176

> het volk op godzalige wijze in deze genade van God hebben onderwezen, > tot zijn eer en tot onderdrukking van alle hoogmoed van de mens, > maar intussen toch niet hebben nagelaten hen door > heilige vermaningen van het Evangelie onder de oefening > van het Woord, van de sacramenten en de kerkelijke tucht > te houden, zo ver moet het er ook nu van af zijn, dat zij, > die anderen in de gemeente leren of geleerd worden, > God zouden durven verzoeken, door de dingen te > scheiden waarvan God in zijn welbehagen heeft > gewild dat ze bijeen zouden blijven. > Want door de vermaningen wordt de genade > geschonken en hoe naarstiger wij onze taak vervullen, hoe heerlijker > de weldaad van God, die in ons werkt, zich vertoont. > Dan gaat zijn werk het beste voort. > Deze God komt alleen alle heerlijkheid toe, > zowel vanwege de middelen als de zaligmakende vrucht en > kracht ervan, in eeuwigheid. Amen. Feenstra noemt de organische levensverbanden als levensmiddelen en geneesmiddelen. God werkt in en door die levensverbanden, stelt hij. God heeft de landman onderwezen, hoe hij moet werken. Het is daarom vaak ook veel praktischer dan dat we alleen maar wonderen moeten verwachten. Feenstra : ‘Wonderen zijn als het luiden van de klok. Maar de dienst des Woords is de hoofdzaak.’ Ook zegt hij : ‘God brengt het leven voort en onderhoudt het.’ En : ‘God vereist het gebruik der middelen, door welke Hij naar Zijn oneindige wijsheid en goedheid deze Zijn kracht heeft willen uitoefenen.’ Wij moeten niet de hemelse natuurprocessen verruilen voor stadse special effects, voor de sensatie. Terug naar de natuur, terug naar de soberheid, en zo door diepte tot vrucht komen. Oppervlakkigheid komt tot het vlees. DL 3+4:16 > Maar evenals de mens door de val niet opgehouden heeft een mens te zijn, > begiftigd met verstand en wil, en evenals de zonde, > die tot het gehele menselijke geslacht is doorgedrongen,

177 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication