tijd veel beter zouden kunnen besteden, want het ware offer is je naaste te helpen. Het gebeurt veel in de kerken : Urenlang zingen, urenlang God geven wat je allang hebt gegeven, en dat gaat maar door, allemaal in cirkeltjes lopen, inhoudsloos gezwam en gemekker, en zo protsen ze met hun geroofde spullen wat ze allemaal allang aan God hadden gegeven. Het is allemaal voor het uiterlijk. Als je iets hebt gegeven dan is het weg, dan is het bij de ander, en dan moet je het niet terugpakken en nog een keer geven om de indruk te wekken dat je zo vrijgevig bent, want dan kom je nogal dom over. Eens gegeven is gegeven. Pak je het terug om nog een keer te geven, dan ben je een dief en een bedrieger. Je bent dan bezig je een naam te maken en een stad. Je bent dan bezig kerkje te spelen in plaats van de nodige oorlog te voeren. Er is nog zoveel bouwwerk te verrichten dan telkens om dezelfde muur heen te dansen en het telkens weer aan God te geven. Calvijn noemt het ‘de roem van de dubbele ijver uit een bedrieglijk offer’, en ‘het voorwendsel van wijding, God ontroven van iets wat al van God was.’ Wees eerlijk naar jezelf : Eens gegeven is gegeven. Dat is een les die we van de reformatie kunnen leren. Er werd gewaarschuwd dat de mens zich geen erenaam moest maken. Wees daarom blij met de teugels in je leven, opdat je jezelf niet teveel zal verheffen met gestolen goederen. Keer terug tot de sobere natuur die niet pronkt. Goede wijn behoeft geen krans. hoofdstuk 73 het kruis zal bloeien

Vandaag gaan we het hebben over de Danaiden in de Griekse mythologie, die alles in de fik zetten, totaal gefixeerd zijn op maar een ding, en totaal meedogenloos en onverschillig zijn in hun dienst tot het vlees. Ze laten ijskoud mensen voor hun ogen verdrinken, en leven gewoon langs alles heen, want het is immers hun zaak niet. Ze dragen alleen maar water naar de zee. De mens is omsingeld door zulke Danaiden. Daarover gaat het artikel van vandaag. De Danaiden zijn de kogel door de kop van elk weldenkend mens, maar we moeten er het beste van zien te maken. Gelukkig stopt het hier niet. Voorwaards mars. Indien gij in mijn inzettingen wandelt en mijn geboden nauwgezet in acht neemt, dan zal Ik u te rechter tijd uw regens geven, zodat het land zijn opbrengst geeft en het geboomte des velds zijn vrucht draagt; de dorstijd zal bij u duren tot de wijnoogst, en de wijnoogst tot de zaaitijd. Leviticus 26:3 De Danaiden waren in de Griekse mythologie tragische etherische, lange dunne vrouwen in pijen (waternimfen) die niets anders deden dan voor eeuwig water dragen naar een bodemloos vat om het daar in te gieten, of in een bodemloze put, wat een beeld is van totale nutteloosheid, afdwaling. Het zijn dwaallichten. Het komt veel voor in de kunst, en draagt natuurlijk een les. In hoeverre is de mens zelf een Danaide ? Ze blijven hetzelfde doen, als water naar de zee dragen. Ze wekken de schijn dat ze vlijtig werken, dat ze vrijgevig zijn, maar het is ijdelheid en dingen dubbelop doen. Kijk maar eens om je heen hoeveel mensen gewoon al Danaiden zijn, en zorg dat je zelf geen Danaide bent. Als kind had ik dromen over deze vrouwen. Ze waren heel iel en ijl, onbereikbaar, en ook hun gaven waren onbereikbaar. Gisteren hadden we het erover dat we geen dingen aan God moesten geven die we al gegeven hebben, want dan is het schijnvrijgevigheid en zelfs roof. Eens gegeven altijd gegeven. Er zijn dus veel Danaiden in de kerken die daar naartoe schuivelen en telkens dezelfde kunstjes opvoeren voor het menselijk oog, allemaal menselijke rituelen. Je mag natuurlijk metaforisch dingen uitbeelden, maar je moet het

niet overdrijven, anders ben je een Danaide, en houdt je je bezig met ijdelheden, met nutteloze zaken. Het boek Leviticus gaat in de grondtekst over het bouwen op de moeder aarde, en als je iets gebouwd hebt, bijvoorbeeld een hek, dan moet je niet telkens hetzelfde hek op dezelfde plaats neerzetten gewoon maar om aan de mens te laten zien dat je bezig bent, want dan ben je je tijd aan het verdoen. Er is nog zoveel te bouwen, en er zijn nog zoveel andere dingen te doen. Je mag Moeder Natuur niet bedriegen. Je draagt dus je bouwwerk op aan moeder aarde door het op haar neer te zetten, maar dan moet je niet overdrijven en niet telkens hetzelfde doen om te pronken. Natuurlijk breken nomaden soms hun kamp op en gaan dan ergens anders naartoe om daar het kamp op te zetten, maar dat is natuurlijk iets anders, en dan heeft het ook een doel. Ik had een droom vannacht dat ik ergens woonde en mijn buurman was een collega van vakantiewerk heel lang geleden, toen ik in de buitendienst van een rolgordijnen fabriek werkte, dus we gingen naar de gamma’s door het hele land om daar de etalages op te zetten. Dat was telkens weer in een andere plaats, maar stel je voor dat we als we de etalage hadden opgezet we het weer afbraken en we weer precies dezelfde etalage zouden opzetten. Dan zouden we niets dan Danaiden zijn. Ik was bij hem in de tuin en er was een fonteintje met een kraan, en ik dronk ervan en het was zeer natuurrijk water, water uit de bron, heel anders dan het leidingwater wat we dagelijks drinken. Toen gingen we even naar mijn tuin, waar ook zo’n fonteintje was met kraan, maar ik liep toen weer helemaal terug naar zijn tuin om weer van het water te drinken, maar toen bedacht ik me dat ik ook zelf dat water had, dus ik liep terug, en proefde het in mijn eigen tuin, en weer was het het volle, natuurrijke water. Danaiden zijn de machten van het vlees die telkens hetzelfde doen, altijd in hetzelfde kringetje ronddraaien, water naar de zee dragen, water gieten in een bodemloze put. Er is geen groei, geen vooruitgang, want het gaat allemaal om hetzelfde, wat ook vaak de bekrompen, engzuchtige godsdienst is in de kerken. De Danaiden hebben kappen op als monniken en kunnen heel vroom doen. Er valt geen contact mee te krijgen. Van binnen leven ze niet meer. Je kunt wel met ze praten, maar het is allemaal leeg, zonder passie, zonder empathie, of slechts selectieve schijn-empathie. Ze zijn enghartig, hebben maar een paar

plaatsjes in hun hart dus, en dan is het vol, en de rest kan stikken. Ze hebben van het leven horror gemaakt. Het kruis zal bloeien op een geestelijke manier, niet op een vleselijke manier. De vleselijke Danaiden zullen nooit je vruchten zien, want zij zijn vleselijk. Zij willen dat je als hen bent, voor eeuwig water gieten in een bodemloos vat. Dat is hun feest. Alleen IJdelheid en Nutteloosheid zijn op dit feest uitgenodigd. De bruidegom hebben ze vermoord en vals beschuldigd. Ze hebben hun leven gewijd aan het verkondigen van leugens over de bruidegom. De hele dag roddelen ze, en hebben ze leedvermaak. Wachten op regen is er niet bij. Er mag ook geen zonnestraaltje bijkomen. Ze voeren hun ritueel op, en zijn daarbij star, onbuigzaam. Hoe kom je los van de Danaiden ? Daar zullen we het nog over hebben. Het zijn fluisteraars die leven van moord, en altijd weer bezig zijn complotten te maken, plannen hiervoor. Eerst is het belangrijk deze invloeden in jezelf te onderkennen. Water naar de zee dragen ? Of liever gezegd je gaven aan de rijken geven opdat de rijken steeds rijker worden en de armen steeds armer ? Wij mogen wachten op de regen die alles verdeeld. Laat de kloof tussen arm en rijk maar vollopen. Dat is dus ook de kloof tussen zogenaamde gelovigen en ongelovigen. Doe het goede, zaai het goede zaad, en verwacht een goede oogst. De Danaiden zullen niet op je wachten, en zullen het ontkennen, maar dat komt omdat zij telkens slecht zaad zaaien. De mens kan ook leren van slechte voorbeelden. Die moeten er ook zijn, om te laten zien hoe het niet moet. Dat is ook een onderdeel van de kunst, want kunst kan ook heel ontmaskerend zijn en richting gevend. Zo van : ‘Hier moet je niet zijn.’ Stinkende Danaiden doen ons rennen, doen ons vluchten, doen ons weer bouwen, steen voor steen, niet telkens dezelfde steen. Stinkende Danaiden zijn er dus voor om ons uit onze slaap te doen ontwaken, om ons op te roepen tot de oorlog. Ze zijn ervoor om de mens te doen overleven. ‘Wordt niet zoals ons.’ Ze dragen hun sieraden en make up en dienen slechts henzelf. ‘Kijk naar ons. Zo moet het dus niet.’ De mens moet de verkeerslichten leren kennen. De mens moet de tekenen aan de muur leren kennen. Het is een oerwoud. Elke stap kan je laatste zijn. De Danaiden zijn roofdieren en hebben honger. Ze willen je met huid en haar verslinden.

hoofdstuk 74 het sabbatsjaar : moeder aarde tot rust laten komen In het zevende jaar zal het land een volkomen sabbat hebben. Het zal een jaar van rust voor het land zijn. De sabbatopbrengst van het land zal u tot voedsel zijn. Leviticus 25:4-6 De zonde, hatat, heeft in het hebreeuws een dubbele betekenis want het kan zowel de eigenlijke zonde betekenen als de zuivering van zonde, het tegenovergestelde, als de geestelijke strijd en het toetsen. Dit is ook zo in het aramees (hty, hiti, htyt). Het Nieuwe Testament was oorspronkelijk in de taal van Jezus, het Aramees, en daarna vergriekst, waarvan zelfs sommige aramese sporen onvertaald bleven. De westerse vertalingen gaan vaak vanuit het grieks, wat ze vandaaruit weer verwesterd hebben, wat voor de grootst mogelijke misverstanden hebben gezorgd gebouwd op eenzijdigheid. In 1619 werd er in Nederland, in Dordrecht, een godsdienstige grondwet opgezet op basis van deze misverstanden, in het verduisterde verstand van de voorouders, en de godsdienstige grondwet zit dieper vast in de ziel dan de sociale grondwet. Het werd genoemd : de Dordtse leerregels, en die golden niet alleen voor Nederland, maar voor de hele wereld. Uit heel Europa kwamen ze naar Dordrecht voor deze synode, want het was internationaal. We hebben deze Dordtse wachters in eerdere artikels besproken, maar het is belangrijk om naar de wortels van Dordrecht terug te gaan : terug naar Israel, want het is voortgekomen vanuit de al veel oudere levitische grondwet, en die hebben ze lopen verdraaien en verletterlijken. De Dordtse leerregels hebben verschillende hoofdstukken die uit artikels bestaan. Artikel 1 gaat over Romeinen, maar laten we maar direct naar Romeinen kijken in het Israelitisch :

Want het loon, dat het opofferen van zonde, de geestelijke strijd en het toetsen, geeft, is de slaap en de rust, maar de empathie, die God schenkt, is het volkomen leven in de moederschoot (chasma). 6:23 Terwijl het westerse NT en de DL gewoon zeggen : het loon van de zonde is de dood, en door Jezus Christus ontvlucht je hieraan, wat dus heel eenzijdig wordt voorgesteld, en ‘zonde’ is dan eigenlijk als je niet helemaal zoals hen gelooft en niet doet wat zij zeggen. In het Grieks betekent zonde ook gewoon het verzet, dus het is een neutraal woord wat je op verschillende manieren kunt gebruiken, zowel goed als slecht, zoals ook het woordje ‘demoon’ en ‘satan’. Zo was dat ook al in Egypte dat woorden dubbele betekenissen hadden en in origine gewoon neutraal waren. Leviticus 25 gaat over het sabbatsjaar, wat door Matthew Henry in zijn verklaring uit de beginjaren 1700 een beeld van de eeuwige sabbatsrust wordt genoemd. Hij wees erop dat de sabbatsrust alleen maar ingegaan kon worden na de geestelijke oorlogsvoering die nodig was, het innemen van het beloofde land. De sabbatsrust is het loon van het verzet namelijk, zoals het oorspronkelijke Israelitische boek ‘Romeinen’ zegt, wat een Israelitische boodschap is aan de Romeinen, dus niet een boodschap is van de Romeinen zelf. ‘Het loon van het verzet is de sabbatsrust,’ zegt Romeinen 6:23, en dat is een oorlogsloon, een triomf dus. Iedereen heeft deze gave van verzet verborgen in zichzelf. Het is voor iedereen, maar hoevelen maken van deze gaven gebruik ? Hoevelen zijn op het smalle pad naar de baarmoeder tot het volkomen leven ? Voorts zult gij u zeven jaarsabbatten tellen, zevenmaal zeven jaren; zodat de dagen van de zeven jaarsabbatten negenenveertig jaren zijn. Dan zult gij bazuingeschal doen rondgaan in de zevende maand op de tiende van de maand; op de Verzoendag zult gij de bazuin doen rondgaan door uw ganse land. Gij zult het vijftigste jaar heiligen en vrijheid in het land afkondigen voor al zijn bewoners, een jubeljaar zal het voor u zijn, dan zal ieder van u tot zijn

bezitting en tot zijn geslacht terugkeren. Leviticus 25:8-10 Als er zeven sabbatsjaren zijn geweest, zeven maal zeven jaren, dan breekt het vijftigste jaar aan, het jubeljaar. Het is een jaar van algemene kwijtschelding van schulden. Het kenmerk van het jaar is barmhartigheid. Matthew Henry stelt dat de vruchten van de sabbat van het land gemeenschappelijk waren, eerlijk verdeeld werden. Dat is het kenmerk van dit sabbatsjaar, wat de eerste christenen ook beleefden toen alles nog gemeenschappelijk was. In het sabbatsjaar werkt niemand voor zichzelf, maar wijdt zich aan de kennis, en laat de natuur zijn werk doen, zodat men ook voelt wat de armen voelen. Inlevingsvermogen dus. Er wordt niet gezaaid, niet gesnoeid, niet geoordeeld, maar men leert dingen van een andere kant te bekijken, en komt zo tot een veel hogere hemelse onderscheiding. Dan kan het zonde probleem daadwerkelijk worden opgelost. De mens moest hier alles loslaten. Henry stelt dat de mens in het sabbatsjaar leert vrijgevig te zijn en niet zich van alles meester te maken. Dit is het leren leven in God’s milddadigheid door anderen erin te laten delen. Dit is de terugkeer tot de paradijs aarde. Moeder aarde, moeder natuur kan zo tot rust komen, als de mens haar laat rusten. hoofdstuk 75 de betekenis van de dochter Als de oorspronkelijke Israelitische boodschap aan de Romeinen zegt : ‘Het loon van verzet is slaap, en empathie de weg tot de moederschoot,’ dan gaat dit om een heilige slaap die tot een hemelse droom leidt. Strijdt om in te gaan. Worstel om te kunnen studeren. De bijbel is opgebouwd uit metoniemen, oftewel naamsveranderingen, hernoemingen, woorden die op andere nauwgerelateerde woorden wijzen, wat een vorm van beeldspraak is. De Dordtse leerregels artikel 1 van het eerste hoofdstuk zegt gewoon kortweg : ‘Het loon van de zonde is dood. Jezus is het antwoord.’ Maar op zich weten we

dan nog niks. Daarom zijn er predikanten en geleerden nodig, vooral filologen, oftewel taalkundigen, die dit uit kunnen leggen, en kunnen herleiden. Ook kun je dit zelf doen door kritisch denken, oftewel toetsend creatief denken, waaraan je aan hoge normen moet voldoen, de lat hoog leggen voor jezelf. Het leven heeft dit pad voor iedereen aangelegd. Iedereen heeft een volkomen moederbron in zich die kan zuiveren en tot wedergeboorte kan leiden. De christelijke taal is dus niet totaal overbodig, maar kruist hier en daar met de hemelse kennis. Ken je metoniemen. Het ligt echt niet zo ver van elkaar vandaan. Het zijn ezelsbruggetjes om het denken makkelijker te maken, maar deze ezels gingen met de mens op de loop en zijn op hol geslagen. We kwamen uit op Leviticus 25 bij de eeuwige sabbatsrust, de veiligheid van empathie en barmhartigheid die veel eerlijker omgaat met taal. Zo mag er rust komen in het spookhuis van het christelijk geloof. Artikel 2 van de DL is dan : ‘Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem.’ Het zoonschap is in het Aramees ook adoptie, en ook inwijding in het Hebreeuws, zoals Mozes door de vreemde prinses werd geadopteerd en opgenomen om door de vreemde leer onderwezen te worden, ingewijd te worden. Hij werd door haar uit het water gered. Matthew Henry noemde Yeshua ook de ware Noach. Yeshua is een vrouwelijk woord voor innerlijke waarde in het Hebreeuws, wat door de latere christenen overmatig vermannelijkt en verletterlijkt werd. Yeshua is dus een woord voor diepte, in zowel het Aramees als het Grieks ook vergeleken met de vagina of moederschoot, die leven brengt. Het heeft z’n wortels in de levitische grondtekst. Leviticus 12 gaat erover dat een aardse bevalling onrein is. De vrouw is een beeld van de hemelse tent van instructie waarin het kind ingewijd wordt, en het kind moet in zijn verstand en hart besneden worden, zodat het vleselijke, de schaduw, eraf gaat, en het kind daadwerkelijk wedergeboren en wederopgevoed kan worden. De vrouw is dus een beeld van de hemelse

woning. Yeshua, de zoon, is dus een vrouwelijk woord in het hebreeuws, dus het kan ook een dochter zijn, wat in het aramees een beeld is van de nuance, dus dan is het dit, sinds in Leviticus 12 als wortel de vrouw zowel een zoon als dochter kan krijgen waarvoor dit geldt : ‘Maar hierin is de liefde van God geopenbaard, dat Hij zijn Dochter, oftewel de nuances (leiding), gezonden heeft in de wereld, opdat een ieder die in haar (het dochterschap) gelooft, niet verdwaald, maar volkomen leven heeft.’ Zo klinkt het al veel logischer. Het behoud van de mens ligt dus niet in het aanmekkeren tegen een of andere afgod, en erin te geloven, maar in het op zoek gaan naar de nuance in alle dingen, oftewel het dochterschap, de vrucht van het kritisch, toetsend en creatief denken. Nuance brengt namelijk leiding voort, richting, opdat de mens niet verdwaald. hoofdstuk 76 niet slechts geroepen, maar ook gezonden Hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Dordtse leerregels, artikel 3 van hoofdstuk 1 Rom. 10:14-15 Wij zijn niet alleen geroepenen maar ook gezondenen, want anders kunnen we ook niet horen. Het ligt hem juist in de zending, de empathie, opdat je ook je innerlijk kind, je eigen verloren schaap, kunt vinden. Niemand gaat dat voor je doen. Ze doen het wel natuurlijk, maar je kan nooit echt bereikt worden als je jezelf niet bereikt. Je moet er natuurlijk wel open voor zijn en het zelf willen en

wezen. Het doen staat niet los van het zijn. Dat wat je een ander dus wil laten doen moet je ook zelf willen zijn. Het gaat dus niet buiten jezelf om. Dat wat op je afkomt heb je ooit eens zelf uitgezonden. Als er slechte mensen op je pad komen wil dat overigens niet zeggen dat je die zelf hebt uitgezonden, want dat is gewoon het kruis. Goede mensen worden gekruisigd door slechte mensen, altijd weer. Maar de uiteindelijke hulp heb je ooit eens zelf uitgezonden. Het is iets van de natuur, en van je zelfnatuur. Alles is ingebouwd. Als je gezonden wordt, dan wordt je gezonden tot het kruis. Artikel 3 gaat over in goedertierenheid uitgezonden worden tot het kruis, dragende het kruis, en vertellende over het kruis. In zekere zin heb je het kruis dus tot je gezonden, maar voor een doel, namelijk het kruis als praatpaal, als zendmast. Veel mensen misbruiken het kruis. Je bent dus eerst naar binnen uitgezonden, tot je innerlijke natuur, tot de onderwereld, als een hemelvaart, tot de vreemde, onbekende volkeren. Het altaar is ook een beeld van de hemelvaart. Het artikel erna, artikel 4, spreekt over de doop, een metoniem of beschrijving van de besnijdenis van hart en verstand, want de doop laat zien dat je er dieper inmoet, als beeld van empathie dus, wat laat zien dat er geen besnijdenis is zonder empathie. Empathie is de besnijder. Alleen door de doop, door de besnijdenis, komt de mens door de beproeving heen, zegt artikel 4 in de grondtekst. De mens sterft dus niet letterlijk, maar het vleselijke gaat eraf, dus daarom noemt het Aramees de dood gewoon de slaap. Dat is waar Leviticus in principe over gaat dat de mens de hemelse slaap ingaat als een besnijdenis, en zo tot de hemelse droom komt. Er ligt een toetsopdracht en leeropdracht in deze duistere tijden van dreiging en extremistische islam. De mens is ingesloten door de wachters van Dordt en kan geen kant op. Ben je wakende of slapende ? Loop je met drugs te

rommelen of ben je lerende ? Ook is er een hemelse slaap voor de mens weggelegd opdat de mens bewaard blijft en niet nog verder verdwaald. Maar hoe komt de mens tot deze hemelse slaap ? Daarover gaat dit artikel van vandaag. hoofdstuk 77 het midden oosten en de dwalende wachters van dordt ‘Door empathie bent u bewaard gebleven, doordat empathie de mens in de hemelse slaap en zwakheid brengt, zodat zij niet verdwalen.’ Dordtse leerregels, artikel 5 van hoofdstuk 1 in de grondtekst en diepte Efeze 2:8 De Dordtse wachters, oftewel de dordtse leerregels uit 1619 van het reformatorische extremisme en fundamentalisme, zijn tikkende tijdbommen die ontmanteld moeten worden. Ze zijn nog steeds overal om ons heen, en ze marcheren en leven compleet langs alles heen, hebben hun eigen wereld en kunnen zich niet inleven in de noden van mens en dier. Hoewel, deze leerregels zijn gefiltreerd uit de westerse bijbel, dus het is van belang om naar de grondteksten te gaan en naar de diepte van deze teksten te kijken, in de levitische grondwet. De Dordtse wachters zijn meedogenloos, zijn aan de drugs, en kunnen je niet horen. Toch moeten we dan naar de zuivere kernen gaan, de natuurbronnen, die het in de diepte verbergt en achterhoudt. Er is een verschil tussen vleselijke en geestelijke wachters, zoals er ook een verschil is tussen vleselijke en geestelijke levieten. De strijd is hierin om het boek leviticus en de omliggende boeken, om de levitische grondwet dus, en die manifesteerd zich dus nu op aarde, die strijd. Kijk maar naar Afghanistan. Het gaat niet zomaar weg. Je kunt het niet wegdenken. De hele samenleving is erop gebouwd. Het is de bakermat van de samenleving. Er moet educatie over komen anders blijven dingen hetzelfde en blijft de mens in deze gevarenzone van mijnen en tijdbommen, ook diep in de mens zelf als implodes. Je kunt deze slaapwandelende dronken wachters niet bereiken. Je moet zelf onderwezen worden en jezelf in veiligheid brengen en zo anderen, door hetzelfde onderwijs,

want je bent zowel geroepen als gezonden. Artikel 5 is gebouwd op Efeze 2:8, maar laten we het maar direct vanuit de grondtekst en de diepte bekijken : ‘Door empathie bent u bewaard gebleven, doordat empathie de mens in de hemelse slaap en zwakheid brengt, zodat zij niet verdwalen.’ Empathie is dus een bewarende kracht die je in een hemelse slaap sust zodat je een hemelse droom of dagdroom krijgt die je boven het vleselijke, boven de dwalingen, laat uitstijgen. Empathie is de ware godsdienst, niet zomaar geloof, want dan steek je je kop in het zand en ga je wanen. Laat niemand denken dat de islam een nieuwe godsdienst was. Het was een Ismaelitische reformatie van de Israelitische religie. Ismael staat voor nomadische voortgaande of voortgezette openbaring. Hij ging tot nieuw land, als uitgezondende. Extremistische islam wil de sharia invoeren, overal, met strenge, letterlijke straffen, zoals het afkappen van handen bij diefstal. Maar deze wet is net als Dordt gefiltreerd uit de bijbel : Deuteronomium 25:11-12 Wanneer mannen met elkander vechten en de vrouw van de een komt tussenbeide om haar man te bevrijden uit handen van degene die hem slaat, en zij steekt haar hand uit en grijpt hem bij zijn schaamdelen, dan zult gij haar hand afkappen; gij zult haar niet ontzien. Mattheus 5:30 En indien uw rechterhand u tot zonde zou verleiden, houw haar af en werp haar van u. Maar dit zijn gelijkenissen die gaan over de innerlijke besnijdenis. Zowel Yeshua als de koran geven aan dat veel zinnebeeldig is, maar door gebrek aan onderwijs is de mens verwilderd en heeft men alles verletterlijkt. Empathie is de besnijder. Zij snijdt het vlees weg, opdat de mens krachteloos wordt, en zo

opgenomen kan worden tot innerlijke leiding en onderscheiding, meer als de stroming van de hemelse rivier. De mens heeft niet meer kracht nodig, maar meer leiding en doelgerichtheid. Leviticus 16 over de grote verzoendag gaat niet over letterlijke bokken, want sa’ir betekent harig en ruig, en is het land van Ezau, van Edom, en gewoon een andere naam van Ezau, en het gaat over een traditie waarin werd uitgebeeld dat Ezau besneden werd en in de wildernis werd gezonden, als uitgezondene, in de grondtekst. Ezau was namelijk naar het land van Ismael gegaan om daar een vrouw te nemen, de dochter van Ismael (Genesis 28). De grote verzoendag draait dus om de verzoening tussen Jakob en Ezau, toen ze beiden innerlijk besneden waren en uitgezondenen waren, zendelingen, oftewel empathen. Dit gaat ook om de vereniging tussen Izaak en Ismael. Het gaat om de verzoening tussen de slaper en de dromer, tussen de dwaler en de gevondene. Empathie is dus zowel een bindmiddel als ontbindmiddel, als een bewarende kracht, een hemelse katalysator. De extremistische islam is dus een dwalende wachter van Dordt die op ontwaking wacht, op educatie. Het afkappen van de hand is in het Aramees zowel besnijdenis (hand, yad, kan ook geslachtsdeel betekenen) als een recitering van de wet, als een vaststellen van een boete prijs, dus al helemaal niet letterlijk. Maar deze wachter zal blijven ronddwalen als de mensheid zijn les niet leert. hoofdstuk 78 het oog van empathie Het westerse christendom : ze verkopen drugs aan jonge kinderen. Consumerisme door intimidatie, en ze kweken niet alleen angst maar ook egoisme, want het gaat allemaal over het gaan naar de hemel voor jezelf, je eigen leven te behouden, en andersdenkenden krijgen de zak, en daar bekommeren ze zich niet om, en zo ontstaan ook die vreselijke leringen. In de grondtekst en diepte van de dordtse leerregels, in artikel 6 van het eerste

hoofdstuk, wat ze verborgen proberen te houden omdat empathie hun markt in zielen zou vernietigen, staat dat empathie het hart verzacht en daardoor ontvankelijk wordt voor de waarheid, maar waar empathie er niet is, daar wordt alles verdraaid. We leven in een verdraaide samenleving die liegt juist omdat ze een gebrek hebben aan empathie. Door empathie krijg je weer een juist zicht op de dingen, krijg je de sleutel tot de ware betekenis en worden dingen weer teruggedraaid. Empathie, inlevingsvermogen, verplaatsingsvermogen, dringt door tot de kernen van de kennis. Ezau werd de minste, legde zijn aardse status af, ging de wildernis in, tot het land van Ismael, die verworpen was, verloren was, en zocht zo naar het verloren schaap. Dat komt in alle wereldreligies voor dat het afdalen tot de woeste wildernis en duisternis om anderen te helpen de kern en sleutel van het leven en de hemel is. Dat is wat er gebeurde op grote verzoendag in de grondteksten en dieptes van Leviticus 16, maar kijk wat ze er van gemaakt hebben in het westen ? We houden vast aan het beeld van de goede herder, wat een voorbeeld is voor ons, wat we zelf moeten zijn. Door empathie ga je de waarheid zien, en kun je de drugs die ze in het westen verkopen en je opdringen achter je laten. Zo mag er verzoening komen tussen Jakob en Ezau. Wij zijn de afgedaalden, de gevondenen, om het verdwaalde te zoeken en te vinden, en de verdwaalden zoeken ook naar ons, en zijn ook gevonden opdat wij niet zullen dwalen. Ze dragen het gevondene al. Het is een roepende en trekkende literaire geestelijkheid in de verborgen diepte van artikel 7, als de vrucht en het bewijs van empathie. Empathie bewijst zich niet op een materialistische manier, dus het ligt niet altijd voor de hand, maar alleen andere empathen kunnen dit bewijs verstaan en alleen andere empathen zullen de vrucht opmerken. Onverschillige, meedogenloze markt-vleselijken zullen het ontkennen, verdraaien en bespotten. Empathie wil niet zondigen, praat de zonde niet goed. Empathie leidt tot onberispelijkheid in de diepere lagen van artikel 7. Dat is ook een vrucht van empathie, en dat is geen onberispelijkheid voor het oog en het vlees, maar een profetische onberispelijkheid, die een dwaas is voor de wereld. Het kruis is een dwaasheid

en een leugen voor de wereld. Ze kunnen niet tegen empathie, want dat ontmaskerd hen. In empathie vindt uiteindelijk de adoptie plaats tot de hemelse natuur moeder. Juist dus : de hel is de baarmoeder van de hemel. Artikel 8 stelt in de diepte dat de mens is uitverkoren tot empathie, waarin alles tot waarde komt. Je leven krijgt waarde, en dat wat om je heen is, de situatie waar je in bent, krijgt waarde. Dat is wat het vrouwelijke hebreeuwse woord ‘yeshua’ betekent. Door empathie gaan je ogen open, worden je ogen gezalfd. Leviticus 16 is de viering van deze opname en adoptie van Ezau. In het aramees is de verkiezing of uitverkiezing ook gewoon dat wat waarde heeft, dus de diepere lagen van de mens, daar waar de mens empathie heeft. Dat is dus ook het geheim van de opname, dat het in principe gewoon een verlichting is van het tot waarde komen, en waarde leren kennen, om zo ook waarde te zijn. Artikel 9 van de DL heeft het dan ook in de grondtekst en diepte over de uitverkiezing als de fontein van waarde als het geheimenis van het vruchtdragen, wat een zwakke, empathische plek in ons hart is. Vandaaruit stroomt al het leven. hoofdstuk 79 bespreking het kehatitische verschijnsel De ark is een beeld van de bewarende empathie, die zowel bindt als ontbindt. Het is zowel een schip als een miniatuur, een kist, in een tent, waarin waardevolle dingen werden bewaard. Ons studie-boek ‘het kehatitische verschijnsel’ zegt : ‘Calvijn (1509-1564) bespreekt in Numeri 4 de zonen van Kahath, die als wachters, bewakers, zijn aangesteld over het heilige der heilige. Zij zouden het gereedschap wat door de priesters was ingepakt dragen. Calvijn stelt dat er een gevaarlijke taak aan de zonen van Kahath was opgedragen. 'God dreigt immers met de ondergang

als zij iets van het verbodene zouden aanraken.’ Daarom moest alles bedekt worden.’ In het Aramees is het echter zo dat als de Kehatieten tot de ark kwamen, dan zouden ze in slaap vallen, een hemelse slaap, in de zin dat het vleselijke voorhangsel zou scheuren. Kehath was een zoon van Levi. Het boek stelt ook dat de Kehat geslachtslijn een hemelse slaap-drugs droeg. Zij moesten de mens in een slaap brengen. Dan zegt het boek : ‘Vonk stelt wat betreft de Kehatieten, 4 : 1-20 dat het om een worsteling gaat in de tent van de samenkomst, binnen de legerplaats, in de voorhof van de tent. Hij noemt het een militia sacra, wijzend op eerdere vertalers en exegeten, als een heilige krijgsdienst. En dit ging door de telling en de dienstplicht in de tent. We hadden al eerder gezien dat deze telling niet buiten de kastijding, de gesel, omging. Het is namelijk een discipline waarvan niet afgeweken mocht worden, en zo was er dus ook richting, wat het doel is van alle restrictie.’ We hebben het over een verborgen kehatitische grondwet nog onder de levitische grondwet, dus een nog diepere laag onder de dordtse leerregels. Dan zegt het boek : Vonk vergelijkt het met een ’militia christi'. Er is dus geen leger zonder dit kruis, zonder deze gesel, deze restrictie. Vandaar dat het Kehatitische verschijnsel van belang is. Daarom stelt Vonk dat het niet zomaar domweg tellen is, maar het vervullen van een dienstplicht. Hij stelt over de taak van de Kehatieten : ’Aan de Kehatieten was de zorg toevertrouwd „voor de allerheiligste dingen" vs 4. Gezien de opsomming straks van hetgeen zij te dragen hadden, waaronder ook het brandaltaar uit de voorhof, dat wegens z'n zalving ook allerheiligst was, Ex. 40 : 11, zullen we bij die „allerheiligste dingen" wel niet enkel aan het z.g.n. heilige der heiligen moeten denken.’ Hij noemt dan de ark : 'Allereerst de ark. Natuurlijk begint de opsomming met de ark des verbonds. „Bij het opbreken van de legerplaats zullen Aaron en zijn zonen naar binnen

gaan en het bedekkend voorhangsel afnemen en daarmee (d.w.z. met het voorhangsel, dat tussen het heilige en het allerheiligste hing) de ark der getuigenis bedekken" vs 5.' (...) 'Misschien was het nodig, dat de priesters de draagstokken der ark een ogenblik uit hun ringen haalden met het oog op het verpakken van de ark in de drie kleden. Maar dan mochten zij toch niet verzuimen deze stokken weer in de ringen terug te doen. Opdat de ark daaraan gedragen kon worden door de Kehatieten. Misschien echter ook wel, omdat de Kehatitische levieten de ark niet alleen niet mochten zien, maar ook niet mochten aanraken, Ex. 25 : 15, Num. 4:15, 20.' We kunnen hierbij ook denken aan het mysterie van de boom der kennis in het paradijs, waar men ook niet zomaar aan mocht zitten. De Vuh zegt over 4:4 : Dit zal de dienst der zonen van de Kehatieten in de tent der samenkomst zijn: de zorg voor de allerheiligste dingen.’ Het boek komt dan tot de conclusie dat er een kehatitische klok is waarin je niet te snel of te langzaam mag gaan, en dit is ook tot afsterving van het vlees. De wijzers van de klok zijn dus messen tegen alles wat niet op het pad blijft en alles wat niet in het ritme blijft, het vleselijke dus, als een cyclische, immunologische besnijdenis, als een oorlogsroutine. hoofdstuk 80 dordrecht en het gaan tot de hemelse zee Want krachtens de empathie, die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van de hemelse zwakheid (hemelse slaap), dat de hemel elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld. Romeinen 12:3

Dordtse leerregels 14 in grondtekst en diepte Artikel 10 van de Dordtse leerregels uit 1619 komt ongeveer hier op neer : Het meerdere is het mindere, en het mindere is het meerdere, oftewel : minder is meer. De eersten zullen de laatsten zijn. Dat is het hemelse eco-systeem, en gebeurd wanneer de zonen van Levi, de Kehatieten, tot de ark gaan. In het Aramees gaat het hier om het in slaap vallen zodat alles omdraait. Artikel 11 gaat in de diepte over de volharding. Als men in de slaap volhardt, dan komt men tot de droom. Artikel 12 gaat over de vrucht van empathie als de droefheid over de zonde. Als er een gebrek aan droefheid is over de zonde dan is er dus ook een gebrek aan empathie, want de empathie verheugd zich niet over de zonde, integendeel. Maar tevens verheugd de empathie zich over het waarnemen van deze vruchten en verheugd de empathie zich over het goede, en is een gebrek hierin ook weer een gebrek aan empathie. Artikel 13 kunnen we in de diepte als volgt beschrijven : Empathie is een zuiverende werking, het wezen van God, wat in de diepte leidt tot een natuurspasme waaruit men leeft. Men raakt in de vaste grip van Empathie, erin verstrikt, opdat men niet vleselijk zorgeloos wordt, en niet door lichtvaardigheid en ijdelheid wordt weggesleurd, want dat zijn vleselijke vertragingen. Op de verzoendag mag er geen vleselijke arbeid zijn, maar alleen geestelijke, hemelse arbeid, want het is een volkomen sabbat. (Leviticus 23). Empathie is gericht en onderscheidend hierin, waarvan de ark een beeld is. Hier valt de mens dus in de hemelse slaap, om opgenomen te worden tot de hemelse droom wanneer het voorhangsel van vleselijke arbeid scheurt, wat dus een kehatitisch verschijnsel is. Empathie is een bewarende immunologie die bind en ontbind, die inneemt en uitstoot. Het is de hemelse biologische klok van de mens die ingebouwd is. Artikel 13 en Leviticus 23 zijn op deze manier samen te vatten : Het hoge zal verlaagd worden en het lage zal verhoogd worden. De mens is op de hemelse golven. Empathie is dat het hogere altijd weer lager gaat dan het lagere, om zo vanuit de diepte, niet vanuit de hoogte, het lagere op te nemen tot het hogere. Empathie is het ware hogere dus, die altijd weer golfbewegingen maakt, als de

hemelse zee. Dat is waar artikel 14 over spreekt in grondtekst en diepte. Zoals 1 Korinthe 4:6 zegt in de oorspronkelijke aramese grondtekst (de taal van yeshua) : ‘Leert niet te gaan boven hetgeen in de hemel (in)geschreven en getekend is, opdat niet iemand uwer zich voor de een en tegen de ander opblaze.’ De Empathie is dus het ware hemelse woord wat in onze harten is opgetekend. Dat gaat dus niet zomaar om een opschrijving, maar een inschrijving, en dit zijn tekeningen, beeldspraak dus, in het aramees. Wij mogen dit natuurspasme ontvangen. Wij mogen geleid en beschermt worden door de hemelse kehatitische klok, om zo aan de verdichte, verletterlijkte tikkende tijdbommen van Dordt te ontkomen. Dat is dus een diepe natuurbesnijdenis als deze voorhangsels gaan scheuren. Blijf niet steken slechts bij Dordt of bij de levieten, maar kom tot het diepere, onderliggende kehatitische geheimenis van geleide empathie, het gaan tot de hemelse zee. hoofdstuk 81 de wachters van dordt – vissers en ontvoerders van kinderen De afschuwelijke betoverde wachters van dordt hadden het huisje van de heks van hans en grietje gebouwd : leugens gemengd met waarheid, gif vermengd met zoet. Aan de oppervlaktes zijn de roofvissen, maar in de dieptes ligt een geheim verborgen. Waar de octopus waakt. ‘Als we niet tot de hemelse slaap gaan, de hemelse zwakheid, die empathie is, een droom, dan blijven we in leugenachtige sterkte rondlopen om anderen proberen te bedwingen in, door en voor het vlees.’ DL 1:15 in grondtekst en diepte In zijn letterlijke vorm is deze wachter van Dordt afschuwelijk. Deze wachters

zijn betoverd door een heks. Het eeuwig evangelie spreekt erover. Ze moeten marcheren om aan haar wensen te voldoen. (zie het sprookje van het toverbordje en de toverbeker) DL 1:16 zegt dan dat een zoekend mens niet bang hoeft te zijn voor deze dingen, omdat God bij de verbrokenen van hart is die zich ernstig bekeren, dus dan wordt er weer drugs aangeboden in het stockholm syndroom om ze kalm en zoet te houden. Waar moeten wij ons tot bekeren ? Alleen tot de empathie, tot de goede herder die altijd weer op zoek is naar de verloren schapen, en niet hoog boven op een troontje in de hemel slaapt terwijl anderen in de dieptes lijden. Als een lijdt, lijden allen. Dat is het mooie van het ware evangelie, het eeuwig evangelie, wat gewoon een stuk poezie is. DL 1:17 gaat in de aramese grondtekst en diepte over het in slaap vallen van de kinderen, opdat zij tot de innerlijke waarden komen (yeshua, een vrouwelijk woord), in het verbond van empathie (genade), opdat zij het hemelse woord ontvangen in hun dromen, en de psalmen zeggen erover dat door de woorden van kinderen het hemelse koninkrijk wordt gevestigd. Maar deze wachter is aan de oppervlakte een gruwelijke kinderrover, een ontvoerder van kinderen. Deze wachter moet dus onttoverd worden. Ons innerlijke kind moet weer gaan slapen, opdat het niet gehersenspoelt kan worden. De here geeft het immers de beminden in de slaap. DL 1:18 is dan de socratische wachter van ‘de ware kennis is weten niets te weten.’ Het is een voorwaarde tot de hemelse slaap : al je zogenaamde kennis af te leggen, zoals job zei : ‘Zie, ik ben te gering, hoe zal ik U bescheid geven? Ik leg de hand op mijn mond.’ (Job 39) Daar begint het mee. Als je tot de hemelpoorten komt moet je al je theologieen en vooroordelen afleggen, anders kom je er niet door.

hoofdstuk 82 afkicken van matrix-drugs – hoe gaat dat ? Misschien heb je het weleens meegemaakt. Je was zo ziek dat je liep te bibberen door het huis. Je kon niet goed nadenken, voelde jezelf warm en koud, en was enorm zwak, zo zwak dat het huilen je nader stond, of misschien liep je wel huilend door het huis vanwege dat je je zo voelde, en niets anders kon dan huilen. Wat is het voor een verschijnsel ? We gaan verder met het bespreken van de wachters van Dordt uit de jaren 1600 die nog steeds marcheren en dualistisch zijn, een goede en een slechte kant hebben dus. Wachter 17 : Het kind valt in een hemelse slaap om van uiterlijke, vleselijke, ijdele waarden van onverschilligheid te komen tot de innerlijke waarden. Het kindje Ezau, of Esav, Esuw, Yeshua, in de Israelitische talen, valt hier in slaap om zijn aardse status af te leggen om de minste te worden. Het gaat niet om status maar om waarde (yeshua). Dit gebeurt in het boek Leviticus op de grote verzoendag waarop niemand kan werken. De mens is hier in de hemelse zwakheid terecht gekomen. Dat is wat de grondtekst over spreekt en de diepte, want het gaat hier om Sair, wat een andere naam voor Ezau is. Wachter 18 is de socratische wachter van weten dat je eigenlijk niets weet, wat ook een beeld is van de hemelse vergetelheid, de lethe rivier waarin je alles vergeet, en er is ook zoveel om te vergeten. Dat wordt allereerst opgewekt in de hemelse slaap. Ook als je gaat slapen elke avond gebeurt het dat eerst je geheugen geheel wordt gewist en je niks meer weet. Op een bepaald punt weet je niet eens meer wie je bent en waar je bent. Het worden van de minste is de ware empathie, en het is uiteindelijk een hemels virus wat je ontvangt, wat je zo zwak maakt dat je niets anders kan dan wenen en bibberen, en zo zet de slaap dieper in, en het virus verwekt een droom, een hemelse droom. Wachter 19 is de slapende empathie, het hemelse virus, wat de ware gerechtigheid voorbrengt, vanuit het slapende kindje Ezau of kindje Yeshua. Ons innerlijke kind is gaan slapen, los van alle vooroordelen, en brengt ze de ware gerechtigheid voort puur en alleen als vrucht van de empathie, niets

anders. Er is geen gerechtigheid buiten empathie. Je moet het hemelse virus dus ontvangen. Wachter 19 is de eerste wachter van het tweede hoofdstuk (2:1). Zo gebeurt het als je aan de hemelpoorten komt : eerst socratisch al je eigengereide kennis afleggen en weten dat je niets weet, anders kom je niet verder. Alleen de wenenden komen binnen, zij die bedroefd zijn over de zonden en niet lichtvaardig overal rondhuppelen om in elke glimmende appel te bijten. Alleen de empathie, de barmhartigheid, is rechtvaardig. Die verkoopt zichzelf niet als een hoer. Op die gerechtigheid wachten wij : die van het hemelse kind, en dat kind slaapt en droomt. Dat kind heeft een hemels virus. Wachter 20 spreekt van een oneindige barmhartigheid, een eeuwige empathie, die dit kind heeft uitgezonden, als een goede herder. Dat gebeurt ook op de grote verzoendag, dat Sair, oftewel het kindeke Ezau, of kindeke Yeshua, de wildernis wordt ingezonden, tot de buitenste duisternissen, om het verloren schaap te vinden, wat hij zelf is. Het schaap is ook weer een beeld van de hemelse slaap. De mens moet komen tot de eeuwige, hemelse slaap om zo tot de eeuwige, oftewel volkomen, droom te komen. Dit is dus het pad van het kruis om een einde te maken aan de vleselijke slaap en de vleselijke droom, om de mens te doen afkicken van gevaarlijke drugs, van de matrix. hoofdstuk 83 – 1984, 1990, 1993, 2021 - tekenen der tijden 'Want wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven vanwege Mij en voor Gods plan verliest, zal het behouden. Wat hebt u eraan de hele wereld te winnen en uw leven te verspelen?' Marcus 8 Volgen we het vlees, de mensen, of volgen we het hemelse pad van het kruis ? Als er hongersnood is vreten mensen elkaar op om te overleven. Overleven, je

leven behouden, is prioriteit geworden, niet meer de empathie, je leven geven voor je vrienden. Plaatsvervangend lijden wordt niet meer geleerd, en zo glijden mensen in een grote leugen, in een valse droom. Het merkteken van het beest moet je aanvaarden, anders kun je niet kopen of verkopen. Je mag je niet tegen 'bullies' verdedigen. Ze slaan je neer. Wat gebeurt er als je met zo'n bully in huis woont ? Ik woonde eens met een bully in huis. Ik trok dus aan het korste eind. Zij mogen alles zeggen, alles doen, en je mag niks terugzeggen. Wat als je met zo'n bully in een bed hebt gelegen ? Door wie laten wij ons leiden ? Is angst, onverschilligheid en egoisme onze raadgever, of is de hemelse empathie en wijsheid onze raadgever ? Daar zit me nogal een verschil in. Het is een verschil tussen dag en nacht. Zijn we de listen van de duivel vergeten ? Ze willen je ziel afroven. Ze willen alles van je hebben. Waar leidt de weg naartoe waar leven en gezondheid, rijkdom, belangrijker is dan empathie en je relatie met God, de hemelse kennis ? Wie zijn leven zal behouden zal het verliezen. Ongetwijfeld. Moeder natuur zegt : 'Ze zullen niet ontkomen.' Ze zullen hier niet mee wegkomen. Ze strijden tegen haar, maar niemand strijdt met succes tegen de hemelse natuur. Ze ontvoeren kinderen, hersenspoelen ze, chanteren ze, enzovoorts, in een proces wat 'grooming' heet, omkoperij, verwennerij, om die kinderen zo te lokken. Het zijn kinderlokkers. 1984, Big Brother, duldt geen tegenspraak. Wij zijn allang opgenomen. Wij zijn allang ondergronds gegaan. Het is als in de dagen van Noach. Ben je al in de ark ? De ark is de bewarende empathie. De rest is een gevaarlijke drugs die dat allemaal uitschakelt. Laten we opgaan tot de ark, en de werken van het vlees en al hun leugens achter ons laten. Het is allemaal ijdelheid. Toen Yeshua aan het kruis hing stierf hij daar niet. Nee, want in het Aramees betekent de dood de slaap. Hij viel in slaap, en kreeg een droom. Zo sprak Yeshua ook als iemand was gestorven. 'Hij slaapt slechts.' We zijn nu in een hele boze droom, in een nachtmerrie. In 1993 was de opname. Dat was een heilsfeit, maar het mag ook een ervaringsfeit worden. Na 1993 brak alle hel los op aarde. De grote verdrukking. Ook als je een opgenomene bent in de hemel ga je daar doorheen, want de hemel is de empathie die alles doorleeft, en plaatsvervangend lijdt. Je hebt droefheid over de zonde, als vrucht, en daar mag je je ook in verheugen, in deze vruchten. Je

mag je dus ook verheugen over het pad van het kruis. Toen Yeshua in slaap viel aan het kruis, toen scheurde het vleselijke voorhangsel van boven naar beneden. Toen ik in 1990 in Amsterdam was op evangelisatie toen was ik bij een oude man, ik was nog heel jong, en die zei : Wil jij het heilige geestelijke ontvangen ? Ik had er wat onderzoek naar gedaan en ik wilde het wel ontvangen, want ik was uit empathie naar Amsterdam gekomen. En hij legde zijn hand op mij en er ging een kracht door me heen van boven naar beneden, door mijn hele lichaam, als het scheuren van het voorhangsel. Dat is een teken geweest van de komende opname, die uiteindelijk in 1993 kwam, drie jaar later, toen ik naar de hemel ging en weer werd teruggezonden voor de opdracht. Omdat ik in de hemel ben geweest (niet zomaar spreek van horen zeggen dus), draag ik het hemelse woord, om dit hemelse woord te brengen, het pad te laten zien. En daarom ben ik ook vervolgd, wat niets nieuws is. Alle hemelse profeten worden afgeschoten. Maar voor ons is het slechts een slaap, en het is de hemelse slaap. Die kun je alleen aan het kruis in vervolging ontvangen. hoofdstuk 84 wachter 22 en de diepere betekenis van het eniggeboren zoonschap Wat er om ons heen gebeurd zijn gewoon schaduwen die een diepere betekenis hebben. We kunnen niet zomaar naar alles kijken en naar alles luisteren, want we moeten oppassen voor de Medusa. Het medusa verschijnsel is al een heel oud verschijnsel dat als je naar haar kijkt dan versteen je of sterf je, en zo sterft er telkens weer een stukje af. In onze poezie heeft dit trouwens altijd een dubbele betekenis.

Over dubbele betekenissen gesproken : Het verhaal van Yaaqob en Eshuw heeft ook een dubbele betekenis. Het is israelitische poezie waar we al veel over hebben geschreven. In de ene betekenis is Ezau een beeld van het vlees wat eraf moet, de eerstgeboorte status, en in de andere betekenis heeft Ezau meer de kwaliteit van Yeshua aan het kruis die het vlees aflegde. Er is dus ook weer verzoening tussen Yaakob en Ezau. Die dubbele betekenissen waren ook al in Egypte, zoals in de Seth verhalen waar Seth soms het kwaad voorstelt, en soms het goede. We gaan verder met de Dordtse wachters. Wachter 1-18 behoren tot het eerste hoofdstuk. Wachter 21 (2:3) gaat over het in slaap vallen van het zoonschap (hemelse slaap, zwakheid) om zo te komen tot de grote verzoendag in het Yaakob en Ezau verhaal. Nu is het zoonschap nog in een vleselijke slaap, toegewijd aan de vleselijke moeder der zonde, wat een zeer aardse moeder is. Daarom mogen wij in het zoonschap wachten op de hemelse slaap, de hemelse zwakheid, die ons tot de hemelse moeder brengt, onze ware moeder, en die moeder is in onszelf, en mogen we ook zelf zijn, want niets gaat buiten onszelf om. We zien het loslaten van vleselijke kennis in de rivier van vergetelheid, de lethe, tot ontvangst van het hemelse virus, opdat de slaap dieper zal doorzetten tot de hemelse droom, de vrucht van empathie, de ware gerechtigheid. Gerechtigheid is dus het kind van Empathie. Wij mogen niet zomaar oordelen of eigen rechtertje spelen. Gerechtigheid is alleen de vrucht van empathie, dus het is alleen iets voor de zachtmoedigen en de empathen. Wachter 22 gaat over het verschijnsel van het eniggeboren zoonschap. Waarom eniggeboren ? Opdat wij voor God niets op de ander projecteren, zoals een broeder of zuster. Wij kunnen ons niet achter hen verstoppen, maar staan helemaal op onszelf voor de hemelse kennis. Wij zijn als eniggeborenen, eenlingen, dus dit is een poetisch verschijnsel, en niet slechts wat boven onze hoofden ergens in de hemel gebeurd, maar dus heel diep in onszelf. Daar is dit verschijnsel, wat ons loskapt van vleselijke banden, van groeps-denken en familie-denken, want dat is allemaal heel erg bedrieglijk, en het zijn sluiers die moeten afvallen, en voorhangsels die moeten scheuren, als yeshua aan het kruis in de grote slaap valt. Ben je al een eniggeborene, of is je broertje of zusje je excuus ? ‘Ja, hij doet het ook, dus kan ik het ook.’ Laat je niet

bedriegen door schaduw realiteiten om je heen. Aan het einde van het ritje ben je helemaal alleen, en lacht niemand meer om je grappen. Wachter 22 spreekt over de grote slaap van waardigheid, van het tot waarde komen, wat in het hebreeuws het komen tot yeshua betekent. Dit is een kwaliteit van eniggeborenschap. Alleen hierdoor kan de mens heilig en waarachtig zijn. Weer van waarde tot waarheid dus. Waarheid mag gebouwd worden door waarde. Waarheid is de vrucht van waarde, en dit heeft een vereeuwigende kwaliteit. Letterlijk gezien bestaat de eeuwigheid niet, want tijd bestaat ook niet echt. Het is een beeld van tot volkomenheid komen. Het is een spel van metaforen die slechts de illusie van tijd en eeuwigheid opwekken. Tijd is ook een beeld van de nodige restricties, en de restrictie van het eniggeboren zoonschap heeft de mens nodig om tot de hemelse moeder te komen. Wachter 22 heeft dus een bemiddelende functie tussen de mens en moeder natuur in die zin. Het opent de ogen voor wat onrecht is, en het brengt overtuiging van zonden, en daardoor ook de nodige droefheid over de zonde, en strijdlust tegen de zonde. De aardse kennis wordt afgenomen, vergetelheid wordt je deel, en het hemels virus komt, terwijl de slaap dieper vat, totdat je slechts weent, en dan droom je … Dat is wat de traan is : het materiaal van de dromen. hoofdstuk 85 wachter 23-27 Want aan u is de empathie verleend, voor de baarmoeder, niet alleen in Haar te slapen, zwak te zijn voor Haar, maar ook voor Haar te lijden (strijden).

Filippenzen 1:29 in grondtekst en diepte Dordtse Wachter 26 Het gaat om het geestelijke overleven, niet het vleselijke overleven. Als het vleselijke wordt behouden, dan is het een verloren zaak. Als we tot de nacht gaan, dan is dat een dualiteit, want het gaat om zowel het hemels waken als het hemels slapen. Zo kunnen we gehoor geven aan het zendingsbevel, wat een beeld is van het verdiepen van de boodschap, dus geen letterlijk zendingsbevel. Je gaat niet zozeer de straten op maar de scholen in, tot de diepere volkeren dus. Dat is waar wachter 23 in diepte over spreekt. Het zendingsbevel is dus allereerst naar binnen gericht : bereik jezelf. Kom tot je innerlijke kind en de kindervolkeren. Wordt wedergeboren. Mensen kiezen vaak voor vleselijke sterkte in plaats van hemelse zwakheid, waardoor ze verdwalen, en dan verstenen, doordat ze kijken naar dingen waar ze niet naar moeten kijken, en luisteren naar dingen waar ze niet naar moeten luisteren, en ook de verkeerde dingen aanraken. Ze passen niet op voor de Medusa. Dat is waar wachter 24 in diepte over gaat. Door vleselijke sterkte sterft het oog, maar het krijgt richting in de hemelse zwakheid, in de hemelse slaap. Hier vinden het kehatitische verschijnsel plaats, wat het verschijnsel is van kettingreacties in de gnosis door bepaalde sleutels, en het hititische verschijnsel van het dualisme waarin alles medewerkt ten goede. Door het hititische verschijnsel, het hemelse dualisme, is de hemelse zwakheid ook de hemelse hardheid, en die is vruchtbaar. Het is het hemelse natuurspasme wat voortkomt uit de poel van hemelse tranen, van hemelse dromen. Dit moet een volkomen sabbat zijn, zoals grote verzoendag. Hierover gaat wachter 25 in diepte. De situatie om je heen, en je herinneringen, oftewel het verschijnsel van de vrouw, moet gereinigd worden in het waterbad van het woord. Dat is de opdracht van het zoonschap, wat een zendingsopdracht is. De zoon gaat niet alleen in slaap om zijn moeder te ontmoeten, maar ook zijn vrouw. Dat zijn hemelse zinnebeelden. Het moet tot hemels dualisme worden, en zijn

volkomen zwakheid, zijn volkomen sabbat, is een beeld van zijn vrouw, wat dus ook tegelijkertijd de hemelse sterkte is. Zijn vrouw is een beeld van de tranen die hij ontvangt in de vergetelheid van de slaap, wat dus het materiaal van dromen is. Hierover gaat wachter 26 in diepte. Het gaat over de ontzegeling van de boekrol, en hij heeft haar gekocht met zijn bloed. Dat is het zoonschap wat in een ieder dient plaats te vinden. Het yeshua verhaal is slechts een voorbeeld. Het zoonschap moet zijn bloed, zweet en tranen uitstorten, hard werken, hard lijden en hard strijden, om in de hemelse slaap te gaan, en zijn vrouw, de hemelse droom, te ontmoeten, wat een eeuwige, volkomen sabbat is waarin het vlees niet kan werken. Ook dient hij dus zo zijn moeder te ontmoeten en zijn eigen dochter. De dochter als zijn vrucht, is een teken van volharding. Wachter 26 : Want aan u is de empathie verleend, voor de baarmoeder, niet alleen in Haar te slapen, zwak te zijn voor Haar, maar ook voor Haar te lijden (strijden). Filippenzen 1:29 Wachter 27 zegt dan : ‘als een bruidegom voor zijn bruid, aan het kruis zijn leven overgegeven heeft, standvastiglijk beminne, geduriglijk diene, en hier en in alle eeuwigheid prijze.’ Dit is hoe een man zijn vrouw waarlijk bemint, door voor haar aan het kruis te gaan om zijn leven over te geven, en dit is alleen aan de hemelse vrouw, opdat het vleselijke vrouwelijke weggesneden zal worden. Er is een overblijfsel wat niet de afgod heeft gekust. hoofdstuk 86 het hititische verschijnsel Vannacht had ik een droom dat ik van een zwaar demonische slang de kop eraf

moest trekken. De slang was genaamd Ams, en lag toen daar doodstil, zijn kop verwijderd van zijn lichaam, en ik bleef kijken, maar hij bewoog niet meer. Door de zondeval beroofde de mens zich van het beeld van God, en nu gist iedereen maar wat over wie of wat God is, en volgen hun eigen wegen, en de mens is hierin hard geworden, niet zachtmoedig. De mens is zeer bazig, over anderen willen regeren, belasting innen van anderen, en is niet in ware zorg over de ander. In het paradijs was de mens versierd in zijn verstand met ware en zalige (waardevolle, yeshua) kennis, maar nu is blindheid de norm, en blind geloof, die tot ijdelheid leidt. De aarde is nu een bizarre quiz. Speel superdomme spelletjes en win superdomme prijzen. Als een kind zo verdwaald raakt, en wordt opgevoed door de machten van het vlees, in duister gevangenschap en daarin gegroomed is, dan is zijn ware hemelse moeder een vijand in zijn ogen. Hij is geheel tegen haar opgezet. Die moeder verwent hem namelijk niet overmatig met ijdele, vleselijke dingen, en praat hem ook niet naar de mond. Bij haar heeft hij niet altijd gelijk, en krijgt hij niet altijd zijn zin, wat vaak veel gejammer tot gevolg heeft, maar daar bekommerd zij zich niet om, want de ziel van haar zoon is belangrijker, het lange termijn welzijn. Wij mogen blij zijn met elk hemels gevangenschap die ons beschermt tegen de sluwe machten van het vlees, van de zonde, want het zijn gevaarlijke verdovende middelen voor de ziel. De slang is listig. Zo vind ik dan deze regel: als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig; want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods, maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is. Ik, ellendig mens. Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Romeinen 7:21-24 Het aramese ‘hiti’, zonde, is vier-ledig : – zonde – strijd tegen zonde – straf op zonde

– het verzet door het toetsen Dat maakt het dus veel interessanter, want Paulus was dus in principe een hititische balling, en dan niet alleen maar een balling van de zonde, maar in een veel hogere, hemelse ballingschap, waar hij ook verder over spreekt. Hij ziet zichzelf als een gevangene van het vlees en een gevangene van chasma, de baarmoeder. Dit is het hititische verschijnsel van dualisme, van dialectiek, dat juist het probleem ook de oplossing draagt. Paulus is een krijgsgevangene van de wet van hiti, die tegen het vlees strijd, en het lichaam des doods is ook een lichaam van slaap. In het hititisch verschijnsel is hij in de geestelijke vervoering van het dualisme. want de hiti (verzet tegen zonde) heeft uitgaande van het gebod, mij misleid en door middel daarvan tot slaap gebracht. Romeinen 7:21 Er zijn dus ook hemelse valstrikken om het vlees te slim af te zijn. Wij weten immers, dat de wet geestelijk is; hoewel ik echter ben vlees (een geslachtsdeel, aramees, bsr), en daarom verkocht onder de hiti. Romeinen 7:14 hiti is namelijk ook een betaling voor de zonde. hoofdstuk 87 volharding in hemelse zwakheid

De Here verbreekt de raad der volken, Hij verijdelt de gedachten der natiën; de raad des Heren houdt eeuwig stand, de gedachten zijns harten van geslacht tot geslacht. Psalmen 33 Dat is de boodschap van wachter 59 (5:15). Er zal hiertegen geen menselijke, aardse, vleselijke raad gelden, en geen enkel geweld vermag hier iets tegen. In hemelse zwakheid mogen we volharden, tot een hemelse verharding, die de bruid die is aangesteld door de hemelse baarmoeder bemint. ‘Hij zal u, na een korte tijd van lijden, volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten,’ zegt deze wachter, gebaseerd op de eerste brief van Petrus. De zachtmoedigen zijn dus niet zomaar zwevende, dwalende zieltjes. Ze zijn ook niet schijnheilig en bijgelovig. Nu zijn er naast deze wachters van leerstellingen, de uitleggende wachters, ook nog een andere type wachters, namelijk die van de verwerpingen der dwalingen. Dit zijn de weerleggende wachters. Weerlegging 1 : De uitverkiezing is een dubbelsnijdend mes, want het kan zowel goed als slecht gebruikt worden. Wat wel goed is aan deze weerlegging is dat het stelt dat het niet gaat om het geloof op zich, zoals ook Calvijn daar veel op hamert, dat het geloof uiteindelijk niet de weg is tot God, maar de uitverkiezing, de genade, de empathie. Er mag dus geen menselijk monopolie zijn op een zogenaamde geloofsformule, dat de mens bepaalt over andere mensen, wat pure godsdienstvervolging is. Uiteindelijk ligt het dus in de handen van God, niet in regeltjes die door mensen zijn opgesteld, zoals je moet dit geloven en dat geloven. Gods bloedlijnen gaan door alle religies en alle ideologieen heen. Het gaat niet om iemands theologie, maar om het hart, de empathie, de hemelse genade. Zij bedoelen dan weer iets anders, maar zo kunnen we het het best interpreteren. Een mens kan niet tussenbeide komen, en kan God de mond niet snoeren. De verkiezing komt dus eigenlijk van boven, en een mens heeft niets in te brengen. Dan zeggen we : niet vleselijk, maar geestelijk. Telkens weer geld deze regel, in allerlei verboden. Dus uiteindelijk is het toch een samenwerking, maar niet naar menselijke maatstaven.

hoofdstuk 88 socinus – een kerkvader van belang De katholieke kerk en de reformatie waren twee uitersten, twee extremen. Er was ook nog een derde stroming, namelijk het socinianisme. Hoofdpunt was dat Yeshua niet gestorven was als een betaling voor de zonde, wat heel veel mensen zonder bewijs, en totaal tegen het Israelitische talengoed in, blindelings geloven tot ‘ignorance is alzheimer’ aan toe, maar Yeshua stierf als voorbeeld om op te volgen, als een bevestiging van zijn leer, en dat is dus een heel groot verschil tussen dag en nacht. De beweging ontstond eind jaren 1500, na de reformatie, en ze werden afgestempeld als ketters door zowel de katholieke kerk als de reformatorische kerk. Maar hier liep dus wel het spoor. Fausto Sozinni (1539-1604), ook wel Socinus genoemd, was een gematigde Italiaanse theoloog, een belangrijke kerkvader als sleutelfiguur, tussen de katholieke en de reformatorische kerk in. Socinianen nemen het allemaal minder letterlijk, vergeestelijken het meer, en laten ook ruimte voor andersdenkenden. In de katholieke kerk en de reformatorische kerk werden andersdenkenden altijd vervolgd. Wel is de reformatie van groot belang geweest als een eerste stap, maar toen moest Socinus dus komen voor een tweede reformatie. Uiteindelijk was Socinus dus ook een soort reformatorische kerk, maar dan meer van de regressie : terug naar de natuur, terug naar de bron. Er moet een zekere hemelse ratio zijn, dus niet zomaar blind geloof. Er moet berouw en bekering zijn, niet zomaar iemand die voor jou aan het kruis sterft en je dan zomaar vergeeft terwijl je zelf onveranderd blijft. Er gaat niks om buiten de mens zelf. Het kruis is dus een voorbeeld wat je zelf moet toepassen in je eigen leven, en wat je niet zomaar op iemand anders kan projecteren. Dat

wil niet zeggen dat het kruis verhaal verder een nutteloos verhaal is. Het is een beeld van hoe het zou moeten, dus in die zin is het een voorbeeld als ‘beeld van volkomenheid’ wat het vlees dan niet kan nabootsen, maar alleen geboorte gegeven kan worden door het geestelijke, dus weer de stelling : ‘niet door het vlees, maar wel door het geestelijke.’ Het is een beeld van de hogere mens, en deze hogere mens is volmaakt en heeft het volbracht, en daar kan de vleselijke mens niet aan tippen. Socinus werd als ketter bestempeld en ging als vluchteling naar Polen. Daar ontstond toen op socinianistische basis de Mindere Gereformeerde Kerk, oftewel de Poolse broeders, en die waren pacifistisch, dus vreedzaam, geweldloos, en ook egalitaristisch, oftewel ze stonden voor gelijkheid en godsdienstvrijheid. In Nederland mochten ze niet zijn. In 1598 werd het socinianisme in Nederland geintroduceerd tijdens de tachtigjarige oorlog, maar hun boeken werden ingenomen, en ze werden het land uitgezet. Wel vond het geloofsgoed vastheid bij de remonstranten. Ik had jaren terug een droom dat ik geroepen werd tot Polen. In de zee waren hele grote vissen, en er was een soort eiland waarop wachters liepen, en waar kerken waren, en hier lag een groot mysterie verborgen. Kerkgeschiedenis jaren 1500 en 1600 leidt helemaal terug naar Israel dieper en dieper. In die ondergrondse tunnels is zoveel onheil, onder de kerken van de katholieke kerk en de dordtse kerk. Zielen zijn in die grote ondergrondse muren van die tunnels verwerkt, kinderzielen, en er liggen veel verborgen mysterien in die tunnels. In de kerkgeschiedenis zet de kerk mensen te dicht op elkaar, en zet ze dan tegen elkaar op, dus het systeem perst ze in elkaar tot muren (voor hun kerk), ook diep ondergronds, als fundamenten voor die grote kerken van de jaren 1500-1600, zowel katholiek als dordts, en dan krijg je dat soort complicaties dat ze elkaar afmaken, treiterijen enz. Ze drijven elkaar totaal tot het uiterste, allemaal omdat de kerk zo haar donaties krijgt, en natuurlijk voor het 'doorfokprincipe', hoe meer zielen, hoe meer aanzien, hoe meer geld, hoe meer macht

etc. etc. dus totale vicieuze cirkel, en die zuigt die kinderen heel diep in de afgrond, in die tunnels en muren, zodat ze ook deel van die machine worden. Het zijn kindernachtmerries, nachtmerries van de feutus. Het bloed wordt daar van de kinderen afgetapt, en ze worden verdronken, ze zijn ‘children of the lake’ zoals in het Jewels of the Octopus verhaal, maar dus ook ‘children of the walls’. The wall, oftewel de muur, was belangrijke 70-er jaren mythologie, en ook 80-er jaren, en daar gaat het ijzeren gordijn ook weer over. Deze muur werd afgebroken in 1989, wat daardoor een belangrijk jaar is. De opdracht van de shamanen is om in de kerkgeschiedenis te gaan om deze kinderzielen uit de muren te bevrijden en ze terug te geven aan hun hemelse moeders. Socinus is een belangrijk beginpunt in deze operatie. 'Wat gebeurt er allemaal onder de grote kerken van het verleden ? Op zoveel bloed en beenderen is het gebouwd. En nog steeds schijnen de zielen te leven. Zij konden niet gedood worden. Zij ademen nog steeds, maar het zijn martelaren. Empathie, liefde, kan niet gedood worden, maar zie : Zij slapen.' 'Er loopt iemand door de tunnels, zoals er ook in de straten van de jaren 15001600 iemand loopt, een zwarte wachter. Bewaakt hij de tunnels, en de kooien, de diepe kerkers onder de grond, of is hij een bevrijder ?' 'Tedere zielen, opgesloten in de muren, vastgeperst, tot dichtheid, als onderdeel van een machine. Zij moeten strijden voor de kerk. Het zijn kindsoldaten. Ze willen niet, maar ze moeten. Hoe kan zulk duivels kwaad uitgeschakeld worden ? Maar meer nog : 'Wat is het ?' hoofdstuk 89 de hongarije sleutel Wat we om ons heenzien is niet zomaar kapitalisme, maar casinokapitalisme,

oftewel winstmaximalisatie, van mensen die op de kortst mogelijke termijn zo rijk mogelijk willen worden, ten koste van anderen. De jeugd begrijpt de tekenen niet van deze stroming, van het flitskapitaal, wat ook door kleding gaat, lichaamshouding, muziek, mode en trend. Ook goeiemorgen en welkom. Als je de tekenen niet begrijpt, ga je er dan in godsnaam zo snel mogelijk in verdiepen. Het is overal om ons heen als een blitzkrieg. Het is oorlog om je ziel. Niks gebeurt zomaar, er is geen instant koffie, instant bevrijding, en men liegt er maar op los als men zegt dat Jezus voor alle zonden is gestorven en dat je gered bent door daarin te geloven, want dit is de drugs die men in de kerk verkoopt. In het orthodoxe Dordt kun je niks aan je redding doen, want daar heerst de uitverkiezing, en die wordt niet eens door het geloof bepaald. Dat is dus een soort extreem kerkelijk stalinistisch communisme waarin er een bepaalde uitverkoren elite is die over de massa’s regeert, als in een machine, als in een theater. Extreem kapitalisme loopt gelijk op met extreem communisme, en is in principe gewoon hetzelfde, en ze trekken aan de touwtjes van de poppenkast. Het is zeer griezelig onder de Russische kerken, zeer duister, in allerlei tunnelstelsels, ijskoud, en de beer jaagt op je. De mens is slechts een marionet in hun ogen. Dit is dus een kwalijke vorm van gelijkheid, namelijk conformiteit. Elke kapitalist bouwt dus zijn eigen communisme om zich heen. Hongarije 1956 was de opstand tegen deze beer, het stalinistische bewind. In 1989 stortte uiteindelijk het ijzeren gordijn in als een vrucht hiervan. Alles is al gebeurd wat er moet gebeuren. De geschiedenis laat het pad al zien, in het preterisme. De mens moet hiertoe vechten om te ontwaken. De mens moet hiertoe puzzelen met de geschiedenis. Daarom kunnen we geschiedenis een mooi vak noemen, ook de kerkgeschiedenis. Hongarije was het eerste land wat begon met het afbreken van het ijzeren gordijn. In de slag bij Mohacs, een zuidelijke nederzetting van Hongarije, in 1526 werd Hongarije deels islamitisch, want de Turken van het Ottomaanse rijk, een Turks-islamitisch wereldrijk, viel binnen. De islamieten waren arianen, dus Yeshua was meer een onderwijzing en een voorbeeld dan een daadwerkelijke, letterlijke verlosser die blindelings geloof eiste. Het westen was een hel licht waardoor de mens verblind werd, en de mens moest op straffe van de dood in Jezus geloven, maar toen kwamen de islamieten die dit licht door duisternis

doofden. De mens in zijn drugsverheerlijking was niet meer het middelpunt. Zowel de katholieke kerk als de protestantse kerk bestempelden het arianisme als dwaalleer en ketterij, maar het was wel de basis voor het socinianisme en de Poolse broeders (de mindere gereformeerde kerk). De hongaarse sleutel is dus belangrijk om te beschermen tegen katholiek en protestants conformisme en extreem communisme. Het arianisme stelt ook dat Jezus, omdat het een schepping is, en meer metaforisch is, niet eeuwig is. Ook het eeuwig evangelie stelt dat Jezus een schepping is, en in haar poezie stelt ze dat aan het eind er ook geen daadwerkelijke Jezus meer is, maar slechts wat ‘jongens van lynx’, wat dan meer wijst op de islam en het socinianisme, en wat zijn wortels al had in Israel, want die zagen toen al dat het Jezus christisme volledig uit de hand liep en zwaar werd overdreven. Nederland is nooit binnengevallen door de islamieten, of toch ? Ik had een droom dat het hoofd van Hitler in dat van een aap veranderde. Op een heel morbide manier werd de aandacht op Israel gevestigd. Ook Spanje viel Nederland binnen, en de Spanjaarden hadden inmiddels islamitisch bloed door de binnenval van de Moren. Zelfs Calvijn droeg het islamitisch geheimenis (zie ons studie boek ‘De Calvijn Code’ hierover. Wat is het islamitische geheimenis dan ? We gaan zien dat het gewoon een onderdeel is van de Dordtse machine, en dat het uit Israel komt. 'We gaan met de socinianistische en hongaarse sleutel terug tot de machine van Dordt, onder haar kerken, diep in de tunnels. Je kan de heks horen zingen, die hen allemaal betoverd houdt. Je kan haar horen lachen. Ze houdt het westen in haar greep en zo de hele wereld. Hongaarse wachters marcheren.' 'Het snoephuisje van de heks van hans en grietje. Eens nam men van dit zoete vergif, en betaalde een hoge prijs, en ook hun kinderen leden hieronder : Een mysterie om op te lossen. Nu zit men vast in de machine, als robotten, om te strijden voor het vaandel van een kerk. Allemaal zijn ze tegen elkaar verdeeld, en tegen zichzelf. Iedereen stelt de ander verkeerd voor, draait dingen om. Het misverstand is koning.' 'In haar ketel roert zij de gedachten, tot een afgrijzelijk mengsel. Beenderen en

botten, en veel bloed, allemaal door elkaar heen, en de ketel kookt, en zij lacht. Zoveel geschiedenis onder lagen bedekt, en zij bouwt voort. Zo modern is zij nu, als gewitte, gelakte graven, maar het is nog steeds dezelfde ouwe heks.' hoofdstuk 90 gevangen in de muren Een kapotte klok geeft twee maal per dag de juiste tijd aan, dus ook de kapotte klok van Dordt. Het is slechts mythologie, en daar kan een andere betekenis aan gegeven worden. De mythe van Dordt moet daarom besproken worden. We zijn aanbeland in de jaren 1600. Er waren ook nog een ander type wachters in Dordt, namelijk de weerleggende wachters tegen de dwaalleringen, de Rejectors of R-wachters, waarvan er 34 waren. Laten we kijken naar de eerste R-wachter, R1. In de diepte komt het er op neer dat volharding in vleselijk geloof niets uitwerkt. In het materialisme om ons heen is vleselijke volharding een vereiste, in het rijk van de duivel. Je moet daarvan een teken dragen, zoals een stropdas, of jongetjes die denken dat ze hun lichaam helemaal moeten oppompen tot grote bulten vlees om de aandacht te trekken, of door ontzettend rijk te gaan lopen doen met grote auto’s, overdreven veel glimmende gangster sieraden, en voor de dames overdreven veel make up en allerlei tutterigheid, hoge hakken, allemaal tekenen van de volharding, of liever gezegd verharding, in het vlees. Maar wachter R-1 zegt in principe : daar gaat het niet om. Dat moet je juist niet doen als je tot God wil komen. Je vleselijk geloof en vleselijkheid moet afzwakken. Je moet niet naar de snelle paarden grijpen en je volhardend daarin oefenen en volmaken, want dan ben je een dienstknecht van de tegenstander. Pas op voor overmaat. Pas op voor de volharding en verharding van het vlees in vleselijk extremisme. Waarom wil je de machtigste, de grootste en de sterkste zijn ? Het

is allemaal vleselijke volharding, en zo kom je niet tot God of de hemel. Dat is niet wat de hemel is. Op menselijke manieren kun je daar niet komen. Het zijn valse zaligheden en de jeugd is erdoor verknipt. Ze krijgen geen onderwijs, maar worden gedwongen tot vleselijk onderwijs om hen op te pompen tot explosie. Ze zijn gevangen in de muren van de ondergrondse kerktunnels van de jaren 1500 en 1600. Hier worden ze samengeperst, en komen in de meren terecht tussen deze muren. Deze wachter snijdt los van vleselijke plichten en voorwaarden. Het is beer tegen beer, het vleselijke communisme, wat dus eigenlijk casinokapitalisme is, tegen hemels communisme, oftewel het minderheids-communisme, het zijn van de mindere. Wachter R2 : Er is maar een verkiezing. Dat is Gods verkiezing. De mens kan dat niet verzinnen. Dit is dus weer de strijd tussen de vleselijke mens en het geestelijke, de god-mens. Het gaat tegen al het menselijke en vleselijke in, zet alles op de reset. Het komt tegen elke vorm van vleselijke verkiezing. Wachter R3 : Het gaat niet om vleselijke gehoorzaamheid, maar geestelijke gehoorzaamheid. De mens hoeft volgens deze wachter niet het vlees te gehoorzamen, en kapt de mens van die plicht vrij. Wachter R4 : Toewijding is ook geen vereiste. Uiteindelijk gaat het om je hart, niet tot wie of wat je toegewijd bent, want mensen leven vaak cryptisch en in gebondenheid, mensen worden vaak bedreigd en geintimideerd en gemanipuleerd om zich aan iets toe te wijden. Uiteindelijk beslist God, en niet een organisatie of religie of geloof. God kijkt uiteindelijk niet naar regeltjes, maar wie je diep in je hart bent, naar je eigenlijke ik, niet naar wat anderen van je gemaakt hebben. Je hoeft jezelf niet als een hoer te verkopen om anderen te behagen of om je te bewijzen of om mee te kunnen lopen en mee te kunnen doen. Deze wachter strijdt hiertegen, en brengt je in de rust tot je eigen zelf, tot je eigen god-zelf, je hogere zelf, zoals je voorbestemd bent. Wachter R5 : Vleselijke kennis is geen vereiste. Je moet juist loskomen van vleselijke kennis, want dat zijn slechts vooroordelen zonder substantie.

Wachter R5 bevrijd kinderen uit valse scholen die hen worden opgedrongen tot het leren van het vlees en vleselijke werken. Wachter R6 : Tegen vleselijke schuld. Vaak worden mensen op de knieen gedwongen door valse schuld, en die zet de kettingreactie in werking, alsof die mensen dat dan ook moeten terugbetalen, zodat dan die andere valse, vleselijke verplichtingen komen. Wachter R6 snijdt los van valse schuld, bevrijd kinderen uit valse gevangenissen en strafkampen. Wachter R7 : Tegen vleselijke domheid. Het materialisme heeft als vereiste dat de mens domheid aanhangt. Het is de vleselijke plicht van de mens om dom te zijn. Deze wachter komt hiertegen, en leidt de mens tot ware kennis, tot de oproep om hemelse kennis te vergaren. Deze wachter opent de oren weer tot deze roep. Ik had als kind een droom dat ik door een vadsige vaderfiguur in de greep werd gehouden. Er was overal glas om ons heen. In de verte rende een ijle moedergestalte, achter het glas. De samenleving wil dat je volhard in vaderlijk vlees, in volwassen vlees. De rest van mijn dromen in de kinderjaren was om aan deze vadsige vaderfiguur, die altijd op mij jaagde, te ontkomen. Ik moest hiervoor naar de nederzetting van mijn grootouders vliegen. Dat was een heel gevecht. De R-wachters kwamen mij tegemoet en hielpen in de bevrijding. Er zijn goede R-wachters en slechte R-wachters. De vadsige vaderfiguur probeert je altijd een schuldgevoel aan te praten alsof je hem niet of niet genoeg liefhebt. Dan worden er ook grove leugens verteld. Zo probeert hij je te misleiden tot valse plichten en valse opgeblazenheid. Hij wil dat je als hem wordt. Zo gebeurt dat ook in het geloof, maar je wordt slechts geassimileerd. Je wordt onderdeel van de machine, een onderdeel van de ondergrondse kerkmuren, van het fundament, waar dingen gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen. Zowel de katholieke als de reformatorische kerk zijn monsters die kinderen verslinden, ze laten verdrinken in de grootst mogelijke horror. Er is geen plaats voor de moederschoot, maar natuurlijk heeft het systeem zijn eigen moederfiguur opgesteld, die niet naar je luistert, die vleselijk is, die je probeert te misleiden en verleiden, die aan grooming doet om

je in te wijden tot dienst aan het vadsige vaderfiguur. Pepermunt in de kerk. En die rol pepermunt gaat door de hele kerk heen. wat een geritsel allemaal tijdens de preek. Ze gaan weer aan de pepermunt. Er zijn ook valse versies van de wachters. De valse R6 is de onaantastbaarheid van de elite. Ook de SF-schrijver Ron L. Hubbard (1911-1986) die zijn eigen SF religie had gesticht vocht tegen het R6-implantaat. De duivel in zijn religie was genaamd Xenu, die dit vals implantaat onder dwang in de mensheid had geimplanteerd, en dit was ook genaamd : ‘de muur van vuur’, en ‘het traumageheugen’. Hij zei dat R6 geprogrammeerd was om degenen die R6 trachten uit te schakelen te doden. Wachter R16 : Tegen de dwaling alsof er geen dood van Christus, oftewel hemelse slaap, nodig is voor de elite. Zij hoeven dan niet te slapen, niet aan hun vlees af te sterven, zodat ze in onaantastbaarheid blijven, en anderen dag en nacht kunnen blijven onderdrukken als het nooit-slapende beest wat altijd stalkt. R16 leidt de mens dus terug tot de hemelse slaap. Hemelse duisternis moest komen, waar de islam een beeld van was, want de mens was te ver gegaan. Het was te licht geworden en het had iedereen verblind. Uiteindelijk komt deze wachter uit de grote verzoendag van de slaap van Ezau. Wachter R18 : Tegen de dwaling dat de mens niet met geestelijke gaven was geschapen. Deze wachter strijdt dus tegen de psychiatrie, die alles wat buiten het vleselijke valt als ziekte bestempeld om zo haar medicijnen te kunnen verkopen om deze gaven uit te doven en te onderdrukken. Ook Ron L. Hubbard streed tegen de psychiatrie, tegen R18 dus. Wachter R25 en R27 : Dit is een strijd tussen de elitaire wil en de menselijke wil, om de monopolie van de wil, wat we ook in de dentistrie tegenkomen. Ze implanteren over het algemeen tegen de wil van de mens, omdat er in dit verrot land een vullingplicht is. Je kunt zeggen : Het gaat om God’s wil, maar zij doen zich voor als God’s wil, en hebben dit van God dus gestolen. Het zijn oplichters, implanteurs van de duivel. Pas op voor de valse wachters R25 en R27. Het zijn grote monsters. Het gebeurt door de leugen van de erfschuld en de erfonwetendheid. Die lui weten niks, maar willen van alles, en projecteren al

hun eigen rommel op de ander. Het is een valse religie. Wel is het zo dat God altijd weer hoger is, dus er zijn ook een goede R25 en R27. De wachter die hier tussen is, wachter 26, gaat weer over dat het geen zin heeft jezelf vleselijk te verharden in deze dingen, dus die strijdt ook tegen de valse wachters van R25 en R27, ter bewaking van de heilige wil. hoofdstuk 91 het suri geheimenis Empathie praat de zonde niet goed. Empathie verwent de zondaren niet. Empathie is streng, juist omdat zij de Empathie is, een bewaarder. Zij jaagt op de zonde, omdat zij empathie is. Zij staat naakt in het veld met een speer. Er is niets tussen haar en Moeder Wildernis in. Zij is Moeder Wildernis. Niemand ontkomt aan Empathie. Zij is onweerstaanbaar en onontkoombaar. Dat wil niet zeggen dat ze gedwongen worden in de wildernis te leven met moeder wildernis, maar dit is alleen waar zij in empathie kruizen met haar, dus in de mate van hun eigen empathie. Alles wat geen empathie is is trouwens maar een schaduw. Het is niet echt, maar toch is het er. Het westen wil het niet zien. Ze hebben in het vlees een karikatuur van Israel gemaakt, het in hokken gestopt om er monopolie over te krijgen door het moderniseren van de hebreeuwse taal. Maar Israel had oorspronkelijk alleen mede-klinkers als taal, en later hebben ze de klinkers erbij verzonnen, dus het kon net zo goed anders zijn. Zoals Sarah ook net zo goed Suri kan zijn. Het gaat erom tot het Israelitische oer te komen. Alle talen veranderen door de tijden heen, en daarom moeten we terug naar de bron, ook naar de Israelitische bron. Daarom heeft de Israel code me altijd al geinteresseerd. Je verliest het spel als je Israel bekijkt door de ogen van de matrix. Het gaat erom tot de oorspronkelijke Israelitische hieroglyphen te komen, tot de geestelijke archeologie. Zo komt de mens tot de ware betekenis.

Sarah, of Suri, is de gevangenis bewaarder in de grondtekst, als een beeld van God, en Paulus laat in de Korinthe brieven zien dat dit een beeld is van het toetsen : ‘elk bedenksel als krijgsgevangene nemen’. Suri is het symbool van het toets-resultaat, de verbrokenheid. Spreuken 15 zegt dat de boom des levens een zachte tong is. Spreuken 25 zegt : Door lankmoedigheid wordt de machtige vermurwd, een zachte tong verbreekt beenderen. Zachtmoedigheid, empathie leidt dus tot verbrokenheid. Dat is waar Sarah of Suri voor staat. Geloof, hoop en liefde, maar de meeste van deze is de liefde, oftewel de empathie, zegt Paulus in de Korinthe brieven. Alleen de gnosis kan ons er doorheen helpen, niet door macht, geweld, geschreeuw, geloof of geld. hoofdstuk 92 back to the future : oorlog in amsterdam – de betekenis van de tachtiger jaren mythologie Er is veel meer gaande dan zomaar het ogenschijnlijke leven. Telkens als je slaapt zaai je voor je verdere leven, totdat je droomt, wat een beeld is van het openspringen van het zaad. Er komt dan een heleboel energie vrij, verborgen stoffen, en die gaan chemisch op elkaar inwerken. Als je dan uiteindelijk wakker wordt voor de nieuwe dag dan is dat puur een cryptische beleving en ervaring van de oogst. Zo mag je met het nu en de geschiedenis omgaan. Ik had een droom dat de geschiedenis door elkaar heen begon te lopen. Er waren mensen van verschillende tijdperken in mijn leven. Het was in een andere wereld, op een andere planeet. Een groepje van die mensen zou met een voertuig naar ontwikkelingsgebied gaan om daar te helpen. De bestuurder was een moeder van een schoolvriend van het college, en hij ging zelf ook mee. Verder was er een schoolvriend van mijn theologische opleiding en wat

vrienden van verschillend vakantie werk, en ze kenden elkaar allemaal niet, maar in die droom kenden ze elkaar. Toen het voertuig wegging wenste ik ze allemaal succes, maar mijn tasje hing er nog aan, en ik begon achter het voertuig aan te rennen. Ik wist dat ze eerst nog wat in het dorp moeten doen. Ik raakte ze kwijt en begon toen het hele dorp af te kammen, op zoek naar mijn tasje, wat dus nog aan het voertuig hing, en daar zat mijn geld in, mijn pasjes, bibliotheek pasje enzovoorts. Eindelijk kwam ik de groep weer tegen en de groep was nu veel groter en ook het voertuig zou veel groter zijn, want het was bijna een station, en er was ook een winkel bij, en het bleek dat daar ook nog een heel groot krat stond met inkopen van mij wat ik aan hen geschonken had. Ik begon even het krat te doorzoeken, en het was nogal rommelig, en dingen waren al aangebroken, dus ik vroeg me af wat het nog waard was. Er liepen hier nog meer tijden door elkaar heen, ook nog mensen van veel latere tijden van mijn leven, en een vrouw die de leiding had over ontwikkelingshulp zei toen tegen me : ‘Later als je gaat verhuizen dan kunnen we dit voertuig er ook voor gebruiken, om zeven uur.’ Het bleek haar voertuig te zijn. Ik wist niet waar het was, en ik dacht ook toen : Laat dat tasje maar zitten, want het is toch maar een droom, en toen later dacht ik nog : Dat tasje mag wel naar de ontwikkelingshulp. Ze zullen het nodig hebben. Allerlei tijden liepen dus door elkaar heen in de droom, en die kwamen allemaal samen voor een doel : ontwikkelingshulp, empathie, het zoeken naar de verloren schapen, als de goede herder. In de tachtiger jaren, rond 1985, ging ik met die schoolvriend van het college en zijn moeder naar Amsterdam. Daar zouden we naar zijn familie gaan en naar de Rocky IV film, wat een gevechtsfilm was, een boksfilm, tussen Rusland en Amerika, communisme en kapitalisme. Ik gaf zelf niks om boksen, heb ik nooit gedaan, maar het was een verhaal, een metaforisch verhaal, en die schoolvriend wilde het graag zien, dus ik ging mee. We gingen daarna een paar dagen logeren bij zijn oom, en gingen ook nog even naar een tante van hem in Amsterdam. Later begon ik steeds meer de cryptische waarde van die dagen in te zien. Het bereidde mij voor op de oorlog in Amsterdam, waar ik later zou wonen en werken, ook voor de ontwikkelingshulp. Ik heb ook in de Bijlmer gewerkt onder Afrikanen. Toen ik in 85 in Amsterdam was met de college schoolvriend en zijn moeder was Radio Africa van Latin Quarter op de radio, en ik vond het zo apart, alsof ik in een

andere wereld kwam. Het was zo alternatief. Aan het einde van de dagen gingen we naar zijn vader die in Hoorn zijn kantoor had bij een computerbedrijf, IBM. Die zou ons weer thuis brengen. We waren ook even op zijn kantoor. Toen ik weer thuiskwam ging ik verder met een computerspel op mijn commodore 64 op zolder waar ik mijn kamer had. Het was een spel van een pyramide in de wildernis. Eerst moest je door een woestijn waar de pijlen van de rovers je om de oren vlogen, en als je dan in de pyramide was gekomen, dan vielen daar allerlei grote stenen naar beneden en zakte je door de grond enzo. Ik kwam er maar niet doorheen. Toch kwam ik steeds een stukje verder. Zo zou mijn leven ook zijn. Ik was op ontdekkingstocht. Het wachten is op alle tijden die bij elkaar komen en met elkaar gaan samenwerken. Rocky IV speelde zich dus af als beeld van de koude oorlog. Het ijzeren gordijn bestond nog steeds in 1985. Rocky ging hiervoor helemaal naar het besneeuwde, koude Rusland, dus hij moest al zijn luxe en gemak achterlaten, net zoals ik mijn tasje met pasjes moest achterlaten. Toen ik rond 1988 zelf met school excursie achter het ijzeren gordijn ging, naar Tsjecho Slowakije werd ik ook beroofd van mijn portemonee waar ook mijn bibliotheek pasje inzat, naast wat geld. Die portemonee zat in mijn jas, en die jas had ik deels zelf gemaakt, want ik had er allerlei emblemen opgenaaid. Midden in de nacht was er in het hotel namelijk gegil, en mijn Surinaamse klasgenoot die op mijn hotelkamer sliep dacht dat het een van onze schoolmeisjes was, dus die rende de hotelkamer uit en liet de deur openstaan, dus toen kon de dief binnenkomen. Ik was ook wakker geworden, en er stond zo ineens een Tsjecho Slowaakse man in onze kamer. Ik dacht daar toen verder niks bij, maar later bleek dus dat mijn jas met portemonee weg was. Gelukkig had ik nog wel wat extra geld en een regenjas in mijn koffer. Later dacht ik nog : ‘Ach, die mensen hebben het meer nodig dan ik.’ Het Rusland probleem van extreem communisme als monopolistisch kapitalisme voor de elite was een groot probleem, en Rocky’s Russische tegenstander had ook nog eens in het geheim anobole steroiden binnengekregen door injecties, als beeld van de opgeblazenheid van dit vleselijke systeem. Het is dus een stuk tachtiger jaren mythologie, zelfde als Back to the Future, ‘terug naar de toekomst’, waarin je dus terug moet gaan

tot de geschiedenis om de toekomst te kunnen veranderen, en de toekomst in moet gaan om het verleden te kunnen veranderen. In die zin is de toekomst dus allang geweest. hoofdstuk 93 het hemelse geheimenis van de zeventiger en tachtiger jaren Zeventiger en tachtiger jaren mythologie is net zo symbolisch en dichterlijk als de mythologie van tweeduizend jaar geleden. Als je nog steeds gelooft dat Jezus letterlijk voor je zonden is gestorven en alle heibel die daarbij komt kijken en er omheen ligt dan heb je je huiswerk niet goed gedaan, en ben je niet dichterlijk aangelegd nog, want het spreekt van een hele diepe symboliek. Het zou dezelfde stommiteit zijn als wanneer je na tweeduizend jaar de mythologie van de zeventiger en tachtiger jaren letterlijk zou nemen, en het probleem is dat men dat zelfs nu al veel doet. Het probleem is veelal de gemakszuchtige na-aperij van ongefundeerd clan-geloof, school-geloof, media-geloof en familiegeloof. Zo zijn er mensen die klagen over de zeventiger en tachtiger jaren muziek die ze als kind hoorden : ‘Ik kom erachter dat alle liederen waarvan ik als kind hield en nog niet kon verstaan allemaal over sex gaan.’ Are you kidding me ?? Duizend en duizendmaal nee als we het over de zeventiger en tachtiger jaren hebben. ‘Ja, maar ‘give me the night’ en ‘one more night’ gaat allemaal over sex,’ zeggen ze dan. Ja, dat waren thema’s van de zeventiger en tachtiger jaren, maar wij hebben dat altijd verstaan als het vragen om het kruis, je kruis dragen en de nacht ingaan om de verloren schapen te zoeken. ‘Mag ik de nacht in ?’ vraagt de goede herder. ‘Ik wil niet in de veilige schaapskooi zijn in het licht. Ik wil op zoek gaan naar de afgedwaalden van de kudde. Alsjeblieft, geef me nog een nacht.’ Het is de shamaan die de onderwereld inwil voor de missie.

‘In the air tonight’ is grote tachtiger jaren mythologie waar de geleerden al tijden hun hoofd over buigen en breken, omdat niemand weet wat het nu betekent, en het blijft maar gedraaid worden. ‘Ik kan het voelen komen in de lucht vannacht. Ik heb hier mijn hele leven op gewacht.’ Wat is het ? We hebben het over het jaar 1981. In de zeventiger jaren was er het thema ‘saterday night fever’, oftewel de eeuwige sabbat, die komt als een hemels virus om de vleselijke werken te doen staken, opdat de mens geestelijk kan werken door een mind altering ervaring, wat ook ontstond vanuit de luchtgolven. Het is niet iets wat gedeeld kan worden en ook niet kan gestolen, want het is iets heel persoonlijks (night fever, 1977). Jaren geleden had ik een droom dat ik in een bus zat die naar het noorden van het land moest. Op de een of andere manier raakte ik in een of andere extase of een hemels uitzinnig soort droomslaap in die droom in de bus, en ik vergat uit te stappen in het noorden van het land, Ik vergat gewoon tijd en ruimte en alles in die bus, dus toen vroeg ik waar we waren, toen mensen begonnen binnen te komen met een vreemd soort scandinavische taal. Ze zeiden dat de bus al in Denemarken was. Ik had zoiets van: "Oh nee ... nou ik moet uitstappen dan en de volgende bus nemen terug naar Nederland." Dus ik deed de bus stoppen, stapte uit, en het was gewoon magie die me overweldigde, zoveel dat ik niet eens terug wilde. Ze vertelden me waar ik aan de andere kant van de weg moest instappen, maar daar ging ik gewoon niet heen, omdat ik wilde blijven waar ik was. Ik voelde me daar thuis, en ik vroeg me af waarom. Toen zag ik dit enorme hemelse sabeltandbeest. Het zei dat zijn naam "Night Fever", Nacht Virus dus, en het was om mensen door de ijstijd te leiden, dat ze in de donkerste nacht tot de hemelse koorts zouden komen om er door te komen. Het nachtvirus gaat zich dan cryptisch vertalen om haarzelf te bewaren en verbergen, en dat uit zich in het wakker worden en een nieuwe dag ingaan. Waarom Denemarken ? Kierkegaard leefde in de tijd van Schopenhauer, en

was iets jonger en kwam uit Denemarken, wat een verlengstuk van Duitsland is en zich dan weer opsplitst in Noorwegen en Zweden. In mijn dromen over Denemarken ging het vaak over de nachtkoorts, wat ook weer aan Kierkegaard verbonden is. In Kierkegaard's boek 'Vrees en beven' (1843) stelt hij dat Abraham werd tot een monster om Izaak van de borst van Sarah te laten ontwennen, en waardoor Izaak zijn geloof verloor. Het kind moet namelijk de bron in zichzelf zoeken, zijn innerlijke moeder. Volgens Kierkegaard was de moederborst voor dat doel zwart gemaakt. Het kind moest zo van geloof komen tot de rede, tot de hogere rede wel te verstaan, van het individu. Daarom liepen de paden van de kerk tot de filosofie. De nachtkoorts wijst dus ook op het Abraham en Suri verhaal, wat onder het exodus verhaal ligt. Ik had eens een droom over dat ik met kamp in Duitsland was, maar daar scheen ik ook te wonen. En er werd gewoon Nederlands gesproken. Het was natuurrijke omgeving, en ik was daar in de natuur, en kwam wat mensen uit Denemarken tegen die hier waren gekomen en weer terug zouden gaan, maar ze hadden het over een oorlog in Denemarken. Er werd met kanonnen geschoten. Ik vroeg toen of er hier in Duitsland ook oorlog was, maar dat was niet zo. In Duitsland was het veilig. Ik ging toen weer terug naar het kamp. Volgens Kierkegaard ging het niet om zomaar een onderwijzer te zijn, maar een getuige. We zijn er niet voor om allemaal maar door te geven wat anderen in boekjes hebben geschreven, zoals de kerk telkens maar weer doet, maar we zijn er voor om getuigen te zijn van deze diepere dingen. Daartoe kwam het Duitse filosofische evangelie, om de weg te banen voor het persoonlijke, want de mens was door de kerk vastgeraakt in voorouder verering, terwijl de voorouders er meer mee gediend zouden zijn als hun materiaal kritisch verdiept zou worden. Ook de voorouders waren vastgeraakt. Er moesten meer natuurdynamieken geopenbaard worden, de missing links. Kierkegaard stelde dat de waarheid een samenstelling is van dingen die niet bij elkaar horen, zoals Spinoza's God van de atheïsten. De waarheid is dus het absurdisme, wat ook de taal is van de ware werkelijkheid. Juist door het absurde, oftewel het vreemde, te haten kwam de mens in een valse werkelijkheid terecht. De mens was niet meer vrij. De absurde werkelijkheid

roept tot de mens, en zal alleen maar harder roepen, maar de koppige, wilszuchtige mens zal niet luisteren, want die aanbidt zijn naïviteit en verwendheid. De absurde werkelijkheid zal oprijzen als een storm, totdat deze mens als riet zal knakken, opdat de diepere, absurde mens, zichtbaar zal worden, de vreemdeling, het individu. De kudde mentaliteit zal dus knakken. Het is buigen of breken. Schopenhauer stelde al dat het masker niet al de tijd opgehouden kan worden, omdat het slechts een masker is en geen wezenlijk deel van de mens is. Daarom zal de mens in een onbewaakt moment zijn masker verliezen. Een popster uit de 60-er jaren (Jim Morrison) sprak : 'Waar is je wil om vreemd te zijn ?' Dat zou dan de ware wil zijn die voortkomt vanuit kennis. Voor Kierkegaard was taal het voertuig of het orgaan van de mogelijkheden, en daarom noodzakelijk om tot het absolute zelf te komen. En die taal was het absurde, oftewel het pionieren, het bruggen bouwen tussen dingen waar nog nooit bruggen tussen zijn gebouwd. Dat was de opdracht voor de eenling. De brokstukken van die bruggen waren er al. De mens mocht dus ook niet teveel overboord gooien, want het was creatief, potentieel materiaal. Daarom mocht de mens spoorzoeken in de psyche, want daar lag toch het pad. Hierin moest de mens de taal te slim af zijn. Voortdurend strikt taal de mens. De mens laat zich alles voortdurend uitleggen door taal, terwijl dat juist ook weer zoveel dingen verbergt en afdekt. Daarom moet de mens leren vindingrijk te zijn, en taal te gebruiken als een middel, als creatief materiaal, niet als een objectieve werkelijkheid. De mens moet leren transparanter om te gaan met taal. Taal zonder filosofie is een bedrieger, zoals de orthodoxe taal farizeeers die de hoofden van kinderen plunderen door het 'dat' en hen niet verder helpen met het waarom. Taal leraren kunnen op school het ergste tuig zijn wat er op kinderzielen wordt afgestuurd. In de zeventiger en tachtiger jaren was het thema gelijk oplopen met de nacht, gelijke tred houden met de nacht (running with the night), en dit de gehele nacht vol te houden (all night long), als een beeld van het volharden in het kruisdragen, en hierin moest men zien te overleven (staying alive).

Staying alive ging over de verbrokenheid van de stad waarin iedereen zou gaan trillen, en dat dit de weg naar het leven was, anders zou het nergens naartoe gaan. hoofdstuk 94 een verborgen en geheime speelgoedwinkel In een droom vannacht ontdekte ik een verborgen speelgoedwinkel diep onder de grond. De speelgoedwinkel werd zwaar bewaakt door criminelen, en allerlei ander vuig spooksel, dus er was nog wel een kleine oorlog nodig om er in te komen. Er moesten ook wat ruiten ingeslagen worden, wat allemaal in de context lag van een detective missie, want ik was daar ook met James Bond, een detective van boeken uit de vijftiger en zestiger jaren, en waar ik in mijn jeugd ook wel veel films van heb gekeken uit de zestiger, zeventiger en tachtiger jaren. Toen we eindelijk binnen waren lagen er ook pakketten met speelgoeddorpjes zoals vissersdorpjes. Speelgoed is verder metaforisch, dus er wordt geen dier kwaad gedaan, net zoals speelgoed geweertjes geen mens kwaad doen, maar alleen iets hogers uitbeelden, en juist ook een genezing zijn van het aardse letterlijke kwaad wat ervan gemaakt is, wat in principe dus door vals, uit de kluiten gewassen en over de grenzen heengegaand speelgoed is gedaan. Ik heb dus altijd een interesse gehad in vriendelijke vechtsporten (niet boksen, want dat is schadelijk voor de hersenen en de gezondheid, alhoewel in verhalen en speelgoed dit dan weer anders is). Verhalen, speelgoed, spelletjes en sporten, role play gaming, hebben dus altijd een verzachtende functie. Toen ik eens met iemand anders ging evangeliseren in Doorn waar ik studeerde kregen we van een man die we aanspraken te horen : ‘Ga spelen.’ Ik kan hem achteraf geheel gelijk geven. Ik heb dus ook altijd een interesse gehad in oorlogsspeelgoed en gevechtsspeelgoed vanwege bovenstaande redenen. Het sprak tot mijn verbeelding, en het inspireerde me, en genas me. De mensheid kan zo veel

beter. Door de ondergrondse geheime speelgoedwinkel in te nemen kwamen we aan in een dorp achter de speelgoedwinkel, en dat dorp werd ook nog beheerst door criminelen en allerlei vuig gespooksel, dus we moesten hier ook verder met de oorlog. Er waren ook wat anderen bij. We hadden vuurwerk wat we moesten aansteken, en we moesten van huis tot huis gaan om mensen vrij te zetten, maar die woonden dus gewoon tussen de criminelen en het gespooksel in, dus het liep allemaal door de families heen en de woonwijken. Een oorlogsmaat stak wat vuurwerk aan, en vroeg mij toen ook wat vuurwerk aan te steken, maar ik durfde niet. Ik was hier helemaal niet mee vertrouwd. Ik was ook bang voor schade claims of dat er dingen mis zouden gaan. Voor mij was dit vuurwerk allemaal heel nieuw. Ik stak toen de lucifer aan om het lontje aan te steken, maar trok op het laatste moment de lucifer weg. Toen pakte mijn oorlogsmaat de lucifer en deed het zelf. Schijnbaar had hij het eerder gedaan, en ik besefte niet eens dat ik droomde. Er moest toen ook heel wat op de computer gedaan worden. Er waren allerlei virtuele werelden. Aan het einde van de droom had ik een gesprek met een vrouw, en die woonde ergens in het bos, dus die zou mij meenemen in de natuur naar haar huis. Ze had haar fiets bij haar en ik ging achterop zitten. Het was mooi weer. Ik zag er naar uit. Het dorp was inmiddels bevrijd. Er is geen eeuwigheid zonder 'god' (empathie, hogere kennis). Niemand wordt gedwongen om eeuwig te leven. Dat zou slavernij zijn. Veel mensen kiezen voor de eeuwige slaap en rust die uiteindelijk in de vergetelheid eindigt alsof ze nooit hebben bestaan. Empathie houdt mensen in leven, maar religie en ieder ander mens moeten begrijpen dat het nooit buiten het zelf bestaat, wederzijdse overeenstemming. Je wordt empathie, je leeft 'voor altijd', omdat het levensreddende kwaliteit heeft voor degenen die het ook worden, en het zoekt altijd naar het verloren schaap als de goede herder, hoewel het hun eigen wil niet zal belemmeren, dus het zal altijd heel beperkt zijn. 'Eeuwigheid' is slechts een stijlfiguur en betekent volledigheid, compleetheid. Tijd noch eeuwigheid bestaan letterlijk. Mensen ervaren tijd omdat hun bewustzijn tussen fragmenten beweegt, maar het is een illusie. Het is een beeldspraak voor de voorwaarden van het leven in spirituele wiskunde. Je kunt je afvragen of deze mensen die kiezen voor eeuwige slaap en vergetelheid echte mensen

waren of slechts schaduwen, kunstmatige intelligentie. Er is geen echt bewustzijn in het middelmatige en in het kwaad, noch ware identiteit, dus ik zou zeggen dat het slechts projecties, emanaties en reflecties zijn. hoofdstuk 95 de vuilnisbakken koning Lezen : ‘Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de volkomen en eeuwige kennis van de baarmoeder, dat alles te boven gaat. Hierom heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik de wedergeboorte door de baarmoeder des hemels moge winnen, en hierin moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de vleselijke wet, te bezitten, maar de gerechtigheid door de hemelse slaap en zwakheid in de baarmoeder, welke uit God is op de grond van empathie.’ Filippenzen 3 in grondtekst en diepte 2 Petrus 2 ‘Hen is overkomen, wat een waar spreekwoord zegt: Een hond, die teruggekeerd is naar zijn uitbraaksel, of: een gewassen zeug naar de modderpoel.’ We worden opgebracht en zijn omsingeld door onze eigen afvalstoffen. Wat we om ons heen zien zijn onze eigen onverwerkte afvalstoffen die nog gerecycled moeten worden. De mens doet dit door te communiceren in, door en met de afvalstoffen, zoals ook bomen onderling met elkaar communiceren door schimmels op de wortels.

Metaforisch gezien kunnen we dit ook noemen : de communicatie door het kruis, zoals we weleens zeggen : door het kruis zijn we aan elkaar verbonden. Als een lid lijdt, lijden alle leden. De mens moet daarom leren leven met afvalstoffen, want zo wordt ook het immuunsysteem aangewakkerd. Dat kan de medische wereld niet voor je doen. Ze voeden je met misinformatie, genetisch gemanipuleerd voedsel en medicijnen die meer kwaad doen dan goed, zodat ze hun monopolische macht kunnen bewaren en de mens in slaap kunnen houden. De vijand heerst in deze wereld, en het zijn onze eigen afvalstoffen die nog niet verwerkt zijn. Vandaar de noodzaak tot recyclografie en recyclocratie, en niet onze koppen in het zand steken als struisvogels. De vijand, onze eigen afvalstoffen die om ons heen drijven, wil ons verleiden tot conformisme, tot trouw aan de wensen van de samenleving, en dit gaat ook door ‘grooming’. Je bent gegroomed, overmatig verwend en omgekocht, door je eigen afvalstoffen, tot een slaaf, een pavlov hondje. Je denkt misschien dat je al heel wat bereikt hebt, dat je al heel wat kan en heel wat gemaakt hebt, maar je moet het beschouwen als afval, om het tot een hoger niveau te brengen. Wees niet te snel tevreden en overtuig jezelf niet te snel. Deze wereld is je eigen afval en roept tot recycling, bezinning, herbeschouwing. Ook al het aardse licht om je heen is afvalstoffen, en het is brandstof wat verwerkt moet worden door fotosynthese, waardoor er ook weer biologische stoffen worden opgebouwd in de mens zelf. Je kunt heel veel niet rechtstreeks nemen. De mens heeft goede filters nodig in de filterologie, anders gaat de mens eraan, komt de mens om door zijn eigen afvalstoffen, als honden die terugkeren tot hun braaksel. Hoe ga je met afval om ? Stel het niet mooier en beter voor dan het is, anders wordt het je tot een strik. Ook leugens zijn afvalstoffen. Het is niet de waarheid maar een brandstof wat je kunt gebruiken, niet om na te volgen, maar om te verwerken, om er creatief door te worden, het je te laten inspireren. Het moet gedraaid worden, op een andere plaats komen, in een andere verhouding, in een andere combinatie en een andere hierarchie. Het wekt dus je eigen immuunsysteem op en het creatieve verbeeldingsvermogen. Het blijft totdat je er iets mee doet, en dan ga je naar het volgende niveau. Maar alsjeblieft : Maak het afval niet tot koning.

hoofdstuk 96 de diepere betekenis van oorlog en armoede In de supermarkt werd ik opgepikt door Money’s Too Tight uit 1985 (1982, origineel), over een man die ontslagen was van zijn werk en geen schoenen voor zijn kinderen kon kopen. De dagen erna bezocht het nummer mij ook in mijn dromen, telkens weer, als een branding met heel hoge opstaande golven als watermuren, en ze gingen aan land. Het was heel prachtig, als een opname. De man krijgt eigenlijk geen hulp en krijgt telkens te horen : ‘Je hebt pech. Geld is te krap om ook maar te noemen.’ Dus zijn kinderen liepen zonder schoenen. Wat betekent het ? De voet betekent contact met de aarde, en met het oer, de fundamenten, dus als je bijvoorbeeld droomt dat je geen schoenen hebt, dan is dat een beeld van het komen of geopenbaard worden van oerkennis. In mijn droom was het nummer trouwens veel langer, het ging maar door. Mensen hebben de koopziekte en bedekken meer dan nodig is. Alles bedekken ze met hun vele geld, en houden dingen achter, ook hoe arm anderen zijn. Ze doven hun geweten en bewustzijn met al hun geld. Daarna een droom gehad over een oorlog over schilderijen, en een droom dat ik thuis was en dat er allemaal verschillende soorten melkproducten in de koelkast waren maar ik vroeg me af of het wel goed was. Er waren gevechtsvliegtuigen van vegasouth. De maan matrix heeft de voeten afgesloten, losgekapt van moeder natuur. Dikke lagen stadse make up op de voeten, oogverblindend fel. Het verspreid een parfum als een wachter. De mens komt er niet zomaar langs. De maan satelliet houdt de mens in de gaten. De mens is verstrikt in een warnet van bloedlijnen. Vaak werden mensen bij elkaar gezet in families door het stadse systeem. Maar de ware bloedlijnen lopen veel dieper. Opeens vielen mensen van de familie binnen in mijn huis

terwijl ik achter de computer zat in mijn droom, en ik was kwaad. ‘Hoe kunnen jullie zomaar ongevraagd binnenkomen ?’ Maar toen kwam ik erachter dat het niet de aardse bloedlijnen waren, maar de diepere indiaanse bloedlijnen van de natuurvolkeren. Ik kwam tot rust, en ik had er vrede mee. hoofdstuk 97 - 1 Krenterig 13:13 Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde (empathie), deze drie, maar de meeste van deze is de liefde. 1 Korinthe 13:13 In de kerken hebben de gelovigen dit veelal verdraaid tot : ‘Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is het Geloof.’ En ze doen er nogal krenterig om, want natuurlijk hebben zij ook nog eens het enige ware geloof en de monopolie erop, als 1 Krenterig 13:13. Sommigen hebben er van gemaakt : ‘Zo blijven dan: Geloof, hoop en geld, deze drie, maar de meeste van deze is het Geld.’ En zo wordt de liefde, de empathie, helemaal niet meer genoemd. En weer anderen hebben ervan gemaakt : ‘Zo blijven dan: Geloof, hoop en familie, deze drie, maar de meeste van deze is de familie.’ Let op : de armen worden niet genoemd. Yeshua had niets op met de familie. ‘Laten de doden de doden begraven.’ Zijn ware familie waren degenen die de hemelse wil deden, niet de aardse wil. En zo heeft de mens vele afgoden.

Deze gelovers zijn geen weters, en deze gelovers hebben geloof boven liefde geplaatst, en daardoor is hun liefde verstikt, en dat kun je ook wel zien aan hoe ze met anderen en dieren omgaan. Ze volgen gewoon anderen na, dus alles is slechts van horen zeggen. We gaan verder met het bespreken van de maan-matrix. Wat doet het ? Het houdt de mens koud. Het scheidt een bepaald zenuwgas af om de liefde te verstikken. Het is een gevangenis satelliet. Hier gaat ook het boek (1955) en de film (1979) Moonraker over, van Ian Fleming, in de James Bond serie. De schurk in het verhaal wil de mensheid vernietigen door het zenuwgas om zijn nazi superras de aarde te laten bezitten. Vannacht had ik een droom dat ik naar de maan satelliet ging om er een hele jonge zwarte panter te bevrijden. Het beestje was helemaal ondervoed, en ik voedde het, en het pantertje begon mijn hand te likken. Het was een heel authentiek en echt gevoel. Zoiets kun je niet verzinnen. Het was diep van de natuur. Ik liep eens naar de supermarkt, en toen kwam ik een heel klein poesje tegen, en die kwam naar me toe, want ik riep hem, en ik bukte en begon het beestje te aaien en te knuffelen, en het begon mijn hand te likken. Zo’n gevoel was het. De maan heeft knopen gelegd in de bloedlijnen, en leidt zo alles om, heeft de geslachtelijke verschillen verdraaid, zodat geestelijke vruchtbaarheid uitblijft. De maan schept de illusie van tijd en eeuwigheid, de veranderingen en het wisselen van de seizoenen. De maan schept een stads superras, gebaseerd op blind, gekocht en overgedragen geloof, niet op liefde en empathie. Telkens weer worden nieuwe slachtoffers hierin ‘gegroomed’, in het loverboy syndroom, of lovergirl. De maan geeft de illusie van 3D, zodat de mens opgesloten raakt in een hologram. De maan geeft de illusie van chronologie en van grootte. Moeten we

daar dan allemaal achteraan hobbelen ? Ik zou het niet aanraden. De mens zit volledig vast in de kwebbologie van 1 Krenterig 13:13. Het is tijd dat de mens terugkeert tot hoe het oorspronkelijk was in 1 Korinthe 13:13 : ‘Zo blijven dan: Geloof, hoop en empathie, deze drie, maar de meeste van deze is de empathie.’ Dat is de enige weg eruit. Het is de weg er dieper in, de weg van de detective. Waar zijn de geestelijke detectives van vandaag de dag of eet men gewoon wat men voorgeschoteld krijgt ? De maan geeft de illusie van machtsverhoudingen, van hierarchieen, ook van sociale hierarchieen, van meerderheden en minderheden. De maan geeft de illusie van meer en minder, eerste en laatste, hoog en laag, groot en klein. In de stad is alles omgedraaid. De mens heeft een bedekkingsziekte. Alles wil de mens bedekken, omdat de mens heel wat te verbergen heeft. Daar geeft de mens al zijn goede geld aan uit. Toen ik het pantertje had bevrijd en het pantertje mijn hand likte zei het : ‘Meat’. Het was dus een sprekend pantertje. Weet je ook wat het betekent ? Nee, het is geen letterlijk vlees. Het pantertje is een roofdier uitgezonden om het vleselijke, aardse festijn te vernietigen, te verslinden. Het voorhangsel moet scheuren. Daarom hadden ze het pantertje ook opgesloten. Maar ze konden het pantertje niet doden, want het pantertje was de liefde, en de liefde is sterker dan de dood. Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem, waarom wilt gij de liefde opwekken en prikkelen, voordat het haar behaagt ? Want sterk als de dood is de liefde onverbiddelijk als het rijk van de doden de hartstocht, haar vlammen zijn vuurvlammen, een vuurgloed des Heren. Vele wateren kunnen de liefde niet blussen en rivieren spoelen haar niet weg. Al bood iemand alles wat hij bezit voor de liefde, smadelijk zou men hem afwijzen. Als zij een muur is,

dan bouwen wij daarop een zilveren tinne; maar als zij een deur is, dan sluiten wij haar af met cederen planken. Hooglied 8 Er is een tijd voor de liefde, want liefde komt in vele gradaties en is geen hoer. De liefde is ook meedogenloos en keihard, en dat wordt vaak vergeten. De liefde kan ook onverbiddelijk ‘nee’ zeggen, juist omdat het de liefde is. De liefde overziet alles en weet wat het beste is. hoofdstuk 98 de verloren ark van de tachtiger jaren In het Picture boek album van Simply Red gaat het erover dat velen kwamen om het plaatje of schilderij te bekijken, maar dat er slechts een een kaartje ervoor had gekregen, het recht had om het ook daadwerkelijk te bezichtigen, maar dat hij dus allang weer weg was, dus het was een feit in de geschiedenis. En het was een bijzonder schilderij, in de zin dat het kon vertellen waarom iemand tot het schilderij kwam, als een beveiliging, als een orakel, en het liet zien wat voor bedoelingen iemand had met het schilderij, of iemand goede of slechte bedoelingen had om het schilderij te zien, of iemand het wilde, of omdat iemand het gewonnen had. Het lied stelt dat dat allemaal al in het schilderij was geschreven en erop was afgebeeld. De mens keek dus in een soort spiegel. De tachtiger jaren popsterren droegen allemaal een eigen magie, of het nu rechtmatig verkregen was, of gestolen.

Al tijden ben ik op zoek naar de verloren ark van de tachtiger jaren. Het album Picture Book, Plaatjes Boek, van Simply Red uit 1985 verteld hierover een verhaal, net zoals Raiders of the Lost Ark uit 1981. We zoeken dan in films, muziek en literatuur van de jaren 80. Orthodoxe atheisten willen een materieel bewijs voor geestelijke dingen, maar laten ze eerst maar eens de materie zelf bewijzen. Het is een gebrek aan demonologie als je bij voorbaat de materie vertrouwd als basis voor het toetsen. In het lied ging het erover dat wat de motivatie ook was, of de mens het nu begeerde, of gewonnen had, gekocht, of verdiend, of gestolen, het was allemaal al geschreven in het schilderij, erop afgebeeld. Dat is dus het kehatitische verschijnsel dat wanneer iemand dichtbij de ark komt dan wordt er gekeken of hij rechten heeft daartoe, of dat hij een rover is. Je moet de prijs ervoor hebben betaald. Daar gaat Picture Book over. ‘Ik ben rijk, jij niet, dus je komt er niet in,’ en ‘als je niet rijk bent, dan kom je er niet in.’ Oftewel : Als je de prijs niet hebt betaald, dan kun je de toren niet bouwen. Je moet ervoor vechten. Je moet Jericho overwinnen. Orthodoxe atheisten willen een bewijs hebben, maar het is niet voor iedereen, alleen degenen die de prijs betalen. For your eyes only, en dat is een James Bond film uit 1981. Heb je de prijs niet betaald, dan kom je niet bij de ark, en zul je het plaatje niet zien. Het wordt alleen aan kindekens geopenbaard, aan de minsten. Toen in Raiders of the Lost Ark de nazi’s bij de ark kwamen smolten ze allemaal weg. Dat is het kehatitische verschijnsel. Je komt er niet zomaar in. Je kunt niet zomaar naar de Medusa kijken, want dan versteen je. Wilde je het, of heb je het gewonnen, of was het je slechtheid, dat je het gewoon stal en ermee op de loop ging ? Alleen hij had het recht er te komen, en hij is allang weg. Het staat al in de geschiedenis gegraveerd. Het kwam maar een keer. Eens en voor altijd. Daarom is de geschiedenis zo belangrijk. Alles ligt al in de geschiedenis besloten, veilig opgeborgen, opdat dieven het niet kunnen stelen. Het is alleen bestemd voor zachtmoedige ogen vol empathie. Alleen zulke ogen kunnen het geheim verdragen. Alle andere ogen zullen in hun kassen wegsmelten. Zomaar de materie als betrouwbaar bestempelen is een gebrek aan toetsen. Het is nogal lui en laf, en de mens zal wel denken dat het gewoon handig is.

Het boek ligt open, maar er kan niemand bijkomen. Als je niet rijk bent in empathie kun je niet binnen komen. De maan geeft de illusie van slapen en waken. Wanneer slaap je echt en wanneer waak je echt ? Kennen we de kehatitische trap tot dit mysterie, tot de ark ? Op de trap moet je aan alle stappen voldoen. Je kunt geen tredes overslaan, en het is mogelijk een gevaarlijke trap. Ik had een droom dat ik in een Egyptisch gezin was, maar ik moest verder. We waren in het huis van de grootouders, de voorouders, en ik stond bovenaan de trap, en ik zag moeder en broertje heel voorzichtig met mijn dochtertje bijna tegen de muur aanstaande de trap op komen. Ze hielden zich goed vast aan de leuning, naar de muur kijkende. Het kindje was heel klein, en hoe hoger ze kwamen hoe meer het kindje begon achter te raken, en broertje had het kindje nog wel aan zijn hand, maar de greep verzwakte, en ze raakten steeds verder van de leuning verwijderd, en het kindje dreigde los te schieten. Ik greep toen in, maar ik had nog niet echt grip op het handje van het kindje, dus ik zei tegen broertje : ‘Ik heb haar nog niet. Niet loslaten nu.’ Dat deed hij ook niet gelukkig. Op de kehatitische trap is het uiteindelijk ieder voor zich. We kunnen elkaar wel helpen, maar uiteindelijk moet iedereen zelf kiezen, en zelf empathie leren gebruiken en leren worden. Als je niet rijk bent hierin dan kom je niet binnen. ‘In de hemel is alles hetzelfde en gaat iedereen op precies hetzelfde tijdstip weg. Het is een plaats waar nooit iets gebeurd,’ zegt het Picture Boek album. Er zal dus een hemels communisme zijn in het zijn van de minste, de oneindige leegte. Daarin is alles te vinden. Je gaat niet over lijken om er te komen, maar je moet rijk worden, heel rijk in empathie. Er worden foto’s gemaakt, en de foto’s worden verdraaid, en alles is voor de verkoop, en dan probeer je jezelf terug te kopen, maar wat als je geen geld hebt ? En als je dan de foto hebt weten te bemachtigen, was het alles dan wel waard ? Aan het eind ben je niets dan een stuk speelgoed, zegt het Picture Boek album. De speelgoed verkoper spreekt, en heeft zijn wetten opgesteld. Laat deze rijkdom je inspiratie zijn. Je moet dit spel winnen anders kom je nergens, maar als je het gewonnen hebt, waar ben je dan ? En heb je het wel helemaal volgens de regels gedaan, en zou dit ook moeten, of was het beter als je er tegen had gerebelleerd ? Wil of win, of pure slechtheid, roversgedrag, het staat

allemaal beschreven op het plaatje. Een plaatje zegt maar dan duizend woorden. Maar wat als er iets mis is met het plaatje ? Dat is allemaal iets te ontdekken op de kehatitische trap tot de verloren ark. Het gaat over een elite die boven de massa’s is gesteld, en de elite denkt dat zij klimmen terwijl anderen vallen, maar juist omdat zij hier telkens aan denken vallen ze nog wel dieper. Het laat zien dat er geen verschil is tussen koning en slaaf, maar dat alles hetzelfde is. Ga daarom de weg van het mindere. Het gaat over het gaan naar de hemel over een trap, maar als je dan uiteindelijk bent aangekomen, dan ben je niet blij, want alles is hier zo koud, en je wil niet alleen zijn. Dan kun je beter de trap naar beneden nemen, op zoek naar het verloren schaap, op zoek naar de verloren ark. Is de hemel boven of beneden ? Het boek gaat over het gewurgd zijn door de wensen van de vader, in een verlangen naar de armen van de moeder, en de hoofdpersoon probeert hierover zijn tranen in te houden en probeert te ontsnappen, en hij voelt zich alsof hij al zijn tranen heeft verspild, alsof niets er werkelijk toe deed, dat het allemaal niet verder is gekomen, niet is gegroeid, en dat het ook allemaal geen zin heeft omdat het toch niks zal worden, dus eigenlijk met een hele nihilistische kijk op de wereld, maar dan toch probeert de hoofdpersoon vol te houden en geeft het niet op, dus eigenlijk semi-nihilistisch zoals Nietzsche, en dat is dan ook wat het schilderij over gaat. Het was een kindernachtmerrie van mij. Toen ik ontsnapte uit de wurggreep van de wensen van de vader kwam ik in de wurggreep van de moeder, en daarom ben ik op zoek naar de verloren hemelse moeder. De kehatitische trap tot de verloren ark gaat zowel naar boven als naar beneden, en de maan schept de illusie van zowel boven als beneden, slapen en waken, blijheid en verdriet, plezier en lijden. De mens hangt aan een groot kruis, als een octopus. Het laatste James Bond boek van Ian Fleming (1908-1964) was Octopussy en de Levende Daglichten, een boek met korte verhalen (1966, na zijn dood uitgegeven). Een soldaat uit de tweede wereldoorlog was op zoek naar het nazi-goud, en vond het met behulp van een berggids in de Oostenrijkse

bergen, maar vermoordde de gids toen, zodat hij er alleen met het goud vandoor kon. James Bond wordt er op afgezonden, en de vermoordde gids was ook een vaderfiguur van hem. Hij houdt de moordenaar twee keuzes voor : of zelfmoord, of na een dag zich te laten arresteren om voor te komen bij de militaire tuchtraad. Uiteindelijk wordt de moordenaar door zijn eigen octopus die hij als huisdier had in de diepte getrokken tijdens het voederen en verslonden. Dit heeft een hele diepe betekenis. Op de kehatitische trap moeten we geen deserteuren zijn, en geen verraders, geen steekpenningen aannemen, want dat leidt tot de dood, en is in principe zelfmoord. We moeten komen tot de hemelse militaire tuchtraad om gebonden te worden in empathie, opdat wij niet te pletter zullen vallen van de kehatitische trap. De octopus als beeld van het kruis is waaraan ons vlees moet sterven, opdat er geen onheilzame gedachten in ons hun wereld bouwen. Wij moeten het kruis ontvangen in ons hoofd, onze voeten, en onze armen, geheel door ons lichaam heen, zodat onze ledematen ons niet tot een strik zullen zijn. In dit kehatitische proces : het willen, het winnen of de slechtheid zal in het schilderij geschreven zijn. Ja, het Picture Boek album gaat veel over de dubbelzijdige symboliek van geld, maar maakt vanaf het begin al duidelijk wat armoede betekent, en roept de mens op dat als de armoede toeslaat, als de dromen wegwaaien, om goed voor z’n medemens te zorgen : Laat aards gemak en rijkdom je niet verblinden. Ieder mens worstelt met deze octopus. hoofdstuk 99 slachtwetten De richteren in het Hebreeuws waren eigenlijk de slagers. Maar de boeken Leviticus en Deuteronomium gaan veel dieper in op de slachtwetten en

tuchtwetten dan het boek Richteren. Deuteronomium leidt ons tot de diepte van de wet. Het is dat wat in de ark ligt, het goud door de nazi’s gestolen en omgesmolten. In het boek ‘Octopussy’ van Ian Fleming uit 1966 wordt dit nazigoud gevonden. Een soldaat uit de tweede wereldoorlog vindt het goud in de Oostenrijkse bergen en vermoord zijn gids. Het is zestiger jaren mythologie met een diepere betekenis. De medische industrie greep het nazi-goud en vermoordde de geestelijke orde, opdat zij het goud voor zich alleen hadden en konden vormen naar hun wil, zonder hierbij tegengehouden te worden door enige geestelijke kennis. In het boek traint en voedt de moordenaar een octopus die hij Octopussy noemt, maar uiteindelijk wordt hij zelf door Octopussy verslonden. Niemand kan zomaar ongemachtigd het nazi-goud grijpen en ermee weghollen in een soort ‘hit and run.’ De richteren zijn eigenlijk een hogere orde binnen de levitische orde, namelijk de kehatieten, die moesten zorgdragen voor de heilige voorwerpen en de ark, zonder die te zien en aan te raken, want dan zouden ze sterven. Numeri 4 4 Dit zal de dienst der Kehatieten in de tent der samenkomst zijn: de zorg voor de allerheiligste dingen. 15 Als Aäron en zijn zonen bij het opbreken van de legerplaats gereed zijn met het bedekken van het heilige en al het heilige gerei, dan zullen daarna de Kehatieten binnengaan om het te dragen; zij zullen echter het heilige niet aanraken, want dan zouden zij sterven. Dit is hetgeen de Kehatieten aan de tent der samenkomst te dragen hebben. 18 Laat de stam van de geslachten der Kehatieten niet uitgeroeid worden uit de Levieten. 19 Maar dit zult gij voor hen doen, opdat zij blijven leven en niet sterven, wanneer zij de allerheiligste dingen naderen. Aäron en zijn zonen zullen naar binnen gaan en hun een plaats aanwijzen, ieder bij hetgeen hij te doen of te dragen heeft. 20 Maar zij zullen niet naar binnen gaan, zodat zij het heilige ook maar voor een ogenblik zien, want dan zouden zij sterven. De bedoeling is dat een mens afsterft aan het vlees, en in de hemelse gebondenheid komt. De elementen zullen uiteindelijk instorten door het kehatitische verschijnsel. Het vlees gaat als een razende tekeer omdat het niet

binnen kan komen en omdat het op allerlei manieren afsterft. Wanhopig en grenzeloos, bijna hysterisch probeert het zichzelf te bevredigen, want dat is alles waar het op uit is. Alles maar dan ook alles gaat om zelfbevrediging in het vleselijke, en het spat als een zeepbel uit elkaar en is niet meer te volgen en niet meer te verstaan. Men wil teveel maar er is te weinig, en ook dat begint weg te sijpelen. Uiteindelijk storten deze elementen in. Ze hebben heilige dingen onbevoegd aangeraakt. Het nazi-goud is opgebouwd uit de verletterlijking van Leviticus en Deuteronomium, en bevindt zich in de nazi ark. Het is een valse levitische en kehatitische orde. hoofdstuk 100 getrouwd zijn met je baan Ik was op een andere planeet in een andere droom. Nieuwkomers kwamen in een opvangcentrum want er was een heel aanpassingsprogramma voor deze planeet. Het was ook een soort school, om opgeleid te worden om je op deze planeet te kunnen handhaven. Het was nogal ingewikkeld. Ik raakte bevriend met een jongen daar. Ik bleek er al een tijdje te zijn, en het scheen dat hij me heel goed had geholpen, dat hij heel vrijgevig en gastvrij was geweest. Hij was in de problemen. Hij voelde zich aangestaard, gestalkt, en hij zei dat hij ‘worstelde met God.’ Ik zei hem dat het goed was om dingen op te schrijven, en ik had wat papier liggen, en ik zei dat hij gewoon wat papier van me kon pakken wanneer nodig. Hij had me immers ook goed geholpen. Ik kende zijn worsteling wel. Het was maar een korte droom. Daarna had ik een nachtvisioen droom van een hele lieve poes die mij aanstaarde. Ik raakte er emotioneel van, voelde rust. De derde droom was toen ik al aan het wakker worden was. De vagina van een vrouw scheen een extra darm te zijn waarin sociale problemen werden gebracht om verwerkt te worden. Zowel in het Grieks als in het Aramees is Yeshua in de grondtekst en diepte gewoon de vagina, de baarmoeder, waar de mens gaven ontvangt, en leiding, ook opleiding om tot

gebruik gemaakt te worden, te kunnen werken. Dit is dus een extra darm voor de geestelijke dingen. Het is iets wat de vrouw bezit, en de vrouw is een deel in ieder mens. Het is een leegte die in het Grieks ook wel als een winter wordt aangeduidt, of een regenbui, of gewoon vuil weer. De mens moet er soms doorheen. Het mag dus een plaatsje krijgen. In het boek ‘Moonraker’, Hoog Spel in de Nederlandse vertaling, gaat het over een vrouw die bij de geheime dienst werkt. Vijf jaren hadden haar gereserveerd en streng gemaakt, en ze was in principe gewoon met haar baan getrouwd. James Bond vond haar koud. Als geheim agent had hij een reeks martelingen ondergaan waar de Groot Inquisiteur van Spanje jaloers op zou zijn, stelt de achterkant van het boek, en nu dit. Het was een grote donkere vrouw met een beschermende koelheid, zeer frigide, maar kon zo ineens omslaan met bewijzen van kleine attenties en vriendelijkheden om te laten zien dat het allemaal haar schuld was en dat ze het hen vergaf. Het boek stelt dat ze ook dodelijk bezorgd was om haar collega’s als ze in gevaar waren, en dat wisten ze niet eens. Ze hield van hen allemaal evenveel maar ze was niet van plan om haarzelf emotioneel te binden aan iemand die de volgende week al dood kon zijn. Het was immers een soort slavebaantje bij de geheime dienst, want je was nooit je leven zeker. Haar bindingsangst was dus te verklaren. Toen ik droomde over de lieve poes die mij aanstaarde durfde ik geen affectie te tonen vanwege dezelfde redenen. Het was ook totaal niet veilig, en ik wist dat de poes mijn ogen kon aflezen, en mijn hart kan voelen, ook al kon ik het niet uiten. We waren op die planeet. Allerlei voorzorgsregelen moesten in acht genomen worden. Nu, daar spreekt het eeuwig evangelie ook over, wanneer het zegt : ‘Staak je liefde, wordt weer koud, om de hoek staan zij. Zij zullen ons ondervragen. Achter glas gaan wij, voor de laatste keer, want morgen, vertel ik je weer : Verweg is altijd dichtbij. Stilte spreekt, het ijs gaat snel branden, sterker dan het vuur, sterker dan het komende uur. Toekomst is allang geweest, dromen zijn vervlogen. Zij die 't allemaal wel geloven, doven snel weer uit, als een kandelaar in honderd winden, komen zij tot hoge flessen, komen zij in eigen kooien, voor eeuwig slapen zullen zij. We moeten hen verzaad'gen, ze hebben honger en daarom storen zij. In Gods Radio gaat het

niet goed, het stoort, het is alles wat het doet. Er is een geest in de machine, misschien krijgen wij het eruit, als wij hem ook vertellen dat verweg is altijd dichtbij, dat stilte spreekt, het ijs gaat branden, sterker dan het vuur, sterker dan het komend uur, toekomst is allang geweest.’ (De Nieuwe Openbaring VI, hoofdstuk 3) Met zo’n vrouw te moeten werken verklaard waarom James Bond zoveel vluchtige amourettes had, wat natuurlijk ook met een bepaalde bindingsangst bij hemzelf had te maken. Het boek stelt dat als ze van enig nut wilden zijn in de strijd, dan waren een huwelijk en een gezin uitgesloten voor hen. Het zou ook te gevaarlijk zijn. Het zou een veiligheids-risico zijn. Het werk op zich had al genoeg drama en liefde. Je gaat op de automatische piloot en alles gaat op het brein af. Hoe dieper ze in dit werk kwamen, als beeld van de ware empathie, want ze waren immers goede herders en herderinnen op zoek naar de verloren schapen in de duisternis., hoe moeilijker het werd deze ‘vaderfiguur’, of ‘moederfiguur’ te verraden door ontslag te nemen. Deze mensen waren ver, heel ver, en werden meer en meer ingewijd in de geheimen van deze dienst. hoofdstuk 101 het geestelijke spijsverteringskanaal : opname en overname Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal worden een kudde, een herder. Johannes 10:16 Herinneringen moeten ook door een soort spijsverteringskanaal, waarop dan maagsappen worden losgelaten om er zoveel mogelijk goeds aan te

onttrekken, om het om te vormen, en om het schadelijke verder te verwerken. Het aardse spijsverteringskanaal is daar een blauwdruk van. Er komt veel op de mens af, er dringt zich veel aan de mens op, en dit moet allemaal verteerd worden, maar de mens moet niet zomaar alles slikken, want dat kan de grootst mogelijke problemen geven. In ieder geval als de herinneringen door het spijsverteringskanaal gaan, dan worden er bouwstoffen aan onttrokken en energie die de mens nodig heeft, en zo ontstaan dan eigenlijk ook dromen, die zowel in de nacht als overdag kunnen optreden. De mens heeft het vaak niet door wanneer hij droomt. Ik had vannacht een droom over Abba, de engelen van Abba, de buitenaardse wezens. Zij wezen er altijd al op dat muziek een oorlog is, en dat je niet naar muziek moet luisteren voor zomaar genotszucht. Er waren volgens hen ‘soldaten van de muziek’, en die rotzooiden niet zomaar aan. Man en paard werden genoemd. Het beest werd beschreven, zoals in hun album ‘The Visitors’, de bezoekers, uit 1981 in het nummer ‘Soldiers’ (soldaten). We waren in een bepaalde stad, en die stad werd geteisterd door extreem-islamitische jeugd. De straten werden verbouwd en er kwamen folders door de deur over welke huizen nog steeds een te vuile afvalbak hadden. De engelen van Abba waren gekomen, zoals ik vroeger daar dromen over had dat ze terug zouden komen. Ze kwamen in die dromen als grote vuurarenden, wat ook een soort ruimteschepen waren van de natuur. Het was puur natuur, en ze kwamen voor de opname, want het titelnummer van het 1981 album ging daar ook over. De bezoekers zouden komen om de mens op te nemen. De mens moest echter wel klaar zijn, verbroken zijn van hart. Ik was bij zo’n bijeenkomst van buitenaardse wezens die gekomen waren. Ze waren gewoon als mensen, en vol passie en empathie, zeer innemend. Een radicale jonge man nam het woord, en zei dat de heersende orde de mens geen geestelijke oorlogsvoering leerde en het materiaal daartoe ook niet leverde, maar dat er verandering in moest komen. Zij waren immers gekomen als in een soort geestelijke ‘opname en overname’. Er gingen nu overal militaire voertuigen door de stad om speelgoed wapens aan de mens uit te delen, opdat men zou stoppen met materiele oorlog te voeren, maar geestelijke, creatieve oorlog zouden voeren. Ik was ook een van de uitdelers. Er liepen rijen van mensen door de stad, hele stoeten, en ik had de pakketten die de militaire voertuigen hadden achtergelaten geopend, en

begon ze plastic pijlen, bogen en andere speelgoed wapens uit te delen. Er werden ook oorlogsliederen gezonden, als een herstel van het geestelijke spijsverteringskanaal, en ik zag dat de Abba liederen die in de zeventiger en tachtiger jaren gezonden waren onderdelen waren van dit geestelijke spijsverteringskanaal. Dit houdt ook in : een detective opdracht, verbonden aan de vijftiger en zestiger jaren mythologie van James Bond. De moonraker was gehacked. 007 houdt in dat er een dubbele nul voorstaat, dus niet zomaar een leegte, maar een dubbele leegte, waarin de leegte ook weer getoetst wordt, als de ultra leegte dus. Er werd een lied gezongen om de mens weer gevechtsklaar te maken, zichzelf moed insprekende : ‘I’m not affected, No one’s gonna steal my heart, No one’s gonna make me cry, I’m not affected.’ En dat ging ook over in de tweede stem, en het begon steeds meer door elkaar te zingen. Ga je over lijken ? Maar wat heb je dan later ? Het geweten is veel belangrijker. Vecht voor je leven, en vecht voor het leven van anderen. Dit is een gevecht voor het geweten, voor de ziel, de bron van leven. Wil je dan leven met een surrogaat ? Wat gebeurt er als alle laagjes eraf gaan ? Dan is er niks meer over. De liefdeloosheid van de mens is het probleem. Spreek woorden van liefde, woord en daad, en maak het goed tussen jou en moeder natuur, want nu worden de schapen van de bokken gescheiden. De mens diende de 1816nazi’s, maar er was een grote schare die het merkteken van het beest niet genomen heeft. In liefde is er altijd een weg. Ze moesten ook meeleven met de zwakkeren in de samenleving. Sommigen kwamen pas veel later aan. De mens stond onder hoge druk, bijna als een nieuw geloof. De 1816-nazi’s wilden toen zelf de religie zijn. Daarom was er dit gevecht voor autonomie. Ga de weg van de natuur. Als je dat contact met moeder natuur niet hebt, dan leef je in een ‘grote mensen leugen’. Daarin worden mensen opgesloten. Ze zijn gevoelig voor manipulatie, allerlei vreemde winden van leer, en kunnen er niet

doorheen prikken. Het zijn slaven van de heks. Daarom is er dit gevecht. De goede herders zijn altijd op zoek naar de verloren schapen. Vaak zijn dat ook schapen in wolfskleren. Ze zijn netjes opgekamt tot nazi’s en hebben de kracht en autoriteit niet om er van los te komen. Ook hebben ze de kennis nog niet. ‘Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden.’ Daarom moet het geestelijke spijsverteringskanaal opgewekt worden wat tijden lam heeft gelegen. ‘I’m not affected, No one’s gonna steal my time, No one’s gonna let this heart die, I’m not affected, Love is stronger’ hoofdstuk 102 de stiefwereld – de wachters van stepford Het boek is uit 1972 en de film van 1975, een van de belangrijkste boeken uit de mythologie van de zeventiger jaren : Stepford vrouwen. Het is geschreven door Ira Levin. Het gaat over een vrouw die met haar gezin verhuisd naar het dorp Stepford. Als ze kennis maakt met de buurvrouw dan krijgt ze de indruk dat er iets niet klopt. De vrouw is erg tuttig en volgzaam, totaal hersenloos, en het is allemaal mooidoenerij. Als ze kennis maakt met andere vrouwen in het dorp ontdekt ze hetzelfde patroon, en steeds meer twijfelt ze aan de oprechtheid van deze vrouwen, want ze zijn heel erg nep aardig, vriendelijk en onderdanig. Er zit niks tussen, het is allemaal een pot nat. Het gaat nergens over, deze vrouwen, en ze ondersteunen elkaar allemaal in deze zedelijke, gezegende, verheven positie van nep-vrouwelijkheid als opgetutte poppen die niet meer kunnen denken voor zichzelf, maar alleen maar in herhaling vallen. Ze krijgt het idee dat ze robotten zijn, gehersenspoelt. Het is een heel

patriarchisch en idyllisch dorpje. Er is een obscure mannenclub waar vrouwen geen lid van mogen worden, en door wat onderzoek komt ze erachter dat de vrouwen mogelijk vergiftigd zijn, dat het iets in het water kan zijn, en dat de mannenclub erachter zit. De mannen gedragen zich ook vreemd en verdacht, en ook haar eigen man wordt er steeds meer in opgezogen. Het blijkt dat sommige vrouwen vroeger feministen waren, activisten, maar nu lijken ze totaal willoos, zonder vrije wil. Tot haar grote opluchting ontmoet ze iemand die nog volkomen geemancipeerd lijkt, en die wordt al snel haar vriendin, en ze doen samen onderzoek. Maar als ze op een gegeven moment merkt dat ook haar vriendin steeds meer wordt zoals de andere vrouwen van Stepford, slaat bij haar de paniek en de wanhoop goed toe, en ze wil met haar gezin weg uit Stepford. Ze geeft de moed niet op, en geeft niet toe, en daarom wordt ze als een probleem gezien in Stepford, en nemen ze haar kinderen af, wat haar nog woedender maakt. Het is nu hard tegen hard. Ook haar willen ze onder deze mind control brengen, of is het nog wat anders ? Het is een analogie van de strijd waar we allemaal doorheen gaan. Het is een strijd tegen de hersenspoelingen van de wachters van Dordt die de mens tot robot van het systeem willen maken, en ze zijn zelf ook robot. Je vrouwelijkheid is juist je creativiteit en soevereiniteit, je inspiratie-bron, en die bron willen ze uitdoven. Ze willen het door iets anders vervangen. Ze willen moeder natuur in je om zeep helpen door een valse, gemaakte, nep stiefmoeder, met een fake glimlach en fake vriendelijkheid, die je in slaap probeert te sussen zodat ze jou ook hebben. Laat niemand denken dat de wachters van Dordt, de slechte wachters dan, de nazi wachters, die patriarchisch zijn, ook al zijn het soms vrouwen, religieus zijn. Laat niemand dat denken. Het is een business. Het is een truuk. Het is manipulatie voor macht en controle, en religie wordt gewoon als instrument gebruikt, want het is oud en gevestigd, en daardoor nuttig voor hen. Het is de taal van de voorouders. Het is het fundament waarop ze werken. Het zijn bedriegelijke wetenschappers die weten hoe ze de poppetjes moeten laten dansen. Het is een stiefwereld, een stiefdorp. Ren voor je leven. Met speelgoed proberen ze je te groomen, en ze zijn zelf ook speelgoed. De leider van de mannenclub was een voormalig ingenieur bij Disney. Het gaat allemaal heel bedrieglijk, en heel langzaam wordt het opgebouwd. Zo werkt de hypnose. De mens wordt er langzaam, niet overdreven en voor de hand liggend,

ingelokt. De mens moet gevoelig worden voor de voortekenen van dit bedrog. We zien het om ons heen gebeuren bij de extreme islam en het christendom, nu ook weer met de Taliban in Afghanistan : vrouwen worden op een lager plan geschoven. Die worden geheel ingeteugeld. De Dordtse wachters marcheren. Ze willen niet loslaten. De zeventiger jaren mythologie wijst op Stepford, en wijst op de dappere vrouw Joanna die het er niet bij liet zitten. We leven allemaal in Stepford. Het was een zeer profetisch en waarschuwend boek, ook de film, en het was gezonden vanuit de hemel om de mens te doen ontwaken. Hoe komen we uit Stepford ? Hoe kunnen we deze wachters van Stepford die iedereen tot robot willen maken ontvluchten ? Laat je niet bedriegen door de Stepford vrouwen (en mannen) om je heen. Drink niet van hun toverdrankjes. hoofdstuk 103 het stepford syndroom Hoe zit de Stepford-chip in elkaar, die zich bevindt diep in de wachters van Dordt, en die uitgeschakeld dient te worden ? Israel had al zijn eigen NSB, zijn eigen maffia, die alles doorverkocht naar andere landen en met deze landen samenwerkte. Zo werd het christendom doorverkocht aan de Italiaanse maffia en nog wel meer corrupt en pervers. Toen werd het door de Italiaanse maffia doorverkocht aan de Duitse maffia, en dat was big business. Dat had niets met religie te maken, maar met machtsoverdracht in een handelsverdrag, zoals de draak zijn macht gaf aan het beest. We spreken van een geslachtelijk elite-communisme, waarin de man boven de vrouw was gesteld, want de markt vreesde de soevereine, authentieke vruchtbaarheid van moeder natuur en wilde haar aan banden leggen en onder controle houden. Men vreesde ook de indianen, de natuurvolkeren, omdat die het dichtst bij moeder natuur leefden en een

potentieel gevaar voor de markt vormden. Daarom werd Amerika ingenomen door een mengsel van Europese maffia, en ook Afrika werd ingenomen en deels naar Amerika verscheept om daar als slaven in de nieuwe wereld te werken die bovenop de botten en het bloed van de indianen was gebouwd, op een hoop asfalt en cement. Daarom werd het christendom toen ook doorverkocht aan de Amerikaanse maffia, de gangsters, en de vrouwen en de natuurvolkeren werden zwaar onderdrukt. Ze moesten allemaal gechipt worden met de Stepford chip, wat een beeld was van de nieuwe wereld die over de verwoeste indiaanse natuurwereld werd heengebouwd. Deze chip was dus niet van een bepaald volk, maar van een samenwerking tussen verschillende maffia’s en criminele organisaties van verschillende landen. Dat waren geen empathen met authentieke vriendschappen, maar het waren groomers met puur zakelijke handelsverdragen. In de James Bond boeken werd deze organisatie Spectre genoemd, als een octopus met verschillende tentakels, verschillende afdelingen, zoals de Stepford chip ook als een octopus is met verschillende tentakels. Het hecht zich vast in het binnenste van de mens en vreet zich daar een weg. Het is dus niet zomaar kapitalisme of communisme, maar een samensmelting, tot geslachtelijk elitair communisme. Het is zo kuis en steriel dat het als door reageerbuizen heengaat zoals in Brave New World uit de dertiger jaren. Er komt geen ware sexualiteit aan te pas. Het is niet authentiek. De mens is alle passie verloren en ze zijn tot dode robotten gemaakt door deze chip. En als je probeert aan deze chip te ontkomen dan zijn de straffen groot, maar moeder natuur is aan onze zijde. Het is een kruis waaraan we hangen. Er is geen gemakkelijke weg uit Stepford, uit de stiefwereld. En waar moeten we naartoe ? Elite communisme of apartheids communisme is een communisme in lagen, waarin de ene laag boven de ander wordt gesteld, zoals bijvoorbeeld het witte ras boven het zwarte ras, en de man boven de vrouw. Het is hierarchisch communisme. Dat is wat Stepford in wezen is of waarop het is gebouwd. Dit is wat Spectre is, de grote vijand van James Bond. James Bond heeft trouwens echt bestaan. Natuurlijk zijn de verhalen over James Bond mythes, maar James Bond zelf was een ornitholoog, een vogelkenner. De schrijver zelf was ook een

ijverige vogelkijker. Ik groeide zelf ook met vriendjes die geobsedeerd waren met vogels en ze gingen vaak met verrekijkers op pad in het bos om vogels te kijken. Ook mijn middelste broertje was helemaal gek op vogels en had er een heleboel boeken over. De vogel is een beeld van de opname en de onthechting, en is van belang in het verslaan van de allianties van het vlees, en verklaard ook de ongrijpbare talenten van James Bond, alhoewel hij ook een man was van het kruis, die vanwege zijn beroep zwaar gemarteld is. Juist het kruis had hem deze ongrijpbaarheid gegeven. Hij was niet conform, en had altijd een unieke, creatieve en soevereine aanpak. Zo mogen we ook omgaan met Stepford, anders komen we er niet doorheen. We moeten wachten op de hemelse vogels, aan zee, aan de golven. Nee, James Bond was er niet een die je in een doosje van twaalf kon stoppen. Een heleboel mensen willen opgenomen worden en wachten op de opname, maar er zijn er maar weinigen die ook echt door moeder natuur overgenomen willen worden, omdat ze er nog een eigen leven op na willen houden, een eigen koninkrijk. Ze willen nog baas zijn over henzelf. Het ware zelf is verbonden aan de hemelse kennis. Daar ontkomt niemand aan. Dat is nu eenmaal zo. Het zelf staat dus helemaal niet op zichzelf, maar is aan unieke universele wetten onderhevig, wat we de hemelse logica noemen. Opname gebeurt dus niet zonder overname. Het kapitalisme is in principe gewoon westers communisme, of casinocommunisme : winstmaximalisatie ten koste van anderen, dus die komen dan in communes van je eigen onverschilligheid. In geslachtelijk onderscheidend elite-communisme ontstaan al snel drie lagen : 1. mannen 2. vrouwen 3. zij die dit soort verdelend hierarchisch communisme geen warm hart toedragen, en dat kunnen zowel mannen als vrouwen zijn. De derde laag is dan een soort underdog, en de tweede laag van vrouwen die welwillend zich onderwerpen aan dit soort elite-communistische mannen

voelen zich er vaak prinsheerlijk bij, omdat ze niet hoeven na te denken en geen verantwoordelijkheid hoeven te dragen. Ze gaan ten onder in een soort euforie die zowel hun hersenen als hun harten uitdooft. Tot de derde laag horen dus de verzetsstrijders tegen dit corrupte, miserabele systeem. Zij komen dan ook onder een bepaald vleselijk oordeel, of vooroordeel te staan. Zij hebben het merkteken van het beest niet genomen, dus ze staan buiten de maatschappij, en kunnen niet ‘kopen of verkopen’. Zij krijgen daarbij naargeestige etiketten op. Iedereen wordt tegen hen opgezet, want men hoort niet te twijfelen aan dit heilige systeem. Het vlees waant zichzelf heilig, zeer heilig, veel heiliger nog dan de paus in Rome. Breek de chip af. Breek de koude oorlog af, dit ijzeren gordijn. Het is het ijzeren gordijn wat het kapitalisme heeft gebouwd, tussen arm en rijk, tussen man en vrouw, tussen gelovige en ongelovige. Het is nog steeds hetzelfde oude klinische stalinistische gordijn van zakelijke onverschilligheid, van handelsverdragen tussen verschillende maffia’s. Het is een octopus die klaarstaat om zijn volgelingen de diepte in te trekken om te verslinden. Ian Fleming schreef Octopussy als een waarschuwing wat er zou gebeuren met deserteuren en verraders. Men komt niet ver met het nazi goud waarvoor men over lijken is gegaan. Oh, het grote Rusland, het koude Rusland, als een beer die tot een haai wordt en een octopus, om dan zichzelf te verslinden in koele bloede. Rusland staat niet op zichzelf, maar is een metaforisch fragment van het grote Amerika wat gebouwd is over Indianie. En Vietnam waar Amerika haar jeugd aan offerde om geprogrammeerd te worden door haar eigen communisme, was het tijdperk waarin het grote kolonistische Amerika zichzelf verscheurde. Ook Vietnam is een metaforisch fragment van Amerika. En Vietnam is wat de psychiatrie en de dentistrie is, de hele medische industrie, een Moloch waaraan nog steeds zoveel kinderen worden geofferd. Het is ook het hele religieuze systeem. Kinderen vechten mentaal, psychisch en emotioneel nog steeds in de oorlog van Vietnam. Het is een boze droom, een vals spijsverteringskanaal van het vlees, een onheilige alliantie, een complot tegen moeder natuur. De mens moet hieruit

ontwaken. De mens moet Stepford verlaten. Stalin, Hitler, Pol Pot en Mao zijn de dynamische onderdelen van een onverschillige, zelfvoldane, massa-moordende glimlach van een Stepfordse vrouw. Kennis en empathie interesseren haar niet. Ze speelt gewoon een rol. En glimlach maar voor de camera. De Amerikaanse maffia had schatten en relikwieen van de indianen gestolen en het ging zich nu wreken. Het begon hen van binnen te verscheuren en aan te vreten. Stepford was op tilt aan het slaan. Dat wat ze gestolen hadden was in hun hand een tikkende tijdbom. hoofdstuk 104 het rusland fragment Het leven is een illusie. We leven in een wereld van permutaties, oftewel wisselende rangschikkingen. Deze permutaties zijn ook belangrijk in het coderen van belangrijke informatie, opdat militaire strategie beschermt blijft. Ook kunnen de permutaties dan boodschappen weer decoderen. In het boek (1957) en de film (1963) ‘from Russia with love’ van Fleming gaat het over een Russische decoderings machine genaamd de Spektor of Lektor, die werd gebruikt om geheime documenten te kunnen lezen. Het was nogal een gevaarlijk apparaat ook, want als onbevoegden het zouden gebruiken dan zou het exploderen. Er werd een soortgelijk apparaat gebruikt in de tweede wereldoorlog door de Duitsers genaamd de Enigma Machine, waarop de Spektor of Lektor gebaseerd is. De Vur zegt over dit verschijnsel :

‘Het rode laat de gezichten van het verleden zien … Door diepe misleidingen weten ze elkaar te winnen, door verlokkingen ... Zij verbergen hun waarheden tussen raadsels en verhalen ... en vinden elkaar terug op verborgen en afgelegen eilanden ... kundig bouwden ze hun muren ... maar elkaar bedrogen hebben ze nooit ... Ze spreken waarheid tot elkaar, goed verpakt ... Spreek tot mij in raadselen, in verhalen ongehoord ... leidt mij door de wildernissen van het leven, waar zoveel oren klaar staan om ons te vereten ... Spreek tot mij in verhalen en gedichten, door omwegen ... We moeten eerst onze wereld bouwen ... Ik voel je hand door je verhaal, ik voel je lippen door jouw raadselachtige taal ... een taal van tranen .... van leugens en van pijnen ... Leer mij die taal verstaan ... Je taal is wild en gevaarlijk ... woest, want je wilt geen indringers …’ (Het Halssnoer :38) ‘Even later liepen ze het dorp uit, en zochten naar de plek waar ze werden aangehouden. Daar moesten ze verder richting de Rode Zee. Maar alles was veranderd. Ze herkenden niets. 'Dat moet betovering zijn,' sprak het jongetje. 'Ik ken deze barbaren. Alles verandert hier de hele tijd, zodat niemand hier weg kan, en indringers hun weg niet kunnen vinden. We zitten hier vast. Alles zal in hun voordeel werken. Alleen door hun toverij kun je de weg vinden. Dat is een hopeloze zaak, want ik ken het niet.' (De Riviervrouwen :45) James Bond werd er op uitgezonden om deze machine te bemachtigen, maar het werd ook als lokaas gebruikt door de vijand om hem vast te zetten. Het was een groot complot. Het Rusland fragment is een fragment van Stepford. Er is een communistische, conforme basis, en door de decoderingsmachine stoot het ringen uit om de hierarchieen te maken, als een fuik. De machine is dus zo dualistisch als de wachters van Dordt. Dat is wat het kehatitische verschijnsel is. Je moet het juiste pad nemen, anders gaat het averechts werken. Oh, het koude Rusland, als een moordkuil van het hart, wat ook een van de Nederlandse vertalingen is van ‘from Russia with love’, naast ‘veel liefs uit moskou’, als een visnet is het, een fuik. De wachters van Stepford zijn op jacht.

Ze communiceren met bedriegelijke, verlokkende tekenen, als taal van de jacht, om onoplettende zieltjes op te nemen tot Stepford, tot robotten van de nieuwe wereld. Hoe te overleven in Stepford als je er niet uitkan ? ‘Leef in de droom binnen de droom, en decodeer het,’ zegt het nieuwe nummer van Abba. Vecht niet zomaar voor de opname, maar voor de ontsluiering. Steeds dieper door de ringen van ijs. Het zijn allemaal permutaties, wisselingen van informatie. In de dieptes van Stepford drijft het ijs los, begint alles te ontdooien. Het zijn Russische wachters die de ark moesten beveiligen, Russische kehatieten. Hoe kan iemand zoiets maken, de diepte erin ? Eens in de duizend jaren komen de permutaties in een lijn, en dan is alles zichtbaar, om daarna weer diep weg te zakken en alles te verraadselen. Wie oh wie kent het geheim van de wachters ? Ze staan daar met hun trommels. Ze zingen een nieuw lied, en marcheren op weg naar de eeuwigheid. James Bond krijgt het aan de stok met de Smersh, een Russisch-stalinistische contraspionage dienst. Hier is waar de poppetjes geprogrammeerd worden door zware marteling, zodat ze wel moeten toegeven, want niemand kan ver komen op het pijnpad van de Smersh. Het zijn inquisiteuren. Otdyel II, het departement van marteling en dood, was de centrale horror van deze terreurorganisatie, stelt het boek. Een vrouw stond aan het hoofd, en ze fluisterde liefdevol tot de martelaren, suggererende dat als ze zouden spreken, dan zal de pijn stoppen, en ze probeert haar slachtoffers aan te praten dat ze moe zijn van de pijn en willen dat het stopt, dus ze pretendeert ook dat ze hun wil kent en onder controle heeft, om het zo te beinvloeden, en dan spreekt ze tantaliserend over de vrede die ze dan zullen hebben als ze aan haar toegeven, en dat ze hun moeder is die hen kan helpen. Het boek stelt dan dat als de ogen van de martelaren, haar slachtoffers, dan nog steeds weerstand boden, zou het fluisteren opnieuw beginnen, en zou ze suggereren dat dat wel heel dwaas was, want als hun moeder zou ze dan tot veel ergere maatregelen overgaan, dus eigenlijk ook zoals de farao in Egypte, die de lasten verdubbelde als er niet met hem werd samengewerkt.

Zo probeerde ze elke volwassene door pijn te veranderen in een baby die naar zijn moeder riep. Zo programmeerde ze haar robotten, in de vijftiger zestiger jaren mythologie. Het was het centrum van de Stepford chip, en zo werkten de wachters van Dordt ook met hun intimidaties. Ze gebruikte het moederbeeld en smolt zo hun zielen om, stelt het boek. Ze nam hun spijsverteringskanaal weg, opdat ze alleen nog maar zouden gehoorzamen. Vele jaren geleden had ik eens een droom over een octopus die was uitgezonden tot de buiken, om daar cirkels in te snijden, om zo van de ingewanden een papje te maken. Dit wordt geschreven in hoofdstuk 8 van het boek : het mooie lokaas. De Soviet unie wordt in het boek vergeleken met de bron van cocaine. Ook stelt het boek dat zij masochisten zijn. hoofdstuk 105 robotten van stepford Wat de Stepford Jezus betreft kun je gewoon zondigen, zolang je maar in hem gelooft. Je kunt de meest verschrikkelijke, lage, laffe dingen doen, maar als je het waagt niet in hem te geloven, of niet goed in hem gelooft, of twijfelt, dan is het huis te klein. Ze moeten hem dus telkens gunstig stemmen en te vriend houden. Daar draait hun hele leven om in Stepford. Het is geen liefde, maar angst, en die wordt onderdrukt door de drugs van geloof. Dit is voor iedereen hetzelfde, als een soort Russische, communistische Jezus in dat opzicht. Wel is er een geslachtelijk onderscheid. Aan die regel mag ook niet getornd worden. Ham zag zijn dronken vader Noach’s naaktheid, wat in het Hebreeuws ook betekent dat hij zijn sluwheid doorzag, zijn onreinheid, en hij vertelde het aan zijn broeders. Daarom vervloekte Noach hem. Hij had het geloof van zijn vader ontmaskerd, er doorheen geprikt, als in een ontwaking, en nu hielp hij ook anderen te ontwaken. Stepford explodeerde toen. Laten we daarom ook getrouwe Hamieten zijn.

Stel je voor : Ellenlange Russische straten met grote leegstaande winkelappartementen, en ook ellenlange Turkse straten met grote leegstaande winkelappartementen, met de lichten nog aan, en die beginnen elkaar dan te kruizen ergens. Het communisme wordt verdiept en ontmaskerd in het midden oosten, en zo is men een minore geworden, de mindere, ascetische broeder die tot ontwaking is gekomen, de naaktheid van Noach heeft gezien, en daardoor vervloekt is, niet meer kan kopen en verkopen in Stepford, omdat men het Stepfordse merkteken van het beest niet heeft genomen. Dan ben je een buitenbeentje, een outcast, een zwart schaap. Dat is waar in principe ‘From Russia with Love’ over gaat uit 1957 (boek) en 1963 (film). James Bond boog niet voor het Russisch complot, maar ze hadden hem bijna te pakken. Hij moest de decoderingsmachine weten te bemachtigen, in de diepte van deze Russische Stepfordse put, wat in een van de Nederlandse vertalingen ook ‘de moordkuil van het hart’ werd genoemd. Door marteling programmeerden ze hun pionnen, door angst en pijn, niet door liefde, en zo werden ze tot poppen, en moesten James Bond in een hinderlaag lokken, want James Bond was ‘larger than life’, die prikte door hun systemen heen, die had Noach ‘naakt gezien’, als een hedendaagse Ham, en was zo onder hun vloek gekomen. James Bond had teveel gezien, en daarom moest hij uit de weg geruimd worden. Aan het einde krijgt hij een confrontatie met de leidster van het complot, de Stepfordse ‘mother russia’, want ze komt hem opzoeken als een schijnbaar onschuldige huiswerkster, en dan slaat ze toe. Haar speciale wapen is een pin die uit de punt van haar schoen tevoorschijn schuift om hem daar mee uit te schakelen, maar een van haar eigen gebrainwashte spionnen neemt het dan voor James Bond op, en schakelt haar uit. Dit is ook heel symbolisch, want James Bond is diep in de midden oosten put en de russische put gegaan om de geheime machine te vinden die raadselen kan ontsluieren, dus hij komt tot de voet van het probleem, tot de bron. Hij ziet Noach naakt. Hij ontmaskert de aartsvader, en zo ook de aartsmoeder, in diepgaande psycho-analyse, en die voet heeft een gemene punt. Die punt moet dus nog geanalyseert worden en gedecodeerd, en dat gaat dus gebeuren door de bevrijding van de Stepfordpionnen. Denk dus niet alleen aan jezelf. Er ligt een shamanistische opdracht. Wees een getrouwe Hamiet die wat hij had gezien ook doorvertelde aan zijn broeders.

Is dat letterlijk ? Nee. Het is strategie. Hoe breng je een boodschap veilig over tot de gevangenen van een bezet land ? Dat gaat niet rechtstreeks. Je moet je boodschap goed verpakken en goed richten, en de nodige omwegen te maken om de alarms van het systeem te omzeilen. Stepford loert. Stepford wacht. Stepford meent het. Wees dus geen roekeloze dwaas. Elke Hamiet heeft met dit kehatitische verschijnsel te maken. Stepford is een priesterschap. Maak je een verkeerde stap, dan wordt je tot een pop. Dan moeten anderen jou bevrijden. Alles wordt in de gaten gehouden. De octopus heeft vele tentakels, dus pas op. Als je denkt hem te slim af te zijn, dan heeft hij je al bedrogen. Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle. In hoeverre ben je nog een robot van Stepford, en waarmee ga je dan nog je tijd verdoen ? Ze programmeren door conformisme, door roddel, als valse Hamieten die vleselijke naaktheid koesteren, die mensen graag in hun hemdje zetten, die het voortdurend hebben over uiterlijkheden en ermee dwepen, omdat ze zoveel te verbergen hebben. En het verkoopt ook zo goed. Ze maken reclame voor Stepford, waar alles voor het oog is. Ook zij hebben Noach naakt gezien, maar dan op een hele andere manier, als Stepfordse Hamieten. En zij zijn dronken, net als hem, als Stepfordse mannequins en etalage poppen. Ze zijn allen achter glas, en zij slapen als Doornroosje, totdat iets prinselijks hen wekt. Als Sneeuwwitje in een glazen kist zijn zij vergiftigd. hoofdstuk 106 kinderen van goldfinger Vandaag een bespreking van Fleming's boek 'Goldfinger' (de man met de gouden vingers) uit de vijftiger en zestiger jaren (het is ook verfilmd). Ze zeggen weleens : 'Geld is de wortel van al het kwaad,' maar wat is de wortel van geld ?

