> niet heeft. Voorts, over degenen die hun geloof openlijk belijden > en hun leven beteren, moet men naar het voorbeeld van de apostelen > het beste oordelen en spreken; > want het binnenste van het hart is ons onbekend. > En wat anderen betreft, die nog niet geroepen zijn, voor hen moet men tot God bidden, > die de dingen die er niet zijn, roept alsof zij waren en wij moeten > ons in geen geval tegenover hen hoogmoedig gedragen, > alsof wij het onderscheid aan onszelf te danken hadden. De ware genade, empathie is gevoelig en opmerkzaam, en dus ook dankbaar als het merkt dat iemand anders iets goeds heeft gedaan. Het negeert het goede niet, en is ook niet zelfzuchtig over het goede, maar erkent en respecteert de anderen als dragers en brengers van het goede, en is daar dankbaar over. Feenstra : βDe genade is mededeelzaam. We hebben ook een roeping (β¦).β De ware genade is dus een werkwoord. DL 3+4:14 > Het geloof is derhalve een gave van God, > niet omdat het door God aan de vrije wil van de mens wordt aangeboden, > maar omdat het de mens daadwerkelijk wordt meegedeeld, > ingegeven en ingestort. > Ook niet omdat God alleen het vermogen om te geloven > zou geven en daarna de instemming of het daadwerkelijk geloven > van de vrije wil van de mens verwacht, > maar omdat Hij die zowel het willen als het volvoeren, > ja alles in allen werkt, > in de mens zowel de wil om te geloven als het geloven zelf tot stand brengt. Je zwakheid, je handicap, je blokkade, is een gave van God, maar het wordt door de boze wereld als iets slechts gezien, als een ziekte, want ze meten alles af aan marktwaarde, niet aan godsvrucht. DL 3+4:13 > De wijze waarop deze werking plaatsvindt, > kunnen de gelovigen in dit leven niet volkomen begrijpen.
179 Online Touch Home