gaan en het bedekkend voorhangsel afnemen en daarmee (d.w.z. met het voorhangsel, dat tussen het heilige en het allerheiligste hing) de ark der getuigenis bedekken" vs 5.' (...) 'Misschien was het nodig, dat de priesters de draagstokken der ark een ogenblik uit hun ringen haalden met het oog op het verpakken van de ark in de drie kleden. Maar dan mochten zij toch niet verzuimen deze stokken weer in de ringen terug te doen. Opdat de ark daaraan gedragen kon worden door de Kehatieten. Misschien echter ook wel, omdat de Kehatitische levieten de ark niet alleen niet mochten zien, maar ook niet mochten aanraken, Ex. 25 : 15, Num. 4:15, 20.' We kunnen hierbij ook denken aan het mysterie van de boom der kennis in het paradijs, waar men ook niet zomaar aan mocht zitten. De Vuh zegt over 4:4 : Dit zal de dienst der zonen van de Kehatieten in de tent der samenkomst zijn: de zorg voor de allerheiligste dingen.’ Het boek komt dan tot de conclusie dat er een kehatitische klok is waarin je niet te snel of te langzaam mag gaan, en dit is ook tot afsterving van het vlees. De wijzers van de klok zijn dus messen tegen alles wat niet op het pad blijft en alles wat niet in het ritme blijft, het vleselijke dus, als een cyclische, immunologische besnijdenis, als een oorlogsroutine. hoofdstuk 80 dordrecht en het gaan tot de hemelse zee Want krachtens de empathie, die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van de hemelse zwakheid (hemelse slaap), dat de hemel elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld. Romeinen 12:3
240 Online Touch Home