Ze spreken met benepen stemmetjes, behoudend, zonder begrip voor anderen, kortzichtig, conservatief, met zachte stemmetjes, want zachtheid verbreekt beenderen, en dat verkoopt goed. Deze poppen van Stepford willen bloed zien, maar niet opzichtig, want ze bedekken alles met een doek of mantel. Daarom zijn ze ook uiterst keurig en correct gekleed met veel make up, want ze hebben wat te verbergen. Keurige vrouwtjes met keurige mannetjes, met keurige stropdasjes, zo keurig dat je er helemaal naar van wordt en je ongemakkelijk voelt, want je weet dat ze iets achter houden, die poppen. Ze zijn geprogrammeerd, ze zijn weg. Er zit niks in. Het is alleen de buitenkant. Oh, zo gezegend en verheven spreken zij, zo keurig afgewogen, geen grammetje teveel. Alles komt van een piepend gouden weegschaaltje dat direct piept als er ook maar iets teveel opligt. Ze kunnen niet veel hebben, deze poppen. Je moet ze naar de mond praten, anders worden ze boos. Het is hun hemel. Als ze boos worden zullen ze dat echt niet tonen hoor. Je zult het wel merken in hoe ze dan verder met je omgaan. Nog zachtere en benepenere woordjes zullen ze tot je spreken, nog behoudender, kortzichtiger en conservatiever, en nog meer afgemeten en afgewogen. Ze zullen je dan even goed hun diamantjes laten zien. ‘Diamonds are forever.’ Ze laten je dan even goed hun gouden vingertjes zien, dat ze kinderen zijn van Goldfinger. En ze zijn allemaal gezegend met een gouden pistool. Je dood zal vlekkeloos verlopen. Niemand zal het merken, want alles wordt netjes en keurig afgedekt en verzwegen, en je zal keurig netjes vervangen worden. Niemand zal het gat opmerken, niemand. En ze zullen je behandelen alsof je nooit hebt bestaan. Stepfordse woede is heimelijk, is gecalculeerd, en gaat langs andere wegen. Ze doen de moord met gouden vingers. Ze vegen dan hun mond af en ontkennen alles. Het is een satijnen woede. Ze maken je tot onderdeel van hun meubilair. Niemand merkt het, en ze laten ook niks merken. Het zijn professionele moordenaars. Ze laten geen sporen achter. Ze gaan de weg van de minste weerstand, want ze willen alles nu hebben. Ze vereeuwigen zichzelf. James Bond zei van Goldfinger dat hij geen moeite of energie verspilde, maar dat er toch iets in hem kronkelde. Het was een agent van de Smersh, een stalinistische Russische geheime dienst. Ze hebben koude,

dode en dodende ogen die op lijken vissen. De manier waarop de stalinistische Russen spraken noemde James Bond een misselijkmakende hardheid in kortaffe proza. Deze poppen spreken koket en moeiteloos, en zullen ook niet zo snel iets met je uitpraten. Hun gezegde woord geldt, en dat wordt desnoods maar een keer gesproken, want ze zijn lui, laf en gierig. Alles draait om stalinistische zelfbevrediging als de kortste weg naar Rome. In een droom ging het over een Drents Stepford, een achtste generatie kerkgenootschap wat zich als koningen waande. Er waren ook prinsjesdagen met gouden koetsen. Ik had een gesprek met de burgemeester van Amsterdam. Zij zei dat het geen zin had om hen proberen te veranderen, maar dat het op een andere manier moest gaan. Het moest omcirkeld worden en er moesten op trompetten geblazen worden. We schenen ook een nieuwsblad te hebben genaamd ‘De Trompet’. Ik was in het Egyptische gezin, en de Egyptische moeder citeerde soms uit dit blad. ‘In De Trompet staat …’ Ik maakte me zorgen om de kinderen die in het Drentse Stepford opgesloten zaten, en ik huilde ook om ze, maar de Egyptische moeder zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken, dat ze hun weg wel zouden vinden. Het Jericho zou immers omcirkeld worden en op trompetten zou er geblazen worden, en de muren zouden instorten. De kinderen zijn met een giftige goudverf beklad, en op jonge leeftijd dragen ze al gevaarlijke gouden pistolen waarmee ze elkaar afmaken. De beloning ? Een valse hemel van een drugsmaffia, diamonds are forever. Door iets in hun hoofden maken ze tijd tot eeuwigheid. Het is maar een momentopname, maar verguld. Alleen de hemelse trompet kan hen doen ontwaken. Ze lijden aan zware goudkoorts, een giftige slaap, gehuld in een storm. Goud ligt ten basis aan hun economie. Met goud kun je overal betalen, in welk land dan ook. Het heeft internationale en universele kwaliteiten. Goldfinger werd geschreven in 1958, uitgegeven in 1959 en verfilmd in 1964. Het stelt ook dat goud ontraceerbaar is, geen serie-nummers heeft. Mochten er merktekenen op zijn dan kan het er afgeschaafd worden, of het kan omgesmolten worden. Zo blijft de identiteit en oorsprong geheim, en daardoor een schuilmiddel voor criminelen. Alle economie is gesteund door goud, stelt het boek. Goud verzekerd en bevestigd het betaalmiddel, hijst het in het zadel, en is de ware

kracht van geld. Dit wordt besproken in hoofdstuk 6, ‘over goud gesproken’. Goud trekt de meest verschrikkelijke criminelen aan, die moeilijk te vangen zijn. Er wordt gesteld dat het goud de talisman is van de vrees, wat mensen doet hamsteren en verzamelen, en achterhouden, verduisteren, en het wordt zo telkens uit de circulatie gehaald. Het wordt uit de ene plaats opgegraven, en in een andere plaats ook weer begraven, vanwege deze vrees-factor, en dat is ook tegelijkertijd een zwakheid van het goud. De andere zwakheid is dat het niet hard genoeg is, wat dan ook weer de vrees factor aanwakkert. Het slijt nogal snel. Het vermindert altijd weer, is altijd lekkend. Het besmet datgene wat het aanraakt. Het geeft af, en is daarom tegen zichzelf verdeeld. Daarom neemt de goudvoorraad van de wereld af, stelt het boek. En dat is een grote zorg voor de criminelen. We kunnen stellen dat hier ook de brug ligt naar de diamanten, dat criminelen nog iets extra’s nodig hebben, iets vereeuwigends, ook al is het een illusie : diamonds are forever. Hoofdstuk 5 van Goldfinger, het hoofdstuk wat daaraan vooraf gaat is genaamd ‘nacht dienst’. In de nachtdienst had James Bond tijd om aan zijn handboek van de geheimen van de ongewapende strijd (vgl. het Jericho verhaal) te werken, en dat boek heette ‘Stay Alive’. Dit werd trouwens een groot thema van de zeventiger jaren in de zogeheten ‘Saturday Night Fever’, de nachtkoorts, waarvan Staying Alive van de Beegees het leidende lied werd. Night Fever is dus de hemelse, eeuwige sabbat, waarin alle vleselijke werken hun macht en waarde verliezen, alle bedrieglijke goudlaagjes eraf gaan. In de zeventiger en tachtiger jaren was het thema gelijk oplopen met de nacht, gelijke tred houden met de nacht (running with the night), en dit de gehele nacht vol te houden (all night long), als een beeld van het volharden in het kruisdragen, en hierin moest men zien te overleven (staying alive), tot eeuwigheidswaarde komen. Staying alive ging over de verbrokenheid van de stad waarin iedereen zou gaan trillen (vgl. het thriller album van de tachtiger jaren), en dat dit de weg naar het leven was, anders zou het nergens naartoe gaan. Dit was dus een basis om uit Stepford te kunnen ontkomen. En men moest niet zomaar terug naar Stepford, maar het omcirkelen, en op de trompet blazen buiten de

poorten, zoals met Jericho. Het thema had dus oorspronkelijk te maken met de technieken van de geheime dienst in de James Bond mythologie van de jaren vijftig en zestig, ook de geheime intelligentie genoemd. Er waren wel meer van zulke boeken, vaak ook onderschept van vijandelijke agenten of organisaties, of de geheime dienst bemachtigde het van zuster organisaties. Nu was James Bond dan bezig met een speciale trofee genaamd ‘Defensie’, een boek wat was uitgegeven aan agenten van de Smersh, van de stalinistische geheime dienst. Het was voor hem moeilijk om er doorheen te werken, maar in dat opzicht was hij ook een echte parelduiker of goudgraver met als mandaten : ‘Ken uw vijand’, en ook : ‘Leer van uw vijand.’ De vraag was dan ook weer in hoeverre ze hun technieken weer gestolen hadden uit andere boeken die ze hadden gestolen van andere spionage diensten. In dat opzicht is kennis dus altijd neutraal, en gaat het om de hand en het doel die het bestuurt. hoofdstuk 107 el salvador Lezen : Is dit niet het vasten dat Ik verkies: de boeien der misdadigheid los te maken, de banden van het juk te ontbinden, verdrukten vrij te laten en elk juk te verbreken? Is het niet, dat gij voor de hongerige uw brood breekt en arme zwervelingen in uw huis brengt, ja, als gij een naakte ziet, dat gij hem bekleedt en u niet onttrekt aan uw eigen vlees en bloed? Dan zal uw licht doorbreken als de dageraad en uw wond zich spoedig sluiten; uw heil zal voor u uit gaan, de heerlijkheid des Heren zal uw achterhoede zijn. Wanneer gij de hongerige schenkt wat gij zelf begeert en de verdrukten verzadigt, dan zal in de duisternis uw licht opgaan en uw donkerheid zal zijn als de middag. En de Here zal u voortdurend leiden, u in dorre streken verzadigen

en uw gebeente krachtig maken; dan zult gij zijn als een besproeide hof en als een bron, waarvan het water niet teleurstelt. En de uwen zullen de overoude puinhopen herbouwen, de grondvesten van vorige geslachten zult gij herstellen, en men zal u noemen: Hersteller van bressen, Herbouwer van straten. Jesaja 58 De Kennis des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren. Jesaja 61:1-2, Lucas 4:18-19 Hij heeft een krachtig werk gedaan door zijn arm, en Hij heeft hoogmoedigen in de overlegging huns harten verstrooid; Hij heeft machtigen van de troon gestort en eenvoudigen verhoogd, hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heeft Hij ledig weggezonden. Lucas 1:51-53, de psalm van Maria Niet door kracht noch geweld, maar door mijn Kennis, zegt de Here der heerscharen. Zacharia 4:6 El Salvador. Een klein land op de kronkelende brug tussen Noord Amerika en Zuid Amerika. Er woonden veel Mayanen en Pipil indianen, maar in 1525 werd het land door Spanje onderworpen. De indianen werden op een lager plan gezet, werden tweederangsburgers en verscheurd door racisme en uitbuiting. Het land werd sindsdien geteisterd door fascisme. Na het midden-oostelijke tijdperk werd het christendom steeds fascistischer in het westen, steeds onmenselijker, en daarom kwam het christelijke humanisme sterk opzetten in de jaren 1400 en 1500, wat meer de nadruk legde op ethisch-kritisch denken

dan zomaar domweg blind bijgeloof. Het humanisme was ook zwaar regressief, terugkerende tot de eerdere normen en waarden die overboord waren gegooid. Dit vormde een belangrijke basis voor de bevrijdingstheologie in Zuid Amerika. Deze theologie ging niet zomaar om algemeen massa-geloof, maar om persoonlijke bevrijding van het ego en de zonde, de ontwaking uit allerlei vleselijke systemen waarin de mens verstrikt was geraakt. Het was ook gebaseerd op het marxisme, in de zin dat Christus een beeld was van de armen, de onderdrukten, de minderheden, die samen een stem vormden tegen het kapitalisme. Marx waarschuwde tegen de orthodoxe, gelovige vormen van religie, wat hij volksdrugs noemde. Iemand zei dat de armen op het altaar van winstmaximalisatie werden geofferd heden ten dage, terwijl Calvijn juist in tegenstelling daarop de armen zelf het altaar noemde waarop we zouden moeten offeren. Elke stap die we zetten in dit leven moet voortkomen vanuit armenbesef ! Zo niet, dan worden we tot poppen van Stepford. En het grootste gevaar is nog wel dat ze dit ontkennen ! Ook ontkennen zij dat zij vrouwen onderdrukken, en doen alsof alles pico bello in orde is. In de Zuid-Amerikaanse bevrijdingstheologie krijgen de armen een voorkeursbehandeling. Het geloof in Christus moet omgezet worden tot een verzetsstrijd tegen maatschappelijk onrecht, waarin de machten van het vlees en de zonde ontmaskerd worden, stelselmatig. Zuid Amerika is altijd een put van geweld en dictatuur geweest, met name tegen de indianen, de natuurvolkeren en de armen. Die werden tot minderheden door de Spaanse invasies. Europa brandmerkte het continent tot slaaf door haar kolonisme, en met de natuur werd niet gerekend. Elke zich verzettende mond werd zonder pardon geasfalteerd en gecementeerd, en er werden huizen overheen gebouwd om het gegil te doven. Europa kwam als een bulldozer. In deze nood ontstond de bevrijdingstheologie waarin geloof tot daden werd omgezet. Men kon niet lauw gaan lopen toekijken zoals de lauwe kerk van Laodicea deed. Als je zwijgt als je broeder of zuster onderdrukt wordt, dan ben jij de volgende die onderdrukt zal worden. De Stepfordse poppen werden in deze huizen des doods opgesteld tot huishoudsters waarin het enige recht dat ze hadden het aanrecht was, of ze kwamen in de bordelen terecht of werden als militaire dummies aan het front gezet en uitgezonden, want niemand gaf ook maar een stuiver om hun leven. Wat een horror huist er in Stepford, en juist voor de

armen in kennis is het evangelie van de bevrijdingstheologie, een evangelie wat het onrecht aan de kaak stelt en voor de armen opkomt. Nog steeds is Zuid-Amerika een put van stinkend stalinistisch onrecht, en die put gaat diep, en velen wagen zich er niet aan. Velen blijven veilig in hun Stepfordse waanhuisjes, want zoals het klokje thuis tikt tikt het nergens. Onder moeder’s paraplu. Goud verstopt. Goud zegent hen die dichtbij zijn, en vervloekt hen die veraf zijn, maar dat kon zo omdraaien. Haar liefde kan zo veranderen tot haat. Ze is tegen haarzelf verdeeld. Je grijpt altijd in het holle als je naar goud grijpt, en daarom is het goud in het Grieks ook een beeld van de vagina. Alle wegen lopen dood in het goud, en zo komt men tot de baarmoeder tot wedergeboorte, om zo tot de diamant te gaan als beeld van de eeuwigheid. ‘Diamonds are forever,’ ook een boek van Fleming, in het Nederlands uitgebracht als ‘Doden voor diamanten’. Het is een boek uit 1956 wat in 1971 verfilmd werd. Stepfordse poppen hebben een extra diamanten darm waarmee ze alles kunnen omdraaien om zo alles te kunnen vergeten. Diamant heeft bedriegelijke kwaliteiten. Het kan dingen beter voorstellen dan het is, of slechter voorstellen dan het is. Het boek ‘Stepford vrouwen’ laat zien hoe mensen worden opgezogen in middelmatigheid, lauwheid. Hebben de woorden dat God de lauwen zal uitspuwen, hen die niet koud noch warm zijn, nog waarde ? Het is de lauwe kerk van Laodicea. Het betekent dat je niet aan de voorwaarden, de gebruiksaanwijzing, van het leven voldoet, en dan begint af te sterven. Het is zowel echt als schaduwen. Het zijn de schaduwen van het hogere zelf, de schaduwen van de kennis. Uiteindelijk zal het voorhangsel scheuren, al die lauwe, afgeweken religieuze voorhangsels, daar waar religie een markt is geworden, gewoon een dekterm. Pas op de tekenaar die je er heel anders optekent. Zo begint ook het boek ‘Stepford vrouwen’. Joanna, de verzetsstrijder, wordt geobjectificeerd en gesexualiseerd. Ze willen haar ook tot pop maken. Dat zijn al de eerste tekenen. In het boek Diamonds are forever wordt gesteld dat er twee dingen eeuwig zijn : zowel de dood als diamanten. In het begin van het boek wordt vleselijke angst tot hebzucht gebrouwen. We kunnen niet buiten het grote kwaad in Zuid Amerika om. In de Zuid

Amerikaanse bevrijdingstheologie staat de bevrijding van het vleselijke centraal, niet het geloof, want dat kan bedrieglijk zijn, en als opium van het volk waardoor de Stepfordse poppen worden geprogrammeerd. Het kenmerk van de Zuid Amerikaanse theologie is dat de armenproblematiek de absolute toetssteen van alles is en het beginpunt van alles, en fundeert zich dus op armenpastoraat als uitgangspunt. Zonder de bevrijdingstheologie is er geen weg uit Stepford. Er is geen ware, zuivere theologie buiten het armenhumanisme om. De bevrijdingstheologie is gebaseerd op de psalm van Maria in Lucas 1 : Hij heeft een krachtig werk gedaan door zijn arm, en Hij heeft hoogmoedigen in de overlegging huns harten verstrooid; Hij heeft machtigen van de troon gestort en eenvoudigen verhoogd, hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heeft Hij ledig weggezonden. Dat is het werk van de oude profeten, van Yeshua en van Robin Hood, van de armen-humanisten, en de hedendaagse bevrijdingstheologen. Dit wordt in de doofpot gestopt door de diamanten darm van Stepford, de darm van onverschilligheid, masochisme en vergetelheid, en daardoor hebben ze ook net als dr. No een stalen vuist, gericht op kracht, ten koste van ware precisie, dus uiteindelijk zullen ze misgrijpen, en zal alles uit hun handen glijden. El Salvador 1932 : de strijd tussen communisme en kapitalisme kwam tot een hoogtepunt. In hun orthodoxe vorm zijn zij beiden fascistisch. De indianen moesten in deze militaire paranoia het onderspit delven. Zij die indiaans waren, zich indiaans gedroegen, zichzelf indiaans kleedden, en de indiaanse taal spraken werden uitgeroeid. Alles werd gegeneraliseerd. Daarom durfde men niet meer indiaans te zijn, de indiaanse taal niet meer te spreken. In 1944 was er toen nog een grote studenten opstand. Telkens weer werden militaire gezagsstructuren afgewisseld en er was veel guerilla activiteit. De ene na de andere burger oorlog. Ik groeide als kind op met El Salvador veel in het nieuws. Laten we dit onthouden : Macht heerst, kracht is zijn dienstknecht, maar kennis is een weg hier doorheen. ‘Niet door kracht, noch door geweld, maar door

kennis.’ hoofdstuk 108 el salvador 2 En evenzo komt de hemelse kennis onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de hemelse kennis zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. Rom. 8:26 Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en maak een teken op de voorhoofden der mannen die zuchten en kermen over al de gruwelen die daar bedreven worden. Ezechiel 9 Als wij communiceren met moeder natuur in ons, dan gaat het niet om het gebruiken van dure woorden of het gebruiken van religieuze stokpaardjes en religieus ingeburgerd taalgebruik, maar dan gaat het om het hart, en dit zijn verzuchtingen. Moeder natuur verstaat onze verzuchtingen om de zonde en het vleselijke. Het mag geen lippendienst zijn, maar het moet een taal zijn van onze wandel, van de hemelse voeten die verbonden zijn aan moeder aarde en de taal van moeder aarde spreken die niet verstaan wordt door het vleselijke, de taal die geen parels voor de zwijnen werpt. De doodseskaders waren er al in het nazi tijdperk. Ze belden aan bij huizen van verzetsstrijders en als ze opendeden dan werden ze overhoop geschoten. In de zeventiger en tachtiger jaren waren ze ook telkens in het nieuws over El Salvador. Armen-activisme was niet goed voor de markt en het gezag, dus werden zij vervolgd. Je mocht je niet uitspreken tegen de dictatuur die er hing, zoals John Lennon zich ook niet mocht uitspreken tegen de religieuze dictatuur

waaronder de wereld gebukt ging en toen in 1980 werd vermoord vanwege zijn activisme en vredesbeweging. Zo werd in El Salvador ook Oscar Romero vermoord in 1980. Hij was een bisschop die opkwam voor de armen en in 1977 verliet hij zijn woning in het bisschoppelijk paleis om te gaan wonen in een ziekenhuis voor armen. Het vleselijke verstaat het geestelijke niet. Het onverschillige verstaat de empathie niet. Het vleselijke gaat dan altijd over tot rigoreuze methodes om het geestelijke het zwijgen op te leggen en uit te doven. hoofdstuk 109 foto van een mooie dag Mijn stem is tot de baarmoeder des hemels, en ik roep, Ten dage mijner benauwdheid zoek ik de hemelse kennis, des nachts is mijn hand uitgestrekt en zij wordt niet moede, mijn ziel weigert zich te laten troosten. Gij houdt mijn ogen open, ik ben onrustig en kan niet spreken. Ik overdenk de dagen van ouds, de jaren van weleer; ik denk in de nacht aan mijn snarenspel, ik peins in mijn hart en mijn ziel vorst na. Uw weg was in de zee, uw pad in grote wateren, zodat uw voetsporen niet werden gekend. Psalm 77 Niemand kan deze vrouw begrijpen, Niemand kan haar voetstappen volgen,

Ze vagen gemakkelijk weg in de nacht, Ze vagen gemakkelijk weg in het zand De Vur 1:13 Gebruik andere woorden, talen en manieren als je communiceerd met moeder natuur, met de hemelse kennis, en wees niet conform aan de stad, anders zal de vijand je mogelijk kunnen traceren. De mens is juist gevangen in zijn tradities, en het conform zijn zorgt ervoor dat alles wat je doet doorgegeven wordt aan de vijand, en een alarm op zich is. Juist het na-blaten van andere schapen is je kooi. Soms is stilte veel belangrijker, en luisteren, doorzoeken, doortoetsen ook. Psalm 77 is een psalm van stilte in diepte. Wij mogen worden als moeder natuur wiens voetsporen wegvagen in de zee. De zee laat ook geen zwemsporen achter. Het wast alles weg. We mogen baden in de natuurrivieren, alles achter ons laten. Alleen de heiligen zullen onze sporen vinden. Wij zullen kleine tekenen voor hen achter laten. Probeer mensen ook niet alleen maar te redden, want dan zul je samen met hen ten onder gaan, maar wees intens bezig met bruggen bouwen, het denken op lange termijn, en de heiligen zullen vanzelf de brug vinden. Je kunt niet de hele dag de superheld gaan lopen uithangen. Je weet dat het de weg is van het kruis, van het loslaten, om met de dingen van de hemelse natuur bezig te gaan. Je lijdt misschien ergens ver weg waar niemand je kan horen, of je hebt misschien zelfs het gevoel dat je niet kan spreken soms, dat je woorden het plafond niet halen, dat het explodeert vlak voor je ogen, dat mensen je de woorden in de mond leggen, maar niet luisteren naar wat je zegt, enz. Maar dan gaat je pad door zee, en kunnen zij ook niet volgen. Het vleselijke verstaat het geestelijke niet, en kan het geestelijke ook niet grijpen. Dan ben je veilig. De zee is je schuilplaats, ook al zijn het soms hoge golven, ook al leef je alleen op een onbewoond eilandje, in je eigen droom-wereld. Joanna had ook dit gevoel in het dorp Stepford. De mensen om haar heen waren poppen, en probeerden ook van haar een pop te maken. En dan is er het Stepfordse nieuwsblad wat alles in Stepford ophemelt, mooier voorstelt dan het is, en de mannen boffen maar met zulke onderdanige, keurige vrouwen die ze

altijd kunnen traceren, die altijd thuis zijn voor het huishouden. Hun wegen gaan niet door zee. De natuur kennen ze niet. Nou ja, natuurlijk hebben ze gesloopte stukken natuur in huis, zoals afgeknipte rozen die vroegtijdig sterven in porseleinen vazen. En natuurlijk hebben ze bloemetjesjurken. Ze zien er erg feestelijk uit. Moeders paraplu heeft ook bloemen. Het zou de indruk kunnen wekken dat ze van de natuur houden, dat het natuurmensen zijn, en ze ontkennen ook dat ze de natuur haten, met grote nadruk, maar alle schijn bedriegt. Stukje vlees bij het avondeten. Toch houden ze van dieren, zoveel. Ze hebben namelijk kleine kefhondjes of schoothondjes, die vrouwen van Stepford. Ze hebben waaiers, en grote hoeden om elke zweem van twijfel af te wenden. Nee hoor, zij doen niets verkeerd. Zo hoort het allemaal. Joanna gaat ook voor de bijl door de hersenspoeling van het Stepfordse nieuwsblad. Ook zij komt op hoge hakken terecht, lekker gammel doen, want ze is immers van het zwakke geslacht. Niemand die lang in Stepford blijft ontkomt aan deze hersenspoeling. In Fleming’s boek ‘de man met de gouden revolver’ (the man with the golden gun) wordt James Bond in gevangenschap gehersenspoeld door de Russen en wordt opgezet tegen zijn eigen geheime dienst. Hij had tijdens zijn werk een hoofdwond opgelopen en leed aan geheugenverlies. Zo groeien ook kinderen vandaag op in deze wereld, in Stepford. Ze hebben nog geen ontwikkeld geheugen, geen ontwikkelde kennis, en daarom moeten ze zo snel mogelijk ontwaken. Ze worden namelijk als varkens gefokt, en Stepford is gewoon een drugs die hen in slaap houdt opdat ze er niks van merken. De poppen van Stepford reageren alleen als je zoals hen doet. Dan wordt je beloond en krijg je complimenten. Zo niet, dan reageren ze niet, dan wordt je genegeerd, of dan wordt er de spot met je gedreven, wordt je belachelijk gemaakt, en ze deinzen er niet voor terug om het aan de grote klok te hangen. Dan kom je misschien ook nog in het Stepfordse nieuwsblad, maar dan niet als ‘lieverdje van de week.’ En wat dan ? De poppen van Stepford zijn zo heilig als Jezus Christus zelf, jawel. ‘Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus, en zij zullen velen verleiden. Laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen.

Wie op het dak is, ga niet naar beneden om zijn huisraad mede te nemen, en wie in het veld is, kere niet terug om zijn kleed mede te nemen. Wee de zwangeren en de zogenden in die dagen. Bidt, dat uw vlucht niet in de winter valle en niet op een sabbat. Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal,’ zegt Mattheus 24. Heb je dat moment al meegemaakt, of marcheer je nog netjes mee met de poppen van Stepford ? Ben je al ontwaakt tot Mattheus 24, en ren je al tot de bergen, of kwebbel je nog rustig mee met de poppen van Stepford ? Als je een obsessie hebt met foto’s van jezelf die je graag met anderen deelt om in een goed blaadje te komen bij de andere poppen van Stepford, dan hebben ze je al, en dat is het begin van de programmatie, zoals ook in het boek. Er moesten eerst schetsen gemaakt worden van Joanna. Ze werd er geheel opgezet, en op dat fundament zou zij tot pop worden, en in hoeverre was zij al een pop ? ‘Ik ben de Christus,’ zeggen de poppen van Stepford. ‘Wij weten het allemaal. Je kunt onze pil best nemen. Dan wordt je zoals ons.’ Ook de poppen van Stepford evangeliseren met hun eigen evangelie, en dat begint met het maken van foto’s, het maken van schetsen van de nieuwkomers. Er kwam direct een welkomstcomite naar Joanna toe toen ze nieuw was. Ze kreeg een boekje met waardebonnen en huishoudelijke producten, zeepjes, parfums, etc. Het evangelie van Stepford wordt gepredikt, maar het zijn slechts reclame spotjes voor de huishoud industrie. Dat gaat om geld, en dan is bedrog de snelste weg. Nog even schrobben, nog even poetsen. Eigenlijk gewoon de hele dag door. Er mag geen straaltje natuur doordringen. De natuur mag alleen kunstmatig zijn, als een print, als een opgezet bloemstuk, als een foto van een mooie dag. In de huishoud industrie worden namelijk de varkens gefokt, wordt het hen pico bello naar de zin gemaakt, alsof er niets anders meer is. Dat is dus in overdreven vorm. Ook de voedsel industrie en de medicijnen industrie zijn tot overdreven vormen geworden. Toen James Bond ontsnapte uit zijn mk ultra programmering, stalinistische programmering, werd de man met de gouden revolver op hem afgestuurd. Doodseskaders die op de deuren kloppen om vluchtelingen overhoop te schieten. Het is een van mijn grote kindernachtmerries, een van wat ik noem ‘de grote drie’. El Salvador, wat ‘de Verlosser’ betekent. Laat daarom onze weg door zee zijn.

In de film verwisseld James Bond zichzelf met een wassen beeld van zichzelf, zodat hij aan de man met de gouden revolver kan ontkomen en hem in de val kan lokken. Ergens op de kehatitische trap zal de vijand struikelen, want ze voldoen niet aan alle voorwaarden van het leven, de gebruiksaanwijzing, en slaan zo treden over, wat hen ten val brengt, omdat het slechts schaduwen zijn, voorhangsels die zullen scheuren zodra wij hoger op de kehatitische trap komen. Het zijn in principe gewoon onze eigen reflecties die kettingreacties gaan geven als wij tot de hogere weggelegde kennis zullen komen, hoger op de trap, zoals in de tweede bijbelse mythologie de demonenvorst Ryan, die half varken, half wolf is, als een beeld van de gulzige roofzuchtigheid van het vlees, uiteindelijk van de saffieren trap zal afstorten. hoofdstuk 110 stopwoorden op het christelijk erf Het kehatistische verschijnsel is dat tijdens het afmaken van de puzzel er steeds meer stukjes op zijn plaats vallen, en dus steeds meer stukjes wegvallen. Zo zijn er ook wel spelletjes die dit proces uitbeelden. Misschien ken je zulke spelletjes wel. Je hebt er bijvoorbeeld vier op een rij, en dan valt het weg en dan vallen er blokjes van boven naar beneden die dan ook weer combinaties vormen en dat er dan ook weer blokjes kunnen wegvallen, of monstertjes verdwijnen, zoals in tetris en dr. mario. Dromen zijn een resultaat van het geestelijke verteringsstelsel, of het verteringsproces zelf, daarom is het belangrijk dat je goed begrijpt wat het is, en dat je een goed verteringsstelsel hebt, dat je goed toetst dus.

Op het christelijke erf zijn er nogal veel stopwoorden die dus ook telkens gebruikt worden door vuige en vage schurken, bandieten, piraten en kannibalen, die zo hun afgod hebben, dus het is van belang dat dit uitgepuzzeld worden om te zien wat ze eigenlijk gestolen en verdraaid hebben. Het is eigenlijk zo dat het helemaal niet zo ver van de bron afligt. Ze zijn er dus niet ver mee gekomen. Vanochtend tijdens het wakker worden had ik een droom van verschillende christelijke stopwoorden die tot hun puzzel waarde kwamen, oftewel uitgepuzzeld werden : Adonai, wat veel in christelijke gebeden wordt gebruikt, is het Hebreeuws voor ‘mijn Heer’, ‘mijn bezitter’, ook in huwelijksverband, als hun echtgenoot. Adonai in het Hebreeuws klinkt als ‘I don’t know,’ in het Amerikaanse Engels, en dat zag ik in mijn droom. Eigenlijk moeten we tot de Socratische basis komen van ‘I don’t know,’ ik weet het niet. Dat is de basis voor alle dingen, opdat de betweterigheid kan afsterven. Zijn wij al getrouwd met het grote ‘I don’t know’ ? Zo niet, dan lopen we gevaar misleid te worden. Overmoed in het weten is nooit goed in het verteren. Eerst moeten we weten dat we niets weten, en op die basis voorzichtig en onophoudelijk diepte-toetsen en daarmee niet sjoemelen. Dit woord is dus heel belangrijk, en blijft genoemd worden, totdat we ontdekken wat het is. Dan een ander stopwoord : Heilige Geest. Wij zeggen soms : ‘het heilige geestelijke,’ want Heilige Geest kan al snel tot een soort afgod worden, alhoewel het dan wel gebruikt kan worden in de christelijke terminologie, maar je moet er heel erg mee oppassen. Het is een stopwoordje in de kerk waarmee ze alles goedpraten, als drugs. Maar welke puzzel waarde heeft het ? Telkens hebben ze het over ‘de Geest,’ vooral ook in de wat vrijere groepen, maar dan vaak niet als het geestelijke, maar als afgod dus, als een afkorting voor hun dogma’s en hun regels. Dus zo geestelijk en heilig is het niet, zelfde als dat de geestelijke gezondheids industrie zichzelf geestelijk noemt, terwijl het vleselijk is, allemaal voor geld en gegrepen macht. In mijn droom zag ik echter het woord ‘Gist’ wat erachter lag. In het gistingsproces van de natuur worden stoffen afgebroken om ze in hogere vormen om te zetten, zoals dat ook in het verteringsstelsel gebeurd. Dromen en openbaringen zijn dus ook een gevolg van het geestelijke gistingsproces, dus het is een belangrijk woord in het

toetsen. Grijpen wij zomaar links en rechts naar wat we willen hebben om anderen ermee te onderdrukken, of gaan wij tot de gist van de dingen in het toetsen ? Daarom is dit ook een heel belangrijk woord en blijft het herhaald worden om ons heen totdat we de betekenis leren onderkennen. Gist betekent ook ‘diepere betekenis’. Halleluja. Zo mogen wij dus inderdaad komen tot de Heilige Gist. Die kunnen we alleen leren kennen in het grondige puzzelen en verteren op de kehatitische trap, wat een beeld is van ons geestelijke verteringsstelsel, als basis voor ons immunologische stelsel. hoofdstuk 111 de jonge tijger met een boodschap van moeder Liefde aan de mensheid (er is geen leven buiten liefde) hebben wij geen liefde, dan hebben wij helemaal niets, en de liefde verhoert zich niet aan de haat De mens weet teveel. Ze weten tegenwoordig alles en drijven handel met het weten. De mens moet weer terugkomen tot het grote ‘I don’t know’ (Adonai). Op die basis mag je het heilige gistingsproces van de natuur ingaan, om te komen tot de Heilige Gist, alleen op die basis. Betekenis mag niet geforceerd worden, en ook niet verkocht, want dan wordt het iets schurkerigs. Wat een dwazen om ons heen. Ze verkopen de heilige gnosis, de heilige moeder, als een hoer, en het is alleen iets voor de rijken dus. Alle zogenaamde gnosis circuleert in de rijke clubjes van de hoge heren met hun hoge hoeden, en ze kijken neer op de armen die het niet kunnen bekostigen, en drinken dan keurig hun kopjes thee uit dure porseleinen kopjes en trekken dan hun wenkbrauwen op. Nee, kennis is niet voor de armen tegenwoordig. Mijn oma zei dat vroeger in de kerk de armen achteraan zaten, want die konden de

voorste zetels niet betalen. Belachelijk. Heb je de Heilige Gist al ontvangen ? Of zit je op de eerste rang op je dikke heilige vlees ? Heb je de Heilige Gist ontvangen, of lig je met alle bedriegelijke welvaart van het westerse weten al in je Kist als een van de levende doden ? De wereld is al vergaan, en de televisie staat aan, zong Herman van Veen. Met dooien achter het raam. Het is de kuisheid en preutsheid van het victoriaanse Stepford die hun naaktheid goed bedekt houden van top tot teen met dikke pakken vlees en overbodige kleding en tirelantijntjes, want ze willen niet ontmaskerd worden. De mens leeft niet meer in het paradijs. Ze schamen zich voor hun naaktheid, oftewel voor de hogere openbaringen. Als het even kan verkopen ze het. Het is een stopwoorden maatschappij, maar de betekenis is verloren geraakt. De leugen regeert. Ik moet mezelf altijd herinneren : ‘Oh ja, Stepford.’ Als je geen woede uitbarstingen meer hebt dan leef je niet meer. Dan ben je ingedut, maar die woede uitbarstingen mag je ook heel creatief gebruiken in het toetsen. Het is je bescherming en inspiratie, en maak er iets moois van. Je woede is mooi. Liefde is het mooiste wat er is, passie, het niet conform zijn aan de rest. De Liefde zondert zich af, als een tijger in de wildernis. In een droom vannacht was ik ergens waar een tijger in een kooi zat. De kooi stelde niet veel voor. Het was slechts gaas, en de tijger probeerde er doorheen te komen, en ik dacht : ‘We gaan er allemaal aan als dit ding losbreekt.’ Ik bleef maar staan en kijken. Tijd leek heel snel te gaan. Plotseling brak de tijger los, maar ik merkte dat het een hele jonge tijger was, en ik wist direct dat de tijger te jong was om ons kwaad te kunnen doen. Toen tilde ik de tijger op, en hield het in mijn armen. Het klokje tikt door. We kunnen beter een goede relatie met de tijger hebben en enigszins een bepaalde tamheid laten hebben naar ons toe, dan dat we van toeten noch blazen weten en dat de tijger ons later niet zal kennen, want dan zijn we er geweest. De tijger van de liefde zal niet aarzelen alles wat hij niet kent te verslinden. De tijger van de liefde is een jager, een roofdier, uitgezonden om alles wat geen liefde is te verteren.

hoofdstuk 112 het slapende stepford Laten we in deze duistere tijden denken aan hen die het moeilijk hebben en eenzaam zijn. Soms zijn dat ook hen die in grote families vastzitten en erdoor in de gaten worden gehouden en gestalkt, en daar niet kunnen aarden. Ook popsterren met een heleboel fans kunnen heel erg eenzaam zijn en het heel moeilijk hebben. Laten we aan hen denken en hen gedenken. Dat hoeft niet persee rechtstreeks, maar wij kunnen energie en liefde zenden. Ieder mens heeft magie, bewust of onbewust, gebruikt of ongebruikt. Een heleboel mensen laten het liggen, maar je mag werken met je eigen magie. Je kan mens en dier zelfs op afstand, en soms juist op afstand, genezen, terwijl als je te dichtbij zou komen de magie juist zou kunnen verdwijnen en opgeslokt zou kunnen worden. Ga niet roekeloos en onbezonnen met je magie om. Spring niet zomaar in het moeras om iemand eruit te halen, maar ga strategisch te werk, en help hen die het het meest nodig hebben. Ga er creatief mee om. Spring niet zomaar in andermans problemen, maar bouw er tunnels omheen, en graaf zo dieper dan hun eigen problemen, opdat ze een ontsnappings-route hebben. Onthoudt dat je altijd van onderen komt, maar : zo onder, zo boven. De waarheid werkt in vele lagen, door alles heen. Sommige mensen zeggen : ‘Nederland is een Noord-Korea aan het worden. Je mag niks meer zeggen. 1984.’ Maar Nederland was allang een Noord-Korea van mind control en speech control, en zware straffen op overtreding. Het is alleen dat bepaalde mensen er nu pas toe ontwaken. Nederland is een bezet land, bezet door buitenaardse demonen. Iedereen in Nederland groeit op in zware gevangenschap, in een corset en harnas van Stepford. Mentaal terrorisme, puur terrorisme. El Salvador leeft onder ons. Je mag je niet uitspreken, en al helemaal niet voor de armen en de dieren. Het is niet populair. Men gaapt. ‘People just laughing cause they heard it before,’ zong Labi Siffre. In een droom vannacht waren er deuren geopend in de tachtiger jaren, en de

tachtiger jaren magie kwam vrij die lang opgepot had gezeten, in een diepe kerker was opgesloten. ‘Luister naar de stemmen, die roepen om vrij te zijn.’ Het boek Openbaring spreekt daar ook over, dat grote engelen vrijgezet zouden worden. Ze waren opgesloten onder de rivieren. De ark is in het Aramees een doorgang naar een diepere ruimte, waar we ook veel over hebben geschreven. In die ruimte liggen boeken en liederen die verborgen worden gehouden. De droom ging ook over verborgen liederen van Simply Red. We waren ergens in een stad, en er zou een nieuwe wereld komen. We waren in een ruimte in een gebouw met engelen van de tachtiger jaren. Een vrouwelijke engel sprak dat er verrassingspakketten uitgedeeld moesten worden aan sommigen. Het was heel sprookjesachtig. Er was een soort feeenengel die heel lang onder Limburg opgesloten had gezeten, en die was vrijgekomen. Ik sprak met haar, en ze was als een soort feeenkoningin. Ik zei toen : ‘Er moet in het nieuwe rollenspel ook een koningin komen.’ Laten we wel wezen : Wat we nu op aarde zien is een rollenspel. Mensen matigen zich allerlei titels aan en denken dat het echt is, maar ze spelen maar spelletjes. Daarom moet er een nieuw rollenspel komen. In een rollenspel gaat het om voorbeelden, om creativiteit, om inspiratie wat je niet te nauw moet nemen. Je beeldt bepaalde realiteiten uit. Ik zei toen dat er in het rollenspel ook een soort religie kon zijn op de achtergrond. De vrouw zei toen dat in Limburg twee waarheden naast elkaar staan of tegenover elkaar, als een dubbele waarheid. Waarheid werkt samen met rechtmatigheid. Probeer de waarheid op verschillende manieren uit te leggen, in verschillende talen, met verschillende voorbeelden, als lagen om de waarheid heen, zodat de reikwijdte wordt vergroot, want mensen spreken verschillende talen. Zo wordt je wereld groter. Zo kan de mens elkaar verstaan. Zo beveilig je ook de waarheid, zo kan de waarheid zichzelf ook voortplanten. Zo is de waarheid vruchtbaar. Zo kan het regiem van Noord-Korea afgebroken worden in jezelf. Noord-Korea is een beeld van de eenzijdigheid. Eenzijdigheid is nooit vruchtbaar, maar dor en droog, en dan komt er nooit iets van de grond. Er was ook een vrouw in de droom die hele vuile taal sprak telkens, die alles ook sexualiseerde telkens. Ik kende zulke figuren in de tachtiger jaren op

school. Misschien ken je ze zelf ook wel. Maar waar is dat een beeld van, of een reflectie ? Het is een apparaat. Noord-Korea kan door haar eenzijdigheid geen ware vruchtbaarheid hebben, dus zij danst er hysterisch om heen met geforceerde, perverse taal de hele tijd, pure frustratie van het niet vruchtbaar zijn, van de eenzijdigheid. Ze proberen je hun fruit te verkopen. Ze spelen ook voortdurend mensen tegen elkaar uit, alsof ze de monopolie hebben op sexualiteit, alsof zij weten wat het allemaal is, en het is alleen voor hun elite. Zij wanen dat ze de monopolie hebben op vruchtbaarheid, en het is alleen voor hun groepje. Ze zijn griezelig eenzijdig, als gefrustreerde poppen van Stepford. Het leven kan alleen maar voor hen een feest zijn als ze om de haverklap vuile taal gebruiken, aandachtshoeren als ze zijn. Ze hoereren met eenzijdigheid, met Noord-Korea, als spionnen, als nsb-ers. Maar ze komen niet ver. Er moest een nieuw rollenspel komen. Er waren deuren opengegaan in de tachtiger jaren, en er zat ook veel vuils bij. Stromende rivieren met vuil. Het moest allemaal nog verwerkt worden. Het zijn ook een soort alarmen die laten zien dat er nog teveel eenzijdigheid is, te weinig creativiteit en variatie, en dus te weinig daadwerkelijke, natuurlijke vruchtbaarheid. Dat is wat al die kunstmatige troep waard is. Het zit ook in het voedsel. Je wordt helemaal gek gemaakt door al die toegevoegde stoffen, zout en troep. Die wekken een soort valse heiligheid en valse sexualiteit op, steriele sexualiteit, alles door reageerbuisjes. Het zijn gewoon sex speeltjes die dan een hele wereld gaan bouwen allemaal gebaseerd op niets. Het is een prostitutie netwerk. Poppen vastgezet in Amsterdam. Ze leven langs alles heen, want zij zijn het. Heb je de monopolie op de liefde ? Wat ben je dan een zielige figuur. Eenzijdige liefde is het smerigste wat er is. Liefde alleen voor de nazi officieren en hun hulpjes. Wat een ellende. Wat een waanzin. Daarom moest er een nieuw rollenspel komen. Er waren deuren geopend in de tachtiger jaren. Magie stroomde volop. Je mag die magie gebruiken om alle eenzijdige muren af te breken. NoordKorea slaapt. Stepford slaapt. Ze kunnen niets verdienen. Ze werken niet. Ze wanen alleen. Er gebeurt helemaal niets. Het is gewoon illusie. Kijk ze allemaal eens hard werken, maar het is allemaal schijn. Er komt niks van de grond. Ze slapen allemaal. Ze vallen allemaal in herhaling, en dan weten ze het niet meer. Dan is er ineens een malfunction. Die robotten hebben het eeuwige leven niet. Ergens komt er water in de reageerbuis. Dan wordt de

programmering verbroken. hoofdstuk 113 wilde jongens, boze jongens Het kehatitische verschijnsel van oorzaak en gevolg in het puzzelen heeft een rangschikkende factor, en leidt onherroepelijk tot het hititische verschijnsel waarin alles zo doorzichtig wordt dat het omdraait. De rollen worden ineens omgedraaid en diepere betekenissen worden getoond, want alles is in principe neutraal en wordt van beide kanten gebruikt. Op het schaakbord van het leven is niet wit altijd het goede, en zwart is niet altijd het slechte. Dat zou erg kortzichtig zijn. Deze twee verschijnselen rekenen dus af met kortzichtigheid. De voet staat voor contact met de aarde, contact met de buitenste lagen van de duisternis, als een beeld van de goede herder of herderin die op zoek gaat naar de verloren schapen. De verloren schapen zijn zelf de goede herders en herderinnen geweest die de buitenste duisternissen zijn ingegaan en plaatsvervangend lijden op zich hebben genomen. De goede herder is dus zelf altijd het verloren schaap. Hij werkt niet buiten dit principe om vanaf een hoge troon of een veilige schaapsschuilplaats waar altijd alle lichten aanzijn. Oscar Romero, de El Salvadorse goede herder die in 1980 vermoord werd in centraal amerika, in hetzelfde jaar als John Lennon in noordelijk amerika (New York) werd vermoord, beiden door kogels, gaf zijn woning in het bisschoppelijk paleis op om in een armenziekenhuis te wonen. De voet is dus een beeld van de opofferende liefde, maar tegelijkertijd houdt het de mens ook van de aarde vandaan, duwt het de aarde van zich af, als een beeld van de haat. En zo snellen vele voeten tot het kwaad. Hoe lieflijk op de bergen zijn de voeten die goed nieuws verkondigen, heil en vrede. Hoe

barmhartig zijn die voeten, als van de barmhartige samaritaan, maar er zijn ook vele voeten die snellen om bloed te vergieten. De voet is dus een neutraal beeld. Goed en kwaad gaat door de voet. In Genesis zien we de vrouw die op de kop van de slang staat om het de kop te vermorzelen, en in Exodus wijst Mozes op de slang aan de paal. Het leven komt door de slang, want het is een beeld van het zaaddragende, levendragende, geslachtsdeel. De kop moet vermorzeld worden opdat het zaad kan stromen, als een beeld van de verbrokenheid. Ook in Leviticus zien we dat de kop van het offervee opgedragen moest worden. De hand moest er op gelegd worden. Het is een beeld van de territoriale oorlogsvoering tegen het vleselijke. De kop is de prioriteit. Heb je de juiste prioriteiten of verdoe je je tijd ? De slang aan de paal doet de slang verbinden met de aarde, met de buitenste duisternissen, als de goede herder, als een beeld van het kruis. Daarom was dit beeld zo belangrijk in het Oude Testament. Je zou leven als je ernaar zou kijken, en sterven als je het zou ontlopen. De slang aan de paal, de slang onder de voet, contact makende met de aarde, met de buitenste duisternissen, met het verloren schaap, is een beeld van de liefde die zijn leven geeft. In het hititische verschijnsel veranderen alle betekenissen, niet in de zin dat de zonde wordt goedgepraat, maar in de zin dat alle dingen medewerken ten goede, omdat diepere betekenissen getoond worden, als opname en overname. Je neemt de dingen over en maakt er iets anders van, iets goeds. Dat is het werk van artiesten. David Bowie (van de bowie messen van de wilde jongens) zei dat zijn zeventiger jaren werk gebaseerd was op zowel het wilde jongens verhaal (van burroughs) en het boze jongens verhaal uit 1962, van burgess (a clockwork orange). Die moesten komen om de Stepford programmaties te verbreken, om 1984 uit te schakelen. Dat ging er hard aan toe, maar het was beeldspraak. 1971 was het jaar waarin het boek ‘The Wild Boys’ verscheen. Het werd ook wel een dodenboek genoemd. Het was de wraak van de indianen tot de westerse beschaving die over de indiaanse wereld werd heengebouwd. Het boek zegt dat Engelse soldaten tegen de wilde jongens streden, en dat ze

bekogeld werden door vrouwen en kinderen met bloemen op straat en zo werden verraden, maar dat ze verblind waren door Bor Bor, de drug van de vrouwelijke illusie, en dat degene die Bor Bor neemt geen wilde kan zien totdat het te laat is. Bor Bor is dus de naam van de drugs die de mens kortzichtig houdt, in Stepford. Het houdt de mens tegen om tot zijn innerlijke wilde zelf te komen, zijn natuurzelf. De wilde jongens komen uit een indiaans oorlogsboek, waar de tweede bijbel ook veel over spreekt. Dan zegt het boek, als een zestiger, zeventiger jaren Leviticus dat een kolonel door tien wilde jongens ten onder ging, en dat ze gingen voetballen met zijn bloedende hoofd. Ze stroopten lichamen af, en sneden geslachtsdelen af om van de testikels zakjes te maken waarin ze hun eigen drugs droegen. Ook droegen ze dus bowie messen. Er waren zweefvliegtuigjongens met bogen en lasergeweren, rolschaatsjongens en naakte blaaspijpjongens, katapultjongens, messenwerpers, sjamaanjongens etc. Sommigen hadden lang haar. Ze hadden controle over slangen en honden. Dit komt ook uit het evangelie dat de volgelingen van Yeshua slangen op konden nemen. Het waren jongens die bedreven waren in het wijzen en mikken van botten en juju magie waarmee ze de vijand konden neersteken die werden weerspiegeld in kalebassen met water. Er waren woestijn jongens en droom jongens. Ze hadden ook vlijmscherpe tangen die vingers af konden snijden of beenpezen, wat ook weer terugkomt in het ‘Take on me’ verhaal van A-ha uit de tachtiger jaren. Dit is zwaar metaforische, freudiaanse taal, want ‘de slang moet aan de paal’, de kop van de slang moet onder de voet verbrijzeld worden opdat het zijn zaad geeft. De mens heeft dit vleselijk willen uitbeelden als de hoge hakken van Stepford, maar de wilde jongens zijn niet stads. Ze zijn boos op de stad, boos op de kerk, en hebben geen genade met al die verschrikkelijke beelden waarmee ze vanaf kind zijn werden opgezadeld. Er is geen genade meer. Het genade tijdperk is voorbij. Nu verwoesten ze meedogenloos deze beelden, als de beeldenstorm van de zestiger en zeventiger jaren, en dit ging door in de

tachtiger jaren. David Bowie kwam hieruit voort als een van de aanvoerders van de wilde jongens, en ook Duran Duran en Mad Max. Het thema in de tachtiger jaren was : ‘Arena.’ (ook een live album van Duran Duran uit 1984) De mythologie van de tachtiger jaren stelt : ‘We hebben geen nieuwe leider of nieuwe held nodig. Alles wat we nodig hebben is door de donderkooi heen te komen.’ De donderkooi was een ‘een op een’ gevecht, jezelf tegen het vlees, tegen de zonde, en er zou slechts een levend uit deze kooi komen. Toch ging dit er heel genuanceerd aan toe. Als de vijand een kind bleek te zijn dan moest het kind in leven gehouden worden. Soms vermomden kinderen zich namelijk tot volwassenen om in deze kooi te kunnen vechten. Soms werden ze gedwongen (in de film mad max beyond thunderdome uit 1985). Burgess schreef in 1962 het boek ‘A clockwork orange’, wat in het Nederlands uitkwam als ‘Boze Jongens’. Het werd in 1971 verfilmd, en ligt in dezelfde lijn als het boek 1984 van Orwell, en het boek Brave New World. Het gaat over het brainwashen van criminele jeugdbendes tot ‘goede personen.’ Het boek kan hititisch gezien van meerdere oogpunten bekeken worden. In de film als de jeugdbende van Alex, de hoofdpersoon, misdaden pleegt, dan zingt hij vaak het lied ‘I’m singing in the rain.’ Regen is een freudiaanse term voor zaad, als de vermorzelde kop van de slang, het geslachtsdeel wat openbreekt, losbreekt, in de vagina, of onder de voet, terwijl het contact maakt met de andere wereld, de verloren wereld. Het is een film die gaat over karma, dat hij moet leren de andere wang moet toekeren in plaats van telkens maar ‘oog om oog, tand om tand’, en hij valt telkens in de handen van degenen waartegen hij misdaden had begaan, ook zijn eigen bendeleden die hij had mishandeld. Alex gaat vanwege een associatie-programma walgen van zijn eigen misdaden, en die komen op zijn eigen dak terug. Dan is dus de vraag of zo’n programma wel verantwoord is, en dan later komt het met grote koppen in de kranten dat het allemaal veel te ver is gegaan, dat Alex misbruikt is door de regering. Maar Alex zelf voelt zich verlost en is dankbaar, en kan ook dit traject van zijn leven waarderen, maar dan is dus de vraag of dit dan zijn eigen oprechte dankbaarheid is, of dat hij zo gemaakt is door het begeleidingsprogramma. Voordat ik de film zag was er een soort familie van een andere wereld die mijn huis binnenbrak, een oma, een vader en een broertje, en broertje had een of

ander science fiction wapen en begon mij te bedreigen, en zei dat het wapen ervoor zou zorgen dat ik opgenomen zou worden. Ik zag er geen bedreiging in, want ik wilde juist opgenomen worden door die andere wereld. Ook had ik een droom over een min of meer versleten sportschoen die ik in het toilet wierp, en ik trok het door, en dacht : Laat ik de ander maar niet door het toilet spoelen, want straks raakt het nog verstopt. Maar het was een beeld dat ik naar de wortels moest gaan, en dat de wortels verwerkt moesten worden in de onderwereld. Ik had nadat ik de film had gezien een droom van een dikke geestelijke begeleidster, zoals in de film, die mijn geslachtsdeel vasthield, en het was in een opvangcentrum zoals in de film. Toen ik wakker begon te worden veranderde deze droom in een natuurtafereel van de slang aan de paal waar Mozes op wees. Uiteindelijk moet de slang niet zomaar middelmatig zichzelf in allerlei gaatjes om zich heen wringen, maar moet de slang terug gaan naar de bron, onderworpen aan de hemelse realiteiten van de hogere, begeleidende kennis, zodat zijn zaad niet misbruikt zal worden. Het was dus een beeld van de natuur moeder, en die zat dus verwoven in het ‘Boze Jongens’ verhaal.

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150
  151. 151
  152. 152
  153. 153
  154. 154
  155. 155
  156. 156
  157. 157
  158. 158
  159. 159
  160. 160
  161. 161
  162. 162
  163. 163
  164. 164
  165. 165
  166. 166
  167. 167
  168. 168
  169. 169
  170. 170
  171. 171
  172. 172
  173. 173
  174. 174
  175. 175
  176. 176
  177. 177
  178. 178
  179. 179
  180. 180
  181. 181
  182. 182
  183. 183
  184. 184
  185. 185
  186. 186
  187. 187
  188. 188
  189. 189
  190. 190
  191. 191
  192. 192
  193. 193
  194. 194
  195. 195
  196. 196
  197. 197
  198. 198
  199. 199
  200. 200
  201. 201
  202. 202
  203. 203
  204. 204
  205. 205
  206. 206
  207. 207
  208. 208
  209. 209
  210. 210
  211. 211
  212. 212
  213. 213
  214. 214
  215. 215
  216. 216
  217. 217
  218. 218
  219. 219
  220. 220
  221. 221
  222. 222
  223. 223
  224. 224
  225. 225
  226. 226
  227. 227
  228. 228
  229. 229
  230. 230
  231. 231
  232. 232
  233. 233
  234. 234
  235. 235
  236. 236
  237. 237
  238. 238
  239. 239
  240. 240
  241. 241
  242. 242
  243. 243
  244. 244
  245. 245
  246. 246
  247. 247
  248. 248
  249. 249
  250. 250
  251. 251
  252. 252
  253. 253
  254. 254
  255. 255
  256. 256
  257. 257
  258. 258
  259. 259
  260. 260
  261. 261
  262. 262
  263. 263
  264. 264
  265. 265
  266. 266
  267. 267
  268. 268
  269. 269
  270. 270
  271. 271
  272. 272
  273. 273
  274. 274
  275. 275
  276. 276
  277. 277
  278. 278
  279. 279
  280. 280
  281. 281
  282. 282
  283. 283
  284. 284
  285. 285
  286. 286
  287. 287
  288. 288
  289. 289
  290. 290
  291. 291
  292. 292
  293. 293
  294. 294
  295. 295
  296. 296
  297. 297
  298. 298
  299. 299
  300. 300
  301. 301
  302. 302
  303. 303
  304. 304
  305. 305
  306. 306
  307. 307
  308. 308
  309. 309
  310. 310
  311. 311
  312. 312
  313. 313
  314. 314
  315. 315
  316. 316
  317. 317
  318. 318
  319. 319
  320. 320
  321. 321
  322. 322
  323. 323
  324. 324
  325. 325
  326. 326
Home


You need flash player to view this online publication