3 die ook geen onrecht plegen, maar wandelen in ‘s hemels wegen. 4 Gij hebt uw bevelen geboden, opdat men die ijverig onderhoude. 5 Och, dat mijn wegen vast waren om uw inzettingen te onderhouden. 6 Dan zou ik niet beschaamd staan, als ik op al uw geboden zie. Calvijn stelt dat de psalmist zei ‘op al uw geboden’, omdat de listen en valstrikken van het vleselijke veel zijn. Hij stelt dat er daarom geen gewone of geringe waakzaamheid wordt vereist om op je hoede te zijn. Er staat ‘ijver’, wat duidt op een hemels werk. Zijn wij ijverig in het onderhouden van het hemelse verbond ? Lauwe mensen komen onder verblindingen en komen op de bijpaden en raken zo in grote duisternis, terwijl ze zich steeds gelukkiger voelen, het tijdelijke, verdwaasde geluk van het vlees, of ze hebben heel wat te klagen over dingen die er helemaal niet toe doen, en dingen die ze zelf veroorzaakt hebben. Voor elk wat wils. Vaak wordt de mens nog gulziger en nog vleselijker, en wil nog meer vlees, en komen zo in een groot vleselijk lijden terecht. Vleselijk geluk en vleselijk lijden voor vleselijk geluk, een vals kruis, stuwen elkaar op. Ben je ijverig als een bij om hemelse honing te vergaderen, of neem je het niet zo nauw met het hemelse verbond ? Er is nog steeds een oorlog gaande met het vlees. Of heb je in de exodus de moed maar opgegeven en ben je weer terug gegaan naar de vleespotten, als een hond die is teruggekeerd tot zijn braaksel ? Calvijn stelt dat het begin van goed te leven is als de hemelse wet ons aantrekt door haar lieflijkheid, en dat is ook volgens hem de enige manier om de begeerlijkheid van het vlees te genezen. Uiteindelijk is de liefde en lieflijkheid van de kennis van de wet grootser dan al het andere, want het laat een veel wijder spectrum zien dan aardse bekrompenheid. Dit is geen grote allemans vriend die alles maar toelaat, maar een woeste, creatieve fijngevoeligheid die het beste uit alles omhoog haalt. Niet in roekeloosheid, maar in bedachtzame, doelgerichte ijver.
114 Online Touch Home