17

De Bilha III, nuance :12-14 Het overweldigde mij als de zee van tranen, Maar bracht mij hier. Mijn boot strandde, en dit strand is mijn verdere leven, De wildernis in, om Haar te ontdekken. Het was een boot van groot verlies, Maar wat heb ik eigenlijk verloren, en wat heb ik gewonnen ? Alles was anders op hoge golven. Haar rode tranen zijn de eeuwigheid, Diep als de exegese, En Haar zwarte tranen in de nacht, waren de nachtmerries die spraken. En Haar groene tranen van de natuur zijn Haar nuance. De Bilha IV, prediker :17, 20 ; de vrouw met de witte slippers Nee, gij kunt haar niet omkopen, oh prediker. Gij staat voor de eis van de wet. In ballingschap zult gij gaan, en aan haar rivieren bittere tranen wenen. En uw herinnering zal niet meer daar zijn. Wie bent gij als haar uur is gekomen ? Bent gij niet de grootste ijdelheid ? Ziet, gij zult bittere tranen wenen. Staat zij niet met haar spiegel in de zee ? En wat weerspiegelt het ? Het zijn de dagen van zonde, Ook de prediker kent hen. Ik ging over de rivier van bloed waarachter een oerwoud was dat tot de zee van tranen leidde. Ergens bij de zee van tranen was een tunnel die onder de grond leidde. Het liep uit op een grottenstelsel waar veel boeken waren. De boeken stonden vol van kronieken. Ik begon de boeken te bestuderen. Twee

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication