114

Calvijn : ‘Allen begeren dat God hun leven zal verlengen, en de gehele wereld is van deze vurige, sterke begeerte vervuld, maar intussen is er nauwelijks een op de honderd, die er over nadenkt tot welk doel hij behoort te leven.’ Laten we eerlijk zijn : Als je leeft ten koste van iemand anders, zij het mens of dier, of een andere levenssoort, dan heb je het doel gemist. 61 Hoewel strikken der goddelozen mij omgeven, ik vergeet uw wet niet. 69 Overmoedigen wrijven mij leugens aan, ik houd uw bevelen van ganser harte. 70 Ongevoelig als vet is hun hart, maar ik verlustig mij in uw wet. 71 Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik uw inzettingen zou leren. 72 De wet van uw mond is mij beter dan duizenden stukken goud en zilver. Het is goed. Wij worden beproefd. We zien het contrast. Het leven is dood en opstanding, naar de hemelse wetten van de natuur. Het is goed. Zo wordt onze ijver getest. De besnijdenis is goed, anders zouden we afdwalen. Calvijn stelt dat het leven een kruisweg is. Hij stelt dat ook de wegen die mensen maken eng kunnen zijn, met doornen bezaaid, en dat ze er allerlei eigengemaakte hindernissen opgooien, en het zijn allemaal bijwegen waarop ze dwalen. Maar ook de hemel legt strikken, stelt Calvijn. De hemel doet de schrandere mens kuilen ontmoeten, en maakt de weg ruw en hobbelig, omringt met afgronden, maar als de mens de hemelse wet gehoorzaamt, dan zal hij toch een uitweg vinden. Als Calvijn het heeft over de Kennis, dan heeft hij het over een streng en nauwkeurig zelfonderzoek, want vleselijken brengen anderen onder regels waar ze zichzelf niet aan houden. De psalmist heeft dit aan levende lijve ondervonden, want de vleselijken om hem heen probeerden hem ten onder te brengen door listen en bedriegerijen. Ben je ijverig de hemelse wetten aan het tellen, de pekudim ? Oftewel : ben je

115 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication