gebruik gemaakt te worden, te kunnen werken. Dit is dus een extra darm voor de geestelijke dingen. Het is iets wat de vrouw bezit, en de vrouw is een deel in ieder mens. Het is een leegte die in het Grieks ook wel als een winter wordt aangeduidt, of een regenbui, of gewoon vuil weer. De mens moet er soms doorheen. Het mag dus een plaatsje krijgen. In het boek ‘Moonraker’, Hoog Spel in de Nederlandse vertaling, gaat het over een vrouw die bij de geheime dienst werkt. Vijf jaren hadden haar gereserveerd en streng gemaakt, en ze was in principe gewoon met haar baan getrouwd. James Bond vond haar koud. Als geheim agent had hij een reeks martelingen ondergaan waar de Groot Inquisiteur van Spanje jaloers op zou zijn, stelt de achterkant van het boek, en nu dit. Het was een grote donkere vrouw met een beschermende koelheid, zeer frigide, maar kon zo ineens omslaan met bewijzen van kleine attenties en vriendelijkheden om te laten zien dat het allemaal haar schuld was en dat ze het hen vergaf. Het boek stelt dat ze ook dodelijk bezorgd was om haar collega’s als ze in gevaar waren, en dat wisten ze niet eens. Ze hield van hen allemaal evenveel maar ze was niet van plan om haarzelf emotioneel te binden aan iemand die de volgende week al dood kon zijn. Het was immers een soort slavebaantje bij de geheime dienst, want je was nooit je leven zeker. Haar bindingsangst was dus te verklaren. Toen ik droomde over de lieve poes die mij aanstaarde durfde ik geen affectie te tonen vanwege dezelfde redenen. Het was ook totaal niet veilig, en ik wist dat de poes mijn ogen kon aflezen, en mijn hart kan voelen, ook al kon ik het niet uiten. We waren op die planeet. Allerlei voorzorgsregelen moesten in acht genomen worden. Nu, daar spreekt het eeuwig evangelie ook over, wanneer het zegt : ‘Staak je liefde, wordt weer koud, om de hoek staan zij. Zij zullen ons ondervragen. Achter glas gaan wij, voor de laatste keer, want morgen, vertel ik je weer : Verweg is altijd dichtbij. Stilte spreekt, het ijs gaat snel branden, sterker dan het vuur, sterker dan het komende uur. Toekomst is allang geweest, dromen zijn vervlogen. Zij die 't allemaal wel geloven, doven snel weer uit, als een kandelaar in honderd winden, komen zij tot hoge flessen, komen zij in eigen kooien, voor eeuwig slapen zullen zij. We moeten hen verzaad'gen, ze hebben honger en daarom storen zij. In Gods Radio gaat het
287 Online Touch Home