of horen, en tot hen zouden kunnen spreken, maar alleen bij de overdenking in het hart. Zo bespreekt Calvijn psalm 77 en ik voelde hitte rondom mijn hoofdwond komen, die ik nog steeds voelde van die droom, en wat ook om een situatie ging in mijn leven. Over mijn hele lichaam werd het toen heet. Het vloeide ook naar mijn buik. Toen ik wakker was geworden voelde ik me nog steeds ontvoerd, maar psalm 77 begon me op sleeptouw te nemen. 5 Gij houdt mijn ogen open, ik ben onrustig en kan niet spreken. 6 Ik overdenk de dagen van ouds, de jaren van weleer; 7 ik denk in de nacht aan mijn snarenspel, ik peins in mijn hart en vors na. Calvijn noemt de psalmist een profeet, en zei dat sommigen het zo uitlegden alsof de profeet had gezegd : βEr is niets zo verborgen in mijn hart, of Gij kunt er toe doordringen.β Iets doordrong mijn eenzaamheid, en nam mij op. En nog voelde ik het gevecht, het getrek. Ze wilden de ark niet loslaten. Psalm 79 zegt : O God, heidenen zijn uw erfdeel binnengedrongen, zij hebben uw heilige tempel ontwijd, Jeruzalem tot puinhopen gemaakt. Zij hebben de lijken van uw knechten gegeven tot spijze aan het gevogelte des hemels, het vlees van uw gunstgenoten aan het gedierte des velds. Zij hebben hun bloed als water vergoten rondom Jeruzalem, en er was niemand die begroef. Wij zijn onze naburen tot smaad geworden, hun die ons omringen, tot spot en hoon.
127 Online Touch Home