265

vrienden van verschillend vakantie werk, en ze kenden elkaar allemaal niet, maar in die droom kenden ze elkaar. Toen het voertuig wegging wenste ik ze allemaal succes, maar mijn tasje hing er nog aan, en ik begon achter het voertuig aan te rennen. Ik wist dat ze eerst nog wat in het dorp moeten doen. Ik raakte ze kwijt en begon toen het hele dorp af te kammen, op zoek naar mijn tasje, wat dus nog aan het voertuig hing, en daar zat mijn geld in, mijn pasjes, bibliotheek pasje enzovoorts. Eindelijk kwam ik de groep weer tegen en de groep was nu veel groter en ook het voertuig zou veel groter zijn, want het was bijna een station, en er was ook een winkel bij, en het bleek dat daar ook nog een heel groot krat stond met inkopen van mij wat ik aan hen geschonken had. Ik begon even het krat te doorzoeken, en het was nogal rommelig, en dingen waren al aangebroken, dus ik vroeg me af wat het nog waard was. Er liepen hier nog meer tijden door elkaar heen, ook nog mensen van veel latere tijden van mijn leven, en een vrouw die de leiding had over ontwikkelingshulp zei toen tegen me : ‘Later als je gaat verhuizen dan kunnen we dit voertuig er ook voor gebruiken, om zeven uur.’ Het bleek haar voertuig te zijn. Ik wist niet waar het was, en ik dacht ook toen : Laat dat tasje maar zitten, want het is toch maar een droom, en toen later dacht ik nog : Dat tasje mag wel naar de ontwikkelingshulp. Ze zullen het nodig hebben. Allerlei tijden liepen dus door elkaar heen in de droom, en die kwamen allemaal samen voor een doel : ontwikkelingshulp, empathie, het zoeken naar de verloren schapen, als de goede herder. In de tachtiger jaren, rond 1985, ging ik met die schoolvriend van het college en zijn moeder naar Amsterdam. Daar zouden we naar zijn familie gaan en naar de Rocky IV film, wat een gevechtsfilm was, een boksfilm, tussen Rusland en Amerika, communisme en kapitalisme. Ik gaf zelf niks om boksen, heb ik nooit gedaan, maar het was een verhaal, een metaforisch verhaal, en die schoolvriend wilde het graag zien, dus ik ging mee. We gingen daarna een paar dagen logeren bij zijn oom, en gingen ook nog even naar een tante van hem in Amsterdam. Later begon ik steeds meer de cryptische waarde van die dagen in te zien. Het bereidde mij voor op de oorlog in Amsterdam, waar ik later zou wonen en werken, ook voor de ontwikkelingshulp. Ik heb ook in de Bijlmer gewerkt onder Afrikanen. Toen ik in 85 in Amsterdam was met de college schoolvriend en zijn moeder was Radio Africa van Latin Quarter op de radio, en ik vond het zo apart, alsof ik in een

266 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication